Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Stadskanaal

Handhaving van de milieuregelgeving in de gemeente Stadskanaal

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieStadskanaal
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingHandhaving van de milieuregelgeving in de gemeente Stadskanaal
CiteertitelHandhaving van de milieuregelgeving in de gemeente Stadskanaal
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpmilieu
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Wet milieubeheer, art. 18.2 

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

27-04-2006nieuwe regeling

01-02-2005

De Kanaalstreek, 19-04-2006

BW, 01-02-2005, 22

Tekst van de regeling

Intitulé

Handhaving van de milieuregelgeving in de gemeente Stadskanaal

 

 

INLEIDING

In 2002 is een start gemaakt met de uitvoering van het project "Professionalisering van de milieuwethandhaving". Het doel van dit project is om alle handhavingsinstanties in 2005 te laten voldoen aan de door het Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (VROM) gestelde minimum kwaliteitscriteria. Eerst is een nulmeting van de kwaliteit van de milieuhandhaving in de provincie Groningen uitgevoerd. Gebleken is dat de prestatie van de individuele gemeenten variëren tussen 21 en 77%. De gemeente Stadskanaal voldoet voor 77% aan de gestelde kwaliteitscriteria. De milieuhandhaving zal in 2005 geheel aan de criteria moeten voldoen.

Deze nota is een uitwerking van de nota "Integraal Handhavingsbeleid bouw, milieu en bijzondere wetten gemeente Stadskanaal", die op 20 december 2004 door de raad is vastgesteld. In het handhavingsbeleid is vastgelegd, dat de handhaving van het beleidsterrein milieu moet voldoen aan het professionaliseringstraject. Deze nota "Handhaving van de milieuwetregelgeving in de gemeente Stadskanaal" bevat beleidsregels met betrekking tot de milieuhandhaving.

In deze nota is de wijze van prioriteitenstelling, de beschrijving van methoden en de beschikbare middelen voor de milieuhandhaving beschreven. Er wordt een koppeling gelegd naar het Milieu-uitvoeringsplan (MUP) en het milieujaarverslag. In het MUP wordt telkens het handhavingsprogramma voor het volgende jaar opgenomen. In het jaarverslag worden de resultaten (monitoring) van de uitvoering van het MUP weergegeven. Het gemeentebestuur schept op deze wijze duidelijkheid en transparantie in de keuzes en de daarvoor in te zetten capaciteit en verantwoordt deze.

De taken met betrekking tot de milieuhandhaving zijn bij de gemeente Stadskanaal ondergebracht bij het team bouw, milieu en bijzondere wetten (bmb), onderdeel van de dienst publieksbureau.

In hoofdstuk 1 worden de aanleiding, de doelstellingen en de (organisatorische) condities besproken. Hoofdstuk 2 geeft de strategie en werkwijze om de gestelde doelen te bereiken weer. Ook komen de afstemming met handhavingspartners en de van toepassing zijnde protocollen aan de orde. In hoofdstuk 3 staat de uitvoering centraal, waarbij wordt ingegaan op het handhavingsuitvoeringsprogramma, de personele capaciteit en de benodigde voorzieningen. Tenslotte wordt in hoofdstuk 4 naar de kwaliteitsborging en de monitoring gekeken en wordt de beleidscyclus gesloten met een evaluatie.

1. DOELEN EN CONDITIES

1.1. Probleemanalyse

Startpunt van een adequaat handhavingsproces is de probleemanalyse. De probleemanalyse is bedoeld om inzicht te geven waar met behulp van handhaving winst te boeken is in het verder terugdringen van risico’s. De probleemanalyse bestaat uit een vijftal analyses dat met elkaar samenhangt, dit zijn:

  • -

    analyse van de fysieke omgeving (profielschets);

  • -

    analyse van het beleid en de regelgeving;

  • -

    analyse van de milieurisico’s (risicomatrix);

  • -

    analyse van het naleefgedrag (monitoring);

  • -

    analyse van incidenten en meldingen (milieuklachten).

De resultaten van deze analyses worden gebruikt om inzicht te krijgen waar handhaving nodig is om risico’s te beperken of waar handhaving het naleefgedrag substantieel kan vergroten. Op basis van dit inzicht, zijn prioriteiten voor handhaving gesteld.

Analyse van de fysieke omgeving (profielschets)

Stadskanaal is een landelijke gemeente met een stabiel inwonertal van ongeveer 33.000, verspreid over vijf kernen: Stadskanaal, Musselkanaal, Onstwedde, Alteveer en Mussel. Typerend voor Stadskanaal en Musselkanaal is de lintbebouwing. Kenmerkend voor de gemeente is de variatie in het gebied, een veenkoloniaal deel en een deel zandgebied en de rust en ruimte. Veel bedrijven bevinden zich op bedrijventerreinen, maar ook in de lintbebouwing langs het Stadskanaal. De vestiging van nieuwe bedrijven en uitbreiding van bestaande bedrijven vindt in hoofdzaak plaats op het Bedrijvenpark Stadskanaal en het Bedrijvenpark Zuid-Groningen in de gemeente Vlagtwedde. In het buitengebied gaat het vooral om akkerbouw. De laatste jaren is in het buitengebied sprake van toename van intensieve veehouderij en toeristische bedrijven.

Voor het veenkoloniale gebied zijn veranderingen op komst. Vanwege de problemen in het gebied is de "Agenda voor de Veenkoloniën" opgesteld. Er wordt gestreefd naar vernieuwing door voort te bouwen op de kernkwaliteiten van het gebied zoals natuurontwikkeling, grootschalige open ruimtes met linten, bereikbaarheid, agrarische vernieuwing, aantrekkelijke en gevarieerde woonmilieus, cultuurhistorie en toerisme.

Door de beschikbare ruimte biedt Stadskanaal vele mogelijkheden voor de vestiging van nieuwe bedrijven, uitbreiding van bestaande bedrijven, grootschalige evenementen, cultuur en recreatie, toerisme etc. Deze mogelijkheden wil de gemeente Stadskanaal benutten, waarbij een helder (handhavings)beleid is vereist.

Binnen de gemeente vallen circa 960 bedrijven onder de werking van de Wet milieubeheer. Het grootste deel, ca. 75%, valt onder een Algemene Maatregel van Bestuur en ca. 25% heeft een "op maat gesneden" milieuvergunning. Bij de afgifte van milieuvergunningen wordt uitgegaan van een niveau van eisen die voor een normaal renderend bedrijf in Nederland qua investeringen acceptabel is. Het zogeheten BAT-beginsel (Best Adchiveble Technics) wordt toegepast. Dit betekent dat milieuschade moet worden beperkt zoveel als normaal gesproken in redelijkheid kan worden verlangd.

Voor een planmatige handhaving wordt uitgegaan van een bedrijvenbestand met een actuele vergunning, gemiddeld niet ouder dan tien jaar.

Analyse van beleid en regelgeving

Het handhavingsbeleid van de gemeente Stadskanaal is vastgelegd in de door de raad op 20 december 2004 vastgestelde nota "Integraal Handhavingsbeleid bouw, milieu en bijzondere wetten gemeente Stadskanaal". De handhaving van de milieuregelgeving is onderdeel van de nota.

Specifiek voor de handhaving van de milieuregelgeving heeft het college van burgemeester en wethouders op 16 december 2003 de "Handhavingsstrategie en werkwijze in de provincie Groningen" (september 2003) als kader vastgesteld. Dit document neemt in deze nota een belangrijke plaats in bij de uitvoering van milieuwethandhaving.

De voorliggende nota "Handhaving van de milieuregelgeving in de gemeente Stadskanaal" is een nadere uitwerking van het onderdeel milieu van het integrale handhavingsbeleid. Er zijn beleidsregels met betrekking tot de uitvoering van de handhaving van milieu opgenomen.

