Organisatie | Bonaire |
---|---|
Organisatietype | Caribisch openbaar lichaam |
Officiële naam regeling | EILANDSVERORDENING van de FEB 12 1962 inzake huurautodiensten |
Citeertitel | Eilandsverordening huurauto-diensten Bonaire 1962 |
Vastgesteld door | Bestuurscollege |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp | verkeer en vervoer |
Deze regeling is vastgesteld en in werking getreden vóór 10-10-2010, maar op grond van artikel 7 van de Invoeringswet openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba en de Positieve lijst regelgeving Eilandsraad Bonaire (AB 2010, no. 20) tevens vastgesteld voor het openbaar lichaam Bonaire en derhalve met ingang van 10-10-2010 in het openbaar lichaam Bonaire van toepassing.
De datum van inwerkingtreding van de oorspronkelijke regeling is vastgesteld bij eilandsbesluit van 7-7-1966 (A.B. 1966, no. 9).
Eilandsverordening van 8 oktober 2010, no. 1 tot vaststelling van eilandsverordeningen voor het openbaar lichaam Bonaire
Besluit tarieven huurauto's Bonaire
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
10-10-2010 | Bestendiging eilandsregeling in het openbaar lichaam | 08-10-2010 A.B. 2010, no. 20 | onbekend | ||
28-06-1991 | 10-10-2010 | art. 3 | 26-04-1991 A.B. 1991, no. 6 | onbekend | |
11-07-1966 | Nieuwe regeling | 12-02-1962 A.B. 1962, no. 6 | onbekend |
HOOFDSTUK II. Vergunningen en de bevoegdheid tot het verlenen daarvan.
Het is verboden een huurautodienst te onderhouden dan wel een huurauto voor personenvervoer aan te wenden of te doen aanwenden anders dan krachtens een vergunning en overeenkomstig de bepalingen dezer eilandsverordening,
Een vergunning wordt voor ten hoogste vijf jaren verleend aan in Bonaire gevestigde natuurlijke personen.
HOOFDSTUK III. Weigering, intrekking en beroep.
De vergunning kan worden ingetrokken:
Ingeval de vergunninghouder of diens vervanger zich heeft schuldig gemaakt aan een overtreding dezer eilandsverordening, of overtreding van het bepaalde in een krachtens deze eilandsverordening uitgevaardigd besluit, dan wel aan een zodanig strafbaar feit tengevolge waarvan hem de bevoegdheid motorrijtuigen te besturen kan worden ontzegd.
Tegen de intrekking van een vergunning door het Bestuurscollege kan de belanghebbende bij de Eilandsraad in beroep komen. Het bezwaarschrift, waarbij het beroep wordt ingesteld, wordt binnen veertien dagen na persoonlijke uitreiking van een afschrift van het besluit tot intrekking aan de belanghebbende of een zijner huisgenoten ingediend bij de Secretaris van het Eilandgebied.
De aanvrage voor een vergunning wordt schriftelijk tot het Bestuurscollege gericht en bevat de volgende opgaven:
HOOFDSTUK VI. Algemene bepalingen.
Bij eilandsbesluit houdende algemene maatregelen worden regelen vastgesteld omtrent:
De vergunning vervalt van rechtswege een maand na de datum van overlijden van de vergunninghouder. Gedurende deze maand kan de huurautodienst zonder nadere vergunning worden voortgezet:
indien er ook geen wettige of gewettigde kinderen zijn, dan wel indien ook deze niet binnen twee weken na het overlijden van hun bevoegdheid gebruik maken, door een of meer van zijn natuurlijke erkende minderjarige kinderen en/of hun wettelijke vertegenwoordiger(s), mits deze binnen twee weken na het overlijden van hun bevoegdheid gebruik maken.
Een verzoek als in het tweede lid bedoeld wordt met inachtneming van het bepaalde in artikel 3 van deze eilandsverordening ingewilligd, indien aannemelijk is gemaakt, dat de voortzetting van de huurauto-dienst noodzakelijk is, ter voorziening in het onderhoud van de weduwe en/of minderjarige kinderen van de overleden vergunninghouder, c.q. de opvoeding van laatstgenoemden en overigens aan de bepalingen van deze eilandsverordening wordt voldaan.
Het Bestuurscollege is bevoegd indien een overschrijving als bedoeld in het tweede lid plaats vindt, te bepalen, dat de vergunninghouder op wiens naam de vergunning wordt overgeschreven, vrijgesteld is van de verplichting om zelf als bestuurder op te treden, in welk geval het gestelde in art. 24 lid 3 buiten toepassing blijft.
