Organisatie | Bergen (NH) |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening rekenkamercommissie gemeente Bergen 2010 |
Citeertitel | Verordening rekenkamercommissie gemeente Bergen 2010 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Deze verordening vervangt de Verordening rekenkamercommissie gemeente Bergen 2007
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
31-12-2010 | 01-01-2016 | nieuwe regeling | 09-12-2010 Gemeentekrant 12 januari 2011 | Onbekend |
De raad van de gemeente Bergen;
gelezen het advies van de Commissie van Onderzoek van 14 september 2010,
gelet op de verordening op de Rekenkamercommissie gemeente Bergen 2007
gelet op het bepaalde in de artikelen 81a tm k, 182 en 185 van de Gemeentewet;
de Verordening rekenkamercommissie gemeente Bergen 2007 in te trekken,
Verordening rekenkamercommissie gemeente Bergen 2010
Artikel 3 Samenstelling rekenkamercommissie
De voorzitter draagt zorg voor het tijdig en periodiek bijeenroepen van de commissie, het leiden van de vergaderingen, het bewaken van de uitgangspunten en werkwijze en het bevorderen van een zorgvuldige besluitvorming. De voorzitter voert hiertoe regelmatig overleg met de onderzoekers en met het secretariaat. Bij ontstentenis van de voorzitter treedt het langstzittende externe lid op als voorzitter dan wel, als de overige leden een gelijke periode zitting hebben gehad, het oudste externe lid in jaren.
Alvorens hun functie te kunnen uitoefenen, leggen de leden van de rekenkamercommissie in een vergadering van de raad, in handen van de voorzitter, de volgende eed (verklaring en belofte) af:
“Ik zweer (verklaar) dat ik, om tot lid van de rekenkamercommissie benoemd te worden, rechtstreeks noch middellijk, onder welke naam of welk voorwendsel ook, enige gunst heb gegeven of beloofd.
Ik zweer (verklaar en beloof) dat ik, om iets in dit ambt te doen of te laten, rechtstreeks noch middellijk enig geschenk of belofte heb aangenomen of zal aannemen.
Ik zweer (beloof) dat ik getrouw zal zijn aan de Grondwet, dat ik de wetten zal nakomen en dat ik mijn plichten als lid van de rekenkamercommissie naar eer en geweten zal vervullen.
Paragraaf 3. De werkwijze van de rekenkamercommissie
a: de rekenkamercommissie is verantwoordelijk voor de uitvoering van het onderzoek volgens de door haar vastgestelde onderzoeksopzet.
b: de rekenkamercommissie motiveert in de onderzoeksopzet wie het onderzoek gaat uitvoeren, lid (leden) van de rekenkamercommissie, danwel onderzoeksmedewerker(s) zijnde geen lid van de commissie en het al dan niet inschakelen van externe deskundigen
De rekenkamercommissie is bevoegd om van alle leden van het gemeentebestuur en van alle ambtenaren de mondelinge en schriftelijke inlichtingen in te winnen die zij nodig heeft voor de uitvoering van het onderzoek. De rekenkamercommissie kan de bevoegdheid tot het inwinnen van inlichtingen mandateren aan de secretaris van de commissie en de overige medewerkers die de commissie bij de uitvoering van haar taak terzijde staan. De leden van het gemeentebestuur en de ambtenaren van de gemeente zijn verplicht de gevraagde inlichtingen binnen de door de rekenkamercommissie gestelde termijn te verstrekken.
De rekenkamercommissie vergadert in beslotenheid, haar rapporten zijn openbaar. Op grond van de belangen genoemd in artikel 10 van de Wet openbaarheid van Bestuur kan de rekenkamercommissie rapporten die aan de raad worden voorgelegd of gedeelten daarvan als geheim aanmerken. De leden van de rekenkamercommissie en degenen die ten behoeve van de rekenkamercommissie werkzaam zijn, zijn verplicht tot geheimhouding van al hetgeen hen in hun hoedanigheid van lid, respectievelijk medewerker ter kennis is gekomen.
De rekenkamercommissie stelt betrokken ambtenaren in de gelegenheid om binnen een door haar te stellen termijn van tenminste twee weken, hun zienswijze op het feitenonderzoek aan de rekenkamercommissie kenbaar te maken. Betrokkenen zijn degenen wier taakuitvoering (mede) voorwerp van onderzoek is of is geweest. De rekenkamercommissie bepaalt wie verder als betrokkenen worden aangemerkt.
Na vaststelling door de rekenkamercommissie worden het onderzoeksrapport en de nota met conclusies en aanbevelingen zo spoedig mogelijk, via de commissie van onderzoek aan de raad aangeboden. Hierbij worden de ambtelijke en bestuurlijke reacties gevoegd. De raad bespreekt de onderzoeksresultaten op basis van het rapport en de nota met conclusies en aanbevelingen. De raad stelt de eindconclusies vast en kan de aanbevelingen overnemen.
Paragraaf 4 - De ondersteuning van de rekenkamercommissie
Artikel 14 Onderzoeksmedewerker(s)
Onderzoeksmedewerkers kunnen, indien de rekenkamercommissie hen daartoe de bevoegdheid toekent als bedoeld in artikel 12, derde lid, van deze verordening, alle informatie verzamelen die de rekenkamercommissie in het belang van het onderzoek nodig acht; zij hebben een geheimhoudingsplicht met betrekking tot die informatie en zijn alleen verantwoording verschuldigd aan de rekenkamercommissie.