Organisatie | Woerden |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening op de onderzoekscommissie |
Citeertitel | Verordening op de onderzoekscommissie |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp | bestuur en recht |
Geen.
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
24-07-2002 | nieuwe regeling | 27-06-2003 | 2002/07 |
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
In deze verordening wordt verstaan onder:
a. een fractie: het lid (of de gezamenlijke leden) van een politieke groepering, dat (die) namens deze groepering zitting heeft (hebben) in de raad;
De raad stelt voor de duur van een onderzoek als bedoeld in artikel 155a van de Gemeentewet een onderzoekscommissie in.
De commissie is - ter uitvoering van een besluit van de raad als bedoeld in artikel 155a van de Gemeentewet - belast met het doen van onderzoek naar door het college of de burgemeester gevoerde bestuur.
De commissie bestaat uit tenminste drie leden en ten hoogste uit een aantal leden dat overeenkomt met het aantal fracties in de raad.
Artikel 5 Benoeming en ontslag
1. De raad benoemt de leden van de onderzoekscommissie voor de duur van het onderzoek.
2. De raad benoemt voor elk lid een plaatsvervanger.
3. Indien een lid zonder geldige reden drie achtereenvolgende commissievergaderingen niet bijwoont, kan de raad, na het lid te hebben gehoord, hem als lid van deze commissie ontslaan.
Artikel 6 Tussentijdse vacature
1. De leden kunnen tussentijds ontslag nemen.
2. De raad voorziet zo spoedig mogelijk in een tussentijdse vacature.
3. Het lid dat de tussentijdse vacature vervult, wordt benoemd voor de resterende duur van het onderzoek.
4. Het lid dat ontslag neemt, treedt af op het moment van de benoeming van zijn opvolger.
Artikel 8 (Ambtelijke) bijstand
1. De commissie wordt bijgestaan door de griffier.
2. De commissie kan zich doen bijstaan door anderen dan de griffier.
3. Voorzover ambtelijke bijstand wordt gevraagd van ambtenaren, niet zijnde de griffier of medewerkers van de griffie, wordt het verzoek daartoe ingediend bij het college. Het college willigt het verzoek zo spoedig mogelijk in, tenzij gewichtige redenen zich hiertegen verzetten.
1. De commissie bepaalt op voorstel van de voorzitter haar werkwijze.
2. De commissie bepaalt op voorstel van de voorzitter of de beraadslagingen van de commissie in het openbaar dan wel achter gesloten deuren worden gehouden.
3. De commissie kan voor haar werkzaamheden een reglement van orde vaststellen.
1. De commissie mag niet beraadslagen of besluiten, indien niet tenminste de helft van het aantal zitting hebbende leden met een minimum van drie aanwezig is.
2. Indien ingevolge het eerste lid een vergadering niet kan worden gehouden, belegt de voorzitter met een tussentijd van tenminste 24 uur een nieuwe vergadering.
3. Op een vergadering, bedoeld in het tweede lid, is het eerste lid niet van toepassing, althans voor-zover er wordt beraadslaagd en besloten over dezelfde onderwerpen als die waarvoor de eerste vergadering was belegd.
1. In de vergadering heeft ieder commissielid, met inbegrip van de voorzitter, een stem.
2. De besluiten van de commissie worden genomen bij meerderheid van stemmen.
Artikel 12 Proces-verbaal en verslaglegging
1. De griffier draagt zorg voor het maken van een proces-verbaal van de verhoren en een verslag van de beraadslagingen van de commissie.
2. In het verslag van de beraadslagingen wordt ook het gevoelen van een eventuele minderheid vermeld. De uitslag van een eventuele stemming wordt in het verslag vermeld.
3. Indien de verhoren of de beraadslagingen achter gesloten deuren worden gehouden, worden afzonderlijke processen-verbaal respectievelijk verslagen opgemaakt, die niet openbaar worden gemaakt tenzij de commissie anders beslist.
Artikel 13 Rapportage aan raad
De commissie brengt aan de raad verslag uit over het door haar uitgevoerde onderzoek. In het verslag wordt ook het gevoelen van een eventuele minderheid vermeld. Met het uitbrengen van het verslag aan de raad wordt de commissie geacht te zijn ontbonden, tenzij de raad anders besluit.
De voorzitter van de commissie draagt er zorg voor, dat na beëindiging van het onderzoek alle stukken die de commissie onder zich heeft, onverwijld worden overgebracht naar de gemeentelijke archiefbewaarplaats, zonodig met de rubricering “geheim”, dan wel, wanneer zij door derden aan haar zijn toevertrouwd, onverwijld aan de afzender worden geretourneerd.