Organisatie | Stadskanaal |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Algemene verkoopvoorwaarden van de gemeente Stadskanaal |
Citeertitel | Algemene verkoopvoorwaarden van de gemeente Stadskanaal |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Geen
Geen
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
24-11-1997 | art. 2.3, 2.7, 2.12 | 24-11-1997 Geen | R 5279 | ||
25-01-1993 | 01-01-1993 | 24-11-1997 | nieuwe regeling | 25-01-1993 Geen | R 4136 |
HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN
Het moment waarop de koper voor het eerst feitelijk over de onroerende zaak beschikt door deze te betrekken, er feitelijke werkzaamheden in of op uit te voeren of er een afrastering omheen te zetten. Het uitvoeren van een sonderingsonderzoek of een milieukundig bodemonderzoek valt hier echter niet onder en kan gebeuren zonder dat er sprake is van ingebruikneming.
HOOFDSTUK 2 ALGEMENE VERKOOPVOORWAARDEN
De koopsom dient uiterlijk te worden voldaan bij de akte van levering. Over de koopsom, verminderd met hetgeen daarvan is voldaan, is met ingang van de datum van eerdere ingebruikneming, doch in ieder geval per de eerste van de maand, volgende op de datum van het ondertekenen van de koopovereenkomst, tot aan de dag van (volledige) betaling rente verschuldigd.
Artikel 2.5. Perceelsomschrijving, meting, terreingrenzen.
Vóór de datum van de ingebruikneming van de onroerende zaak zullen de grenzen door de gemeente met piketten in het terrein worden aangeduid en aan de koper op diens verzoek worden aangewezen, tenzij de onroerende zaak betrekking heeft op een of meer volledige kadastrale percelen. Bij verstoring tijdens de bouw kan deze aanwijs slechts op kosten van koper opnieuw geschieden. De koper verplicht zich bij het plaatsen of doen plaatsen van gebouwen met de gemeente overleg te plegen over de juiste situering binnen de grenzen van de onroerende zaak.
Artikel 2.6. Over- en ondermaat.
Verschil tussen de werkelijke grootte van de onroerende zaak, zoals die blijkt uit eventuele kadastrale inmeting, en de grootte zoals die door de gemeente is aangegeven, geeft geen aanleiding tot enige verrekening, tenzij anders overeengekomen.
Artikel 2.7. Milieukundig onderzoek.
Omtrent de aanwezigheid van voor het milieu of de volksgezondheid gevaarlijke of niet aanvaardbare stoffen in de te verkopen grond is een indicatief onderzoek verricht. De resultaten van dit onderzoek zijn neergelegd in een rapport; relevante gegenvens worden in kopie aan de koop- overeenkomst gehecht. Het rapport dient enkel om aan te tonen, dat de grond uit milieukundig oogpunt geschrikt is voor realisering van de bebouwing als omschreven in de koopovereenkomst en voldoet als zodanig aan de eisen welke daaraan in het kader van de afgifte van een bouwvergunning worden gesteld. Het afvoeren van grond van het perveel is geheel voor rekening en risico van de koper. Onder voor het milieu gevaarlijke of niet aanvaarbare stoffen wordt in dit verband niet verstaan: funderingsresten, puin of andere resten van bouwkundige aard, tenzij het hier betreft materialen als omschreven in de Wet Chemische Afvalstoffen. Evenmin wordt hieronder verstaan: de draagkracht van de grond beinvloedende factoren, noch stobben van bomen of struiken. Het inzichtelijk maken van de draagkracht van de grond wordt nadrukkelijk gerekend tot het onderzoeksgebeid van de koper. Tenzij anders overeengekomen komt het (rest)risico van bodemverontreiniging, onvoldoende draagkracht en andere belemmeringen voor rekening van de koper, evenwel met inachtneming van het navolgende:
Het staat de gemeente vervolgens vrij door een schriftelijke mededeling van de notaris, te verzenden binnen twee weken na ontvangst van de vordering van de koper tot het treffen van maatregelen, de koopovereenkomst te ontbinden; de koper zal de grond alsdan ter vrije beschikking van de gemeente stellen vorzover redelijkerwijs mogelijk in de staat en toestand waarin deze zich bevond ten tijde van het aangaan van de koopovereenkomst.
Artikel 2.8. Faillissement en beslag.
Indien de wederpartij vóór de datum van ondertekening van de notariële akte niet of niet tijdig voldoet aan hetgeen waartoe hij uit hoofde van de koopovereenkomst verplicht is, in staat van faillissement wordt verklaard of surséance van betaling heeft aangevraagd of gekregen, alsmede wanneer er vóór de datum van ondertekening van de notariële akte executoriaal beslag op zijn roerende en onroerende zaken wordt gelegd, is de gemeente bevoegd de overeenkomst te ontbinden, zonder dat enige ingebrekestelling of rechterlijke tussenkomst zal zijn vereist, een en ander onverminderd het bepaalde in artikel 2.11.
Indien in de koopovereenkomst omtrent een en hetzelfde objekt meer dan één natuurlijke- of rechtspersoon als wederpartij van de gemeente staat genoemd, zijn deze personen ieder hoofdelijk aansprakelijk voor de nakoming van de verplichtingen, die uit deze overeenkomst voortvloeien.
