Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Stadskanaal

Algemene regelen met betrekking tot de duur van de vakantie

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieStadskanaal
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingAlgemene regelen met betrekking tot de duur van de vakantie
CiteertitelAlgemene regelen met betrekking tot de duur van de vakantie
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling is vervallen wegens het in werking treden van de Wet normalisering rechtspositie ambtenaren (Wnra)

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Collectieve Arbeidsvoorwaardenregeling en Uitwerkingsovereenkomst (CAR-UWO), art; 6:2

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

15-04-199701-01-2020nieuwe regeling

15-04-1997

Geen

BW, 15-04-1997, 9

Tekst van de regeling

Intitulé

Algemene regelen met betrekking tot de duur van de vakantie

Burgemeester en Wethouders van de gemeente Stadskanaal;

gelezen de circulaire van het Landelijk Overleg Gemeentelijke Arbeidsvoorwaarden van 7 maart 1996, kenmerk ARZ/601519;

gelet op artikel 6:2 van de Collectieve Arbeidsvoorwaardenregeling en de Uitwerkingsovereenkomst van de gemeente Stadskanaal;

gelet op de verkregen overeenstemming in de Commissie voor Georganiseerd Overleg;

besluiten:

  • a.

    vast te stellen de volgende "Algemene regelen met betrekking tot de duur van de vakantie";

  • b.

    in te trekken de Algemene regelen met betrekking tot de duur van de vakantie van 25 oktober 1994.

Artikel 1

De duur van het vakantie verlof bij een volledige betrekking bedraagt 172,8 uur per jaar, met dien verstande dat de duur van de vakantie van de ambtenaar in 1997 en 1998 165,6 uur bedraagt.

Artikel 2

De vastgestelde duur van de vakantie wordt verhoogd:

  • a.

    voor de minderjarige ambtenaar over het kalenderjaar, waarin hij een school voor dagonderwijs heeft verlaten, alsmede over het daarop volgende kalenderjaar, met 14,4 uur en vervolgens over de kalenderjaren, waarin hij nog niet de leeftijd van 21 jaar bereikt, met 7,2 uur;

  • b.

    over het kalenderjaar, waarin de ambtenaar een diensttijd in overheidsdienst van 15, 25 of 35 jaar dan wel de leeftijd van 35, 45 of 55 jaar bereikt, alsmede over de daarop volgende jaren, met respectievelijk 14,4, 28,8 en 43,2 uur.

Artikel 3

In verband met het vervallen van twee leeftijdsverlofdagen voor ambtenaren die op of na 1 januari 1997 in dienst treden, bedraagt de verhoging van de duur van de vakantie als bedoeld in artikel 2:

  • 1.

    voor ambtenaren als bedoeld onder sub. a: 0 uur;

  • 2.

    voor ambtenaren als bedoeld onder sub. b:

    • -

      bij een diensttijd van 15 jaar dan wel een leeftijd van 35 jaar: 0 uur;

    • -

      bij een diensttijd van 25 jaar dan wel een leeftijd van 45 jaar: 14,4 uur;

    • -

      bij een diensttijd van 35 jaar dan wel een leeftijd van 55 jaar: 28,8 uur.

Artikel 4

Aan de ambtenaar wordt extra verlof verleend op Goede Vrijdag, tweede paasdag, tweede pinksterdag, hemelvaartsdag en voorzover deze dagen niet op een zaterdag of zondag vallen tevens op nieuwjaarsdag, Koninginnedag, 5 mei en op eerste en tweede kerstdag.

Artikel 5

  • 1.

    De ambtenaar kan een verzoek indienen tot uitbetaling van maximaal 21,6 uur leeftijdsverlof per jaar.

  • 2.

    Het verzoek daartoe dient vóór 1 november van het jaar waarop het verzoek zich richt, te zijn ingediend.

  • 3.

    De uit te betalen uren worden berekend op basis van het op 1 januari van het jaar waarop het verzoek zich richt, geldende salaris. De uitbetaling vindt plaats via de salarisadministratie met toepassing van de verplichte inhoudingen.

  • 4.

    Het verzoek kan door ons worden afgewezen indien daartegen vanuit financieel en/of organisatorisch oogpunt bezwaren bestaan.

Aldus besloten in de vergadering van 15 april 1997.

Burgemeester en Wethouders voornoemd,

De Secretaris, De Burgemeester