Organisatie | Laren |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening, op het benoemen van de openbare ruimte en het nummeren van bouwwerken, gebouwen, complexen, afgebakende terreinen, lig- en standplaatsen. |
Citeertitel | Verordening straatnaamgeving en huisnummering |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | volkshuisvesting en woningbouw |
Eigen onderwerp | Wettenbank |
Deze verordening vervangt alle eerdere gemeentelijke regels en voorschriften voor het benoemen van delen van de openbare ruimte en het nummeren van de daaraan liggende objecten. Artikel 11 bevat overgangsbepalingen.
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
17-12-2010 | 17-12-2010 | Intrekking | 24-11-2010 | Raadsbesluit 2010/66 |
De raad van de gemeente Laren;
gelezen het voorstel d.d. oktober 2000, nr. AC130/2000, van burgemeester en wethouders;
gelet op artikel 149 van de Gemeentewet;
overwegende, dat het om praktische redenen gewenst is om de besluitvorming met betrekking tot de straatnaamgeving en huisnummering te regelen in een verordening, waarin tevens de toekenning tot uitoefening van de bevoegdheden expliciet wordt geregeld;
besluit vast te stellen de volgende:
Verordening, op het benoemen van de openbare ruimte en het nummeren van bouwwerken, gebouwen, complexen, afgebakende terreinen, lig- en standplaatsen.
Hoofdstuk I. Algemene bepalingen
In deze verordening wordt verstaan onder:
1. openbare ruimte: alle voor het openbaar rij- of ander verkeer openstaande wegen of paden, pleinen, plaatsen en plantsoenen, alsmede daarin begrepen alle bouw- en kunstwerken die daar deel van uitmaken.
2. bouwwerk: elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die op de plaats van bestemming hetzij direct, hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond en bedoeld is om ter plaatse te functioneren.
3. gebouw: elk bouwwerk dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.
4. complex: een afgebakend samengesteld geheel van onroerende zaken (industriecomplex, ziekenhuiscomplex, complex van vakantiehuisjes, enzovoort).
5. afgebakend terrein: een terrein waarop zich geen bouwwerken bevinden en dat afzonderlijk wordt gebruikt.
6. standplaats: een kavel, bestemd voor het plaatsen van een woonwagen, waarop voorzieningen aanwezig zijn die op het leidingnet van de openbare nutsbedrijven, van andere instellen of van gemeenten kunnen worden aangesloten.
7. nummer: een nummer bestaande uit een of meer Arabische cijfers, al dan niet met toevoeging van een letter of een cijfercombinatie.
8. object: een bouwwerk, gebouw, complex, afgebakend terrein, of standplaats.
9. rechthebbende: ieder, die krachtens eigendom of een beperkt zakelijk recht zodanig beschikking heeft over een onroerende zaak, dat hij naar burgerlijk recht bevoegd is met betrekking tot die zaak te handelen als in de verordening is voorgeschreven, zomede de beheerder.
10. uitvoeringsvoorschriften: nadere bepalingen van technische en administratieve aard.
Hoofdstuk II. Het benoemen van de openbare ruimte en het nummeren van bouwwerken, gebouwen, complexen, afgebakende terreinen of standplaatsen
Hoofdstuk III. Plaatsen van naam- en nummerborden
Indien de raad onderscheidenlijk burgemeester en wethouders het nodig oordelen dat borden met een wijkaanduiding, borden met straatnamen, huisnummer-verzamelborden en verwijsaanduidingen aan een bouwwerk, gebouw, een muur, paal, schutting, of andere soort terreinafscheiding worden aangebracht, is de rechthebbende verplicht toe te laten dat de hier bedoelde borden vanwege of op verzoek en overeenkomstig de aanwijzingen van burgemeester en wethouders worden aangebracht, onderhouden, gewijzigd of verwijderd.
Hoofdstuk V. Straf- overgangs- en slotbepalingen
De opsporing van de in het eerste lid strafbaar gestelde feiten is, naast de in artikel 141 van het Wetboek van Strafvordering genoemde opsporingsambtenaren, opgedragen aan de door burgmeester en wethouders aangewezen ambtenaren van het gemeentelijk bouw- en woningtoezicht als bedoeld in artikel 100, tweede lid, Woningwet.
Deze verordening treedt in werking op de dag nadat deze verordening op de in de Algemene wet bestuursrecht voorgeschreven wijze is bekendgemaakt.
Artikel 10 Vervallen oude regels
Met de inwerkingtreding van deze verordening vervallen alle eerdere gemeentelijke regels en voorschriften voor het benoemen van delen van de openbare ruimte en het nummeren van de daaraan liggende objecten.
Burgemeester en wethouders kunnen in afwijking van het eerste lid besluiten dat de op grond van de in het eerste lid genoemde regels en voorschriften aangebrachte nummers binnen een door hen te bepalen termijn moeten worden vervangen door nummers die voldoen aan de bij of krachtens deze verordening gestelde voorschriften.