Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Son en Breugel

Verordening openbare rechtspersoon PlatOO

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieSon en Breugel
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening openbare rechtspersoon PlatOO
CiteertitelVerordening openbare rechtspersoon PlatOO.
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerponderwijs
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze verordening treedt in werking op 1 augustus 2007, onder gelijktijdige intrekking van de "Regeling Bestuurscommissie O.B.S. de Regenboog".

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Onbekend

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-08-200714-10-2008Nieuwe regeling

28-06-2007

De Brug, 12 juli 2007

07.7099

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening openbare rechtspersoon PlatOO

Verordening openbare rechtspersoon PlatOODe raad van de gemeente Son en Breugel;- overwegende dat het gewenst is het bestuur van de openbare basisscholen -zoals aangegeven op de als bijlage aan deze verordening toegevoegde lijst-over te dragen aan de openbare rechtspersoon PlatOO;- gelet op artikel 47 van de Wet op het primair onderwijs;- gezien de adviezen van de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad;- gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 12 juni 2007;                                                   besluit vast te stellen deVerordening openbare rechtspersoon PlatOO

Artikel 1 Naam en Zetel

  • 1

    De openbare rechtspersoon draagt de naam PlatOO, bestuur voor openbaar onderwijs.

  • 2

    De openbare rechtspersoon heeft zijn zetel in de gemeente Helmond.

Artikel 2 Begripsbepalingen

Deze verordening verstaat onder:

  • 1.

    gemeente: gemeente die de instandhouding van een of meer van de openbare basisscholen zoals opgenomen in de gewaarmerkte bijlage 1 heeft overgedragen aan de openbare rechtspersoon;

  • 2.

    raad: gemeenteraden die zijn overgegaan tot het vaststellen van deze verordening;

  • 3.

    school: een van de scholen genoemd in bijlage l;

  • 4.

    medezeggenschapsraad: medezeggenschapsraad van een school;

  • 5.

    directeur: directeur van een school;

  • 6.

    wet: Wet op het primair onderwijs.

Artikel 3 Doel en middelen

  • 1

    De openbare rechtspersoon heeft ten doel het geven van openbaar onderwijs aan de scholen die onder zijn gezag vallen, met inachtneming van artikel 47 van de wet.

  • 2

    Om het doel te verwezenlijken, kan de openbare rechtspersoon gebruikmaken van alle middelen die daaraan dienstbaar zijn.

Artikel 4 Duur en Boekjaar

  • 1

    De openbare rechtspersoon is ingesteld voor onbepaalde tijd.

  • 2

    Het boekjaar valt samen met het kalenderjaar.

Artikel 5 Bestuur

  • 1

    De openbare rechtspersoon heeft een bestuur.

  • 2

    Het bestuur bestaat uit ten minste vijf en ten hoogste negen leden, steeds een oneven aantal, waarbij zoveel mogelijk uitgegaan wordt van een evenredige vertegenwoordiging vanuit elke gemeente

  • 3

    De raad benoemt:

    • a.

      ten minste een derde deel en ten hoogste de helft van de leden op voordracht van de oudergeleding van de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad;

    • b.

      twee leden op voordracht van de personeelsgeleding van de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad;

    • c.

      de overige leden op voordracht van de colleges van burgemeester en wethouders van de gemeenten.

  • 4

    Bij de invulling van de bestuurszetels streeft de raad naar de benoeming van bestuursleden met of meer van de volgende deskundigheden:- financiële deskundigheid;- juridische deskundigheid;- bouwtechnische deskundigheid.

  • 5

    Het bestuur stelt een procedure vast voor de voordracht als bedoeld in het derde lid en zendt deze ter kennisgeving aan de raad.

  • 6

    De leden van het bestuur respecteren de wezenskenmerken van het openbaar onderwijs zoals vermeld in artikel 46 van de wet.

  • 7

    Personen in dienst van de openbare rechtspersoon kunnen geen lid van het bestuur zijn.

