Organisatie | Stadskanaal |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Stadskanaal |
Citeertitel | Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Stadskanaal |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Deze regeling is ingetrokken in het Besluit voorzieningen maatschappelijke ondersteuning Stadskanaal 2008.
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
04-01-2007 | 01-01-2007 | 09-04-2009 | nieuwe regeling | 02-01-2007 De Kanaalstreek, 03-01-2007 | BW, 02-01-2007, 4 |
Burgemeester en wethouders van de gemeente Stadskanaal;
Gelet op de Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning Stadskanaal;
het Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Stadskanaal.
Hoofdstuk 1. Bijzondere regels met betrekking tot het persoonsgebonden budget en de financiële tegemoetkoming.
Artikel 3. Verstrekkingen in natura
Woonvoorzieningen als bedoeld in hoofdstuk 4 van de Verordening die uitsluitend in natura worden verstrekt zijn:
Vervoersvoorzieningen worden uitsluitend verstrekt in natura met uitzondering van de voorzieningen genoemd in artikel 37 lid 3 onder a van de Verordening.
Voorzieningen voor het verplaatsen in en rond de woning worden uitsluitend verstrekt in natura met uitzondering van de voorziening genoemd in artikel 41 lid 2 van de Verordening.
Een voorziening verstrekt in natura op grond van de Verordening kan in bruikleen worden verstrekt indien dit, ter beoordeling van de gemeente, op grond van financiële en praktische overwegingen als adequaat dient te worden aangemerkt.
Artikel 4. Controle persoonsgebonden budget
De controle van het persoonsgebonden budget door de gemeente vindt steekproefsgewijs plaats, waarbij de steekproef minimaal een omvang heeft van 10% van de verstrekte persoonsgebonden budgetten, na afloop van de verstrekking dan wel na afloop van enig kalenderjaar.
Artikel 5. Verantwoording budgethouder
Hoofdstuk 2. Eigen bijdragen, eigen aandeel en besparingsbijdrage.
Hoofdstuk 4. Woonvoorzieningen.
Artikel 12. Vaststelling PGB / financiële vergoeding
De financiële vergoeding voor woonvoorzieningen is gelijk aan het bedrag vermeld in de door het College geaccepteerde offerte.
Artikel 13. Hoogte PGB / financiële tegemoetkoming woonvoorzieningen
Het forfaitaire bedrag voor de verhuis- en inrichtingskosten als genoemd in artikel 28 lid 1 van de Verordening bedraagt €1.844,16.
De hoogte van de door het College vast te stellen financiële tegemoetkoming in de kosten van de woonvoorziening als bedoeld in artikel 15 aanhef en onder b van de Verordening, bedraagt 100% van de voor vergoeding in aanmerking komende kosten.
De hoogte van de door het College vast te stellen tegemoetkoming in de kosten van een woonvoorziening, als bedoeld in artikel 15 aanhef en onder c van de Verordening wordt bepaald door rekening te houden met de ouderdom van de voorziening (bijvoorbeeld vloerbedekking voor carapatiënten). Daarbij geldt het volgende:
De hoogte van een door het College te verlenen financiële tegemoetkoming in de kosten van onderhoud, keuring en reparatie van een woonvoorziening als bedoeld in artikel 29 van de Verordening bedraagt maximaal het in bijlage I genoemde bedrag.
De hoogte van een door het College te verlenen financiële tegemoetkoming voor kosten die worden gemaakt in verband met tijdelijke huisvesting zoals bedoeld in artikel 30 van de Verordening is gelijk aan:
De hoogte van een door het College te verlenen financiële tegemoetkoming in de kosten in verband met huurderving zoals bedoeld in artikel 31 van de Verordening is afhankelijk van de kale huur van de woonruimte, doch niet meer dan de helft van de werkelijke kosten met een maximum van €300,00 per maand.
Artikel 14. Hoogte tegemoetkoming bezoekbaar maken woning
Het bedrag dat als maximum verstrekt wordt bij het bezoekbaar maken als genoemd in artikel 19 lid 4 van de Verordening bedraagt €2000,00.
Artikel 15. Hoogte tegemoetkoming verwerven van grond
Indien voorzieningen als bedoeld in artikel 15 aanhef en onder b en d van de Verordening het noodzakelijk maken dat extra grond moet worden verworven kunnen burgemeester en wethouders een bijdrage verlenen op basis van maximaal het aantal m² zoals vastgelegd in bijlage II.
Artikel 16. Verklaring gereedkoming werkzaamheden woonvoorziening
Het bedrag zoals bedoeld in artikel 20 lid 1 van de Verordening bij verstrekkingen in natura bedraagt €20.420,00. De werkzaamheden dienen gereed gemeld te worden op het daarvoor bestemde formulier.