De van toepassing zijnde regelgeving met betrekking tot de milieuhandhaving is opgenomen in bijlage 1.

Analyse van milieurisico's

De risicoanalyse is opgesteld als instrument om prioriteiten voor de handhaving vast te stellen. De risicoanalyse bepaalt hoe groot het risico en het naleefgedrag is. In een risicomatrix worden gegevens gepresenteerd die aangeven hoe groot de risico’s zijn. Samen met het naleefgedrag vormt dat de basis om te komen tot een juiste en afgewogen prioriteitenstelling.

Uitgangspunt is: [risico] = [negatief effect] X [kans].

Het begrip risico wordt omschreven als: De (naar maatschappelijke normen) ongewenste gevolgen van een activiteit, verbonden met de kans dat deze zich, bij het niet naleven van de wet- en regelgeving zullen voordoen.

Het begrip naleefgedrag wordt omschreven als: Handelingen of het nalaten van handelingen waartoe men, ter voorkoming van het ontstaan van een of meer negatieve effecten, krachtens wet- en regelgeving verplicht is.

De risico's zijn onderverdeeld in drie hoofdgroepen, de inrichtinggebonden taken, de niet-inrichtinggebonden taken en de landelijke handhavingsprioriteiten.

Inrichtinggebonden taken

Voor de risicoanalyse van de inrichting gebonden taken is gebruikgemaakt van een risicomatrix.

Horizontaal zijn de thema’s vermeld, waarvan de risico’s beïnvloedbaar zijn door middel van (extra) handhaving. De lijst met thema’s bestaat uit: bodem, water, lucht, geur, geluid, afval, energie, verkeer, natuurbehoud, externe veiligheid, gezondheid en financieel economisch.

Verticaal zijn de doelgroepen vermeld, zoveel mogelijk per branches. Het betreft hier zowel de AMvB-bedrijven als de vergunningplichtige inrichtingen. Per branche is - indien noodzakelijk - een nadere opsplitsing gemaakt. Specialistische bedrijven die niet onder een bepaalde branche kunnen worden ondergebracht, zijn apart benoemd.

In de matrix zijn de milieurisico’s aangegeven. Wanneer sprake is van een zeker risico, wordt dat als volgt weergegeven:

groen

laag risico

geel

gemiddeld risico

rood

hoog risico

Een hoog risico voor een milieucompartiment (thema) betekent dat in een dergelijke inrichting een hoog milieurisico geldt voor dat compartiment. Bijvoorbeeld een hoog risico voor het thema bodem betekent, dat vanwege bepaalde activiteiten in die inrichting de kans op bodemverontreiniging groot is. In de voorschriften van vergunning of AMvB worden voorschriften gesteld voor een vloeistofdichte vloer, inclusief certificaat. Een hoog risico voor het milieucompartiment (thema) water betekent dat in een dergelijke inrichting (vloei)stoffen kunnen worden geloosd met een hoog risico dat verontreiniging van oppervlaktewater of beschadiging van de riolering ontstaat. Hiervoor zijn voorschriften in de vergunning of AMvB gesteld om dit te voorkomen. Van inrichtingen met thema’s met een hoog risico behoeven de voorschriften met betrekking tot dit thema extra aandacht bij de controles.

Om tot een objectieve beoordeling van de hoge risico’s te komen, is per thema een aantal criteria ontwikkeld, op grond waarvan gesteld wordt dat er sprake is van een hoog risico. Deze criteria zijn ingevoegd in de matrix en luiden als volgt:

  • Bodem:

  • inrichtingen waarvoor voorschriften zijn gesteld over een vloeistofdichte vloer, inclusief PBV-verklaring.

  • Water:

  • inrichtingen die beschikken over een olie- en/of vet- en/of amalgaanafscheider.

  • Lucht:

  • inrichtingen waarop de NER van toepassing is.

  • Geur:

  • inrichtingen waar voorschriften en/of systemen (stallen) ter voorkoming van geuroverlast dienen te worden gesteld.

  • Geluid:

  • inrichtingen waar in de nachtelijke uren wordt gewerkt.

  • Afval:

  • inrichtingen waar opslag en afvoer van gevaarlijk afval is.

  • Energie:

  • inrichtingen die vallen onder de criteria van de verruimde reikwijdte zoals gesteld in de brochure "Energie in de milieuvergunning".

  • Verkeer:

  • inrichtingen waarbij sprake is van verkeersbewegingen in de nachtperiode .

  • EV:

  • inrichtingen die vallen onder de werkingssfeer van CPR-richtlijnen 15-1, 15-2 of 15-3 of het vuurwerkbesluit.

De methode is actualiseerbaar. De matrix kan gemakkelijk aangevuld worden door nieuwe kolommen en rijen toe te voegen dan wel te verwijderen. Ook kunnen kolommen en rijen gesplitst of samengevoegd worden. Zo kan de methode in de loop van de beleidscyclus steeds aangepast worden aan de actuele situatie.

Bij controles van inrichtingen wordt extra aandacht geschonken aan de voorschriften om de hoge risico’s van die inrichting te beperken. Na verloop van tijd, als alle inrichtingen van een bepaalde doelgroep voldoet aan de voorschriften met betrekking tot de hoge risico’s, kan worden gesteld dat het naleefgedrag goed is.

De risicomatrix is opgenomen als bijlage 2.

Niet-inrichtinggebonden taken

Op dezelfde wijze als voor de inrichtinggebonden taken, is ook voor de risicoanalyse van de niet-inrichtinggebonden taken gebruikgemaakt van een risicomatrix.

Daarbij zijn horizontaal nagenoeg dezelfde thema’s gehanteerd als bij de risicomatrix van de inrichtinggebonden taken. Verticaal zijn doelgroepen, zoals de inzameling van afvalstoffen, autowrakken, opslag mest of evenementen genoemd.

De risicomatrix voor niet-inrichtinggebonden taken is opgenomen als bijlage 3.

Landelijke handhavingsprioriteiten

In Streekraadverband wordt jaarlijks een selectie uit de landelijke handhavingsprioriteiten gemaakt, die in de regio worden uitgevoerd. Het betreft bijvoorbeeld controles op de aanwezigheid van KIWA-certificaten of integrale handhaving in het buitengebied. De gemeente Stadskanaal reserveert jaarlijks uren voor uitvoering van de geselecteerde acties.

Analyse van het naleefgedrag (overtredingen/monitoring)

De gemeente Stadskanaal registreert al jaren de resultaten van handhaving van de milieuregelgeving en neemt deze op in het milieujaarverslag. Er wordt een onderverdeling gemaakt naar inrichtinggebonden taken, acties (de landelijke handhavingsprioriteiten) en meldingen en incidenten (milieuklachten). De niet-inrichtinggebonden taken zijn tot op heden niet apart vermeld.

De inzet voor de inrichtinggebonden taken zijn tot op heden gebaseerd op de BUGM/VOGM-systematiek. Jaarlijks wordt een groot aantal inrichtingen gecontroleerd. Deze consequente uitvoering heeft een preventieve uitwerking gehad. Het heeft ertoe geleid dat het percentage hercontroles in de loop der jaren is afgenomen. Met andere woorden: het naleefgedrag is in de loop der jaren in positieve zin verbeterd. De afgelopen jaren zijn tussen 30 en 50 opleveringcontroles (bedrijven met een nieuwe vergunning) uitgevoerd en tussen 220 en 240 reguliere (geplande) controles. Het percentage hercontroles ligt momenteel op ca. 30.

