Organisatie | Weesp |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Beheersverordening gemeentelijke begraafplaatsen Weesp 2005. |
Citeertitel | Beheersverordening gemeentelijke begraafplaatsen Weesp 2005. |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | openbare orde en veiligheid |
Eigen onderwerp |
Terugwerkende kracht.
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-03-2006 | 01-01-2006 | 31-12-2005 | Nieuwe regeling | 12-12-2005 WeesperNieuws, 01-03-2006 | Z.10862 |
De raad van de gemeente Weesp,
overwegende dat het gewenst is om regels vast te stellen voor het gebruik enbeheer van de gemeentelijke begraafplaatsen,
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 8 november 1994;
gelet op artikel 35 van de Wet op de Iijkbezorging en artikel 149 vande Gemeentewet,
Verordening op het beheer en het gebruik van de gemeentelijke begraafplaatsen van degemeente Weesp.
Hoofdstuk III Voorschriften voor Iijkbezorging
Artikel 7 Kennisgeving begraven en asbezorging, openen en sluiten van het graf
Degenen die wil doen begraven, as wil doen bijzetten of as wil doen verstrooien, geeft daarvan uiterlijk om 1 1.00 uur van de werkdag voorafgaande aan die waarop de begraving, bijzetting of verstrooiing zal plaatsvinden,schriftelijk kennis aan de beheerder. De zaterdag geldt voor de toepassing van deze bepaling niet als werkdag. Indien de burgemeester toestemming heeft gegeven om het lijk binnen zesendertig uur na het overlijden te begraven moet de kennisgeving aan de beheerder zo tijdig mogelijk worden gedaan.
Het openen van een graf ter begraving of voor het bezorgen van as, en het daarna sluiten van een graf, alsmede het bedienen van de hulpmiddelen mag uitsluitend geschieden door het personeel van de begraafplaats op aanwijzingen en onder toezicht van de beheerder. De nabestaanden kunnen deze werkzaamheden onder toezicht van de beheerder geheel of gedeeltelijk zelf verrichten indien zij hun wens daartoe uiterlijk om 11;00 uur van de.voorafgaande werkdag mondeling of schriftelijk aan de beheerder hebben kenbaar gemaakt. De zaterdag geldt voor toepassing van deze bepaling niet als werkdag. Zij dienen bij deze werkzaamheden de aanwijzingen van de beheerder op te volgen.
Ingeval een lijk wordt bijbegraven of een urn wordt bijgezet in een eigen graf, dient de rechthebbende ervoor te zorgen dat de grafbedekking tijdig voor de begraving of bijzetting is verwijderd. De grafbedekking dient binnen zes weken na de begraving of bijzetting in de oorspronkelijk: staat te zijn teruggebracht.
Artikel 8 Gebouwen en muziekinstallatie
De gemeente beschikt niet over een eigen aula en of muziekinstallatie. Eventueel gebruikdaarvan dient rechtstreeks te worden kortgesloten met de betreffende eigenaar.
Artikel 9 Over te Ieggen stukken
Begraving of bijzetting in een eigen graf waarvan de uitgiftetermijn binnen de wettelijke minimum grafrusttermijn afloopt, kan alleen plaatsvinden onder gelijktijdige verlenging van de uitgiftetermijn met een zodanige periode dat de alsdan resterende uitgiftetermijn ten minste gelijk is aan de wettelijke minimum grafrusttermijn, De verlenging dient te worden aangevraagd door de rechthebbende of, indien deze is overleden, door een van de andere personen, genoemd in artikel 18, tweede lid van deze verordening.
Begraving of bijzetting in een eigen graf waarvan de onderhoudstermijn binnen de wettelijke minimum grafrusttermijn afloopt, kan alleen plaatsvinden onder gelijktijdige verlenging van de onderhoudstermijn met een zodanige periode dat de alsdan resterende onderhoudstermijn ten minste gelijk is aan de wettelijke minimum grafrusttermijn. De verlenging dient te worden aangevraagd door de rechthebbende of, indien deze is overleden, door een van de andere personen, genoemd in artikel 18, tweede lid van deze verordening.
Hoofdstuk IV Indeling en uitgifte der graven
Artikel 12 Aantal overledenen in engen en algemene graven
Burgemeester en wethouders bepalen bij nader te stellen regels hoeveel lijken en hoeveel asbussen met of zonder urnen er kunnen worden bijgezet in de eigen graven en hoeveel verstrooiingen van as er op of in de eigen graven kunnen plaatshebben. Zij bepalen tevens de afmetingen en de uitgifteduur van de eigen graven. De uitgifteduur kan niet korter zijn dan de minimum grafrusttermijn vastgesteld in de Wet op de lijkbezorging.