De namen van hen, op wier verzoek om een vergunning afwijzend moest worden beschikt, uitsluitend op grond van het feit dat voldoende in de vervoersbehoefte is voorzien, worden op een daartoe bestemde lijst gebracht in de volgorde van de datum van indiening van het verzoekschrift. Bij indiening van twee verzoekschriften op dezelfde datum beslist het Bestuurscollege welk verzoekschrift eerst op de lijst wordt geplaatst.
Telkens wanneer een vergunning beschikbaar is, wordt hij, die ingevolge de chronologische volgorde der op de in het eerste lid bedoelde lijst daarvoor in aanmerking komt, hiervan schriftelijk in kennis gesteld. Hij is dan gehouden zich binnen veertien dagen in verbinding te stellen met de Commissie.
Het Bestuurscollege is bevoegd, na advies van de Commissie te hebben ingewonnen op verzoek van de vergunninghouder de vergunning over te schrijven op naam van hem, die ingevolge de chronologische volgorde als nummer een op de in artikel 21 bedoelde lijst voorkomt .
Indien de vergunninghouder, als bedoeld in lid 1 van dit artikel, tegen betaling van de diensten van een chauffeur gebruik maakt, moet de betaling van die chauffeur tenminste bedragen de helft van de gedurende de periode van vervanging ontvangen opbrengst verminderd met de helft van de kosten van de gedurende die periode verbruikte brandstof.
Een rijvergunning in het voorgaande artikel bedoeld wordt slechts afgegeven aan hen, die:
Het Plaatselijk Hoofd van Politie is bevoegd een rijvergunning bij een met redenen omklede beschikking te weigeren, indien de aanvrager zich in een tijdvak van 5 jaren voor de datum van aanvrage heeft schuldig gemaakt aan een strafbaar feit op grond waarvan hem de bevoegdheid motorrijtuigen te besturen is ontzegd.
HOOFDSTUK VIII. Verbodsbepaling.
Een onverzekerde huurauto, dan wel een huurauto ten opzichte waarvan vermoed wordt, dat niet is voldaan aan de verzekeringsvoorwaarden als bedoeld in lid 1 kan door de opsporingsambtenaren, genoemd in artikel 37, ter bewaring aan een der politiewachten worden geplaatst en zal eerst worden vrijgegeven, indien kan worden aangetoond, dat de betrokken huurauto is verzekerd en dat de verschuldigde premie is voldaan.
Overtreding van het bepaalde in de artikelen 2 en 31 van deze eilandsverordening wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste veertien dagen of geldboete van ten hoogste duizend gulden.
Overtreding van het bepaalde in de artikelen 12, 17 lid 2, 25, 29 en 30 wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste veertien dagen of geldboete van ten hoogste vijfhonderd gulden.
Overtreding van het bepaalde in artikel 24 lid 2 of van enige bij eilandsbesluit houdende algemene maatregelen, gestelde bepaling, wordt, met inachtneming van het bepaalde in artikel 32 juncto artikel 31, gestraft met hechtenis van ten hoogste veertien dagen of geldboete van ten hoogste honderd gulden.
Indien tijdens het plegen van een overtreding nog geen jaar is verlopen, sedert een vroegere veroordeling van de schuldige wegens een gelijksoortige overtreding onherroepelijk is geworden of vrijwillig voldaan is aan de voorwaarden door de bevoegde ambtenaar van het Openbaar Ministerie krachtens artikel 76 van het Wetboek van Strafrecht gesteld, worden de in de artikelen 32, 33 en 34 bedreigde straffen met de helft verhoogd.
HOOFDSTUK X. Opsporingsambtenaren.
Een woning, waarvan de toegang wordt geweigerd, treden zij tegen de wil van de bewoner alleen binnen op schriftelijke last van de Gezaghebber, de Officier van Justitie of van een Substituut-Officier van Justitie, dan wel de plaatselijke ambtenaar van het Openbaar Ministerie.
Van dit binnentreden wordt door hem proces-verbaal opgemaakt, dat binnen tweemaal vier en twintig uur aan degene in wiens woning is binnengetreden, in afschrift wordt medegedeeld.
HOOFDSTUK XI. Overgangsbepalingen.
vindt voor het eerst toepassing twee jaren na het in werking treden van deze eilandsverordening, voor wat betreft houders, die bij het inwerkingtreden reeds een huurauto exploiteerden en aan de bepalingen dezer verordening voldoen.
In afwijking van het bepaalde in de artikelen 3 en 24 is het Bestuurscollege bevoegd na ingewonnen advies van de Commissie ten aanzien van voor de inwerkingtreding van deze verordening verleende vergunningen vrijstelling te verlenen van de verplichting om zelf als bestuurder op te treden, in welk geval het gestelde in artikel 24, derde lid, buiten toepassing blijft.