Analyse van incidenten en meldingen (milieuklachten)

Jaarlijks komen bij de gemeente Stadskanaal 50 à 60 milieuklachten binnen. Het betreft bijvoorbeeld stankoverlast, waterverontreiniging of geluidhinder. De meldingen en incidenten worden geregistreerd en gerubriceerd weergegeven in het milieujaarverslag. Hoewel er geen bepaalde lijn in de klachten is te bespeuren, probeert de gemeente zodanig op te treden dat er een preventieve werking van uitgaat. Dit betekent dat direct of zo spoedig mogelijk door de gemeente wordt gereageerd en over de resultaten goed wordt gecommuniceerd.

1.2. Prioriteitenstelling en meetbare doelstellingen

Als aangegeven in het hoofdstuk probleemanalyse, wordt voor de prioriteitenstelling onderscheid gemaakt in de inrichtinggebonden taken, de niet-inrichting-gebonden taken en de landelijke handhavingsprioriteiten.

Inrichtinggebonden taken

De prioriteitenstelling voor inrichtingen wordt in eerste instantie gebaseerd op een categorie-indeling. In het geautomatiseerde bedrijvenbestand MILIS zijn alle inrichtingen onderverdeeld in vier categorieën. Kleine en/of geen milieubelastende bedrijven worden minder vaak gecontroleerd dan grote bedrijven en/of bedrijven met milieubelastende activiteiten.

In tweede instantie worden, vanuit de risicomatrix voor inrichtinggebonden taken themagericht prioriteiten gesteld. Uit de matrix wordt een thema geselecteerd en bedrijven van de doelgroep die voor dat thema een hoog risico hebben, worden uit het geautomatiseerde bedrijvenbestand MILIS geselecteerd en vervolgens gecontroleerd.

Prioriteit op basis van categorie-indeling

Deze indeling van inrichtingen op basis van een categorie-indeling en de daarbij bepaalde controlefrequentie, is ontstaan in de BUGM/VOGM-periode. De branches/inrichtingen worden ingedeeld in vier categorieën. Uitgangspunt voor deze categorie-indeling is de optelling van alle milieurisico’s, op basis van de volgende criteria:

  • 1.

    SBI-code;

  • 2.

    omgeving (bijvoorbeeld woonwijk, lintbebouwing, industriegebied, centrum, agrarisch gebied, buitengebied of natuur-, stilte- of recreatiegebied);

  • 3.

    afstand tot woonbebouwing (volgens circulaire Bedrijven en Milieuzonering van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten als wel daadwerkelijke afstand);

  • 4.

    aantal geregistreerde klachten van de afgelopen twee jaar;

  • 5.

    opslag gevaarlijke stoffen;

  • 6.

    gevaarlijke afvalstoffen;

  • 7.

    afgewerkte olie;

  • 8.

    overtredingen;

  • 9.

    lucht (emissies);

  • 10.

    geluid;

  • 11.

    bodem (opslag, vloeistofdichte vloer);

  • 12.

    grondwaterbeschermingsgebied;

  • 13.

    lozingen (via riool of op oppervlaktewater, bijvoorbeeld vetvangput);

  • 14.

    vuurwerk (verkoop en opslag);

  • 15.

    verkeersaantrekkende werking (verkeersbewegingen per dag van personen- en vrachtauto’s);

  • 16.

    algemene hygiënische situatie.

Aan de inrichting worden per bovenstaand criterium 0, 1, 2 of 3 punten toegekend. Een hoog risico krijgt 3 punten, geen risico 0 punten. Het totale aantal punten bepaalt, volgens de navolgende tabel de categorie-indeling.

Aantal punten

Categorie-indeling

1 tot en met 6

1

7 tot en met 12

2

13 tot en met 19

3

20 en meer

4

Bedrijven met de laagste cumulatieve score (milieurisico’s) behoren tot categorie 1 en de bedrijven met de hoogste score (risico’s) worden ingedeeld in categorie 4. Een uitzondering op deze systematiek zijn de bedrijven waar (consumenten)vuurwerk wordt opgeslagen. Deze worden ieder jaar gecontroleerd en zijn om die reden in categorie 4 ingedeeld.

Tot enkele jaren geleden beschikte de gemeente Stadskanaal over het geautomatiseerde systeem BBMT. Dit programma berekende aan de hand van de bovenstaande criteria en bijbehorende punten automatisch de categorie-indeling. Op dit moment heeft de gemeente het systeem MILIS in gebruik. De categorisering van de inrichtingen is hierin overgenomen. MILIS kan de categorie-indeling niet berekenen en om die reden heeft het team bmb een uitdraai van de verschillende branches/bedrijven gemaakt, met de categorie van indeling. Om nieuwe inrichtingen in de juiste categorie te kunnen indelen, worden nieuwe bedrijven aan deze lijst getoetst, die dus is gebaseerd op de bovenstaande systematiek. De lijst is als bijlage 2 bij deze nota opgenomen.

Aan de categorie-indeling is een voor de gemeente Stadskanaal standaard controlefrequentie gekoppeld, die in onderstaande tabel is weergegeven. Tevens is in deze tabel het aantal inrichtingen aangegeven in de gemeente op 1 januari 2005 en het aantal controles dat volgens de controlefrequentie moet worden uitgevoerd.

Categorie-indeling

Controlefrequentie gemeente Stadskanaal

Aantal inrichtingen

Aantal controles

1

1 x per 10 jaar

160

16

2

1 x per 8 jaar

616

77

3

1 x per 4 jaar

158

40

4

1 x per jaar

19

19

Als aangegeven in het hoofdstuk probleemanalyse (analyse naleefgedrag), moet voor het jaar 2005 rekening worden gehouden met 30% hercontroles. De gemeente Stadskanaal gaat zich bij controles van inrichtingen meer richten op de overtreders. Bedrijven die de regelgeving niet goed naleven, worden door de gemeente Stadskanaal extra gecontroleerd. Er wordt een versnelde reguliere controle uitgevoerd met een frequentie, die twee keer sneller is dan de normale (bovenstaande) frequentie. Dit vindt plaats bij bedrijven die:

  • -

    een (of meer) kernvoorschrift(en) overtreden;

  • -

    waar meldingen en of incidenten (milieuklachten) over zijn.

Dit betekent bijvoorbeeld voor een bedrijf in categorie 3 dat een kernvoorschrift overtreedt, dat de volgende reguliere controle niet over vier jaar, maar al na twee jaar zal plaatsvinden.

Het resultaat hiervan is dat de controles op onderstaande wijze zullen plaatsvinden:

Categorie

Aantal inrichtingen

Controle-frequentie

Aantal controles

Extra controle in verband met naleefgedrag / 30% hercontrole

Totaal aantal controles

Frequentie

Aantal inrichtingen

Aantal controles

1

112

0,1

11

0,2

48

10

21

2

430

0,125

54

0,25

186

46

100

3

109

0,25

27

0,5

48

24

51

4

13

1

13

2

6

12

25

Totaal

664

 

105

 

288

92

197

Tabel: aantal reguliere controles

Opgemerkt wordt dat de cijfers in de tabel jaarlijks wijzigen. Zo verandert het aantal inrichtingen en wordt er gestreefd naar een beter naleefgedrag. Daardoor zal het aantal in de bovenstaande tabel vermelde (extra) controles eveneens afwijken.

Uit het geautomatiseerde systeem van de gemeente Stadskanaal wordt jaarlijks een "uitdraai" gemaakt van de te controleren inrichtingen. Het systeem selecteert de bedrijven als aangegeven in de tabel voor het aantal reguliere controles.

