Regeling werktijden en vergoedingen chauffeurs

In deze regeling wordt verstaan onder:

• -

  chauffeur: degene die is belast met het vervoer per dienstauto van leden van Gedeputeerde Staten en de Commissaris van de Koningin;

• -

  werktijd: de tijd waarin feitelijk werk wordt verricht;

• -

  consignatie: de tijd waarin de chauffeur zich beschikbaar houdt om voor het verrichten van werkzaamheden te worden opgeroepen;

• -

  uursalaris: het salaris per uur als bedoeld in artikel A.1, onderdeel f, van de CAP.

Voorzover in deze regeling niet wordt afgeweken van het bepaalde in het Collectieve Arbeidsvoorwaardenregeling Provincies, is het daarin bepaalde onverkort van toepassing.

De gemiddelde werktijd bedraagt ten hoogste 54,4 uren per week te rekenen over een aaneengesloten periode van 13 weken;

De werktijd bestaat uit:

• -

  de basiswerktijd van 40 uren;

• -

  overwerk voor 5 uren;

• -

  consignatie voor 9,5 uren.

De werktijd wordt ingeroosterd in de periode van maandagochtend van 06.00 uur tot maandagochtend daaropvolgend 06.00 uur.

Inroostering vindt in de regel plaats gedurende 5 dagen per week.

Met inachtneming van het bepaalde in het eerste lid kan in onvoorziene omstandigheden inroostering voor ten hoogste 6 dagen per week plaatsvinden.

Op een, na overleg met de chauffeur, vast te stellen vaste avond in de week, beginnende om 18.00 uur, vindt geen inroostering plaats.

De chauffeur is verplicht andere dan zijn gewone werkzaamheden te verrichten die hem in verband met zijn persoonlijkheid, zijn omstandigheden en de voor hem geldende vooruitzichten redelijkerwijs kunnen worden opgedragen.

Onverminderd het bepaalde in artikel B.6 van de CAP, kan de in het voorgaande lid bedoelde verplichting de chauffeur alleen worden opgelegd in geval tijdens de voor hem geldende werktijden sprake is van onvoldoende aanbod van gewone werkzaamheden.

Onder toepassing van artikel C.20, negende lid van de CAP bedraagt de vergoeding voor overwerk, bedoeld in artikel 2, tweede lid, 150% van het uursalaris voor elk uur overwerk.

In afwijking van artikel 3 van de Aanvullende bezoldigings- en vergoedingsregeling bedraagt de vergoeding voor consignatie, bedoeld in artikel 2, tweede lid, 100% van het uursalaris, met dien verstande dat de vergoeding per uur niet meer bedraagt dan het bedrag dat is herleid van het maximum van de salarisschaal 5 van het salarisgebouw als bedoeld in artikel C.4, eerste lid van de CAP.

Onder toepassing van artikel C.12, vijfde lid van de CAP wordt voor onregelmatige diensten een toelage toegekend van 11% van het bruto maandsalaris.

Op de in voorgaande leden bedoelde vergoedingen bestaat geen aanspraak gedurende de periode waarin de chauffeur aanspraak heeft op vakantieverlof.

Met inachtneming van het bepaalde in het voorgaande lid worden de in de leden 1, 2 en 3 bedoelde vergoedingen maandelijks als vast bestanddeel van het salaris toegekend.

In de periode tussen vrijdagavond 0.00 uur en maandagochtend 06.00 uur wordt voor elk uur dat daadwerkelijk werkzaamheden zijn verricht op declaratiebasis een toelage toegekend van 50% van het in artikel 1 bedoelde uursalaris.

De vergoeding die de chauffeur op het moment van inwerkingtreding van deze regeling geniet voor overwerk, wordt afgebouwd.

De vergoeding bedraagt in het eerste kalenderjaar 100%, het tweede jaar 75%, het derde jaar 50% en het vierde jaar 25% van het gemiddelde van de in de twee voorgaande kalenderjaren toegekende vergoeding. Met ingang van het vijfde jaar wordt geen vergoeding toegekend.

In de gevallen waarin deze regeling niet voorziet, wordt door Gedeputeerde Staten een voorziening getroffen.

In de gevallen waarin toepassing van deze regeling ernstige bedenkingen zou opleveren, kunnen Gedeputeerde Staten daarvan afwijken.

Deze regeling treedt in werking op 1 januari 2000.

Zij kan worden aangehaald als: Regeling werktijden en vergoedingen chauffeurs.