Artikel 2.10. Geschillenregeling.
Alle geschillen, die naar aanleiding van de koopovereenkomst mochten ontstaan, van welke aard en omvang ook, daaronder begrepen, die welke slechts door één der partijen als zodanig worden beschouwd, zullen worden voorgelegd aan de bevoegde rechter, tenzij partijen terzake van die geschillen arbitrage overeenkomen.
Bij niet-nakoming van enige verplichting, voortvloeiende uit de koopovereenkomst en/of het daarin van toepassing verklaarde deel van deze algemene voorwaarden, verbeurt de nalatige partij, na ingebrekestelling en na verloop van de in die ingebrekestelling bepaalde termijn, ten behoeve van de wederpartij een onmiddellijk opeisbare boete van tien procent van de koopsom. Voor zover de wederpartij meer schade lijdt, heeft hij naast deze boete recht op aanvullende schadevergoeding.
Binnen een jaar na de datum van het ondertekenen van de notariele akte dient de koper daadwerkelijk een aanvang te hebben gemaakt met realisering van de bebouwing als omschreven in de koopovereenkomst; binnen twee jaar na gemelde datum moet de op de grond te stichten bebouwing voltooid en gebruiksklaar zijn. Zonodig kunnen deze termijnen door Burgemeester en Wethouders worden verlengd.
Het bepaalde in lid c is niet van toepassing in geval van parate executie op grond van artikel 3:268 NBW en van verkoop op grond van artikel 3:174 NBW.
Artikel 2.13. Recht van terugkoop bij niet-nakoming bouwplicht.
Indien de koper niet of niet tijdig voldoet aan zijn bouwverplichting, is de koper verplicht om de gekochte grond bij voorkeur aan de gemeente te koop aan te bieden tegen de bij de aankoop aan de gemeente betaalde koopsom. Op deze koopsom zal in plaats van vergoeding van kosten, schade en rente -behoudens vrijstelling -door de gemeente een gedeelte, groot 5%, worden ingehouden en aan de gemeente vervallen, terwijl bovendien voor eventueel verrichte werken generlei vergoeding van de gemeente gevorderd kan worden.
De terugverkoper is verplicht binnen een door Burgemeester en Wethouders te bepalen termijn na de terugverkoop op zijn kosten zorg te dragen voor het in de oorspronkelijke staat terugbrengen van de gekochte grond, bij gebreke waarvan een en ander van gemeentewege op kosten van de terugverkoper zal geschieden.
Artikel 2.15. Kwalitatieve verplichting ter zake van kabels en leidingen.
Bij deze verplichting wordt bepaald, dat in, op of boven het onder lid a bedoelde gedeelte van het verkochte geen bouwwerken mogen worden opgericht, noch een gesloten wegdek mag worden aangebracht, ontgrondingen of graafwerkzaamheden worden verricht, of bomen dan wel diep wortelende struiken worden geplant, of aan derden toestemming tot zulk een handelen wordt verleend.
Voor deze verplichting van de koper is de begunstigde geen enkele vergoeding verschuldigd. Wel wordt eventuele schade als gevolg van werkzaamheden met betrekking tot het leggen, het controleren, het onderhouden en het vernieuwen van de kabels en leidingen door de gemeente of de betreffende nutsbedrijven vergoed. De kosten van deze verplichting komen ten laste van de koper.
(N.B. De voorwaarden uit dit hoofdstuk moeten wel in de uitgifte-overeenkomst van toepassing zijn verklaard!).
De gemeente staat toe dat de koper haar rechten op overdracht van de grond overdraagt aan de kopers van de woningen op de door haar te bebouwen kavels, eventueel voordat die bebouwing tot stand is gekomen; in ieder geval onder de voorwaarden dat:
Artikel 3.2. Toestemming tot doorverkoop.
De in artikel 2.12, lid c bedoelde toestemming wordt geacht te zijn verleend als de overdracht van de onderhavige grond geschiedt ter uitvoering van een tussen de in de koopovereenkomst genoemde koper en diens wederpartij gesloten koop-/aannemingsovereenkomst, waarbij genoemde koper zich tegenover die wederpartij verplicht de in deze overeenkomst genoemde opstal(len) te bouwen, zulks met inachtneming van het in deze verkoo pvoorwaarden bepaalde.
Artikel 3.3. Opstalrecht voor kabels en leidingen.
Ten laste van een daartoe op de bij de uitgifte-overeenkomst behorende tekening aangeduid gedeelte van de onroerende zaak en ten behoeve van de in de uitgifte-overeenkomst aangegeven begunstigde wordt gevestigd een opstalrecht, inhoudende het recht om nutsvoorzieningen te hebben, te houden, te inspekteren, te onderhouden en te vernieuwen.
Bij dit opstalrecht wordt in ieder geval bepaald dat op, respectievelijk in of boven dat gedeelte van het verkochte geen bouwwerken mogen worden opgericht, noch een gesloten wegdek mag worden aangebracht, ontgrondingen mogen worden verricht of bomen, dan wel diepwortelende struiken mogen worden geplant, of aan derden toestemming tot zo'n handeling mag worden verleend. Voor de vestiging van dit zakelijk recht is de begunstigde geen enkele vergoeding verschuldigd.