Organisatie | Gelderland |
---|---|
Organisatietype | Provincie |
Officiële naam regeling | Verordening nazorgheffing stortplaatsen Gelderland 1999 |
Citeertitel | Verordening nazorgheffing stortplaatsen Gelderland 1999 |
Vastgesteld door | provinciale staten |
Onderwerp | milieu |
Eigen onderwerp | milieu, belastingen, nazorg stortplaatsen |
Geen
Provinciewet, artt. 145 en 220
Regeling fonds nazorg stortplaatsen Gelderland
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2013 | 14-12-2017 | Wijziging regeling | 27-06-2012 Provinciaal Blad, 2012/206 | PS2012-455 | |
01-01-2006 | 01-01-2013 | Onbekend | 14-12-2005 Provinciaal Blad 2005/106 | PS2005-886 |
PROVINCIALE STATEN VAN GELDERLAND
Gezien het Voorstel 2012-455 van Gedeputeerde Staten inzake de voorstellen tot uitvoering van de nazorgbepalingen van de Wet Milieubeheer in de provincie Gelderland; Gelet op de artikelen 145 juncto 105, 220, 220a, 221 en 227 tot en met 232h van de provinciewet en artikel 15.44 van de Wet milieubeheer;
Vast te stellen (gewijzigde) Verordening nazorgheffing stortplaatsen Gelderland 1999:
Maatstaf en berekening van de heffing
De nazorgheffing wordt zodanig vastgesteld dat uit de opbrengst van de heffing en de daarover verkregen rentebaten en beleggingsopbrengsten de kosten kunnen worden bestreden, die naar verwachting gemoeid zullen zijn met de uitvoering van het in artikel 8.49, derde en vierde lid, van de Wet milieubeheer, bedoelde nazorgplan waarmee Gedeputeerde Staten hebben ingestemd, of indien geen nazorgplan geldt, de in artikel 8.49, eerste lid, van die wet bedoelde zorg voor die stortplaats.
Bijlage bij de Verordening nazorgheffing stortplaatsen Gelderland 1999
Berekening van het basisbedrag, genoemd in artikel 5, lid 2, onderdeel a van de Verordening nazorgheffing stortplaatsen Gelderland 1999, voor bedrijfsgebonden stortplaatsen, niet bedrijfsgebonden stortplaatsen en depots voor baggerspecie.
De berekening van het basisbedrag, genoemd in artikel 5, lid 2, onderdeel a, voor bedrijfsgebonden stortplaatsen, niet-bedrijfsgebonden stortplaatsen en depots voor baggerspecie vindt plaats door toepassing van het RINAS-rekenmodel.
Bij de berekening van het basisbedrag voor bedrijfsgebonden stortplaatsen, niet-bedrijfsgebonden stortplaatsen en depots voor baggerspecie worden de navolgende gegevens en waarden gebruikt: de gegevens uit het nazorgplan, dat de instemming heeft van Gedeputeerde Staten. Indien en voorzover een nazorgplan niet de instemming heeft van Gedeputeerde Staten kunnen de gegevens ambtshalve door de inspecteur worden vastgesteld; - het inflatiepercentage is 2; - het rentepercentage (de rekenrente) is 4,6; - een toeslag voor onvoorziene kosten van 10% over het totaal van de jaarlijkse nazorgkosten; - een toeslag voor ontwerp en directiekosten van maximaal 12% over de periodieke vervangingskosten; - de opslag voor het afdekken van risico’s bedraagt 10% op alle nazorgkosten; - de apparaatskosten bedragen structureel een bedrag van € 5.000,-- per stortplaats met een doelvermogen van meer dan € 100.000,--; - de levensduur/vervangingsperiode van de bovenafdichting bedraagt maximaal 75 jaar; - alle prijzen zijn exclusief omzetbelasting.