Ook worden uit het systeem de hercontroles gerapporteerd. Op deze wijze ontstaat een lijst met te bezoeken inrichtingen, waarvan de zwaarste categorie eerst wordt bezocht en daarvan ook nog de "oudste" data. De hercontroles worden zo snel mogelijk na de vervaldatum van de aanschrijving uitgevoerd. Iedere week of twee weken worden hercontroles uitgevoerd.

Prioriteit op basis van de risicomatrix

Daarnaast wordt de prioriteitenstelling gebaseerd op gegevens in de risicomatrix. De daarin vermelde milieurisico’s en de ernst daarvan vormen samen met het naleefgedrag de basis voor een eerste selectie van handhavingstaken die een hoge prioriteit krijgen. Vanuit de risicomatrix kan worden gekozen voor een Themagerichte of Doelgroepgerichte benadering.

Themagericht

  • 1.

    Voor de bepaling van de werkvoorraad worden op milieutechnische gronden eerst de belangrijkste milieuthema’s uitgekozen (kolommen).

  • 1a.

    Daarin speelt de bestuurlijke afweging ook een rol. In dit stadium wordt namelijk aangegeven welke thema’s aan de prioriteitenlijst worden toegevoegd (uitvoeringsplan).

  • 2.

    Vanuit de definitief gekozen thema’s worden de relevante doelgroepen (branches/inrichtingen) erbij gezocht (rijen).

  • 3.

    Dat levert samen met de opleveringscontroles voor vergunningen en meldingen, de provinciale en regionale projecten en de niet-inrichtinggebonden taken een eerste werkvoorraad op, uitgedrukt in aantallen te bezoeken inrichtingen en in daarvoor benodigde formatie-eenheden (fte’s).

  • 4.

    Indien de aldus omschreven taak omvangrijker is dan het beschikbare aantal fte’s, dan wordt op basis van bestuurlijke afwegingen besloten tot bijstelling van de jaartaak of eventueel uitbreiding van de beschikbare capaciteit. Die bijstelling kan betekenen dat er controles zullen worden geschrapt en/of dat er bij de bedrijfsbezoeken accenten worden gelegd.

Op dat moment liggen dan de handhavingsprioriteiten vast.

  • 5.

    De handhavingsprioriteiten en eventuele controleaccenten worden vertaald naar meetbare doelen.

  • 6.

    Deze meetbare doelen worden verder uitgewerkt in de werkinstructies voor de handhavers.

  • 7.

    Op deze wijze wordt geschikte informatie verzameld ten behoeve van de monitoring.

  • 8.

    Vooral de informatie betreffende de aanwezige milieurisico’s en het naleefgedrag, zijn noodzakelijk voor eventuele bijstelling van de controlefrequentie voor de toekomst.

Doelgroepgericht

1. Voor de bepaling van de werkvoorraad worden eerst de doelgroepen (branches/groepen van inrichtingen) uitgekozen (rijen).

1a. Daarin speelt de bestuurlijke afweging ook een rol.

2. Daarna wordt aangegeven op welke thema’s bij de handhaving speciaal de aandacht zal worden gericht.

3-8. Als bij de themagerichte aanpak.

De gemeente Stadskanaal richt zich voor de inrichtinggebonden taken op de themagerichte handhaving.

De gemeente selecteert ieder jaar één of meer thema's, die in een bepaald jaar prioriteit krijg(t)en. Vervolgens worden de doelgroepen met een hoge prioriteit geselecteerd en gecontroleerd (bijvoorbeeld bij het thema externe veiligheid: opslag van gevaarlijke stoffen).

Meetbare doelstellingen en monitoring inrichtinggebonden taken.

Het naleefgedrag is in feite de indicator. Een geschikt middel om deze voor inrichtingen meetbaar te maken is het percentage hercontroles. Het percentage hercontroles moet uiteraard zo laag mogelijk zijn/worden. Vanzelfsprekend wordt daarmee het naleefgedrag hoog. De risicomatrix laat ruimte voor invulling van het naleefgedrag. Als blijkt dat een bepaalde doelgroep de voorschriften van de thema's met een hoge prioriteit goed naleeft, kan de gemeente zich richten op andere doelgroepen of thema's. Als voorbeeld kan dienen de externe veiligheid van LPG-tanks. Naar verwachting is het naleefgedrag van dit thema hoog en hoeft daarop minder frequent toezicht te worden gehouden.

Het gestelde doel en de indicator sluiten goed aan bij de landelijke doelstellingen. Deze doelstellingen geven aan dat in ieder geval moet worden bepaald:

  • -

    het aantal uitgevoerde controles;

  • -

    het aantal inrichtingen waar (een) overtreding(en) (is/zijn) geconstateerd (hercontroles);

  • -

    het aantal bestuursrechtelijke procedures (sancties);

  • -

    het aantal strafrechtelijke optredens (sancties).

De indicator naleefgedrag is in feite in deze indicatoren verwerkt en vertaald naar de geconstateerde overtredingen. Het percentage hercontroles is eenvoudig vast te stellen door het aantal hercontroles te delen door het aan uitgevoerde controles. De vijfde meetbare doelstelling is dan:

- het percentage hercontroles.

Doelstelling inrichtinggebonden taken:

De meetbare doelstelling van de gemeente Stadskanaal voor inrichtingen is een jaarlijkse verlaging van het percentage hercontroles met 20% van het percentage (van 30 naar 24; naar 19; naar 15; naar 12 enz.). De meetbare doelstelling van de gemeente Stadskanaal voor de themagerichte handhaving is het bereiken van 100% naleving van de hoge risico’s, als aangegeven in de risicomatrix voor inrichtingen.

Niet-inrichtinggebonden taken

Naast de inrichting gebonden taken, is de gemeente tevens verantwoordelijk voor de handhaving van een aantal niet-inrichtinggebonden taken. Hierna zijn, op basis van de risico’s, voor de belangrijkste taakvelden aangegeven waarop de handhaving zich richt:

Bouwstoffenbesluit:

Er wordt alleen aandacht besteed aan grond en her te gebruiken materiaal. Nieuwe steenachtige materialen worden niet gecontroleerd. Bij grootschalig grondverzet van meer dan 50 m³, wordt gecontroleerd op de aanwezigheid van keuringsrapporten of kwaliteitsverklaringen. In overige gevallen wordt alleen gecontroleerd in geval van een verdachte situatie.

BOOT:

Voor het Besluit Opslag in Ondergrondse Tanks wordt, zo mogelijk in 2005 (eventueel doorlopend naar 2006), de actuele stand van zaken geïnventariseerd. Daarna worden vervolgwerkzaamheden in de planning opgenomen. In het geval van een melding van een tank, wordt direct actie ondernomen.

Illegale afvaldumping:

In geval van illegale afvaldumping, worden in eerste instantie de stadswachten ingeschakeld (onder verantwoordelijkheid van de politie) en, indien de dader is te achterhalen, wordt de politie ingeschakeld. De gemeente is de "achtervang".

Gedoogbeleid opslag vaste mest:

Gecontroleerd wordt of de voorschriften, behorende bij het gedoogbeleid, worden nageleefd.

Meetbare doelstellingen en monitoring van de niet-inrichtinggebonden taken:

Het voor de geselecteerde doelgroepen bereiken van 100% naleving van de hoge risico's, als aangegeven in de risicomatrix.

Landelijke handhavingsprioriteiten

Deze activiteiten worden in Streekraadverband afgesproken en worden door de gemeente Stadskanaal ingepland. De gemeente gaat ervan uit dat aan deze handhavingsprioriteiten meetbare doelstellingen en monitoring is gekoppeld. De gemeente zal dit op de afgesproken wijze uitvoeren.