Artikel 13 Termiinen algemene graven
Burgemeester en wethouders verlenen, voor zover daartoe bestemde ruimte van debegraafplaats Carspelhof zulks toelaat, op een daartoe bij hen in te dienen aanvraag, voor de tijd van tien of twintig jaar het recht tot het doen begraven en begraven houden van een lijk in een algemeen graf. De termijn begint te Iopen op de datum waarop het algemeen graf is uitgegeven.
Burgermeester en wethouders kunnen bij nader vast te stellen regels de algemene en eigengraven' onderverdelen in categorieën. Zij bepalen voor de verschillende categorieën de situering en oppervlakte.
Artikel 16 Termijnen eigen graven
Een recht als in dit artikel bedoeld, kan slechts aan één rechthebbende worden verleend ten behoeve van zichzelf en voor de personen genoemd in artikel 18, eerste lid van deze verordening. Verlening van het recht ten behoeve van een ander is slechts mogelijk indien daarvoor gewichtige redenen bestaan.
Burgemeester en wethouders kunnen aan de rechthebbende op een eigen graf vergunningVerlenen tot het daarin voor eigen rekening doen aanbrengen van een grafkelder overeenkomstig de door hen te stellen voorwaarden.
Artikel 18 Overschrijving van verleende rechten
Het recht op een eigen graf kan op aanvraag van de rechthebbende worden overgeschreven ten name van de echtgeno(o)t(e) of levenspartner dan wel een bloedverwant of aanverwant tot en met de derde graad. Overschrijving op verzoek van de rechthebbende ten name van een ander dan de vorengenoemde personen is slechts mogelijk, indien daarvoor gewichtige redenen bestaan.
Na het overlijden van de rechthebbende kan het eigen graf worden overgeschreven op naam van de echtgeno(o)t(e) of levenspartner dan wel een bloed- of aanverwant tot en met de derde graad, mits de aanvraag hiertoe wordt gedaan binnen één jaar na het overlijden van de rechthebbende. Overschrijving ten name van een ander dan de in de voorgaande zin bedoelde personen is slechts mogelijk, indien daarvoor gewichtige redenen bestaan.
Artikel 19 Afstand doen van graven
Zonder aanspraak te kunnen maken op enige vergoeding kan de rechthebbende schriftelijkafstand doen ten behoeve van de gemeente van het recht op een eigen graf. Van de ontvangst van zodanige verklaring doen burgemeester en wethouders schriftelijk mededeling aan de rechthebbende.
Artikel 20 Sluiting van graven
Op aanvraaq van de rechthebbende kunnen burqemeester en wethouders een graf gesloten verklaren. Gedurende de tijd dat een graf gesloten is, mag daarop geen andere grafbedekking worden geplaatst en mag daarin geen andere begraving plaatshebben of asbus worden bijgezet, dan wel as worden verstrooid dan die van de stoffelijke overschotten van de personen die de rechthebbende in zijn aanvraag met name heeft genoemd.
Niet blijvende beplantingen op een graf die in een verwaarloosde staat verkeren, kunnen door de beheerder worden verwijderd zonder dat aanspraak kan worden gemaakt op schadevergoeding.Losse bloemen, planten, kransen en dergelijke kunnen, wanneer zij verwelkt zijn, door debeheerder worden verwijderd.
Artikel 23 Verwijdering grafbedekking
Het voornemen tot verwijdering van de grafbedekking wordt gedurende tenminste een jaar voorafgaande aan het tijdstip waarop de grafbedekking zal worden verwijderd op een op het te ruimen graf te plaatsen bordje door burgemeester en wethouders bekend gemaakt tenzij het adres van de rechthebbende of belanghebbende bij burgemeester en wethouders bekend is. In dat geval maken zij aan hem uiterlijk een jaar voor het genoemde tijdstip per brief hun voornemen bekend.
Op grond van een daartoe door de rechthebbende of belanghebbende bij burgemeester en wethouders ingediende aanvraag, blijft het gedenkteken na verwijdering nog gedurende dertien weken ter beschikking van degene aan wie een vergunning als bedoeld in artikel 21 van deze verordening was verleend. De aanvraag kan worden ingediend gedurende de in het tweede lid van dit artikel genoemde termijn.
Artikel 24 Onderhoud door de rechthebbende
Indien hij nalaat de grafbedekking behoorlijk te onderhouden of te herstellen, kunnenburgemeester en wethouders de hiervoor in aanmerking komende voorwerpen of zo nodig de gehele grafbedekking doen verwijderen. Het verwijderde blijft gedurende dertien weken ter beschikking van de rechthebbende en vervalt daarna aan de gemeente, zonder dat deze tot enige vergoeding verplicht is.
