Organisatie | Druten |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening treasuryfunctie van de gemeente Druten |
Citeertitel | Treasurystatuut 2010 gemeente Druten |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp | Treasury |
Geen
Artikel 212 van de Gemeentewet, de Financiële Verordening van de gemeente Druten, de Wet financiering decentrale overheden en de regeling uitzettingen en derivaten centrale overheden (Ruddo)
n.v.t.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
15-12-2010 | 10-12-2010 | 04-06-2015 | Nieuwe regeling | 15-12-2010 De Waalkanter | 10-45 RB |
In dit statuut wordt verstaan onder:
- Beleggingen Uitzetten van overtollige middelen voor korte of lange termijn;
- Begrotingstotaal De totale lasten op de begroting;
- Callgeld Opname of uitzetting van geldmiddelen voor zeer korte termijn (van 1 dag tot 1 week), ook wel daggeld genoemd;
- Deposito Tijdelijk uitgezette middelen voor korte termijn;
- Derivaten Financiële instrumenten die hun bestaan ontlenen aan een bepaalde onderliggende waarde. De onderliggende waarden kunnen financiële producten, zoals leningen of obligaties zijn. Derivaten worden onder andere gebruikt om renterisico’s te sturen en financieringskosten te minimaliseren;
- EMU-saldo De referentiewaarde voor het vorderingensaldo van de overheid. Het vorderingensaldo (-tekort) van de overheid mag niet hoger zijn dan 3% van de EMU norm. De EMU-norm is vastgelegd in artikel 104C en het daarop gebaseerde 5de protocol van het Verdrag betreffende de Europese Unie.
- Financiële onderneming Een onderneming die in een lidstaat het bedrijf van kredietinstelling mag uitoefenen, beleggingdiensten mag verlenen, rechten van een deelneming in een beleggingsmaatschappij mag aanbieden of het bedrijf van een verzekeraar mag uitoefenen;
- Financiering Het aantrekken van benodigde financiële middelen voor een periode van minimaal één jaar. Deze middelen kunnen bestaan uit zowel eigen vermogen als vreemd vermogen;
- Geldstromenbeheer Al die activiteiten die nodig zijn om liquiditeiten te transfereren zowel binnen de organisatie zelf als tussen de organisatie en derden (betalingsverkeer);
- Intern liquiditeitsrisico De risico’s van mogelijke wijzigingen in de liquiditeitenplanning en meerjaren investeringsplanning waardoor financiële resultaten kunnen afwijken van de verwachtingen;
- Kasgeldlening Opname of uitzetting van geldmiddelen voor korte termijn van 1 week tot 12 maanden;
- Kasgeldlimiet Een bedrag op basis van de Wet fido ter grootte van een percentage van het totaal van de jaarbegroting van de gemeente bij aanvang van het jaar. De kasgeldlimiet heeft betrekking op financieringsvormen met een looptijd tot maximaal 1 jaar;
- Koersrisico Het risico dat de financiële activa van de organisatie in waarde verminderen door negatieve koersontwikkelingen;
- Kortlopend Termijn kleiner dan 1 jaar;
- Kredietrisico Het risico dat uitgezette (belegde) middelen niet worden terugontvangen;
- Langlopend Termijn gelijk aan of groter dan 1 jaar;
- Liquiditeitenbeheer Het financieren en uitzetten van middelen voor een periode tot één jaar;
- Liquiditeitsplanning Een prognose van inkomende en uitgaande geldstromen ingedeeld per tijdseenheid;
- Liquiditeitsbehoefte Behoefte aan geldmiddelen;
- Medium Term Note Verhandelbare schuldbekentenis als onderdeel van een obligatielening, uitgegeven door een overheid of bedrijf;
- Nettingovereenkomst Een overeenkomst op grond waarvan de wederzijdse verplichtingen tussen partijen verrekend worden waardoor wordt bepaald wat de ene partij per saldo aan de andere partij verschuldigd is.
- Onderhandse lening Een lening waarbij de voorwaarden in onderling overleg met de geldgevende partij worden overeengekomen. Een dergelijke lening is moeilijk verhandelbaar;
- Prudent karakter Uitzettingen hebben een prudent karakter wanneer in ieder geval aan twee aspecten is voldaan, te weten voldoende kredietwaardigheid van de tegenpartij en een beperkt marktrisico van de instrumenten van uitzetting;
- Rating Kredietwaardigheidsbeoordeling van debiteuren door instituten zoals Moody’s, Standard & Poors (S&P) en Fitch. Een rating is de inschatting van de kans op wanbetaling bij toekomstige rente- en aflossingsbetalingen. Een hogere rating houdt een betere kredietwaardigheid in;
- Rekening courant Lopende rekening bij een bank;
- Rente instrumenten Afgeleide financiële instrumenten om posities af te schermen of in te dekken, het betreft verhandelbare contracten ten aanzien van bepaalde rechten of verplichtingen met als onderliggende waarde een geldlening of belegging. Niet de geldlening zelf wordt verhandeld, maar bijvoorbeeld het recht deze te kopen of verkopen tegen vooraf bepaalde voorwaarden. Ook het recht om op een toekomstig tijdstip de rente vast te stellen op een bepaalde wijze kan in een contract worden geregeld. Zie ook “Derivaten”;
- Renterisico Het effect op de financiële resultaten van de gemeente door renteontwikkelingen;
- Renterisiconorm Een bij de aanvang van enig jaar op basis van de Wet fido gefixeerd percentage van het begrotingstotaal van de gemeente dat bij de realisatie niet mag worden overschreden. De renterisiconorm heeft betrekking op financieringsvormen met een looptijd langer dan 1 jaar;
- Rentevisie Toekomstverwachting over de renteontwikkelingen;
- Rentetypische looptijd Het tijdsinterval gedurende de looptijd van een geldlening, waarin op basis van de voorwaarden van de geldlening sprake is van een door de verstrekker van de geldlening niet beïnvloedbare, constante rentevergoeding;
- Risicobeheer De uitvoering van het risicomanagement;
- Saldobeheer Het beheer van de dagelijkse saldi op de rekeningen;
- Solvabiliteitsratio De solvabiliteitsratio is een maatstaf die de verhouding weergeeft tussen het eigen en het vreemd vermogen. De solvabiliteitsratio is gedefinieerd als het eigen vermogen gedeeld door het balanstotaal.
