Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Katwijk

Verordening materiële financiële gelijkstelling onderwijs gemeente Katwijk

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieKatwijk
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening materiële financiële gelijkstelling onderwijs gemeente Katwijk
CiteertitelVerordening materiële financiële gelijkstelling onderwijs gemeente Katwijk
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

--

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Onbekend

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-2011Onbekend

16-12-2010

Katwijksche Post en Rijnsburger 23 december 2010

2010-020415

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening materiële financiële gelijkstelling onderwijsgemeente Katwijk

De raad van de gemeente Katwijk; gelezen het voorstel van het college van 1 november 2006 en 19 oktober 2010; gelet op artikel 140/141 van de Wet op het primair onderwijs, artikel 134/135 van de Wet op de expertisecentra en artikel 96g/96h van de Wet op het voortgezet onderwijs; gelet op de artikelen XIII, XV en XVII van de Wet dualisering gemeentelijke medebewindsbevoegdheden; gelet op artikel 5 van de Gemeentewet; gelet op hoofdstuk 4 van de Algemene wet bestuursrecht; gezien het gevoerde overleg met vertegenwoordigers van de bevoegde gezagsorganen van de niet door gemeente in stand gehouden scholen in de gemeente; overwegende dat het gewenst is de toekenning van voorzieningen in het kader van aanvullend gemeentelijk beleid ten aanzien van het onderwijs bij verordening te regelen; besluit vast te stellen de volgende: Verordening materiële financiële gelijkstelling onderwijsgemeente Katwijk

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsbepalingen

 

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • 1.

    het college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Katwijk;

  • 2.

    schoolbestuur: bevoegd gezag van een volgens de Wet op het primair onderwijs, de Wet op de expertisecentra en de Wet op het voortgezet onderwijs bekostigde in de gemeente gelegen openbare of bijzondere school, of, voorzover in deze verordening is bepaald, van een nevenvestiging waarvan de hoofdvestiging is gelegen in een andere gemeente;

  • 3.

    school: school voor basisonderwijs, school voor (voortgezet) speciaal onderwijs en school voor voortgezet onderwijs;

  • 4.

    nevenvestiging: deel van een school dat door de minister ingevolge artikel 85 van de Wet op het primair onderwijs, of van de Wet op de expertisecentra, artikel X van de wet van 31 mei 1995 (Stb. 319) of van de Wet op het voortgezet onderwijs voor bekostiging in aanmerking is gebracht;

  • 5.

    voorziening: een voorziening zoals opgenomen in de bijlage Voorzieningen van deze verordening;

  • 6.

    aanvullende voorziening: een door het college vastgestelde nieuwe voorziening waarmee de verordening tijdelijk wordt aangevuld;

  • 7.

    indieningsdatum: uiterste moment zoals opgenomen in de bijlage Voorzieningen van deze verordening, waarvoor een aanvraag voor een voorziening voor het eerste daaropvolgende tijdvak moet zijn ingediend;

  • 8.

    toekenningscriteria: de omstandigheden zoals opgenomen in de bijlage Voorzieningen van deze verordening, waaronder een schoolbestuur in aanmerking komt voor een voorziening of een aanvullende voorziening;

  • 9.

    tijdvak: periode zoals opgenomen in de bijlage Voorzieningen van deze verordening, waarvoor een voorziening wordt toegekend;

  • 10.

    subsidieplafond: het door de raad of het college vastgestelde bedrag, voor een door de raad aangewezen voorziening, dat ten hoogste beschikbaar is binnen een bepaald tijdvak;

  • 11

    feitelijke beschikbaarstelling: de beschikking van het college waarbij een voorziening of aanvullende voorziening in natura beschikbaar wordt gesteld;

  • 12

    subsidievaststelling: de beschikking van het college waarin het subsidiebedrag voor een voorziening of aanvullende voorziening definitief wordt vastgesteld en een recht op uitbetaling ontstaat.

  • 13

    subsidieverlening: de beschikking van het college waarbij een voorwaardelijke financiële aanspraak ontstaat op het subsidiebedrag voor een voorziening of een aanvullende voorziening.

  • 4.

    school voor basisonderwijs: een basisschool of een speciale school voor basisonderwijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op het primair onderwijs;

  • 5.

    school voor (voortgezet) speciaal onderwijs: een school voor speciaal onderwijs of een school voor speciaal en voortgezet speciaal onderwijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de expertisecentra, een instelling voor speciaal en voortgezet speciaal onderwijs als bedoeld in artikel 8 van de Wet op de expertisecentra en een school voor voortgezet speciaal onderwijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de expertisecentra;

  • 6.

    school voor voortgezet onderwijs: school of scholengemeenschap voor voorbereidend wetenschappelijk onderwijs, voor hoger en middelbaar algemeen voortgezet onderwijs, voor voorbereidend beroepsonderwijs en voor praktijkonderwijs.

