Organisatie | Stadskanaal |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Beleidsregels WWB |
Citeertitel | Beleidsregels WWB |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Deze regeling is vervangen door het Besluit socialezekerheidswetten Stadskanaal 2013
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
09-12-2010 | 16-05-2013 | Artt. 2, 3, 4 en 6. | 23-11-2010 De Kanaalstreek, 01-12-2010 | BW, 23-11-2010, 9 | |
30-09-2010 | 09-12-2010 | Art 11 | 13-09-2010 De Kanaalstreek, 22-09-2010 | BW, 13-09-2010, nr. 8 | |
01-11-2005 | 30-09-2010 | nieuwe regeling | 23-08-2005 De Kanaalstreek, 21-09-2005 | BW, 23-08-2005, nr. 6 |
KAN-bepalingen in de WWB:
Artikel 31 lid 2, onder o WWB (vrijlating)
Artikel 35, lid 1, WWB (vaststelling inkomen en vermogen)
Artikel 35, lid 2, WWB (drempelbedrag)
Artikel 35, lid 3, WWB (categoriale bijstand 65 plussers en chronische zieken)
Artikel 49 WWB (bijzondere bijstand voor schulden)
Artikel 51, lid 1, WWB (duurzame gebruiksgoederen)
Artikel 54, lid 1, WWB (opschorting)
Artikel 55 WWB (nadere inlichtingen)
Artikel 56 WWB (alimentatieverplichtingen)
Artikel 57 WWB (besteding uitkering)
Artikelen 58 en 61 WWB (terugvordering/verhaal)
Bijstand voor schulden is in principe niet mogelijk (artikel 13, eerste lid, onderdeel f, WWB). Hier kan in zeer bijzondere situaties van afgeweken worden.
Het betreft de volgende situaties:
Indien het ontstaan van de schuld en het voortbestaan van die schuld is veroorzaakt, doordat de belanghebbende in het verleden slechts beschikte over een inkomen onder het bijstandsniveau en in zijn geval ook verder van ontoereikende middelen kan worden gesproken. De bijstand wordt in principe verleend in de vorm van een lening. Indien de bijstand “om niet” wordt verstrekt dient dit met redenen omkleed te zijn.
Als de Intergemeentelijke kredietbank (IKB) een aanvraag voor saneringskrediet heeft afgewezen, op grond van het feit dat het inkomen van belanghebbende te weinig zekerheid biedt dat deze aan de aflossing kan voldoen, kan het wenselijk zijn, indien schuldsanering noodzakelijk en urgent is doordat het voorbestaan van de schuld betrokkene in zijn bestaan bedreigt, dat borgstelling op grond van de WWB plaatsvindt, zodat de IKB alsnog tot de verstrekking van een saneringskrediet kan besluiten.
Indien de belanghebbende de voor de verlening van bijstand van belang zijnde gegevens of de gevorderde bewijsstukken niet, niet tijdig of onvolledig heeft verstrekt en hem dit te verwijten valt, dan wel indien de belanghebbende anderszins onvoldoende medewerking verleent, wordt het recht op bijstand voor de duur van ten hoogste acht weken opgeschort:
Naast de verplichtingen die ingevolge hoofdstuk 2 in elk geval aan de bijstand verbonden zijn, dan wel daaraan door het college verbonden worden, worden door het college vanaf de dag van melding als bedoeld in artikel 44, tweede lid, verplichtingen opgelegd die strekken tot arbeidsinschakeling, dan wel die verband houden met aard en doel van een bepaalde vorm van bijstand of die strekken tot zijn vermindering of beëindiging. Een verplichting kan, op advies van een arts, inhouden het zich onderwerpen aan een noodzakelijke behandeling van medische aard.
Indien ten aanzien van de belanghebbende een rechterlijke uitspraak betreffende levensonderhoud of een daarmee vergelijkbare titel verschuldigd krachtens Boek I van het Burgerlijk Wetboek die uitvoerbaar is, niet wordt nagekomen, verbinden burgemeester en wethouders aan de bijstand de verplichting die er toe strekken dat de belanghebbende aan de tenuitvoerlegging van de uitspraak meewerkt. Totdat artikel 56 WWB in werking treedt, wordt de verplichting tot het instellen van een vordering tot toekenning van een uitkering tot levensonderhoud, onverminderd het genoemde in de vorige alinea, slechts aan de bijstand verbonden, indien het betreft een uitkering ten laste van de echtgenoot, de gewezen echtgenoot of de ouder, indien:
de echtgenoot, de gewezen echtgenoot of de ouder buiten Nederland verblijft en de verplichting noodzakelijk is om op grond van een uitspraak van de Nederlandse rechter onderhoudsaanspraken in het buitenland geldend te maken onder toepassing van het op 20 juni 1956 te New York tot stand gekomen Verdrag inzake verhaal in het buitenland van uitkeringen tot onderhoud (Trb. 957,121).
Het instellen van een verzoek tot toekenning van een uitkering tot levensonderhoud voor kinderen verschuldigd krachtens Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek wordt door het college als verplichting aan de bijstand verbonden, indien de belanghebbende hierop aanspraak heeft.
Bij besluit van 10 oktober 2003, Stb. 2003, 386, is bepaald dat artikel 56 WWB in werking treedt op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip (vanaf datum inwerkingtreding Wet Herziening kinderalimentatie).
10. Artikel 57 WWB
Als en zolang er gegronde redenen zijn om aan te nemen dat de belanghebbende zonder hulp niet in staat is tot een verantwoorde besteding van zijn bestaansmiddelen, verbindt het college aan de verstrekking van bijstand de volgende voorwaarde:
• Belanghebbende dient eraan mee te werken dat het college in naam van belanghebbende noodzakelijke betalingen uit de toegekende bijstand verricht.
11. Artikelen 58 en 61 WWB
Voorgesteld wordt in geval van bovenstaande twee artikelen, de beleidsregels en uitvoeringsvoorschriften als opgesteld door het team inkomen integraal over te nemen: [ zie hiervoor 'Beleidsregels en uitvoeringsvoorschriften terugvordering WWB' ]