Organisatie | Castricum |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Algemene subsidieverordening gemeente Castricum |
Citeertitel | Algemene subsidieverordening gemeente Castricum |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp | Subsidieverordening |
Geen.
Gemeentewet, art. 149
Beleidsregels: subsidiëring scouting 2004, subsidiëring scouting 2004, peuterspeelzaalwerk 2008, jeugdsubsidies sport 2003, sport gehandicapten 2005 en subsidie kunstzinnige vorming in het basisonderwijs.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2007 | 01-01-2016 | Nieuwe regeling | 30-11-2006 Nieuwsblad van Castricum, 14-12-2007 | Onbekend |
De raad van de gemeente Castricum
gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 7 november 2006, nr. 92 inzake de Algemene subsidieverordening
gezien het advies uit de carrousel van 30 november 2006
gelet op artikel 149 van de Gemeentewet;
vast te stellen de Algemene subsidieverordening gemeente Castricum
Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen
a. Accountantsverklaring : een schriftelijke verklaring omtrent de getrouwheid onderscheidenlijk een mededeling van een RA- of AA-accountant inhoudende dat van onjuistheden over deaangereikte financiële stukken niet is geblekenb. Activiteit : het geheel van producten, geleverd door een instelling ter verwezenlijking van de doelstellingen van het gemeentelijk beleid c. Awb : de Algemene wet bestuursrechtd. Beleidsregel : een, bij besluit van het college, per deelterrein vastgestelde algemene regel, niet zijnde een algemeen verbindend voorschrift, omtrent de afweging van belangen, de vaststelling van feitene. Boekjaar : het kalenderjaar, lopende van 1 januari tot en met 31 decemberf. College : het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Castricumg. Instelling : een rechtspersoonlijkheid bezittende organisatie zonder winstoogmerk gevestigd in de gemeente Castricum die zich als hoofddoel stelt de behartiging van de door de gemeente erkende belangen van ideële en/of materiële aardh. Raad : de gemeenteraad van de gemeente Castricumi. Subsidie : een subsidie als bedoeld in artikel 4:21 Awb te weten: “de aanspraak of financiële middelen, door een bestuursorgaan verstrekt met het oog op bepaalde activiteiten van de aanvrager, anders dan als betaling voor aan het bestuursorgaan geleverde goederen of diensten”j. Subsidiebeschikking : een schriftelijk besluit tot subsidievaststelling waarbij een omschrijving van de te organiseren activiteiten, de hoogte van het subsidiebedrag en de eventuele subsidieverplichtingen worden bekend gemaaktk. Subsidieontvanger : elke rechtspersoon met volledige rechtsbevoegdheid die zich de behartiging van door het gemeentebestuur erkende belangen van ideële en/of materiële aard ten doel steltl. Subsidieplafond : het bedrag dat gedurende een bepaald tijdvak tenhoogste beschikbaar is voor de verstrekking van subsidies krachtens een bepaald wettelijk voorschriftm. Uitvoeringsovereenkomst : een overeenkomst die door de gemeente en een instelling kan worden gesloten ter uitvoering van desubsidiebeschikking.
Het college stelt vast dat voor de volgende beleidsterreinen subsidie kan worden verstrekt: a. algemeen bestuur;b. openbare orde en veiligheid;c. verkeer, vervoer en waterstaat;d. economische zaken;e. onderwijs;f. cultuur en recreatie;g. sociale voorzieningen en maatschappelijke dienstverlening;h. volksgezondheid en milieu;i. ruimtelijke ordening en volkshuisvesting.Het college kan nadere regels stellen, waarin de te subsidiëren activiteiten, de doelgroepen en de verdeling van de subsidie per beleidsterrein zoals bedoeld in het eerste lid worden omschreven.
1. Deze verordening is van toepassing op alle door de gemeente te verstrekken subsidies voor activiteiten op beleidsgebieden die het belang van de gemeente en/of diens inwoners dienen, voor zover in een afzonderlijke verordening of bij krachtensandere wettelijke voorschriften niet anders is bepaald.
