Organisatie | Bonaire |
---|---|
Organisatietype | Caribisch openbaar lichaam |
Officiële naam regeling | EILANDSVERORDENING van de 29e december 1961 regelende het personenvervoer per autobus |
Citeertitel | Eilandsverordening Autobusdiensten Bonaire 1961 |
Vastgesteld door | Bestuurscollege |
Onderwerp | ruimtelijke ordening, verkeer en vervoer |
Eigen onderwerp |
Deze regeling is vastgesteld en in werking getreden vóór 10-10-2010, maar op grond van artikel 7 van de Invoeringswet openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba en de Positieve lijst regelgeving Eilandsraad Bonaire (AB 2010, no. 20) tevens vastgesteld voor het openbaar lichaam Bonaire en derhalve met ingang van 10-10-2010 in het openbaar lichaam Bonaire van toepassing.
Deze verordening vervangt de Landsverordening inzake Autobusdiensten.
De datum van inwerkingtreding van de oorspronkelijke regeling is vastgesteld bij eilandsbesluit van 22-6-1966 (A.B. 1966, no. 7).
Eilandsverordening van 8 oktober 2010, no. 1 tot vaststelling van eilandsverordeningen voor het openbaar lichaam Bonaire
Tarieven schoolkinderen vervoer 1988
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
10-10-2010 | Bestendiging eilandsregeling in het openbaar lichaam | 08-10-2010 A.B. 2010, no. 20 | n.v.t. | ||
02-06-1991 | 10-10-2010 | art. 3 | 26-04-1991 A.B. 1991, no. 6 | n.v.t. | |
23-06-1966 | Nieuwe regeling | 29-12-1961 A.B. 1961, no. 26 | n.v.t. |
HOOFDSTUK II. Vergunningen en de bevoegdheid tot het verlenen daarvan.
Het is verboden een autobusdienst te onderhouden dan wel een autobus voor personenvervoer aan te wenden of te doen aanwenden anders dan krachtens een vergunning en overeenkomstig de bepalingen dezer eilandsverordening.
Een vergunning wordt voor ten hoogste vijf jaren verleend aan in Bonaire gevestigde natuurlijke personen of rechtspersonen.
Het Bestuurscollege kan een bijzondere vergunning verlenen voor bepaalde ritten per etmaal tot het vervoeren van schoolkinderen en arbeiders.
Voorzover dit vervoer geschiedt met een motorvrachtrijtuig zal dat motorrijtuig moeten voldoen aan de met betrekking tot de inrichting in de "Wegenverkeersverordening Bonaire" gestelde eisen.
De hier bedoelde vergunning is niet onderworpen aan de bepalingen bij of krachtens deze verordening gesteld met uitzondering van die welke betrekking hebben op de verzekering tot dekking der aansprakelijkheid voor schade toegebracht aan de vervoerde personen.
HOOFDSTUK III. Weigering, intrekking en beroep.
De vergunning kan worden ingetrokken:
ingeval de vergunninghouder of diens vervanger zich schuldig heeft gemaakt aan een overtreding dezer eilandsverordening, of overtreding van het bepaalde in een krachtens deze eilandsverordening uitgevaardigd besluit, dan wel aan een zodanig strafbaar feit tengevolge waarvan hem de bevoegdheid motorrijtuigen te besturen kan worden ontzegd.
Tegen de intrekking van een vergunning door het Bestuurscollege kan de belanghebbende bij de Eilandsraad in beroep komen. Het bezwaarschrift, waarbij het beroep wordt ingesteld, wordt binnen veertien dagen na persoonlijke uitreiking van een afschrift van het besluit tot intrekking aan de belanghebbende of een zijner huisgenoten, ingediend bij de Secretaris van het Eilandgebied.
De aanvrage voor een vergunning wordt schriftelijk tot het Bestuurscollege gericht en bevat de volgende opgaven:
Indien naar het aanvankelijk oordeel der Commissie, een gunstig advies zal kunnen worden uitgebracht, legt zij de aanvraag gedurende veertien dagen aan het correspondentieadres ter inzage. Van deze nederlegging geschiedt aankondiging door aanplakking aan het correspondentieadres van het Bestuurscollege.
HOOFDSTUK VI. Algemene bepalingen.
Bij eilandsbesluit, houdende algemene maatregelen worden regelen vastgesteld betreffende:
Gedurende een maand na de datum van overlijden van de vergunninghouder kan de autobusdienst zonder nadere vergunning worden voortgezet:
indien er ook geen wettige of gewettigde kinderen zijn, dan wel, indien ook deze niet binnen twee weken na het overlijden van hun bevoegdheid gebruik maken door een of meer van zijn natuurlijke erkende minderjarige kinderen en/of hun wettelijke vertegenwoordiger(s), mits deze binnen twee weken na het overlijden van hun bevoegdheid gebruik maken,
Een verzoek als in het tweede lid bedoeld wordt met inachtneming van het bepaalde in artikel 3 van deze eilandsverordening ingewilligd, indien aannemelijk is gemaakt, dat de voortzetting van de autobusdienst noodzakelijk is, ter voorziening in het onderhoud van de weduwe en/ of minderjarige kinderen van de opverleden vergunninghouder c.q. de opvoeding van laatstgenoemden en overigens aan bepalingen van deze eilandsverordening wordt voldaan.
Het Bestuurscollege is bevoegd, indien een overschrijving als bedoeld in het tweede lid plaats vindt, te bepalen, dat de vergunninghouder op wiens naam de vergunning wordt overgeschreven, vrijgesteld is van de verplichting om zelf als bestuurder op te treden, in welk geval het gestelde in artikel 24 lid 3 buiten toepassing blijft.