1.3. Borging personele en financiële middelen

In het dienstplan van de dienst publieksbureau is de formatie (fte's) van het team bmb, uitvoerder van de milieuhandhaving, aangegeven. In het MUP is de personele capaciteit nader aangegeven. In de begroting van de gemeente Stadskanaal zijn voor het product handhaving, middelen gereserveerd. Op deze wijze is de personele bezetting geborgd. Voor de inrichtinggebonden taken wordt gebruikgemaakt van ervaringskengetallen. Inbegrepen is de benodigde juridische capaciteit. Verder zijn in het "Integraal handhavingsbeleid bouw, milieu en bijzondere wetten gemeente Stadskanaal" de benodigde uren voor de handhaving van de milieuregelgeving aangegeven.

De financiële middelen voor de formatie zijn in de begroting van de gemeente gereserveerd. Ook voor bijvoorbeeld monstername zijn financiën beschikbaar. Voor dwangmiddelen zijn geen financiële middelen gereserveerd. In het integraal handhavingsbeleid is aangegeven, dat in geval van bestuursdwang, gebruik wordt gemaakt van de dwangsom. Eventueel wordt in bijzondere gevallen bestuursdwang toegepast, maar dat is op kosten van de overtreder. Het voorgaande is gedocumenteerd in genoemde documenten, waarnaar verder wordt verwezen.

1.4. Organisatorische condities

Het team bmb van de gemeente Stadskanaal heeft formatie beschikbaar voor vergunningverlening, handhaving en juridische ondersteuning hiervan. Vergunningverlening en handhaving worden gescheiden uitgevoerd.

Voor milieuhandhaving heeft de gemeente Stadskanaal twee toezichthouders beschikbaar. Dit is tot in detail beschreven in het MUP. Van tevoren staat nooit vast welke toezichthouder welk bedrijf bezoekt. Tijdens het plannen van de werkzaamheden, bepaalt de volgorde van de planningslijst welke medewerker een bepaald bedrijf gaat bezoeken voor een controle.

De bevoegdheden, taken en verantwoordelijkheden van de toezichthoudende medewerkers zijn beschreven in de functieomschrijving. De medewerkers zijn benoemd door het college van burgemeester en wethouders en beschikken over een legitimatiepas. De medewerkers van het team bmb zijn gemandateerd voor het nemen van ambtelijke handhavingsbesluiten (waarschuwen), hetgeen is vastgelegd in het mandaatstatuut van de gemeente Stadskanaal.

De gemeente Stadskanaal beschikt over een bereikbaarheidsregeling buiten kantooruren. Het team bmb beschikt over een consignatietelefoon, die één van de medewerkers bij toerbeurt (een week) bij zich draagt. Het telefoonnummer is bekend bij de servicelijn, meldkamers, politie en brandweer. De procedure is beschreven in het kader van de rampenbestrijding gemeente Stadskanaal, in het deelproces milieubescherming (nr. 27) waarnaar wordt verwezen.

De gemeente Stadskanaal heeft geen buitengewoon opsporingsambtenaren in dienst. De gemeente voorziet in deze taak, door samen te werken met de politie. Handhavingstaken worden niet uitbesteed.

2. STRATEGIE EN WERKWIJZE

Bij de uitvoering van de handhaving van de milieuregelgeving maakt de gemeente Stadskanaal gebruik van de "Handhavingsstrategie en werkwijze in de provincie Groningen" (september 2003). Het college heeft op 16 december 2003 besloten dit document te hanteren als leidraad voor de handhaving van de milieuregelgeving.

De Handhavingsstrategie en werkwijze verschaft duidelijkheid over:

  • -

    de samenwerking met andere partners;

  • -

    welke instantie ziet op wat toe;

  • -

    wat is de strategie bij de uitvoering;

  • -

    hoe worden bestuurlijke en justitiële prioriteiten gesteld;

  • -

    wanneer en hoe vindt daarover informatie-uitwisseling en coördinatie plaats;

  • -

    wanneer worden bestuursrechtelijke en/of strafrechtelijke sancties toegepast.

2.1. Nalevingsstrategie

Om naleving van de wet- en regelgeving te bevorderen, past de gemeente Stadskanaal een aantal instrumenten toe, als aangegeven in Hoofdstuk 2 van de "Handhavingsstrategie en werkwijze in de provincie Groningen". Specifiek gaat het om de volgende instrumenten:

Spontane naleving

Om dit te bevorderen, wordt vooral aandacht geschonken aan kennis van de regels en de mate van acceptatie van de regels door de doelgroep bedrijven. Tijdens het vooroverleg over vergunningen en meldingen, wordt met de bedrijven over de voorschriften gecommuniceerd. Als bedrijven meer kennis van de regelgeving hebben, krijgen zij er meer begrip voor en zullen de gestelde voorschriften beter accepteren. Kortom, bedrijven en gemeente weten wat zij van elkaar kunnen verwachten.

Uitoefenen van toezicht

De gemeente Stadskanaal houdt al vele jaren structureel toezicht op bedrijven. Er wordt vooral met politie en waterschap samengewerkt. Dankzij de servicelijn, is de bereikbaarheid van de gemeente voor derden goed. Als gevolg van deze factoren is de kans dat overtredingen aan het licht komen, aanzienlijk. Dit is algemeen bekend en heeft tot gevolg (gehad) dat de naleving van de regelgeving ieder jaar beter wordt.

Opleggen van sancties en maatregelen

Op overtredingen volgt altijd een aanschrijving en hercontrole. Zijn overtredingen niet verholpen, dan treedt de gemeente Stadskanaal bestuurlijk op. Zie verder onder toezichtstrategie.

Op naleving gerichte samenwerking

Hier is vooral van belang de samenwerking met de politie c.q. het Openbaar Ministerie. Bij bepaalde overtredingen, wordt naast bestuursrechtelijk ook strafrechtelijk opgetreden. Het gaat om overtredingen met acuut milieugevaar en om de zogenaamde kernbepalingen (doelbewust begaan, geen incident zijnde en niet gering van omvang). De uitvoering van de samenwerking is uitgebreid beschreven in de "Handhavingsstrategie en werkwijze in de provincie Groningen".

2.2. Toezichtstrategie

Het toezicht is beschreven in de "Handhavingsstrategie en werkwijze in de provincie Groningen". Bij de toezichtstrategie moet onderscheid worden gemaakt in de inrichtinggebonden taken, de niet-inrichtinggebonden taken en de landelijke handhavingsprioriteiten. In de praktijk wordt deze in de gemeente Stadskanaal als volgt uitgevoerd.

Inrichtinggebonden taken

Selectie

Op de wijze als aangegeven in het hoofdstuk prioriteiten en meetbare doelstellingen van deze nota, worden uit het geautomatiseerd systeem de te controleren bedrijven geselecteerd. Selectie vindt plaats op twee manieren. Ten eerste op categorie-indeling en ten tweede themagericht (zie het hoofdstuk prioriteitenstelling en meetbare doelstellingen).

Voorbereiding

Een reguliere controle wordt in het gemeentehuis voorbereid. De betreffende dossiers worden er bijgehaald en bestudeerd. De informatie uit het geautomatiseerd systeem wordt nagekeken. De van toepassing zijnde voorschriften (van de vergunning en/of de geldende AMvB), worden nagekeken en de tekening wordt bestudeerd. Verder wordt speciaal aandacht geschonken aan de hoge risico’s uit de matrix voor inrichtinggebonden taken. Ieder bedrijf maakt onderdeel uit van een doelgroep. Als voor die doelgroep voor bepaalde thema’s een hoog risico is aangegeven, wordt daar bij de voorbereiding extra aandacht aan gegeven.

