Organisatie | Aalburg |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Voorzieningen maatschappelijke ondersteuning (verordening) |
Citeertitel | Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Deze verordenng vervangt de Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning van 26 september 2006.
Wet maatschappelijke ondersteuning, art. 5
Voorschriften voorzieningen maatschappelijke ondersteuning.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-05-2010 | 01-01-2012 | Nieuwe regeling | 23-02-2010 Het Kontakt, 3 maart 2010 | Geen |
Vastgesteld door de gemeenteraad op 23 februari 2010
Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen……………………………………… 3
Artikel 1 Begripsbepalingen …………………………………………………............. 3Artikel 2 Toekenning en weigering van voorzieningen …………………………… 4
Hoofdstuk 2 Vorm van te verstrekken individuele voorzieningen…… 5
Artikel 3 Keuzevrijheid ………………………………………………………………… 5Artikel 4 Voorziening in natura ………………………………………………………… 5Artikel 5 Financiële tegemoetkoming………………………………………………… 5Artikel 6 Persoonsgebonden budget………………………………………………… 5Artikel 7 Eigen bijdragen, eigen aandeel en besparingsbijdrage………………… 5
Hoofdstuk 3 Hulp bij het huishouden…………………………………… 7
Artikel 8 Vormen van hulp bij het huishouden ……………………………………… 7Artikel 9 Primaat van de algemene hulp bij het huishouden…………………………7Artikel 10 Gebruikelijke zorg …………………………………………………………… 7Artikel 11 Omvang van de hulp bij het huishouden…………………………………… 7Artikel 12 Omvang van het persoonsgebonden budget……………………………… 7
Hoofdstuk 4 Woonvoorzieningen…………………………………………. 8
Artikel 13 Vormen van woonvoorzieningen…………………………………………… 8Artikel 14 Primaat algemene woonvoorzieningen en aanspraak op individuele woonvoorzieningen…………………………………………………………… 8Artikel 15 Soorten individuele woonvoorzieningen…………………………………… 8Artikel 16 Primaat van de verhuizing en de uitraasruimte …………………………… 8Artikel 17 Primaat van de losse woonunit……………………………………………… 9Artikel 18 Uitsluitingen…………………………………………………………………… 9Artikel 19 Hoofdverblijf…………………………………………………………………… 9Artikel 20 Aanvullende begrenzing recht op woonvoorzieningen…………………… 9Artikel 21 Terugbetaling bij verkoop…………………………………………………… 10
Hoofdstuk 5 Het zich lokaal verplaatsen per vervoermiddel ………… 11
Artikel 22 Vormen van vervo9ersvoorzieningen ……………………………………… 11Artikel 23 Het recht op een algemene voorzieningen …………………………………11Artikel 24 Het primaat van het collectief vervoer …………………………………… 11Artikel 25 Algemeen gebruikelijke voorzieningen …………………………………… 11Artikel 26 Omvang gebied in kilometers ……………………………………………… 11
Hoofdstuk 6 Verplaatsen in en rond de woning ……………………….. 12
Artikel 27 Vormen van rolstoelvoorzieningen ………………………………………… 12Artikel 28 Primaat algemene rolstoelvoorziening bij incidenteel rolstoelgebruiken sportrolstoel ……………………………………………………………… 12Artikel 29 Aanspraak op rolstoelvoorzieningen voor AWBZ-bewoners …………… 12
Hoofdstuk 7 Het verkrijgen van voorzieningen en het motiveren van besluiten ………………………………………………… 13
Artikel 30 Aanvraag en gebruik aanvraagformulier …………………………………… 13Artikel 31 Relatie met de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten ………………… 13Artikel 32 Inlichtingen, onderzoek, advies en beschikking ……………………...…… 13Artikel 33 Samenhangende afstemming ………………………………………………. 13Artikel 34 Wijzigingen in de situatie …………………………………………………… 13Artikel 35 Intrekking van een voorziening …………………………………………… 13Artikel 36 Terugvordering ……………………………………………………………… 14
Hoofdstuk 8 Slotbepalingen ……………………………………………… 15
Artikel 37 Hardheidsclausule …………………………………………………………… 15Artikel 38 Indexering …………………………………………………………………… 15Artikel 39 Inwerkingtreding ……………………………………………………………… 15Artikel 40 Citeertitel ……………………………………………………………………… 15
Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen
In deze verordening en de daarop gebaseerde nadere regelgeving wordt verstaan onder:
Besluit maatschappelijke ondersteuning: Besluit voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Aalburg: het door burgemeester en wethouders op grond van deze verordening vastgestelde overzicht omvattende het geheel van verstrekkingen en bedragen, welke de gemeente in het kader van de Wmo kan verstrekken.