- Solvabiliteitsratio van 0% Een solvabiliteitsratio van 0% (ofwel een “solvabiliteitsvrije status”) is een status die door een bancaire toezichthouder in een EU-lidstaat (bijv. De Nederlandsche Bank) wordt toegekend aan het schuldpapier van een instelling. Deze status houdt in dat een bank voor desbetreffend papier geen reserves (0%) hoeft aan te houden en wordt ondermeer toegekend aan papier uitgegeven of gegarandeerd door (centrale) overheden. Het is de gemeente dus toegestaan om bij andere overheden geld uit te zetten, of om te beleggen in papier waaraan een overheidsgarantie is verbonden (zoals door het WSW geborgde leningen van woningcorporaties);
- Treasury Alle activiteiten die zich richten op het sturen en het beheersen van, het verantwoorden over en het toezicht houden op de financiële vermogenswaarden, de financiële stromen, de financiële posities en de hieraan verbonden risico’s;
- Treasuryfunctie Uitgangspunten, doelstellingen, richtlijnen en limieten, organisatorische en administratieve kaders, de informatievoorziening en de administratieve organisatie ter uitvoering van de treasuryfunctie;
- Treasuryparagraaf Onderdeel van de programmabegroting en het jaarverslag waarin, voor de uitvoering van de treasuryfunctie, de beleidsplannen respectievelijk de realisatie van deze beleidsplannen voor het begrotingsjaar zijn opgenomen; - Treasurystatuut Hierin wordt het treasurybeleid vastgelegd;
- Uitzetting Het tijdelijk toevertrouwen van liquiditeiten aan derden tegen vooraf overeengekomen condities en bedingen. Kortlopende uitzettingen hebben betrekking op een periode tot één jaar en langlopende uitzettingen hebben betrekking op een periode van één jaar of langer;
- Vaste schuld Alle aangegane geldleningen met een rentetypische looptijd van één jaar of langer bij aangaan van de lening;
- Vlottende schuld Alle aangegane geldleningen met een looptijd korter dan één jaar, de schulden die in rekening-courant worden aangehouden de voor een periode korter dan één jaar ontvangen waarborgsommen.
Met betrekking tot risicobeheer gelden de volgende algemene uitgangspunten:De gemeente mag leningen of garanties uit hoofde van de “publieke taak” uitsluitend verstrekken aan door de Gemeenteraad goedgekeurde derde partijen, waarbij vooraf advies van het cluster financiën wordt ingewonnen over de financiële positie en de kredietwaardigheid van de betreffende partij;
De gemeente kan middelen uitzetten uit hoofde van de treasuryfunctie indien deze uitzettingen een prudent karakter hebben en niet zijn gericht op het genereren van inkomen door het lopen van overmatig risico. Het prudente karakter van deze uitzettingen wordt gewaarborgd middels de richtlijnen en limieten van dit treasurystatuut
Tijdelijk overtollige gelden van aangetrokken leningen voor projectfinanciering mogen uitsluitend worden uitgezet bij een financiële instelling waar de lening is aangegaan. Hiervoor kan een netting-overeenkomst gesloten worden, zodat bij het niet nakomen van verplichtingen, de vordering en de schuld tegen elkaar weggestreept kunnen worden. Indien een dergelijke overeenkomst niet is afgesloten, moet de financiële instelling voldoen aan de rating vereisten voor het uitzetten van middelen.
Bij het uitzetten van middelen uit hoofde van treasury gelden de volgende uitgangspunten:
Uitzettingen vinden uitsluitend plaats bij:
- Nederlandse overheden en andere publiekrechtelijke lichamen met een solvabiliteitsratio van 0%;
- Financiële instellingen met ten minste een AA-rating (voor langere termijn) van één van de volgende erkende rating-bureau’s: Moody’s, Standard & Poors of Fitch IBCA;
Teneinde de kosten van het geldstromenbeheer te beperken wordt: Het liquiditeitsgebruik beperkt door de geldstromen op gemeenteniveau op elkaar en de liquiditeitenplanning af te stemmen. Hierbij wordt erop toegezien dat de liquiditeitspositie voldoende is om te garanderen dat de verplichtingen tijdig kunnen worden nagekomen.
Titeldeel 6 Administratieve organisatie en interne controle
Bij de uit te voeren treasuryactiviteiten is functiescheiding doorgevoerd met als belangrijkste voorwaarden:a. iedere transactie wordt door minimaal twee functionarissen geautoriseerd (het vier-ogen-principe);b. de uitvoering en controle geschiedt door afzonderlijke functionarissen;c. de uitvoering en registratie in de financiële administratie geschiedt door afzonderlijke functionarissen.