De namen van hen, op wier verzoek om een vergunning afwijzend moest worden beschikt, uitsluitend op grond van het feit dat voldoende in de vervoersbehoefte is voorzien, worden op een daartoe bestemde lijst gebracht, in de volgorde van de datum van indiening van het verzoekschrift. Bij indiening van twee verzoekschriften op dezelfde datum beslist het Bestuurscollege welk verzoekschrift eerst op de lijst wordt geplaatst.
Het Bestuurscollege is bevoegd, na advies van de Commissie te hebben ingewonnen op verzoek van de vergunninghouder de vergunning over te schrijven op naam van hem, die ingevolge de chronologische volgorde als nummer een op de in artikel 21 bedoelde lijst voorkomt.
Indien de vergunninghouder, als bedoeld in het eerste lid, tegen betaling van de diensten van een chauffeur gebruik maakt, moet de betaling van die chauffeur tenminste bedragen de helft van de gedurende de periode van vervanging ontvangen opbrengst, verminderd met de helft van de kosten van de gedurende die periode verbruikte brandstof.
Het.Plaatselijk Hoofd van Politie is bevoegd een rijvergunning bij een met redenen omklede beschikking te weigeren, indien de aanvrager zich in een tijdvak van 5 jaren voor de datum van aanvrage heeft schuldig gemaakt aan een strafbaar feit op grond waarvan hem de bevoegdheid motorrijtuigen te besturen is ontzegd.
HOOFDSTUK VIII. Verbodsbepaling.
Het is de houder ener vergunning verboden een autobusdienst te onderhouden of te doen onderhouden, dan wel een autobus voor personenvervoer aan te wenden of te doen aanwenden, anders dan op het hem daartoe blijkens de vergunning aangewezen traject, tenzij hem daartoe door het Bestuurscollege schriftelijke ontheffing is verleend.
Het is de bestuurder van een autobus, die niet tevens een houder van een vergunning is, verboden een autobusdienst te onderhouden of een autobus voor personenvervoer aan te wenden, anders dan op het voor die autobus blijkens de vergunning aangewezen traject, tenzij hem daartoe door het Bestuurscollege schriftelijke ontheffing is verleend.
Een onverzekerde autobus, dan wel een autobus ten opzichte waarvan vermoed wordt, dat niet is voldaan aan de verzekeringsvoorwaarden als bedoeld in lid 1 kan door de opsporingsambtenaren genoemd in artikel 39, ter bewaring aan een der politiewachten worden geplaatst en zal eerst worden vrijgegeven indien wordt aangetoond, dat de betrokken autobus is verzekerd en dat de verschuldigde premie is voldaan.
HOOFDSTUK IX. Strafbepalingen.
Overtreding van het bepaalde in de artikelen 2 en 33 van deze eilandsverordening wordt gestraft, met hechtenis van ten hoogste veertien dagen of geldboete van ten hoogste duizend gulden.
Overtreding van het bepaalde in de artikelen 12, 17 lid 2, 25, 29, 30, 31 en 32 wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste veertien dagen of geldboete van ten hoogste vijfhonderd gulden.
Overtreding van het bepaalde in artikel 24, lid 2, alsmede overtreding van enig bij eilandsbesluit, houdende algemene maatregelen, gestelde bepaling - tenzij strafbaar gesteld bij artikel 34 juncto artikel 33 -, wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste veertien dagen of geldboete van ten hoogste honderd gulden.
Indien tijdens het plegen van een overtreding nog geen jaar is verlopen, sedert een vroegere veroordeling van de schuldige wegens een gelijksoortige overtreding onherroepelijk is geworden of vrijwillig voldaan is aan de voorwaarde door de bevoegde Ambtenaar van het Openbaar Ministerie krachtens artikel 76 van het Wetboek van Strafrecht gesteld, worden de in de artikelen 34, 35 en 36 bedreigde straffen met de helft verhoogd.
HOOFDSTUK X. Opsporingsambtenaren.
Een woning, waarvan de toegang wordt geweigerd, treden zij tegen de wil van de bewoner alleen binnen op schriftelijke last van de Gezaghebber, de Officier van Justitie of van een Substituut-Officier van Justitie dan wel de plaatselijke ambtenaar van het Openbaar Ministerie. Van dit binnentreden wordt door hem proces-verbaal opgemaakt, dat binnen twee maal vier en twintig uur aan degene in wiens woning is binnengetreden, in afschrift wordt medegedeeld.
HOOFDSTUK X Overgangsbepalingen
Het Bestuurscollege is bevoegd na ingewonnen advies van de Commissie, de termijn in het vorig lid bedoeld met ten hoogste 1 jaar te verlengen met dien verstande, dat zulks met betrekking tot personen, die in het bezit zijn van meer dan één vergunning, slechts kan geschieden ten aanzien van één der vergunningen.
In afwijking van het bepaalde in artikel 22 is het Bestuurscollege bevoegd na ingewonnen advies van de Commissie een vergunning over te schrijven ten name van hem, die
In afwijking van het bepaalde in de artikelen 3 sub 1 en 24 is het Bestuurscollege bevoegd na ingewonnen advies van de Commissie ten aanzien van voor de inwerkingtreding van deze verordening verleende vergunningen vrijstelling te verlenen van de verplichting om zelf als bestuurder op te treden, in welk geval het gestelde in artikel 24, derde lid, buiten toepassing blijft.