Artikel 2 Subsidieplafond en verdelingsregels

 

  • 1.

    De raad kan voor een voorziening een subsidieplafond vaststellen. Hierbij bepaalt de raad hoe het beschikbare bedrag wordt verdeeld.

  • 2.

    De raad kan voor een voorziening het gestelde in het eerste lid overdragen aan het college. Het college neemt daarbij de gemeentebegroting in acht.

  • 3.

    Het college maakt het subsidieplafond en de wijze van verdeling van het beschikbare bedrag, uiterlijk zes weken voor de indieningsdatum aan de schoolbesturen bekend.

Artikel 3 Aanvullende voorziening

 

  • 1.

    Het college kan bepalen dat de verordening tijdelijk wordt aangevuld met een voorziening.

  • 2.

    Het college stelt de toekenningscriteria vast waaronder aanspraak bestaat op de aanvullende voorziening.

Artikel 4 Jaarlijks overzicht

Jaarlijks voor 1 juli zendt het college aan de schoolbesturen een overzicht van de op basis van deze verordening toegekende voorzieningen. Het overzicht omvat de periode van 1 juni van het voorafgaande jaar tot en met 31 mei van het jaar van toezending.

Hoofdstuk 2 Procedures

Paragraaf 2.1 Aanvraag voorzieningen; weigeringsgronden

Artikel 5 Toevoegen, wijzigen en intrekken

Een wijziging van de verordening die leidt tot het toevoegen, wijzigen of intrekken van een voorziening, wordt uiterlijk zes weken voor de indieningsdatum bekendgemaakt door het college.

Artikel 6 Indiening aanvraag

 

  • 1.

    Het schoolbestuur dat een voorziening voor het eerste daaropvolgend tijdvak wenst, dient voor de indieningsdatum een aanvraag in bij het college. De indieningsdatum is niet van toepassing indien voor de voorziening is bepaald dat een indieningsdatum niet is voorgeschreven. Indien de aanvraag niet voor de indieningsdatum is ingediend, besluit het college om de aanvraag niet te behandelen. Bij de indiening van een aanvraag en de verstrekking van de gegevens dient het schoolbestuur gebruik te maken van het door het college vastgestelde formulier.

  • 2.

    De aanvraag vermeldt:

    • 1.

      naam en adres van het schoolbestuur;

    • 2.

      de dagtekening;

    • 3.

      de gewenste voorziening;

    • 4.

      de naam van de school en de onderwijssoort indien de voorziening is bestemd voor een school;

    • 5.

      een motivering dat wordt voldaan aan de toekenningscriteria.

3.   Bij het ontbreken van een of meer gegevens deelt het college dit schriftelijk mee aan het schoolbestuur. Daarbij krijgt het schoolbestuur de gelegenheid om binnen drie weken na de datum van verzending van de mededeling de gegevens schriftelijk aan te vullen. Indien het schoolbestuur de ontbrekende gegevens niet binnen deze termijn verstrekt, beslist het college de aanvraag niet te behandelen.

Artikel 7 Beslissingstermijn

 

  • 1.

    Het college besluit binnen twaalf weken na de indieningsdatum op een aanvraag. Indien ten aanzien van een voorziening geen indieningsdatum is voorgeschreven, beslist het college binnen twaalf weken na ontvangst van de aanvraag.

  • 2.

    Het college kan de termijn van twaalf weken met vier weken verlengen. Bij verlenging wordt uiterlijk twee weken voor het einde van de termijn van twaalf weken hiervan door het college schriftelijk mededeling gedaan aan het schoolbestuur. Hierbij geeft het college de reden voor de verlenging aan.

  • 3.

    Het college stelt binnen twee weken na de datum van de beschikking op de aanvraag het schoolbestuur hiervan schriftelijk in kennis.

Artikel 8 Weigeringsgronden

 

Het college weigert de voorziening in ieder geval indien:

  • 1.

    de gewenste voorziening geen voorziening is in de zin van deze verordening;

  • 2.

    niet is voldaan aan één van de toekenningscriteria;

  • 3.

    door verstrekking van de subsidie het subsidieplafond zou worden overschreden.