Werkingssfeer

Als de handhaver bij het betreffende bedrijf is voor de controle, wordt de werkingssfeer bekeken samen met de eigenaar of drijver van het bedrijf. Bekeken wordt of het bedrijf nog in werking is volgens de vergunning en/of AMvB. Zo niet, dan wordt er genoteerd wat er is veranderd en wordt besproken wat de gevolgen zijn voor de vergunning en/of AMvB-melding (zo nodig een nieuwe vergunning aanvragen).

Controle

De voorschriften worden mondeling langsgelopen. Er wordt dan ook aangegeven wat de eisen zijn en vragen van de eigenaar of drijver van de inrichting worden beantwoord. Daarna wordt de administratieve controle gedaan (afvalnota’s, energienota’s, certificaten, bewijzen etc.). Vervolgens wordt er een ronde door het bedrijf gemaakt. Tijdens deze ronde wordt gekeken of er inderdaad wordt voldaan aan de voorschriften doordat systematisch door het bedrijf wordt gelopen. Extra aandacht is er voor de naleving van de voorschriften van het thema met een hoog risico.

Afhandeling

Na de rondgang door de inrichting, worden eventuele onvolkomenheden doorgenomen met de eigenaar of drijver van de inrichting. Hem/haar wordt meegedeeld wat er niet of wel voldoet. Wanneer er geen overtredingen zijn, wordt meegedeeld dat dit wordt bevestigd met een brief. Wanneer er wel overtredingen zijn, wordt meegedeeld dat dit wordt bevestigd met een brief waarin een termijn wordt gesteld waarbinnen de overtredingen dienen te worden verholpen. Er wordt onderscheid gemaakt in overtredingen met acuut milieugevaar, overtredingen van kernbepalingen en overige overtredingen, als aangegeven in de "Handhavingsstrategie en werkwijze in de provincie Groningen". In de bijlagen van de "Handhavingsstrategie" is een leidraad voor de begunstigingstermijnen opgenomen. De bevindingen en andere gegevens van de controle worden in het geautomatiseerd systeem ingevoerd en gearchiveerd.

Hercontrole

Na de gestelde termijn die in een brief naar de inrichting is aangegeven, wordt er een hercontrole uitgevoerd samen met de (milieu)politie. Bij deze hercontrole wordt er specifiek gekeken of de geconstateerde overtredingen zijn verholpen. Het stroomschema, als aangegeven in de "Handhavingsstrategie en werkwijze in de provincie Groningen", is van toepassing. Overigens worden alle bezoeken en acties ingevoerd in het geautomatiseerde systeem en gearchiveerd.

Niet-inrichtinggebonden taken

Bij uitvoering van deze taak, is de werkwijze specifiek gericht op de activiteit.

Bouwstoffenbesluit

De binnengekomen meldingen worden meegenomen in een controleroute en ter plaatse van de activiteit gecontroleerd.

BOOT

Het protocol voor meldingen en incidenten wordt gevolgd.

Illegale afvaldumping

Het protocol voor meldingen en incidenten wordt gevolgd.

Gedoogbeleid opslag vaste mest

De binnengekomen meldingen worden meegenomen in een controleroute en ter plaatse van de activiteit gecontroleerd.

Meldingen en incidenten (milieuklachten)

Binnenkomst

Een melding (van een incident) komt binnen via de telefoon, e-mail of wordt mondeling meegedeeld. De melding wordt dan geregistreerd op het formulier voor meldingen en incidenten en wordt in het milieusysteem gezet.

Actie

Zo spoedig mogelijk na de binnenkomst van de melding, doch binnen 24 uur, wordt er actie ondernomen. Ter plaatse (waar de melding zich afspeelt), wordt bepaald door de ambtenaar wat de ernst van de situatie is en wat er vervolgens voor actie moet worden ondernomen en of dat er andere instanties bij moeten worden betrokken.

Afhandeling

Als de melding afgehandeld is, wordt dit teruggekoppeld naar de melder. De ambtenaar vult het formulier voor meldingen en incidenten verder in en maakt er een kopie van voor de milieupolitie. Het origineel gaat rond via de postmap en wordt daarna opgeborgen in de meldingen- en incidentenmap. De melding wordt ook afgerond in het milieusysteem.

2.3. Sanctiestrategie

De gemeente heeft de mogelijkheid om als bevoegd gezag bestuursdwang toe te passen. Zoals aangegeven in het "Integraal handhavingsbeleid bouw, milieu en bijzondere wetten gemeente Stadskanaal", kiest de gemeente in dit kader voor toepassing van de dwangsom. Deze procedure wordt uitgevoerd conform de Algemene wet bestuursrecht. In het handhavingsstappenplan van de "Handhavingsstrategie en werkwijze in de provincie Groningen" is aangegeven wanneer de gemeente overgaat tot bestuursdwang. In de bijlage van genoemde strategie is een leidraad voor de te stellen hoogte van de dwangsom opgenomen.

2.4. Gedoogstrategie

In de gemeente Stadskanaal is handhaven regel en gedogen uitzondering. Mocht het gemeentebestuur om welke reden dan ook willen gedogen, dan wordt dit uitgevoerd volgens de beschrijving in de "Handhavingsstrategie en werkwijze in de provincie Groningen".

2.5. Interne en externe afstemming

Vanwege de organisatie-opbouw van de gemeente Stadskanaal moet intern afstemming tussen de diensten beleid en publieksbureau plaatsvinden. Structureel overleg vindt plaats tijdens het vakoverleg milieu, dat enkele keren per jaar wordt gehouden. Medewerkers die zich met beleid en uitvoering van milieu bezig houden, zijn erbij betrokken. Handhaving is één van de onderwerpen. Daarnaast vindt incidenteel ad hoc overleg tussen medewerkers van beide diensten plaats.

Afstemming met de vergunningverleners vindt plaats bij opleveringscontroles. Daarnaast hebben de milieumedewerkers van het team bmb een aantal keren per jaar een milieuoverleg en een handhavingsoverleg.

Externe afstemming vindt plaats tijdens het lokaal handhavingsoverleg. Dit overleg wordt doorgaans vier keer per jaar gehouden. Tijdens het overleg komt zowel de bestuursrechtelijke als strafrechtelijke handhaving van milieu in de gemeente Stadskanaal aan de orde. Naast de portefeuillehouder milieu zijn aanwezig handhavers van de gemeente, het waterschap en de politie, waarmee extern wordt afgestemd. Ook is een beleidsmedewerker van de gemeente, een medewerker van het gemeentebedrijf en een medewerker van de Streekraad Oost-Groningen aanwezig. Verder kan ook hier worden verwezen naar de "Handhavingsstrategie en werkwijze in de provincie Groningen", waarin het lokaal handhavingsoverleg uitgebreid is beschreven. Doorgaans gaat een handhaver van de gemeente één keer per week samen met een handhaver van de politie "op pad". Voorafgaand aan en tijdens de controles, vindt afstemming in de praktijk plaats.

De gezamenlijke regionale projecten worden besproken tijdens het ambtelijk (en bestuurlijk) overleg met de andere gemeenten en de Streekraad Oost-Groningen. Hierbij is de Inspectie VROM aanwezig.

In hoofdstuk 7 van de "Handhavingsstrategie en werkwijze in de provincie Groningen" is een taakverdeling aangegeven voor situaties waarbij meerdere instanties tegelijk of juist na elkaar handhavingsbevoegd zijn. Het ketenbeheer maakt hiervan onderdeel uit.

Extern wordt, meer in detail, op de volgende wijze afgestemd:

Politie

Via het lokaal handhavingsoverleg is er regelmatig overleg tussen de gemeente en de milieupolitie. Wekelijks vinden er hercontroles plaats met de milieupolitie en zo nodig wordt de politie betrokken bij meldingen en incidenten. In het kader van handhaving buitengebied, gaan de medewerkers van de gemeente maandelijks een halve dag samen met de milieupolitie en het waterschap op pad.