Bij het verstrekken van subsidies op grond van deze verordening kunnen de volgende subsidievormen met de hierna aangegeven betekenis worden onderscheiden:a. Incidentele subsidie : een eenmalige subsidie voor een investering of voor een activiteit die het karakter heeft van een evenement of van een nieuwe opzet of werkwijze(was projectsubsidie)b. Waarderingssubsidie : een subsidie, waarbij aan een instelling een bedragaan financiële middelen wordt verstrekt voor activiteiten zonder deze naar aard en inhoud te willen beïnvloeden en waarbij geen verband bestaat tussende kosten die de instelling maakt en de omvang van de subsidie (was activiteitensubsidie)c. Budgetsubsidie : een subsidie voor een of meerdere jaren waarbij hetsubsidiebedrag is gerelateerd aan met desubsidieontvanger overeengekomen niveau van activiteiten, producten en/ of prestaties en daarbij horende prioriteitstelling in devorm van een uitvoeringsovereenkomst (al bestaand)d. Structurele subsidie : een jaarlijks terugkerende subsidie voor activiteitenmet een duurzaam karakter
De subsidie verstrekking kan naast de in artikel 4:25 en artikel 4:35 van de Awb genoemde gevallen geweigerd c.q. opgeschort worden, indien gegronde redenen bestaan om aan te nemen dat:a. de activiteiten van de aanvrager niet gericht zijn op de gemeente of niet aanwijsbaar ten goede zullen komen aan ingezetenen van de gemeente;b. de activiteiten van aanvragen strijdig zijn met het gemeentelijk beleid en het collegeprogrammac. de gelden niet of in onvoldoende mate besteed zullen worden aan het doel waarvoor de subsidie beschikbaar wordt gesteld;d. de aanvrager doelstellingen beoogt of activiteiten ontplooit die in strijd zijn met de wet, internationale verdragen erkende rechten van de mens, het algemeen belang of de openbare orde;e. de aanvrager activiteiten ontplooit gericht op het uitdragen van overtuigingen en denkbeelden van religieuze, levensbeschouwelijke of politieke aard;f. de aanvrager ook zonder subsidieverstrekking over voldoende gelden, uit eigen middelen of uit middelen van derden kan beschikken om de kosten van de activiteiten te dekken;g. in het beoogde doel/ de voorgenomen activiteit(en) reeds op andere wijze is voorzien;h. de instelling gelieerd is aan een commerciële instelling die dezelfde of vergelijkbare activiteiten biedt;
Burgemeester en wethouders doen eens in de vier jaar verslag over de doelmatigheid en doeltreffendheid van de structurele en budgetsubsidies.
De activiteiten van een instelling die subsidie ontvangt, staan open voor alle groeperingen zonder onderscheid naar ras, godsdienst, leeftijd, levensovertuiging, sekse of seksuele voorkeur. Deze verplichting geldt als er sprake is van een activiteit die op een door het gemeentebestuur erkende doelgroep is gericht.
Artikel 2.2 Verplichte informatie
De subsidieaanvraag gaat vergezeld van:a. een activiteitenplan en een prestatieplan; voor een waarderingssubsidie kan ontheffing hiervan worden verleend;b. een begroting;c. een opgave van eventueel bij anderen aangevraagde subsidie voor dezelfde activiteiten, met daarbij de stand van zaken met betrekking tot beoordeling van die aanvraag;d. een financieel overzicht en verantwoording over het laatste voorgaande boekjaar, inclusief balans, in geval van subsidies boven de € 25.000 voorzien van een accountantsverklaring; e. een opgave van de te heffen contributies en bijdrage of te hanteren tarieven
Burgemeester en wethouders kunnen:a. Een aanvraagformulier vaststellen die moet worden gebruikt voor het aanvragen van de subsidie;b. richtlijnen vaststellen waaraan de aanvraag moet voldoen;c. binnen een door hen te bepalen termijn overlegging van andere stukken of anderszins nadere informatie verlangen, indien zij dat voor de beoordeling van de aanvraag nodig achten
Hoofdstuk 3 Verplichtingen van de subsidieontvanger
Artikel 3.1 Uitvoering van activiteiten
De subsidieontvanger is verplicht de activiteiten uit te voeren die in de subsidiebeschikking en/of uitvoeringsovereenkomst vermeld staan.