Paragraaf 2.2 Aanvraag aanvullende voorzieningen; weigeringsgronden

Artikel 9 Indiening aanvraag

 

  • 1.

    Het schoolbestuur dat een aanvullende voorziening wenst, dient een aanvraag in bij het college.

  • 2.

    Op de aanvraag is artikel 6, tweede en derde lid, van toepassing.

Artikel 10 Beslissingstermijn

Het college besluit binnen vier weken na ontvangst van de aanvraag of binnen vier weken na de verstrekking van de aanvullende gegevens. Binnen twee weken na de datum van de beschikking stelt het college het schoolbestuur hiervan schriftelijk in kennis.

Artikel 11 Weigeringsgronden

 

Het college weigert de aanvullende voorziening in ieder geval indien:

  • 1.

    de gevraagde voorziening geen aanvullende voorziening zoals bedoeld in artikel 3 is;

  • 2.

    niet is voldaan aan een van de toekenningscriteria.

Paragraaf 2.3 Toekenning; uitvoering beschikking subsidieverlening intrekking of wijziging; verbod vervreemding

Artikel 12 Inhoud beschikking tot toekenning; betaling

 

  • 1.

    De beschikking van het college tot toekenning van een voorziening of een aanvullende voorziening kan inhouden:

    • 1.

      feitelijke beschikbaarstelling van de voorziening; of

    • 2.

      een subsidieverlening; of

    • 3.

      een subsidievaststelling.

  • 2.

    De beschikking bevat:

    • 1.

      het tijdvak en het doel waarvoor de voorziening is toegekend;

    • 2.

      de wijze waarop het schoolbestuur de voorziening dient uit te voeren.

  • 3.

    De beschikking tot subsidieverlening of subsidievaststelling bevat voorts:

    • 1.

      het bedrag van de subsidie of indien de beschikking tot subsidieverlening het bedrag niet vermeldt, het bedrag waarop de subsidie ten hoogste wordt vastgesteld;

    • 2.

      het bedrag van het voorschot of de wijze van vaststelling daarvan indien de beschikking tot subsidieverlening bepaalt dat het college een voorschot verleent;

    • 3.

      voorzover van belang de wijze waarop rekening en verantwoording door het schoolbestuur wordt afgelegd aan het college.

  • 4.

    De betaling van het subsidiebedrag vindt binnen zes weken na de subsidievaststelling plaats.

Artikel 13 Uitvoering beschikking tot subsidieverlening

 

  • 1.

    Na een beschikking tot subsidieverlening dient het schoolbestuur uiterlijk acht weken na afloop van het tijdvak waarvoor de voorziening is toegekend een aanvraag tot subsidievaststelling in. Het college stelt de subsidie ambtshalve vast indien de aanvraag achterwege blijft.

  • 2.

    Bij de aanvraag toont het schoolbestuur aan dat de aan de subsidieverlening verbonden verplichtingen als genoemd in artikel 12 zijn nagekomen.

  • 3.

    Indien het schoolbestuur niet of niet voldoende aantoont dat de verplichtingen zijn nagekomen, deelt het college dit schriftelijk mee aan het schoolbestuur. Hierbij geven zij aan op welke onderdelen het schoolbestuur aanvullende informatie moet verschaffen. Daarbij krijgt het schoolbestuur de gelegenheid om binnen drie weken na ontvangst van de mededeling de gevraagde informatie schriftelijk te verschaffen. Indien het schoolbestuur de gevraagde informatie niet binnen deze termijn verstrekt, stelt het college de subsidie ambtshalve vast.

Artikel 14 Subsidievaststelling volgend op verlening

 

  • 1.

    Het college beslist binnen acht weken na de indiening van de aanvraag als bedoeld in artikel.. of binnen acht weken na de verstrekking van de aanvullende informatie. Binnen twee weken na de datum van de beschikking stelt het college het schoolbestuur hiervan schriftelijk in kennis.

  • 2.

    Het college betaalt het subsidiebedrag onder verrekening van de betaalde voorschotten, overeenkomstig de subsidievaststelling. De betaling vindt binnen zes weken na de subsidievaststelling plaats.

Artikel 15 Intrekken of wijzigen beschikking  tot feitelijke beschikbaarstelling of subsidievaststelling

 

  • 1.

    Het college kan een beschikking  tot feitelijke beschikbaarstelling of subsidievaststelling intrekken of ten nadele van het schoolbestuur wijzigen:

    • 1.

      op grond van feiten en omstandigheden waarvan het college bij de toekenning van de voorziening redelijkerwijs niet op de hoogte kon zijn en op grond waarvan de toekenning van de voorziening anderszins zou hebben plaatsgevonden;

    • 2.

      indien het schoolbestuur niet voldoet aan de in de beschikking gestelde verplichtingen;

    • 3.

      indien de beschikking onjuist was en het schoolbestuur dit wist of behoorde te weten.