Hoofdstuk 5. Vervoersvoorzieningen.
Artikel 17. Hoogte PGB / financiële tegemoetkoming vervoersvoorziening
De hoogte van de financiële vergoeding voor vervoersvoorzieningen wordt vastgesteld op basis van de waarde van de goedkoopst-adequate voorziening, indien nodig verhoogd met een bedrag voor onderhoud en reparatie, gebaseerd op het gemiddelde bedrag voor onderhoud en reparatie over het jaar voorafgaand aan de laatste volle kalenderjaar voor de toekenning van de voorziening.
Artikel 18. Hoogte financiële tegemoetkomingen in de kosten van het gebruik
De hoogte van een door het College te verlenen financiële tegemoetkoming voor vervoersvoorzieningen als bedoeld in artikel 37 van de Verordening is een forfaitaire vergoeding. Voor de vaststelling van de hoogte van de tegemoetkoming in de kosten voor het gebruik van:
Artikel 19. Eigen betaling bij collectief vervoer
De eigen betaling die, gelet op het bepaalde in artikel 35, lid 2 van de Verordening van de persoon als bedoeld in artikel 35 lid 1 van de Verordening, wordt gevraagd bij het gebruik van het aanvullend collectief vervoer, is vastgesteld op de volgende bedragen (zonetarief €0,43 per zone):
Bij vervoer van meer dan zes (6) zones bedraagt de eigen betaling van de persoon als bedoeld in artikel 35 lid 1 van de Verordening, en de eventuele meereizende, het thans reguliere taxitarief, zijnde €4,50.
Bij de te verstrekken vervoersvoorziening voor verplaatsingen in de directe woon- en leefomgeving in het kader van het leven van alledag, wordt het aantal zones dat gereden kan worden per collectief Vraagafhankelijk Vervoer (CVV-taxiplus) tegen betaling van het lage tarief op jaarbasis gemaximeerd op 500 zones.
Hoofdstuk 7. Het verkrijgen van voorzieningen en het motiveren van besluiten.
Het bedrag waarboven ingevolge artikel 46, lid 2 aanhef en onder a, van de Verordening in ieder geval advies wordt gevraagd bedraagt €2.270,00.
Voor voorzieningen waarvan de kosten minder dan € 45,00 bedragen wordt geen financiële tegemoetkoming verstrekt.
Artikel 24. Samenhangende afstemming
Om de verkrijging van individuele voorzieningen samenhangend af te stemmen op de situatie van de aanvrager wordt bij het onderzoek inzake het advies ex artikel 46 van de Verordening indien van toepassing aandacht besteed aan:
Bij de besluitvorming en de motivering van het besluit wordt door het College bij deze bevindingen aangesloten.
Aldus vastgesteld in de vergadering van burgemeester en wethouders van 2 januari 2007.
Burgemeester en wethouders
A.J. van Dam J.J. Stavast
Secretaris Burgemeester
Bijlage I - Maximale vergoeding van kosten in verband met onderhoud, keuring en reparatie als bedoeld in artikel 13.
Alleen de werkelijk gemaakte kosten (met een maximum van de in de tabel genoemde bedragen) van keuring, onderhoud en reparatie aan de hieronder genoemde onderdelen komen in aanmerking voor een financiële tegemoetkoming.
De maximale vergoeding van kosten voor onderhoud en keuring van diverse soorten liften in woningen en trappenhuizen bedraagt:
In de bovengenoemde bedragen zijn opgenomen de kosten voor de keuring door het Lifteninstituut (voorrijkosten + keuringstarieven), vermenigvuldigd met een factor 2 (er komen twee personen), vanwege de noodzakelijke assistentie door de onderhoudsfirma.
Bijlage II - Aantal m² waarvoor een financiële tegemoetkoming kan worden gegeven ingevolge artikel 15 (het verwerven van grond).
Ingevolge artikel 22 van de Verordening is het mogelijk om een tegemoetkoming te krijgen voor het verwerven van extra grond ten behoeve van een aanbouw of uitbreiding van een bepaald vertrek, indien dit op grond van ergonomische beperkingen noodzakelijk zou zijn. Het aantal vierkante meters dat voor een financiële tegemoetkoming in aanmerking komt is per vertrek gemaximaliseerd (zie onderstaande tabel).
Aantal vierkante meters waarvoor ten hoogste een financiële tegemoetkoming kan worden verleend, aangegeven per vertrek in een zelfstandige woning.
Het aantal vierkante meters verhard pad tussen de openbare weg en de hoofdingang tot een woonruimte, dan wel tussen een tweede ingang en een berging en/of tuinpoort dat bij het nieuw aanleggen van paden, dan wel bij het aanpassen van bestaande paden ten hoogste voor een financiële tegemoetkoming in aanmerking komt, bedraagt 20 m².