  • 8

    Het lidmaatschap van het bestuur is onverenigbaar met een lidmaatschap van een medezeggenschapsraad.

  • 9

    Een lid van het bestuur mag niet:

    • 1.

      als advocaat, procureur, gemachtigde of adviseur in geschillen werkzaam zijn voor de openbare rechtspersoon dan wel voor de wederpartij van de openbare rechtspersoon;

    • 2.

      als gemachtigde of als adviseur werkzaam zijn voor derden tot het aangaan van collectieve arbeidsovereenkomsten met de openbare rechtspersoon of in die hoedanigheid deelnemen aan het Decentraal Georganiseerd Overleg;

    • 3.

      als gemachtigde of als adviseur werkzaam zijn voor derden tot het aangaan van overeenkomsten met de openbare rechtspersoon als bedoeld in onderdeel b.;

    • 4.

      rechtstreeks of middellijk een overeenkomst aangaan betreffende:- het aannemen van werk voor de openbare rechtspersoon;- het buiten dienstbetrekking tegen beloning verrichten van werkzaamheden voor de openbare rechtspersoon;- het doen van leveranties aan de openbare rechtspersoon;- het verhuren van roerende zaken aan de openbare rechtspersoon;- het verwerven van betwiste vorderingen ten laste van de openbare rechtspersoon;- het van de openbare rechtspersoon onderhands verwerven van onroerende zaken of beperkte rechten waaraan deze zijn onderworpen;- het onderhands huren van de openbare rechtspersoon.

  • 10

    Het bestuur kan zich in zijn vergaderingen laten bijstaan door deskundigen met een adviserende stem.

  • 11

    Als in het bestuur een of meer bestuursleden ontbreken, vormen de overblijvende bestuursleden, met een minimum van vijf leden, niettemin een wettig bestuur.

  • 12

    De leden van het bestuur genieten geen beloning voor hun werk. Zij hebben wel recht op een vergoeding van de door hen in de uitoefening van hun functie gemaakte kosten.

Artikel 6 Zittingsperiode

  • 1

    De leden van het bestuur worden voor maximaal drie jaar benoemd en kunnen na afloop van hun zittingsperiode terstond, maar maximaal tweemaal, worden herbenoemd.

  • 2

    In een vacature wordt zo spoedig mogelijk voorzien.

  • 3

    Het bestuur stelt een rooster van aftreden op.

Artikel 7 Schorsing en ontslag

  • 1

    Het bestuur kan een bestuurslid dat naar zijn oordeel in ernstige mate door handelen of nalaten afbreuk doet aan het functioneren van het bestuur, ontslaan of voor maximaal vier maanden schorsen. Bij schorsing vermeldt het bestuur de gevolgen daarvan.

  • 2

    Het bestuur kan een bestuurslid schorsen of ontslaan, mits daartoe wordt besloten met een tweederde meerderheid van stemmen in een vergadering die speciaal voor dit doel is belegd. Het bestuur onderwerpt het besluit onmiddellijk aan het oordeel van de raad, die zo spoedig mogelijk daarop beslist of hij de schorsing of het ontslag al dan niet bevestigt. De schorsing of het ontslag gelden dan als door de raad besloten.

  • 3

    Wanneer de raad schorsing of ontslag als bedoeld in het vorige lid bevestigt, wordt de schorsings- of ontslagtermijn geacht ingegaan te zijn op het moment van het bestuursbesluit daartoe;

  • 4

    Overeenkomstig het bepaalde in artikel 47 lid 8 van de wet is de raad in geval van ernstige taakverwaarlozing door het bestuur of functioneren in strijd met de wet bevoegd zelf te voorzien in het bestuur van de scholen en zo nodig de openbare rechtspersoon te ontbinden.

Artikel 8 Einde bestuurslidmaatschap

Het lidmaatschap van het bestuur eindigt door:

  • a.

    het eindigen van maximale benoemingsperiode van drie jaar;

  • b.

    het eindigen van de periode in het rooster van aftreden zoals dat door het bestuur is vastgesteld;

  • c.

    de ondercuratelestelling van het lid;

  • d.

    het ontslag van het lid;

  • e.

    de opzegging door het lid;

  • f.

    het overlijden van het lid.