Persoon met beperkingen: een persoon die ten gevolge van ziekte of gebrek, inclusief chronische psychische en psychosociale problemen, aantoonbare beperkingen ondervindt bij het uitvoeren van activiteiten op het gebied van het voeren van het huishouden, bij het normale gebruik van de woning; bij het verplaatsen in en om de woning, bij het zich lokaal verplaatsen per vervoermiddel of bij het ontmoeten van medemensen en het op basis daarvan aangaan van sociale verbanden;
Maatschappelijke participatie: normale deelname aan het maatschappelijke verkeer, te weten het voeren van een huishouden, het normale gebruik van de woning, het zich in en om de woning verplaatsen, het zich zodanig verplaatsen dat aansluiting wordt gevonden bij regionale, bovenregionale en landelijke vervoersystemen; het ontmoeten van andere mensen en het aangaan en onderhouden van sociale verbanden om op die manier deel te nemen aan het lokale maatschappelijke leven;
Eigen bijdrage of eigen aandeel in de kosten: een door het college vast te stellen bijdrage, die bij respectievelijk de verstrekking van een voorziening in natura, een persoonsgebonden budget (een eigen bijdrage) of een financiële tegemoetkoming (een eigen aandeel) betaald moet worden en waarop de regels van het Besluit maatschappelijke ondersteuning van toepassing zijn;
Artikel 2 Toekenning en weigering van voorzieningen
Een voorziening wordt niet toegekend:
indien de voorziening waarop de aanvraag betrekking heeft reeds eerder krachtens deze, of voorafgaande versie van deze verordening is verstrekt en de normale afschrijvingstermijn van de voorziening nog niet is verstreken, tenzij de eerder vergoede of versterkte voorziening verloren is gegaan als gevolg van omstandigheden die niet aan de aanvrager zijn toe te rekenen.
Hoofdstuk 2 Vorm van te verstrekken individuele voorzieningen
Een individuele voorziening kan verstrekt worden in natura, als financiële tegemoetkoming of als persoonsgebonden budget. Het college stelt vast in welke situaties de bij wet verplichte keuze tussen een voorziening in natura en een persoonsgebonden budget niet wordt geboden aan de hand van de in het Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Aalburg neergelegde criteria.
Artikel 6 Persoonsgebonden budget
Op het persoonsgebonden budget, zoals genoemd in de artikelen 6 lid 1 en 6 a van de wet, zijn de volgende voorwaarden van toepassing:
de omvang van het persoonsgebonden budget wordt, met uitzondering van het persoonsgebonden budget voor vergoeding van een arbeidsverhouding als bedoeld artikel 5 lid 2 van de Wet op de loonbelasting 1964, afgeleid van de tegenwaarde van de in de betreffende situatie te verstrekken voorziening in natura;
Het college gaat na of het verstrekte persoonsgebonden budget besteed is aan het doel waarvoor het verstrekt is. De budgethouder is verplicht de daarvoor noodzakelijke stukken, zoals genoemd in het Besluit maatschappelijke ondersteuning te verstrekken. Vervolgens wordt door het college beoordeeld of aanleiding bestaat om het persoonsgebonden budget geheel of ten dele terug te vorderen of te verrekenen.
Artikel 7 Eigen bijdragen, eigen aandeel en besparingsbijdrage
Bij het verstrekken van individuele voorzieningen of op grond van de wet is de aanvrager een eigen bijdrage verschuldigd of wordt de financiële tegemoetkoming afgestemd op het inkomen. Wanneer een individuele voorziening een algemeen gebruikelijke voorziening vervangt of kan vervangen kan een besparingsbijdrage opgelegd worden. Het college legt in het Besluit maatschappelijke ondersteuning de omvang van de eigen bijdrage, het eigen aandeel en de besparingsbijdrage vast.
Hoofdstuk 3 Hulp bij het huishouden
Artikel 9 Primaat van de algemene hulp bij het huishouden
Een persoon als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder g. onderdeel 4, 5 en 6 van de wet kan voor de in artikel 8 onder a vermelde voorziening in aanmerking komen,indien het voor deze persoon onmogelijk is om zelf een of meer huishoudelijke taken uit te voeren en de algemene hulp bij het huishouden dit snel en adequaat kan oplossen, aangezien deze persoon:
In afwijking van het gestelde in artikel 9 komt een persoon als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder g. onderdeel 4, 5 en 6 van de wet niet in aanmerking voor hulp bij het huishouden indien deze persoon deel uitmaakt van een leefeenheid waarin een of meer huisgenoten wel in staat zijn het huishoudelijk werk te verrichten.
Artikel 14 Primaat algemene woonvoorzieningen en aanspraak op individuele woonvoorzieningen.
Een persoon als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder g. onderdeel 5 en 6 van de wet kan voor de in artikel 13, onder a vermelde voorziening in aanmerking komen indien aantoonbare beperkingen op grond van ziekte of gebrek een aanpassing aan de woning noodzakelijk maken en de algemene woonvoorziening dit snel en adequaat kan oplossen.
