Organisatie | Gelderland |
---|---|
Organisatietype | Provincie |
Officiële naam regeling | Besluit van Gedeputeerde Staten van Gelderland houdende regels omtrent beoordelingsgesprekken Reglement beoordelingsgesprekken |
Citeertitel | Reglement beoordelingsgesprekken |
Vastgesteld door | gedeputeerde staten |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp | personeelsregelingen |
Geen
artikel 125, tweede lid, van de Ambtenarenwet
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2018 | 01-01-2020 | artikel 1 | 12-12-2017 | 2017-016160 | |
01-07-2011 | 01-01-2018 | Wijziging regeling | 28-06-2011 Provinciaal Blad, 2011/92 | zaaknummer 2011-009229 | |
15-01-2002 | 01-01-2002 | 01-07-2011 | Onbekend | 15-01-2002 Provinciaal Blad 2002/5 | BD2001.14783 |
GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND
Gelet op artikel 125, tweede lid, van de Ambtenarenwet; Overwegende dat de structuurwijziging als gevolg van de reorganisatie Gelderland in Beweging tot gevolg heeft dat in diverse rechtspositieregelingen technische wijzigingen moeten worden aangebracht zodat de tekst van die regelingen aansluit bij de nieuwe structuur; Gezien de instemming die de werknemersvertegenwoordiging in het Georganiseerd Overleg heeft verleend aan de wijzigingen van deze regeling; Overwegende dat geen instemming van de Ondernemingsraad behoeft te worden gevraagd aangezien de Ondernemingsraad de werknemersvertegenwoordiging in het Georganiseerd Overleg bereid gevonden heeft om in plaats van de Ondernemingsraad in te stemmen met een aantal wijzigingen waarop het instemmingsrecht van artikel 27 van de Wet op de ondernemingsraden van toepassing is; Overwegende dat over de wijzigingen op sectoraal niveau overeenstemming is bereikt met de vakorganisaties in het Sectoroverleg Provinciale Arbeidsvoorwaarden;
vast te stellen de volgende gewijzigde regeling: Reglement beoordelingsgesprekken
In dit reglement wordt verstaan onder:
ambtenaar: de ambtenaar als bedoeld in artikel 1.1, eerste lid, onderdeel b Collectieve Arbeidsvoorwaardenregeling Provincies 2018 en de werknemer in de zin van artikel 1.1, eerste lid, onderdeel hh Collectieve Arbeidsvoorwaardenregeling Provincies 2018 met uitzondering van de directeuren van de provinciale diensten;
Ingeval het management voornemens is aan Gedeputeerde Staten een voorstel te doen om voorzieningen te treffen met betrekking tot diens rechtspositie zoals aanstelling voor onbepaalde tijd, bevordering naar een hogere salarisschaal en dergelijke, wordt met de ambtenaar ten minste twee maanden voor de te treffen voorziening een beoordelingsgesprek gehouden door zijn direct leidinggevende en naasthogere leidinggevende in aanwezigheid van een procesbewaker. Een dergelijk gesprek wordt ook gehouden wanneer de ambtenaar daarom verzoekt, alsmede in geval van een verondersteld disfunctioneren van de ambtenaar. In het laatste geval alleen wanneer daaraan op redelijke termijn een evaluatiegesprek is voorafgegaan. De ambtenaar wordt ten minste een week tevoren ingelicht op welk tijdstip en met welk doel het gesprek zal plaatsvinden.
In het in het eerste lid bedoelde gesprek wordt aan de hand van een aantal gezichtspunten een waardering gegeven van de wijze van functievervulling door de ambtenaar over de voorafgaande periode van maximaal twee jaar. Deze waardering wordt, met inachtneming van artikel 5, eerste lid, schriftelijk op het daarvoor bestemde formulier vastgelegd.
Indien aan de afdelingsmanager uit de betreffende aantekening op het formulier blijkt dat de mening van de ambtenaar op een bepaald gezichtspunt afwijkt van die van de leidinggevenden, bespreekt hij dit eerst met de teammanager, de ambtenaar en de procesbewaker, waarna hij de waardering al dan niet wijzigt. Deze beslissing dient uiterlijk veertien dagen na ontvangst van het formulier te worden genomen.
Wanneer de in het tweede lid bedoelde omstandigheid zich niet voordoet tekent de afdelingsmanager het formulier voor akkoord tenzij hij aan de hand van de beoordeling of uit eigen wetenschap van mening is dat de beoordeling niet juist of niet volledig is. In dat geval is het bepaalde in het tweede lid van toepassing.