Artikel 9 Taak en bevoegdheden van het bestuur

  • 1

    Het bestuur is belast met het bestuur van de openbare rechtspersoon.

  • 2

    Het bestuur is bevoegd tot het aangaan van overeenkomsten tot verkrijgen, vervreemding of bezwaren van registergoederen, met inachtneming van het bepaalde in artikel 106 van de wet.

  • 3

    De voorzitter en de secretaris tekenen alle stukken van het bestuur. Zij kunnen deze bevoegdheid overdragen aan een directeur.

  • 4

    Het bestuur draagt zorg voor een directiestatuut dat de taken en bevoegdheden van de directeuren regelt.

  • 5

    De secretaris houdt notulen van de bestuursbesluiten en maakt daarbij melding van de standpunten die ter vergadering zijn ingenomen.

Artikel 10 Taakverdeling

  • 1

    Het bestuur benoemt uit zijn midden een voorzitter, een secretaris en een penningmeester, telkens voor de duur van drie jaar.

  • 2

    Deze zijn belast met het voorbereiden van de agenda en met het voorbereiden en uitvoeren van de besluiten van het bestuur;

Artikel 11 Vertegenwoordiging

  • 1

    Het bestuur vertegenwoordigt de openbare rechtspersoon in en buiten rechte. Deze vertegenwoordigingsbevoegdheid komt ook toe aan de voorzitter samen met de secretaris of met de penningmeester, of, bij ontstentenis van een van hen, aan hun plaatsvervangers.

  • 2

    Het bestuur kan anderen die werkzaam zijn bij de openbare rechtspersoon de bevoegdheid geven om de openbare rechtspersoon in en buiten rechte te vertegenwoordigen.

Artikel 12 Vergaderingen

  • 1

    Het bestuur vergadert ten minste zes maal per jaar en verder zo dikwijls als de voorzitter of ten minste vier leden van het bestuur nodig oordelen.

  • 2

    Het bestuur vergadert ten minste zes maal per jaar en verder zo dikwijls als de voorzitter of ten minste vier leden van het bestuur nodig oordelen.

  • 3

    Tegelijkertijd met de oproeping draagt de voorzitter zorg voor openbare kennisgeving van de vergadering. Daarbij geeft hij aan op welke plaats de agenda en de bijbehorende stukken ter inzage liggen.

  • 4

    Ieder lid kan ter vergadering voorstellen om een onderwerp aan de agenda toe te voegen. Het bestuur beslist of, en zo ja in hoeverre, aan dit voorstel gevolg wordt gegeven.

Artikel 13 Quorum

  • 1

    De vergadering vindt geen doorgang als niet ten minste de helft van het aantal zittende leden aanwezig is.

  • 2

    In geval een vergadering op grond van het eerste lid geen doorgang kan vinden, belegt de voorzitter binnen veertien dagen een nieuwe vergadering.

  • 3

    Als wegens onvoltalligheid op grond van het tweede lid een nieuwe vergadering is belegd, beraadslagen en besluiten de aanwezige leden over de onderwerpen die voor de eerste vergadering aan de orde waren gesteld, ongeacht het aantal leden dat aanwezig is.

Artikel 14 Stemmen

  • 1

    De leden stemmen zonder last.

  • 2

    Tenzij deze verordening anders bepaalt, worden alle besluiten genomen bij meerderheid van stemmen. Een blanco uitgebrachte stem geldt als een niet uitgebrachte stem.

  • 3

    Over personen wordt schriftelijk gestemd, over zaken mondeling.

  • 4

    Als de stemmen staken bij een stemming, niet een benoeming betreffende, wordt opnieuw gestemd. Als bij deze herstemming de stemmen staken, wordt het voorstel geacht te zijn verworpen.

