Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Neder-Betuwe

Toeslagen- en verlagingen verordening Wet investeren in jongeren Neder-Betuwe 2010

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Neder-Betuwe
Officiële naam regelingToeslagen- en verlagingen verordening Wet investeren in jongeren Neder-Betuwe 2010
CiteertitelToeslagen- en Verlagingenverordening Wet investeren in jongeren Neder-Betuwe 2010
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerpMaatschappelijke zorg en welzijn

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Art. 8 bevat een hardheidsclausule.

Deze regeling vervangt de verordening Toeslagen en verlagingen van 2009.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Gemeentewet, art. 147 lid 1
  2. Wet investeren in jongeren, art. 12, lid 1, onderdeel e
  3. Wet investeren in jongeren, art. 35, lid 1

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

02-12-201001-05-2015nieuwe regeling

11-11-2010

1-12-2010 Rhenense Betuwse Courant

10/1067_7

Tekst van de regeling

De raad van de gemeente Neder-Betuwe; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders; gelet op artikel 147, eerste lid, Gemeentewet, en de artikelen 12, eerste lid, onderdeel e, en 35, eerste lid, van de Wet investeren in jongeren; overwegende dat het noodzakelijk is het verstrekken van toeslagen en het verlagen van uitkeringen van jonge-ren van 18 jaar of ouder doch jonger dan 27 jaar bij verordening te regelen; B E S L U I T vast te stellen de volgende Toeslagen- en verlagingen verordening Wet investeren in jongeren Neder-Betuwe 2010, met wijziging van artikel 3 lid 3 onder b.

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsomschrijving

In deze verordening wordt verstaan onder:

a. de wet: de Wet investeren in jongeren;

b. gehuwdennorm: de norm bedoeld in artikel 28, eerste lid onderdeel d, van de wet;

c. college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Neder-Betuwe;

d. verzorgingsbehoevende: degene die, indien hij niet samen met een andere persoon de woning zou bewonen zou zijn aangewezen op beroepsmatige hulp welke ten laste komt van de Zorgverzekeringswet en/of de AWBZ.

e. woning: een woning als bedoeld in artikel 1, onderdeel j, Wet op de huurtoeslag, als mede een woonwagen of woonschip, als bedoeld in artikel 3, zesde lid, Wet werk en bijstand;

f. woonkosten:

1°. indien een huurwoning wordt bewoond, de per maand geldende huurprijs, bedoeld in artikel 1, onder-deel d, van de Wet op de huurtoeslag;

2°. Indien een eigen woning wordt bewoond, de tot een bedrag per maand omgerekende som van de ver-schuldigde hypotheekrente en de in verband met het in eigendom hebben van de woning te betalen zakelijke lasten en een naar omstandigheden vast te stellen bedrag voor onderhoud;

f. woonlasten: de kosten van elektra, gas en water verschuldigd voor het gebruik hiervan door belanghebbende en eventuele gezinsleden.

g. ander: degene die in dezelfde woning zijn hoofdverblijf heeft als de alleenstaande of het gezin en kan beschikken over voldoende middelen om in de noodzakelijke bestaanskosten te voorzien en die geen deel uitmaakt van de gezamenlijke huishouding.

Artikel 2 Reikwijdte

De bepalingen van deze verordening gelden alleen voor jongeren van 21 jaar of ouder doch jonger dan 27 jaar. In geval van gehuwden gelden de bepalingen van deze verordening alleen indien de gehuwden beiden 21 jaar of ouder doch jonger dan 27 jaar zijn.

Hoofdstuk 2 Criteria voor het verhogen van de norm

Artikel 3 Toeslagen

1. De toeslag bedoeld in artikel 30, eerste lid, van de wet bedraagt 20 procent van de gehuwdennorm voor de jongere in wiens woning geen ander zijn hoofdverblijf heeft;

2. De toeslag bedoeld in artikel 30, eerste lid, van de wet bedraagt 10 procent van de gehuwdennorm voor de jongere die met één of meer anderen zijn hoofdverblijf in dezelfde woning heeft; 3. Voor de toepassing van lid 2 worden de volgende personen niet in aanmerking genomen als een ander die in dezelfde woning zijn hoofdverblijf heeft:

a. kinderen van 18 jaar en ouder doch jonger dan 21 jaar met een inkomen dat niet meer bedraagt dan het bedrag bedoeld in artikel 33, tweede lid, onder a, van de wet werk en bijstand vermeerderd met 10% van de gehuwden norm;

b. kinderen als bedoeld in artikel 25 lid 1 van de WWB.

c. verzorgingsbehoevenden die door belanghebbende worden verzorgd;

d. verzorgers van de verzorgingsbehoevende belanghebbende.

Hoofdstuk 3 Criteria voor het verlagen van de norm of toeslag

Artikel 4 Verlaging gehuwden

1. De verlaging bedoeld in artikel 31 van de wet bedraagt 10 procent van de gehuwdennorm voor gehuwden die met één of meer anderen hun hoofdverblijf in dezelfde woning hebben.

2. Het derde lid van artikel 3 is van overeenkomstige toepassing.

Artikel 5 Verlaging woonsituatie

De verlaging bedoeld in artikel 32 van de wet bedraagt:

a. 20 procent van de gehuwdennorm indien een woning wordt bewoond waaraan voor de jongere geen woon-kosten verbonden zijn;

b. 10 procent van de gehuwdennorm indien een woning wordt bewoond waaraan voor de jongere geen woonlasten zijn verbonden;

c. 10 procent van de gehuwdennorm indien geen woning bewoond wordt.

Artikel 6 Verlaging schoolverlaters

De verlaging bedoeld in artikel 33 van de wet bedraagt 20 procent van de gehuwdennorm.

Artikel 7 Verlaging toeslag alleenstaanden van 21 jaar

1. De verlaging bedoeld in artikel 34 van de wet bedraagt 10 procent van de gehuwdennorm indien het een jongere van 21 jaar betreft;

2. In afwijking van lid 1 wordt de verlaging vastgesteld op de hoogte van de op grond van artikel 3 toegeken-de toeslag, indien deze toeslag minder bedraagt dan de verlaging waartoe toepassing van lid 1 zou leiden.

3. De vorige leden zijn niet van toepassing ten aanzien van een jongere op wie artikel 6 van toepassing is.

Hoofdstuk 4 Slotbepalingen

Artikel 8 Hardheidsclausule

Het college kan in bijzondere gevallen ten gunste van de belanghebbende afwijken van de bepalingen in deze verordening, indien toepassing van de verordening tot onbillijkheden van overwegende aard leidt.

Artikel 9 Citeertitel en inwerkingtreding

1. Deze verordening wordt aangehaald als: Toeslagen- en Verlagingenverordening Wet investeren in jongeren Neder-Betuwe 2010.

2. Deze verordening treedt in werking op de eerste dag na bekendmaking daarvan.

3. de verordening Toeslagen en verlagingen van 2009 wordt ingetrokken per de datum van inwerkingtreding van de Toeslagen- en verlagingen verordeningen WIJ als bedoeld in het eerste lid.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de raadsvergadering van 11 november 2010.

de griffier,  

mr. J.C. Bouwman

de voorzitter  

ir. C.W. Veerhoek