Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Woerden

Verordening op de fractieondersteuning

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Woerden
Officiële naam regelingVerordening op de fractieondersteuning
CiteertitelVerordening op de fractieondersteuning
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerpbestuur en recht

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Gemeentewet

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

23-07-201001-01-2011Art.1

24-06-2010

Woerdense Courant 22 juli 2010

2010/20

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening op de fractieondersteuning

De raad van de gemeente Woerden,

gelezen het voorstel van de griffier van 29 mei 2006;

gelet op het bepaalde in de Gemeentewet;

gezien het advies van de raadscommissie Bestuur en Veiligheid;

besluit;

vast te stellen de "Verordening op de fractieondersteuning"

Paragraaf 1 Fractieondersteuning

Artikel 1

1. De fracties, zoals bedoeld in artikel 6 van het reglement van orde van de raad, ontvangen jaarlijks een financiële bijdrage als tegemoetkoming in de kosten voor het functioneren van de fractie.

2. Deze bijdrage bestaat uit € 2.000,-- voor elke fractie.

3. De bijdrage genoemd in het tweede lid wordt jaarlijks aangepast aan de hand van het prijsindexcijfer uit de begroting van de gemeente.

Artikel 2

1. Fracties besteden de bijdrage om hun volksvertegenwoordigende, kaderstellende en controlerende rol te versterken.

2. De bijdrage mag niet gebruikt worden ter bekostiging van:

a. uitgaven die in strijd zijn met wettelijke bepalingen en overige regelingen;

b. betalingen aan politieke partijen, met politieke partijen verbonden instellingen of natuurlijke personen anders dan ter vergoeding van prestaties (diensten of goederen) geleverd ten behoeve van de fractie op basis van een gespecificeerde, reële declaratie;

c. giften;

d. uitgaven welke dienen bestreden te worden uit vergoedingen die de leden ingevolge het rechtspositiebesluit raads- en commissieleden toekomen;

e. opleidingen voor raads- en commissieleden.

f. uitgaven ten behoeve van raads- en commissieleden met een persoonlijk karakter of bedrijven waarover raads- en commissieleden middellijk of onmiddellijk zeggenschap hebben.

Artikel 3

1. De bijdrage voor fractieondersteuning wordt, voor 31 januari van een kalenderjaar, als voorschot op dat kalenderjaar verstrekt.

2. In een jaar waarin verkiezingen plaatsvinden, wordt het voorschot verstrekt voor de maanden tot en met de maand waarin de verkiezingen plaatsvinden. In de eerste maand na de maand waarin de eerste vergadering van de nieuw gekozen raad plaatsvindt, wordt het voorschot verstrekt met ingang van de maand waarin de verkiezingen worden gehouden.

3. Het voorschot wordt verrekend met teveel ontvangen voorschotten in jaren waarvoor de raad de bedragen heeft vastgesteld bedoeld in artikel 6, derde lid.

Artikel 4

1. Bij splitsing van een fractie wordt de op grond van artikel 1, tweede lid, vastgestelde bijdrage voor de oorspronkelijke fractie verdeeld over de betrokken fracties naar evenredigheid van het aantal bij de splitsing betrokken leden.

2. Bij splitsing van een fractie wordt het aan de oorspronkelijke fractie verstrekte voorschot verrekend overeenkomstig de verdeling die volgt uit het eerste lid.

3. Bij samenvoeging van twee of meer fracties tot een fractie wordt die samenvoeging voor deze verordening geacht in te gaan op 1 januari van het volgende kalenderjaar.

Artikel 5

1. De raad reserveert het in enig jaar niet gebruikte gedeelte van de bijdrage toekomend aan een fractie ter besteding door die fractie in volgende jaren.

2. De reserve is niet groter dan 30% van de bijdrage die de fractie in het voorgaande kalenderjaar toekwam ingevolge artikel 1.

3. Het beroep in enig jaar op de opgebouwde reserve komt tot uitdrukking in de afrekening als bedoeld in artikel 6 over dat jaar. Bevoorschotting vindt desgevraagd plaats.

4. De reserve blijft na verkiezingen beschikbaar voor de fractie die onder dezelfde naam terugkeert, dan wel voor de fractie die naar het oordeel van de raad als rechtsopvolger daarvan kan worden beschouwd.

5. Bij splitsing van een fractie, wordt de reserve verdeeld over de betrokken fracties naar evenredigheid van het aantal bij de splitsing betrokken leden, voor zover deze reserve niet meer bedraagt dan 30% van de bijdrage die de oorspronkelijke fractie in het voorgaande kalenderjaar ontving.

Artikel 6

1. Elke fractie legt, binnen drie maanden na het einde van een kalenderjaar, aan de raad verantwoording af over de besteding van de bijdrage voor fractieondersteuning onder overlegging van een verslag.

2. De raad kan besluiten tot controle van een of meer verslagen door de accountant, belast met de controle van de jaarrekening. De accountant brengt advies uit aan de raad.

3. De raad stelt, indien van toepassing na ontvangst van het advies van de accountant, de bedragen vast van:

a. de uitgaven van een fractie die in het vorige kalenderjaar uit de bijdrage bekostigd zijn;

b. de wijziging van de reserve;

c. de resterende reserve;

d. de verrekening tussen de in onderdeel a genoemde uitgaven en het ontvangen voorschot en, voorzover nodig, de hoogte van de terugvordering van ontvangen voorschotten.