  • 5

    Wordt bij stemming over personen voor een benoeming de vereiste meerderheid niet verkregen, dan vindt op een door de voorzitter te bepalen tijdstip herstemming plaats tussen de personen die de meeste stemmen op zich verenigd hebben. Als bij deze stemming de stemmen opnieuw staken, dan beslist terstond het lot.

Artikel 15 Openbaarheid van vergaderingen

  • 1

    De vergaderingen van het bestuur zijn openbaar, tenzij het bestuur anders beslist op gronden, vermeld in de verordening.

  • 2

    De vergaderingen worden besloten gehouden wanneer ten minste twee van het aantal aanwezige leden hierom vragen of wanneer de voorzitter dit nodig acht. Het bestuur beslist vervolgens op grond van de aard van de aan de orde zijnde aangelegenheid of met gesloten deuren zal worden vergaderd.

  • 3

    Van een besloten vergadering wordt een afzonderlijk verslag opgemaakt dat niet openbaar wordt gemaakt tenzij het bestuur anders beslist.

Artikel 16 Geheimhouding van stukken

  • 1

    Het bestuur kan over het in de vergadering behandelde en over de inhoud van die stukken die aan hem zijn voorgelegd, geheimhouding opleggen.

  • 2

    De ingevolge het voorgaande lid opgelegde geheimhouding wordt zowel door degenen die bij de behandeling tegenwoordig waren, alsmede door degenen die op andere wijze van het behandelde en van de stukken kennis nemen, in acht genomen, totdat het bestuur de geheimhouding opheft.

  • 3

    De voorzitter kan over de inhoud van de stukken in het voorgaande lid voorlopige geheimhouding opleggen. De verplichting tot voorlopige geheimhouding vervalt, als zij niet in de eerstvolgende vergadering, waarin meer dan de helft van de zittende leden tegenwoordig is, door het bestuur wordt bekrachtigd.

Artikel 17 Huishoudelijk reglement

  • 1

    De interne aangelegenheden van de openbare rechtspersoon worden geregeld bij huishoudelijk reglement.

  • 2

    Dit reglement mag geen bepalingen bevatten in strijd met deze verordening.

Artikel 18 Verantwoording

  • 1

    Het bestuur brengt jaarlijks vóór 1 april aan de raad verslag uit over zijn werkzaamheden in het voorafgaande jaar. Het bestuur besteedt daarbij in ieder geval aandacht aan de wezenskenmerken van het openbaar onderwijs.

  • 2

    Het verslag wordt bekend gemaakt aan de in bijlage 1 vermelde scholen en wel voor de directeuren, het personeel en de ouders.

Artikel 19 Archief

Het bestuur draagt zorgt voor de archiefbescheiden met inachtneming van de Archiefwet 1995.

Artikel 20 Commissies

  • 1

    Het bestuur kan commissies instellen die onder verantwoordelijkheid van het bestuur belast kunnen worden met aangelegenheden die tot de bevoegdheid van het bestuur behoren. Een commissie is verantwoording verschuldigd aan het bestuur.

  • 2

    Het huishoudelijk reglement bevat regels voor de samenstelling en de werkwijze van de commissies.

Artikel 21 Financiën en verslaglegging

  • 1

    Het bestuur biedt jaarlijks vóór 15 oktober een ontwerp van de begroting met toelichting voor het komende jaar van de baten en de lasten van de activiteiten en eveneens vóór 15 oktober een ontwerp van de rekening over het afgelopen jaar van de openbare rechtspersoon ter goedkeuring aan de raad aan. De rekening gaat vergezeld van een verslag van een door het bestuur aangewezen registeraccountant dat, behalve de verklaring bij de rekening, bevindingen bevat over de vraag of de administratie en het beheer voldoen aan eisen van rechtmatigheid en doelmatigheid. De goedkeuring strekt het bestuur tot decharge.

  • 2

    Nadat goedkeuring door de raad is verkregen, stelt het bestuur de begroting respectievelijk de jaarrekening vast.