Artikel 3.2 Informatieverstrekking
De subsidieontvanger, waarmee een uitvoeringsovereenkomst is aangegaan, verstrekt burgemeester en wethouders informatie betrekking hebbende op de lopende exploitatie en de verrichte prestaties / activiteiten. 1.in de maand volgend op de afsluiting van een boekjaar (vóór 31 januari); 2.via een tussentijdse rapportage vóór 15 juli; 3.tussentijds indien feiten en ontwikkelingen daartoe aanleiding geven.
1. De subsidieontvanger mag geen besluiten nemen, zonder voorafgaand overleg met burgemeester en wethouders of met door of namens hen aangewezen personen over: • het wijzigen van de doelstelling; • het ontbinden van zijn rechtspersoon; • het doen van aangifte tot zijn faillissement of het aanvragen van surséance van betaling; • het aangaan van overeenkomsten waarbij hij zich verbindt tot en met inbegrip van zekerheidsstelling voor schulden van derden of waarbij hij zich als borg of hoofdelijk medeschuldenaar verbindt of zich voor een derde sterk maakt; • het aangaan van risicovolle beleggingen.
Artikel 3.4 Inzage administratie
De subsidieontvanger verleent op verzoek van burgemeester en wethouders aan door hen aangewezen personen inzage in de administratie en verstrekt de inlichtingen die voor de beoordeling van de doelmatigheid en rechtmatigheid van de besteding van subsidie van belang kunnen zijn.
Indien door of namens de rijks- of provinciale overheid na overleg met burgemeester en wethouders onderzoeken worden ingesteld, verleent de subsidieontvanger daaraan de nodige medewerking.
Artikel 3.7 Vergoeding vermogensvorming
In de gevallen bedoeld in artikel 4:41, tweede lid van de Awb en ingeval van fusie of het aangaan van een vorm van samenwerking is de subsidieontvanger aan burgemeester en wethouders een vergoeding van de vermogenswaarden verschuldigd, voor zover deze vermogenswaarden zijn opgebouwd door middel van gemeentelijke subsidies.
Bij de bepaling van de hoogte van de vergoeding wordt uitgegaan van de waarde van de goederen en andere vermogensbestanddelen op het tijdstip waarop de vergoeding verschuldigd wordt, met dien verstande dat in geval van ontvangst van schadevergoeding voor verlies of beschadiging van zaken wordt uitgegaan van het bedrag dat als schadevergoeding door de subsidieontvanger wordt ontvangen.
Hoofdstuk 4 De subsidievaststelling
Artikel 4.2 Gegevens bij de aanvraag tot vaststelling
1. De subsidieontvanger voldoet aan de in artikel 4:45, eerste lid van de Awb bedoelde verplichting door een door het bestuur gewaarmerkt verslag van de activiteiten te overleggen. Het verslag bevat in ieder geval: 1. een beschrijving van de aard van de activiteiten; 2. een vergelijking tussen de nagestreefde en gerealiseerde prestaties en doelstellingen en een toelichting op de verschillen.
De subsidieontvanger voldoet aan de in artikel 4:45, tweede lid van de Awb Bedoelde verplichting door een door het bestuur gewaarmerkte rekening van baten en lasten en een balans met een toelichting daarop te overleggen. Dit verslag is ingedeeld volgens de richtlijn “Organisaties zonder winststreven van de Raad voor de Jaarverslaglegging”.
Artikel 4.3 Directe vaststelling
In geval van een erkenningssubsidie vindt vaststelling van het subsidie direct plaats bij de subsidieverlening.