Waterschap Hunze en Aa’s

Via het lokaal handhavingsoverleg is er regelmatig overleg met het waterschap. Zoals hierboven al aangegeven, gaat het waterschap mee in het kader van het project handhaving buitengebied (maandelijks een halve dag). Wanneer er een calamiteit of incident plaatsvindt binnen onze gemeente, dan wordt het waterschap ingeseind als dit nodig is.

Streekraad Oost-Groningen, SEPH en andere gemeenten

Via gezamenlijke projecten en acties.

Overige

Met instanties zoals de AID, Inspectie VROM, Keuringsdienst van Waren etc. wordt niet specifiek samengewerkt of overlegd. Wanneer het nodig is, wordt er contact gelegd.

2.6. Protocollen en werkinstructies

De gemeente Stadskanaal is ISO-9001 gecertificeerd voor een groot aantal processen, die zijn beschreven. De voor milieu van belang zijnde processen, zijn "handhaving en controles", "vergunningverlening" en "meldingen/incidenten (milieuklachten)". Ondersteunende processen zijn "documentaire informatievoorziening", "informatievoorziening en automatisering" en "administratieve ondersteuning". De procesbeschrijvingen zijn gearchiveerd in het centraal archief en direct te raadplagen in het centrale computersysteem (op de schijf N:) Het beheer van de processen is de verantwoordelijkheid van de kwaliteitscoördinator van de dienst gemeentebedrijf.

De protocollen voor de "toezichtstrategie", "sanctiestrategie", "gedoogstrategie", "wijze van samenwerking" en "informatie-uitwisseling" zijn vastgelegd in de "Handhavingsstrategie en werkwijze in de provincie Groningen".

2.7. Protocollen voor communicatie, informatiebeheer en informatie-uitwisseling

Communicatie is een vast onderdeel van een ambtelijk voorstel aan het college. Aangegeven moet worden hoe over het onderwerp wordt gecommuniceerd. Het team advies/communicatie adviseert hierover en het college neemt dit mee in de besluitvorming. Daarnaast beschikt de gemeente over een door het college van burgemeester en wethouders vastgesteld persprotocol. Dit protocol is gearchiveerd en verspreid in de organisatie via intranet. Informatiebeheer en informatie-uitwisseling zijn onder punt 2.6 genoemd.

3. UITVOERING

3.1. Handhavingsuitvoeringsprogramma

In het kader van het "Integrale handhavingsbeleid bouw, milieu en bijzondere wetten gemeente Stadskanaal" (december 2004), wordt ieder jaar een handhavingsuitvoeringsprogramma voor de gemeente Stadskanaal opgesteld. In dit uitvoeringsprogramma wordt per beleidsterrein (volgens het handhavingsbeleid) aangegeven welke activiteiten worden uitgevoerd, hoeveel uren er aan worden besteed en welke medewerkers de uitvoering zullen verzorgen. Het handhavingsprogramma voor milieu zal gebaseerd zijn op de in hoofdstuk 2 van deze nota aangegeven doelen en prioriteiten. Specifiek voor milieu wordt het uitvoeringsprogramma eveneens (in samenvatting) opgenomen in het MUP.

Aan de hand van de "uitdraai" van het geautomatiseerde bestand wordt een werkplanning gemaakt. Deze wordt ca. één keer per maand bijgewerkt. In het kader van de interne planning en control, wordt eens in de maand de voortgang besproken.

3.2. Omvang van de handhavingscapaciteit

Het team bmb is een onderdeel van de dienst publieksbureau. Ieder jaar verschijnt het dienstplan, waarin de formatie van het team bmb is aangegeven en op hoofdlijnen de taken. De handhavingscapaciteit kan eruit worden afgelezen. Meer in detail vloeit de omvang van de handhavingscapaciteit voort uit het handhavings-uitvoeringsprogramma bouw, milieu en bijzondere wetten gemeente Stadskanaal.

Opgemerkt wordt, dat de milieutechnische medewerkers tevens de voor de uitvoering benodigde administratieve handelingen uitvoeren, zoals het schrijven van brieven en het invoeren van de gegevens in het geautomatiseerde systeem. De archivering wordt door andere, daartoe gespecialiseerde medewerkers van de dienst gemeentebedrijf uitgevoerd. Voor milieu zal naast de milieutechnische capaciteit ook de juridische ondersteuning worden aangegeven.

3.3. Kwaliteit van de handhavingscapaciteit

In de gemeente Stadskanaal zijn alle functies beschreven in een functieboek, dat wordt beheerd door het team advies/p en o van de dienst gemeentebedrijf. De functies vergunningverlener en handhaver milieu maken onderdeel uit van het team bmb van de dienst publieksbureau, evenals de functies van teamleider en administratief juridisch medewerker. Medewerkers zijn (en worden) geworven op hun opleiding, kennis, ervaring en competenties, die voor de functies zijn vereist. De gewenste deskundigheid wordt getoetst tijdens functionerings- en beoordelingsgesprekken, die regelmatig worden gehouden. Daarnaast beschikt de gemeente Stadskanaal over een opleidingsplan. De dienst publieksbureau heeft ieder jaar een eigen budget voor opleidingen. Ieder jaar bekijken de teamleider van het team bmb en de manager van de dienst publieksbureau voor welke medewerkers een opleidingsbehoefte aan de orde is. Daarnaast worden in Streekraadverband regelmatig cursussen voor milieumedewerkers georganiseerd waaraan vrijwel altijd door één of meer medewerkers van het team bmb van de gemeente Stadskanaal wordt deelgenomen. Verder is de (kwaliteit van de) wijze van werken vastgelegd in het kader van de kwaliteitszorg gemeente Stadskanaal (ISO-9001), die zowel intern als extern wordt geaudit.

3.4. Uitvoeringsondersteunende voorzieningen

Ten behoeve van registratie, monitoring en planning beschikt het team bmb op dit moment over het geautomatiseerd systeem MILIS. Alle inrichting- en niet-inrichtinggebonden taken zijn erin ondergebracht. Het systeem kan de gewenste informatie met betrekking tot registratie en monitoring verschaffen. Voor de inrichtinggebonden taken kan in het kader van de planning van de handhaving een "uitdraai" worden gemaakt. Procedures worden eveneens met het systeem bewaakt. Probleem is, dat MILIS sinds kort niet meer wordt ondersteund door de leverancier en dus als afgeschreven kan worden beschouwd. Om die reden doet het team bmb op dit moment onderzoek naar een nieuw geautomatiseerd systeem, dat ook nog eens beter toegerust is op de professionalisering van de handhaving.

Het team bmb beschikt over diverse technische voorzieningen, zoals een auto, mobiele telefoons, digitaal fototoestel en meetapparatuur. Al deze voorzieningen zijn, inclusief onderhoud en eventuele kalibratie, beschreven in het kader van de rampenbestrijding gemeente Stadskanaal. Dit betreft het deelproces milieubescherming (nr. 27) waarnaar wordt verwezen.

Administratieve ondersteuning voor bijvoorbeeld het verzenden en registreren van brieven en archivering, maakt het team bmb gebruik van de centrale voorzieningen van de gemeente Stadskanaal, die zijn ondergebracht bij de dienst gemeentebedrijf. Dit geldt ook voor de databank jurisprudentie.

4. EVALUATIE

Om te toetsen of de geleverde handhavingsinspanningen leiden tot een beter naleefgedrag, met als gevolg een verbetering van de leefomgeving in de gemeente Stadskanaal, wordt een evaluatie uitgevoerd. Met andere woorden, zijn de gestelde doelen gehaald en is het aantal hercontroles afgenomen. De kwaliteit van uitvoering moet zijn geborgd, de doelstellingen moeten gemonitord kunnen worden en de resultaten moeten worden verantwoord.