  • 3

    Als vóór 1 februari van het jaar waarvoor de begroting geldt de begroting niet is goedgekeurd, neemt de raad maatregelen die hij nodig acht om de continuïteit van het onderwijsproces te waarborgen.

  • 4

    Als het bestuur voornemens is de begroting te wijzigen op punten die overschrijding tot gevolg hebben, wordt deze wijziging ter goedkeuring aan de raad voorgelegd.

Artikel 22 Wijziging van de verordening en ontbinding van de openbare rechtspersoon

  • 1

    Het bestuur kan een verzoek tot wijziging of intrekking van deze verordening indienen bij de raad.

  • 2

    De raad kan de verordening te allen tijde wijzigen. De raad kan pas tot wijziging overgaan na overleg met het bestuur.

  • 3

    De raad kan de openbare rechtspersoon te allen tijde ontbinden, maar niet gedurende de eerste vijf jaar na de datum van instelling, tenzij er sprake is van ernstige taakverwaarlozing door het bestuur of functioneren in strijd met de wet. De raad kan niet tot ontbinding overgaan dan na overleg met het bestuur.

  • 4

    Een wijziging van de verordening treedt pas in werking wanneer elke raad met de wijziging heeft ingestemd.

  • 5

    De openbare rechtspersoon is pas ontbonden wanneer elke raad de verordening heeft ingetrokken.

Artikel 23 Hernieuwde instandhouding door de raad of een ander rechtspersoon

  • 1

    De raad kan te allen tijde, maar niet gedurende de eerste vijf jaar na de datum van instelling of toetreding, de school waarvan zij de instandhouding aan de openbare rechtspersoon heeft overgedragen, opnieuw zelf instandhouden of overdragen aan een ander rechtspersoon die tot de instandhouding van een openbare school bevoegd is.

  • 2

    Het besluit als bedoeld in het voorgaande lid treedt, tenzij genomen op grond van ernstige taakverwaarlozing door het bestuur of handelen in strijd met het recht, niet eerder in werking dan ten minste één jaar nadat de raad het bestuur van dat besluit in kennis heeft gesteld.

  • 3

    Het bestuur van de openbare rechtspersoon draagt de instandhouding van de betrokken school over aan de raad, als bedoeld in dit artikel, met in acht neming van artikel 49 van de wet;

Artikel 24 Vereffening

  • 1

    Bij ontbinding van de openbare rechtspersoon is het bestuur met vereffening belast tenzij de raad anders besluit.

  • 2

    Gedurende de vereffening blijft deze verordening van kracht voor zover dat met de vereffening verenigbaar is. De vereffenaars leggen rekening en verantwoording af aan de raad.

  • 3

    De vereffenaars besteden hetgeen na voldoening der schuldeisers van het vermogen van de ontbonden openbare rechtspersoon is overgebleven zo veel mogelijk overeenkomstig het doel van de openbare rechtspersoon.

Artikel 25 Toe- en uittreding

  • 1

    Toetreding van basisscholen en deelneming van een andere gemeente behoeft de goedkeuring van de deelnemende gemeenten.

  • 2

    Een besluit tot uittreding door een gemeente dient minimaal een jaar voorafgaand aan het kalenderjaar plaats te vinden. De uittreding kan slechts plaatsvinden nadat tussen alle partijen overeenstemming is bereikt over de vergoeding van een eventuele desintegratieschade.

Artikel 26 Overgangs- en slotbepalingen

  • 1

    Deze verordening treedt in werking op 1 augustus 2007, onder gelijktijdige intrekking van de "Regeling Bestuurscommissie O.B.S. de Regenboog", vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders op 27 januari 2004.

  • 2

    Deze verordening kan worden aangehaald als Verordening openbare rechtspersoon PlatOO.

Aldus besloten in zijn openbare vergadering van 28 juni 2007,DE RAAD VOORNOEMDde griffier,                          de voorzitter,mr. F. den Hengst           drs. J.F.M. Gaillard