Artikel 4.4 Lagere vaststelling
Burgemeester en wethouders kunnen op grond van artikel 4:46 Awb het subsidiebedrag lager vaststellen indien: 1. de activiteiten waarvoor subsidie is verleend niet of niet geheel hebben plaatsgevonden; 2. de subsidieontvanger niet heeft voldaan aan de aan de subsidie verbonden verplichtingen; 3. de subsidieontvanger onjuiste of onvolledige gegevens heeft verstrekt en de verstrekking van juiste of volledige gegevens tot een andere beschikking op de aanvraag tot subsidie zou hebben geleid; 4. de subsidieverlening anderszins onjuist was en de subsidieontvanger dit wist of behoorde te weten; 5. de exploitatie daartoe aanleiding geeft. Daarbij geldt dat te allen tijde een beroep gedaan kan worden op het exploitatiesaldo van enig verslagjaar. Deze terugbetalingsverplichting van de instelling aan de gemeente dient in de jaarrekening van de instelling opgenomen te worden in de toelichting op de balans, winst en verliesrekening en/of in de afzonderlijke paragraaf ‘niet uit de balans blijkende verplichtingen’.
Hoofdstuk 6 Overgangs- en slotbepalingen
Artikel 6.1 Toezicht en controle
Door het college aangewezen ambtenaren en andere personen hebben desgevraagd inzage in administratieve en financiële bescheiden van de subsidieontvanger, daaronder begrepen adviezen van externe deskundigen. Zij ontvangen alle inlichtingen die voor een juiste uitoefening van hun functie in het algemeen, en voor de beoordeling van de gesubsidieerde activiteiten in het bijzonder,nodig zijn
Artikel 6.2 Onvoorziene gevallen
Het college kan ontheffing verlenen van de bepalingen van deze verordening, voorzover deze geen betrekking hebben op de verplichte bepalingen ingevolge de Algemene wet bestuursrecht en voorzover toepassing van de verordening leidt tot onbillijkheid van overwegende aard .
Burgemeester en wethouders kunnen in bijzondere gevallen, waarin naar het oordeel van het college toepassing van deze verordening zal leiden tot een onbillijkheid van overwegende aard, afwijken van deze verordening.
Burgemeester en wethouders kunnen de subsidieontvanger ook andere verplichtingen opleggen die strekken tot verwezenlijking van het doel van de subsidie.
Derde tranche Awb De derde tranche Awb regelt de subsidieverhouding tussen de overheid als publieksrechtelijk orgaan en de burger. De Awb regelt niet het subsidiebeleid van de gemeente, evenmin wordt de gemeente beperkt om te bepalen voor welke activiteiten subsidie wordt verstrekt. De bepalingen in de derde tranche zijn aanvullend op de bepalingen die in de eerste tranche van de Awb zijn vastgelegd t.a.v. besluiten van publiekrechtelijke organen. De hoofdregel van de subsidietitel van de luidt dat een wettelijke grondslag is vereist voor het verstrekken van subsidie (zogenaamde wettelijke subsidies). De wetgever beoogt hiermee de rechtszekerheid van de subsidieaanvrager en de subsidieontvanger en de doelmatigheid van de overheidsuitgaven te verbeteren. Dewettelijke grondslag voor gemeentelijke subsidies wordt gevormd door een (algemene) subsidieverordening. Het gemeentelijk subsidiebeleid bepaalt vervolgens de beleidsterreinen/ activiteiten die voor subsidie in aanmerking kunnen komen. In aanvulling op de algemene subsidieverordening worden nadere regels gesteld voor bepaalde beleidsterreinen en activiteiten. Voor gemeenten bevat de Awb als uitzondering op de hoofdregel de mogelijkheid van zogenaamde buitenwettelijke subsidies. Dit zijn subsidies die niet op basis van een verordening worden verstrekt. Het gaat om subsidies op basis van een begrotingspost. Verder betreft het incidentele subsidies. Deze subsidieverordening geldt voor alle door de gemeente te