4.1. Kwaliteitsborging

De gemeente Stadskanaal is ISO-9001 gecertificeerd voor een groot aantal processen, dat is beschreven. De voor milieu van belang zijnde processen, waarvan de kwaliteit is geborgd, zijn "handhaving en controles", "vergunningverlening" en "meldingen/incidenten" (milieuklachten). De processen worden regelmatig getoetst middels interne en externe (KEMA) audits en zo nodig bijgesteld. De procesbeschrijvingen zijn gearchiveerd in het centraal archief en direct te raadplagen in het centrale computersysteem (op de schijf N:) Het beheer van de processen is de verantwoordelijkheid van de kwaliteitscoördinator van de dienst gemeentebedrijf.

4.2. Monitoring

In het hoofdstuk prioriteitenstelling en meetbare doelstellingen van deze nota zijn de handhavingsdoelen van de gemeente Stadskanaal gesteld. Daarnaast zijn indicatoren (zoals de aantallen uitgevoerde controles en geconstateerde overtredingen) benoemd om te kunnen meten of de gestelde handhavingsdoelen worden gehaald.

De inrichtingsgebonden taken worden gemonitord met behulp van het geautomatiseerd (bedrijven)systeem van de gemeente Stadskanaal. Het systeem kan op elk gewenst moment de gegevens (indicatoren) weergeven, als aangegeven in hoofdstuk 1 van deze nota. Uit deze indicatoren wordt het indicatorpercentage hercontroles berekend.

Bij de niet-inrichtingsgebonden taken worden de resultaten op verschillende manieren gemonitord. Mestopslag wordt in het dossier van aanvrager en in het milieusysteem bewaard. Aanvragen en controles in het kader van het bouwstoffenbesluit worden in het milieu-archief bewaard, in dossiers met blauwe stickers. Van het BOOT is een map aanwezig op de afdeling. Gevallen van bodemverontreiniging worden opgeslagen in het geautomatiseerd systeem NAZCA.

De landelijke handhavingsprioriteiten worden in Streekraadverband opgepakt. De activiteiten worden projectmatig uitgevoerd. Er zijn indicatoren (en doelstellingen) aan gekoppeld, die de gemeente zal monitoren. De resultaten worden doorgegeven aan de Streekraad Oost-Groningen.

4.3. Verantwoording van inzet, prestaties en resultaten

Volgens het "Integrale handhavingsbeleid bouw, milieu en bijzondere wetten gemeente Stadskanaal" (december 2004), wordt de handhaving jaarlijks geëvalueerd. Eventuele afwijkingen tussen planning en realisering zullen worden toegelicht en indien nodig worden maatregelen genomen. Milieu is onderdeel van het integrale handhavingsbeleid. De resultaten van de inrichting- en niet-inrichting-gebonden taken en de landelijke handhavingsprioriteiten zullen uitwijzen of de doelen en de planning zijn gehaald. De realisatie wordt vergeleken met de planning. De resultaten worden eveneens (samengevat) in het MUP opgenomen.

Daarnaast is er de wettelijke plicht van de gemeente om een jaarverslag milieu (volgens artikel 21.1 van de Wet milieubeheer) openbaar te maken. Ook hierin zullen de resultaten van de handhaving van milieu (samengevat) worden opgenomen.

4.4. Vergelijking en auditing

De gemeente Stadskanaal vergelijkt de resultaten van de handhaving niet structureel met andere organisaties. In Streekraadverband worden wel de landelijke handhavingsprioriteiten besproken, waaruit een vergelijking met andere Streekraadgemeenten kan worden opgemaakt. Ook worden in Streekraad-verband regelmatig bepaalde onderwerpen besproken waarbij de gemeente van andere gemeenten "kan leren".

De processen en/of protocollen, genoemd in het hoofdstuk protocollen en werkinstructies van deze nota, worden zowel intern als extern geaudit. Een en ander wordt geregeld door de kwaliteitscoördinator.

Bijlagen

  • 1.

    Regelgeving milieu.

  • 2.

    Lijst categorie-indeling bedrijven.

  • 3.

    Risicomatrix inrichtinggebonden taken.

  • 4.

    Risicomatrix niet-inrichtinggebonden taken.

BIJLAGE 1

Regelgeving met betrekking tot de handhaving van milieu

wetten en regelgeving milieu

Wet milieubeheer

Algemene Maatregelen van Bestuur in het kader van de Wet milieubeheer:

  • Alle branchegerichte AMvB's

  • BAGA Besluit aanwijzing gevaarlijke afvalstoffen

  • BGDM Besluit gebruik dierlijke meststoffen

  • Besluit Stortverbod afvalstoffen

  • Besluit vrijstellingen stortverbod buiten inrichtingen

  • BOOM Besluit kwaliteit en gebruik overige organische meststoffen

  • BOOT Besluit opslaan in ondergrondse tanks

  • MER

  • Besluit milieuverslaglegging

  • Bouwstoffenbesluit

  • NER

  • KWS 2000

  • BEES besluit emissie eisen stookinstallaties

  • Vuurwerkbesluit

  • Asbestbesluit milieubeheer

  • CFK-besluit

  • BRZO

Ministeriële regelingen

  • Regeling meetmethoden emissie-eisen stookinstallaties milieubeheer A

  • Regeling meetmethoden emissie-eisen stookinstallaties milieubeheer B

  • Regeling meetmethoden lucht emissies afvalverbranding

  • Regeling milieugerichte technologie

  • Regeling stortverbod afvalstoffen

  • Regeling risico’s zware ongevallen

  • Regeling kennisoverdracht milieubeheer 2000

  • Regeling vaststelling klasse inspectie onderhoudsinspectie

  • Regeling werking CFK en HFC-houdende koel- en vriesapparatuur

  • Regeling aanvulling aanwijzing gevaarlijke afvalstoffen

  • Regeling lozingsvoorschriften milieubeheer

Gecombineerde bevoegde gezagen

  • -

    Wet geluidhinder (deze wet zal op termijn opgaan in de Wet milieubeheer) Industrielawaai, Zonebeheer, Rail- en wegverkeerslawaai.

  • -

    Wet vervoer gevaarlijke stoffen (Wvgs)

Wet- en regelgeving waar de gemeente geen bevoegd gezag is:

  • Grondwaterwet

  • Wet hygiëne en veiligheid badinrichtingen- en zwemgelegenheden

  • Wet milieugevaarlijke stoffen

  • Stiltegebieden

  • Scheepvaartwegenverordening 1992

  • Ontgrondingenverordening

  • Natuurschoonwet

  • Woonschepenverordening

  • Verordening bescherming natuur en landschap provincie 1996 (VNL)

  • Hoofdstuk I: opschriften, afbeeldingen en aankondiging

  • Hoofdstuk II: storten, bergen en opslaan

  • Boswet

  • Natuurbeschermingswet (NBW)

  • Flora- en Faunawet (voorheen Jachtwet, Vogelwet en deel Natuurbeschermingswet) Dit is een raamwet, met de volgende bijbehorende uitvoeringsbesluiten:

    • *

      Jachtbesluit

    • *

      Besluit beheer en schadebestrijding dieren

    • *

      Besluit Faunabeheer

    • *

      Besluit aanwijzing dier- en plantensoorten Flora- en Faunawet

    • *

      Besluit prepareren van dieren

    • *

      Besluit vrijstelling beschermde dier- en plantensoorten.

  • Daarnaast nog Algemene Maatregelen van Bestuur en ministeriële regelingen, samenhangend met het Faunafonds en de aanwijzing van beschermde soorten.