De verwijdering vindt niet plaats dan nadat de rechthebbende behoorlijk per brief is opgeroepen om te worden ingelicht over de toestand van de grafbedekking. De oproeping geschiedt door mededeling op het mededelingenbord op de begraafplaats als het adres van de rechthebbende niet bekend is. Bij het graf wordt een verwijzing haar de mededeling aangebracht.
Artikel 25 Onderhoud door de gemeente
Op een graf zonder gedenkteken en zonder grafbeplanting geschiedt het schoonhouden, algemeen onderhoud, tuinonderhoud van het oppervlak alsmede het aanvullen van verzakkingen door of vanwege de gemeente tegen het in de verordening begraafplaatsrechten en de eventuele wijzigingen daarop omschreven tarief.
Hoofdstuk VI Ruiming van graven, urnengraven en urnennissen
Artikel 26 Ruiming, bezorging van overblijfselen en as
Het voornemen van burgemeester en wethouders om een graf te ruimen wordt gedurende ten minste een jaar voorafgaande aan het tijdstip waarop het graf geruimd zal worden op een bij het te ruimen graf te plaatsen bordje ter kennis van de belanghebbdnden gebracht, tenzij het adres van de rechthebbende op het graf aan hen bekend is. In dat geval delen zij schriftelijk mee wanneer de termijn van uitgifte gaat verstrijken. Als de rechthebbende geen verzoek indient om de termijn te verlengen, maken zij uiterlijk een jaar voor het genoemde tijdstip per brief het voornemen tot ruiming bekend.
Nabestaanden van een overledene die begraven is in een algemeen graf kunnen gedurende de in het eerste lid van dit artikel bedoelde termijn bij burgemeester en wethouders een aanvraag indienen om bij ruiming de overblijfselen, indien mogelijk, bijeen te doen brengen voor herbegraving elders.Nabestaanden van een overledene waarvan de asbus al of niet met urn is bijgezet in een algemeen graf kunnen bij de gemeente ter attentie van de beheerder een aanvraag indienen om deze ter beschikking te houden voor herbegraving of verstrooiing elders;
Hoofdstuk VII Gedeelte voor kerkgenootschap
Artikel 27 Afwijkende regels en kennisgeving onderhoudsbehoefte van graven
Burgemeester en wethouders kunnen na overleg met het bestuur van het kerkgenootschap ten aanzien van de openstelling van het gedeelte, de indeling van graven, de onderverdeling van graven in categorieën en de eisen voor de grafbedekking op het ter beschikking van het kerkgenootschap gestelde deel van de begraafplaats nadere regels stellen die afwijken van de regels krachtens de artikelen 3, eerste lid, 12, eerste lid, 15 en 21, tweede lid van deze verordening.
Het bestuur van het kerkgenootschap kan burgemeester en welhouders verzoeken hem er schriftelijk van in kennis te stellen dat er onderhoud of herstel door de rechthebbende nodig is van de grafbedekking op een of meer graven op het deel van de begraafplaats dat aan het kerkgenootschap ter beschikking is gesteld.
Op grond van het in het tweede lid van dit artikel genoemde verzoek stellen burgemeester en wethouders het bestuur van het kerkgenootschap schriftelijk in kennis dat de grafbedekking van een of meer graven onderhoud en herstel behoeft. De kennisgeving Iaat de bevoegdheid van burgemeester en wethouders onverlet om de rechthebbende op de graven ervan in kennis te stellen dat de grafbedekking moet worden onderhouden of hersteld.
De rechten en verplichtingen met betrekking tot eigen graven die voortvloeien uit de ingevolge artikel 34 van deze verordening ingetrokken verordeningen, worden geacht ingevolge deze verordening te zijn ontstaan.
Hij die handelt in strijd met de artikelen 3, 4, 5 en 6 van deze verordening wordt gestraft met een geldboete van de eerste categorie.
Artikel 33 Intrekken oude verordeningen
Per 1 januari 1995 vervallen de bestaande “beheersverordening Landscroon 1953” van 15december 1953, eerste wijziging 27 maart 1961, tweede wijziging 8 februari 1968, derde wijziging 4 april 1974, vierde wijziging 28 november 1974 en “beheersverordening Carspelhof 1972” van 3 mei 1972, eerste wijziging 15 december 1977.Per 1 januari 2006 vervalt de bestaande verordening van 1 januari 1995.