verstrekken subsidies. Deze verordening bepaalt niet de verdeling van beschikbare subsidiebedragen bij overschrijding van het subsidieplafond. In principe is de begroting het beleidsinstrument voor bepaling van subsidies. Per beleidsveld kan een andere wijze van verdeling van het beschikbare subsidiebudget worden aangegeven. De procedure en toezicht op de waarderingsbijdragen kan marginaal zijn. In principe wordt ontheffing verleend wat betreft de artikelen 2.2 lid 1, 2.4 en 3.2. Deze artikelen worden alleen van toepassing verklaard indien er aanleiding is om meer inzicht te hebben in de financiële situatie van een organisatie. Wat betreft de budgetsubsidies geeft de algemene subsidieverordening een aantal uitgangpunten en regels. Daarnaast zal per instelling geregeld worden wat dat voor de instelling betekent. Over het algemeen zal dit in de beschikking vastgelegd worden. Budgetsubsidies zijn in de meeste gevallen structurele subsidies waarvoor meerjarige raamovereenkomsten afgesloten kunnen worden, en jaarlijkse uitvoeringsovereenkomsten. De Awb onderscheidt drie fasen in het subsidieproces: 1. de subsidieverlening; 2. de subsidievaststelling; 3. de uitbetaling. ad. A de subsidieverlening Het subsidieproces begint met een aanvraag om subsidie. Op deze subsidieaanvraag neemt de subsidieverstrekker (in dit geval de gemeente) een besluit. Dit besluit wordt de beschikking tot subsidieverlening genoemd. In de beschikking tot subsidieverlening moet óf een maximum bedrag worden opgenomen óf de wijze waarop de subsidie wordt berekend met daarbij een maximumbedrag. De beschikking geeft de aanvrager aanspraak op uitbetaling van subsidie, op voorwaarde dat de aanvrager de activiteiten waarvoor subsidie wordt verstrekt en de daaraan verbonden verplichtingen ook daadwerkelijk uitvoert. Zo nodig kunnen aan de aanvrager voorschotten worden verstrekt voor de uitvoering van deze activiteiten. Ad b. de subsidievaststelling Wanneer de activiteiten zijn afgerond, dient de aanvrager een verzoek tot vaststelling van subsidie in. In dit verzoek legt de aanvrager tevens rekening en verantwoording af. De subsidieverstrekker stelt vervolgens de definitieve subsidie vast. Dit besluit wordt de beschikking tot subsidievaststelling genoemd. Het bedrag van de subsidievaststelling kan lager zijn dan het bedrag genoemd in de beschikking tot subsidieverlening, indien de aanvrager bijvoorbeeld niet alle overeengekomen producten c.q. activiteiten heeft geleverd. Punt is dat wel duidelijk moet zijn vastgelegd wat de producten c.q. activiteiten dienen te zijn. De Awb biedt de mogelijkheid om de subsidieverlening en subsidievaststelling samen te laten vallen, bijvoorbeeld bij waarderingsbijdragen. In dat geval wordt meteen het definitieve subsidiebedrag vastgesteld en is er geen sprake van een beschikking tot subsidieverlening. Bij waarderingsbijdrage is de subsidiebeschikking ook de subsidievaststelling, en gebeurt dus ineens. Ad c. de uitbetaling De beschikking tot subsidievaststelling verplicht de subsidieverstrekker tot uitbetaling. Een uitbetaling is een handeling naar burgerlijk recht en dus geen beschikking in de zin van de Awb. Op uitbetalingen is dan ook het privaatrecht van toepassing. Bij de uitbetaling vindt een verrekening met eventuele voorschotten plaats. In deze fase van het subsidieproces vindt ook een eventuele terugvordering van voorschotten en onverschuldigd betaalde subsidies plaats. De verordening volgt de opbouw van de subsidietitel van de Awb en sluit aan bij de terminologie. Reikwijdte verordening De algemene subsidieverordening omvat in principe alle beleidsterreinen zoals opgenomen in de gemeentelijke (beleids)begroting.