Een persoon als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder g. onderdeel 5 en 6 van de wet kan voor de in artikel 13, onder b, c en d vermelde voorziening in aanmerking komen indien aantoonbare beperkingen op grond van ziekte of gebrek een aanpassing aan de woning noodzakelijk maken en de voorziening als bedoeld in het eerste lid:
Artikel 16 Primaat van de verhuizing en de uitraasruimte
Een persoon als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder g. onderdeel 5 en 6 van de wet kan voor een voorziening als bedoeld in artikel 15, onder d. in aanmerking worden gebracht wanneer sprake is van een op basis van aantoonbare beperkingen op grond van ziekte of gebrek aanwezige gedragsstoornis met ernstig ontremd gedrag tot gevolg, waarbij alleen het zich kunnen afzonderen kan leiden tot een situatie waarin deze persoon tot rust kan komen.
Artikel 17 Primaat van de losse woonunit
Indien een bouwkundige woonvoorziening bestaat uit een aanbouw aan of een aanzienlijke verbouwing van een woning die niet het eigendom is van een verhuurder, die bereid is de aangepaste woning blijvend ter beschikking te stellen van personen die op basis van aantoonbare beperkingen ten gevolge van ziekte of gebrek behoefte hebben aan een dergelijke woning, zal het college een herplaatsbare losse woonunit verstrekken indien daartegen geen bezwaren van overwegende aard bestaan.
De bepalingen van dit hoofdstuk zijn niet van toepassing op:
het treffen van voorzieningen in woongebouwen, die specifiek gericht zijn op mensen met beperkingen en waarvan veracht mag worden dat reeds voorzieningen zijn getroffen in de gemeenschappelijke ruimten of dat voorzieningen bij nieuwbouw of renovatie zonder noemenswaardige meerkosten kunnen worden meegenomen.
Artikel 21 Terugbetaling bij verkoop.
De eigenaar-bewoner, die krachtens deze verordening een woonvoorziening heeft ontvangen, bestaande uit een aanbouw die leidt tot waardestijging van de woning, dient bij verkoop van deze woning binnen een periode van 10 jaar na gereedmelding van de voorziening, deze verkoop van de woning onverwijld aan het college te melden. De meerwaarde van de woning dient volgens het in het Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Aalburg door het college vastgelegde afschrijvingsschema te worden terugbetaald.
Hoofdstuk 5 Het zich lokaal verplaatsen per vervoermiddel
Artikel 25 Algemeen gebruikelijke vervoersvoorzieningen
Indien het inkomen van een ongehuwde persoon of het gezamenlijk inkomen van gehuwde personen meer bedraagt dan het in het Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Aalburg voor de diverse categorieën genoemde inkomensgrenzen, wordt het bezit van een personenauto algemeen gebruikelijk geacht, zodat een auto of een met een auto vergelijkbare voorziening en de daarmee samenhangende gebruiks- en onderhoudskosten niet in aanmerking komen voor verstrekking of vergoeding.Indien een vervoersvoorziening als bedoeld in artikel 22 onder b of c een algemeen gebruikelijke voorziening vervangt of kan vervangen, wordt een besparingsbijdrage opgelegd. De hoogte van de besparingsbijdrage is vastgelegd in het Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Aalburg.
Artikel 26 Omvang in gebied en in kilometers
In afwijking op het gestelde in het eerste lid wordt rekening gehouden met de vervoersbehoefte buiten de directe woon- of leefomgeving in een situatie waarin een bovenregionaal contact alleen door de aanvrager zelf bezocht kan worden, terwijl het bezoek voor de aanvrager noodzakelijk is om dreigende vereenzaming te voorkomen.
Hoofdstuk 6 Verplaatsen in en rond de woning
Artikel 28 Primaat algemene rolstoelvoorziening bij incidenteel rolstoelgebruik en sportrolstoel
Een persoon als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder g, onderdeel 5 en 6 van de wet kan voor de in artikel 27, onder a vermelde voorziening in aanmerking worden gebracht indien aantoonbare beperkingen op grond van ziekte of gebrek incidenteel zittend verplaatsen in en rond de woning noodzakelijk maken en hulpmiddelen die verstrekt worden op grond van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten of een andere wettelijke regeling geen adequate oplossing bieden.
Een persoon als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder g, onderdeel 5 en 6 van de wet kan voor de in artikel 27, onder b en c vermelde voorziening in aanmerking worden gebracht indien aantoonbare beperkingen op grond van ziekte of gebrek dagelijks zittend verplaatsen in en om de woning noodzakelijk maken en hulpmiddelen die verstrekt worden op grond van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten of een andere wettelijke regeling geen adequate oplossing bieden.
Artikel 29 Aanspraak op rolstoelvoorzieningen voor AWBZ-bewoners
In uitzondering op het gestelde in artikel 28, lid 1 en lid 2 komt een persoon die verblijft in een op grond van artikel 5 van de Wet toelating zorginstellingen erkende instelling uitsluitend voor een rolstoel in aanmerking indien hij geen recht heeft op een rolstoel, verstrekt op grond van de AWBZ.