Paragraaf 2 Slotbepaling

Artikel 7

1. De verordening treedt in werking op 1 januari 2007.

2. Deze verordening kan worden aangehaald als de "Verordening op de fractieondersteuning".

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 29 juni 2006,

de griffier,                    de voorzitter,

W. Hooghiemstra           mr. H.W. Schmidt

Advies raadscommissie Bestuur en Veiligheid d.d. 14 juni 2006:

De commissie brengt geen advies uit.

Nota-toelichting Toelichting verordening fractieondersteuning

Voor deze verordening is als uitgangspunt genomen de tekst van het voorstel ‘Verordening ambtelijke bijstand en fractieondersteuning’ van het college en het presidium, d.d. 17 juni 2003 en behandeld in de gemeenteraad van juni 2003. Deze tekst was weer goeddeels gebaseerd op de modelverordening met toelichting van de vernieuwingsimpuls.

Artikel 1

Fractieondersteuning vindt zijn vorm in een financiële ondersteuning. De hoogte van het budget voor fractieondersteuning zal in de gemeentebegroting moeten worden opgenomen en dus door de raad worden vastgesteld. De fractieondersteuning bestaat uit een vast bedrag per fractie.

Artikel 2

De fracties wordt grotendeels de vrijheid gelaten wat betreft de inhoudelijke besteding van de fractieondersteuning. Minimumvoorwaarde is wel dat de bijdrage besteed wordt aan raadswerkzaamheden. Verder is een aantal doelen genoemd waarvoor de bijdrage niet gebruikt mag worden. Daarmee wordt onder andere voorkomen dat met de bijdrage verkiezingscampagnes worden gefinancierd en dat raadsleden hun eigen vergoeding voor het raadswerk (vastgelegd in het rechtspositiebesluit raads- en commissieleden, dat zijn grondslag vindt in de artikelen 95 en 96 van de Gemeentewet) aanvullen met de bijdrage voor fractieondersteuning. Opleidingen voor raads- en commissieleden dienen bekostigd te worden uit het daarvoor beschikbare individuele budget en dientengevolge ook niet uit de bijdrage voor fractieondersteuning.

Omdat het bij uitstek om politieke ondersteuning gaan kan deze inhoudelijk niet te zeer gedetailleerd geregeld worden. Fractieondersteuning in de vorm van het beschikbaar stellen van gemeenteambtenaren voor de fracties wordt niet wenselijk geacht, aangezien het vaak politiek getinte ondersteuning betreft. Fracties moeten daarom vrij zijn in de keuze van de personen die de fracties eventueel ondersteunen.

Artikel 3

De bijdrage wordt als voorschot verstrekt. In een verkiezingsjaar wordt het voorschot in twee gedeelten gesplitst. Het is logisch dat het aangepast wordt aan de verkiezingsuitslag. Indien blijkt dat het geld onrechtmatig is besteed kan dit aan het eind van het jaar verrekend worden.

Artikel 4

Het spreekt vanzelf dat de bijdrage aangepast zal moeten worden aan veranderde verhoudingen in de raad. De regeling heeft tot gevolg dat fracties die verdwijnen nog over de gehele maand waarin de nieuwe raad voor het eerst vergadert de bijdrage ontvangen. Voor nieuwe fracties gaat de bijdrage per diezelfde maand in. Dat betekent dat de totale bijdrage voor fractieondersteuning in een verkiezingsjaar hoger uitvalt dan in andere jaren.

Bij splitsing van een fractie zal het al eerder verstrekte voorschot direct verrekend moeten worden. Als dat niet zou gebeuren zou een deel van de oorspronkelijke fractie over een te groot voorschot beschikken en zou het andere deel juist helemaal geen voorschot krijgen.

Na het kalenderjaar zou dan alsnog verrekend moeten worden. Het is billijker de verrekening in deze gevallen direct te laten plaatsvinden.

Artikel 5

De reserve bestaat uit het overschot van voorgaande jaren. Dit bedrag zal niet eindeloos mogen groeien. De reserve is dan ook aan een maximum gebonden.

Ook met betrekking tot de reserve is het van belang dat goed wordt omgegaan met de splitsing van een fractie. De regeling in het zesde lid regelt dat de reserve naar evenredigheid verdeeld wordt over de nieuw ontstane fracties. Indien een splitsing kort na de verkiezingen plaatsvindt zou een conflict kunnen ontstaan over de verdeling van de reserve. De regeling laat er echter geen twijfel over dat ook in dat geval de reserve verdeeld moet worden.

Bij samenvoeging van twee of meer fracties zou een verrekening (d.i. vermindering) in de loop van een kalenderjaar tot problemen kunnen leiden, als de samenstellende fracties hun ondersteuning voor dat jaar al grotendeels hebben besteed. Om die reden - en omdat bij een samenvoeging vaak geen conflicten aan de orde zijn, die bij splitsing wel aan de orde kunnen zijn - is voor de administratief eenvoudigste oplossing gekozen.

Artikel 6

De controle van het verslag kan door de accountant meegenomen worden met de controle op de jaarrekening. Uit het verslag en de accountantsverklaring kan naar voren komen dat er een verrekening dient plaats te vinden met het verstrekte voorschot. Indien niet verrekend kan worden, bijvoorbeeld omdat een fractie uit de raad verdwijnt zal de raad het ten onrechte uitgekeerde voorschot kunnen terugvorderen.

Artikel 7

Dit artikel behoeft geen toelichting.