Organisatie | Stadskanaal |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Beleidsregels categoriale regeling bijzondere bijstand chronische zieken, gehandicapten en ouderen Stadskanaal 2005 |
Citeertitel | Beleidsregels categoriale regeling bijzondere bijstand chronische zieken, gehandicapten en ouderen Stadskanaal 2005 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Geen
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
06-10-2005 | 01-01-2005 | 01-01-2006 | nieuwe regeling | 05-10-2005 De Nieuwsbode, 05-10-2005 | BW, 05-10-2005, 4 |
Onverminderd paragraaf 2.2, heeft de alleenstaande of het gezin recht op bijzondere bijstand voor zover de alleenstaande of het gezin niet beschikt over de middelen om te voorzien in de uit bijzondere omstandigheden voortvloeiende noodzakelijke kosten van het bestaan en deze kosten naar het oordeel van het college niet kunnen worden voldaan uit de bijstandsnorm, de langdurigheidstoeslag, het vermogen en het inkomen voor zover dit meer bedraagt dan de bijstandsnorm, waarbij artikel 31 tweede lid en artikel 34 tweede lid niet van toepassing zijn. Het college bepaalt het begin en de duur van de periode waarover het vermogen en het inkomen in aanmerking wordt genomen.
In afwijking van het eerste lid kan bijzondere bijstand ook aan een persoon van 65 jaar of ouder, behorend tot een bepaalde categorie, worden verleend, zonder dat wordt nagegaan of ten aanzien van die persoon de hierna bedoelde kosten ook daadwerkelijk noodzakelijk zijn of gemaakt zijn, indien ten aanzien van de categorie waartoe hij behoort aannemelijk is dat die zich in bijzondere omstandigheden bevindt die leiden tot bepaalde noodzakelijke kosten van bestaan waarin de algemene bijstand niet voorziet en die de aanwezige draagkracht te boven gaan.
Voor zover de gemeente krachtens de Wet op de loonbelasting 1964 inhoudingsplichtig is, wordt bijzondere bijstand verhoogd met de loonbelasting en premies volksverzekeringen, alsmede met de over die bijstand verschuldigde ziekenfondspremie.
Om aan te tonen dat men tot de groep chronisch zieken / gehandicapten hoort wordt, alleen als persoon niet bekend is bij afdeling Sociale Zaken, ter controle een kopie van een van de volgende zaken gevraagd:
Personen met een netto inkomen boven 115 % van het bijstandsniveau komen niet in aanmerking voor de regeling. (Het minimum inkomen uit AOW wordt beschouwd als zijnde 100% grens). Indien een inkomen anders is dan van de dienst Sociale Zaken moet de aanvrager een kopie van laatste loon en / of uitkeringsspecificatie en als bewijs mee sturen. Daarnaast moet men een specificatie overleggen waaruit blijkt welke heffingskortingen worden ontvangen.
Mensen die in de periode tussen 1-1-05 en 31-12-05 tot de doelgroep behoren doordat zij 65 jaar worden, dan wel aan de criteria voldoen voor de groep chronisch zieken en gehandicapten komen voor de vergoeding in aanmerking.
De vermogensgrens blijft gelijk aan het bescheiden vrij te laten vermogen WWB:
Indien gegevens vermogen niet bij dienst Sociale Zaken bekend zijn wordt ter controle gevraagd:
Indien aanvrager een partner heeft of kinderen jonger dan 18 jaar zijn moet hij/zij daarvan ook alle gegevens m.b.t. het vermogen overleggen.
Uit de totaal beschikbaar gestelde middelen wordt een bedrag van € 10.000,- gereserveerd voor die gevallen waar indien door toepassing van de richtlijnen dit leidt tot onbillijkheden van overwegende aard m.b.t. arbeidsongeschiktheid, ziekte of middelen. Burgemeester en wethouders zullen in deze gevallen beslissen.
Eenmalige verstrekking per huishouden van € 100,00. Indien beide partners tot de doelgroep behoren wordt de bijdrage op 150% vastgesteld (€ 150,00). Indien aanvrager niet zelf chronisch ziek / gehandicapt is, maar diens kind, wordt de bijdrage 100%. (€ 100,00). Indien sprake is van 2 of meer chronisch ziek/ gehandicapten kinderen per huishouden wordt de bijdrage op 150% vastgesteld (€ 150,00).
Het in artikel 35, tweede lid genoemde drempelbedrag wordt niet toegepast op aanvragen voor categoriale bijstand.