  • 2.

    De intrekking of wijziging van een beschikking tot subsidievaststelling werkt terug tot en met het tijdstip van toekenning van de voorziening, tenzij bij de intrekking of wijziging anders is bepaald.

Artikel 16 Intrekken of wijzigen beschikking tot subsidieverlening

 

  • 1.

    Zolang de subsidie niet is vastgesteld, kan het college een beschikking tot subsidieverlening intrekken of ten nadele van het schoolbestuur wijzigen, indien:

    • 1.

      het bepaalde in artikel 13, eerste lid, onder b en c van toepassing is;

    • 2.

      de voorziening niet of niet geheel heeft plaatsgevonden, of zal plaatsvinden;

    • 3.

      het schoolbestuur onjuiste of onvolledige gegevens heeft verstrekt en de verstrekking van juiste of volledige gegevens tot een andere beschikking zou hebben geleid.

  • 2.

    De intrekking of wijziging werkt terug tot en met het tijdstip van toekenning van de voorziening, tenzij bij de intrekking of wijziging anders is bepaald.

Artikel 17 Terugvordering

Onverschuldigd betaalde subsidiebedragen en voorschotten kunnen worden teruggevorderd voor zover na de dag waarop de subsidie is vastgesteld, dan wel de handelingen als bedoeld in artikel 13, eerste lid onder b, heeft plaatsgevonden, nog geen vijf jaren zijn verstreken. Ten onrechte feitelijk beschikbaar gestelde voorzieningen kunnen worden teruggevorderd voor zover na de dag waarop de voorziening is toegekend nog geen vijf jaren zijn verstreken en de aard van de voorziening dit mogelijk maakt.

Artikel 18 Verbod tot vervreemding

Vervreemding door het schoolbestuur van op basis van deze verordening toegekende voorzieningen, is niet toegestaan zonder toestemming van het college tenzij sprake is van een overdracht van voorzieningen aan een ander schoolbestuur als gevolg van samenvoeging van het betreffende schoolbestuur met een ander schoolbestuur.

Hoofdstuk 3 Slotbepalingen

Artikel 19 Informatieverstrekking

Het schoolbestuur verstrekt op verzoek van het college nadere gegevens die noodzakelijk zijn voor de uitvoering van het bepaalde in deze verordening.

Artikel 20 Beslissing van het college in gevallen waarin de verordening niet voorziet

In gevallen, de uitvoering van de verordening betreffende, waarin deze verordening niet voorziet, beslist het college.

Artikel 21 Citeertitel; inwerkingtreding

 

  • 1.

    De verordening kan worden aangehaald als: Verordening materiële financiële gelijkstelling onderwijs gemeente Katwijk.

  • 2.

    Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2011.

 

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 16 december 2010.

 

 

BIJLAGE 1

 

I              Voorziening

Kosten van administratie, bestuur en beheer.

 

II            Indieningsdatum

Een jaar voor  verzelfstandiging van het openbaar basisonderwijs.

 

III          Tijdvak van toekenning

Per schooljaar vanaf het moment van bestuursoverdracht voor een periode van maximaal vijf jaar.

 

IV          Toekenningscriteria waaronder het schoolbestuur in aanmerking komt voor de voorziening

Verzelfstandiging van de school voor openbaar basisonderwijs.

 

IVa        Schoolsoort

Scholen voor openbaar basisonderwijs.

 

IVb        Voorziening staat open voor een nevenvestiging van een hoofdvestiging in een andere gemeente

Deze voorzienig staat open voor alle in de gemeente Katwijk gevestigde scholen of nevenvestigingen voor openbaar basisonderwijs.                              

 

V            Wijze van toekenning van subsidie

De voorziening wordt bekostigd op basis van de bruidsschatsregeling ten behoeve van de nieuwe rechtspersoon binnen de kaders die de wet daarvoor stelt voor een periode van vijf achtereenvolgende jaren, aan te vangen op het moment van de bestuursopdracht.

 

VI          Subsidieplafond

Op basis van de bruidsschatsregeling binnen de kaders die de wet daarvoor stelt.

 

 

Bijlage 'Voorzieningen' In de Bijlage 'Voorzieningen' moet een gemeente aangegeven welke voorzieningen onder de werking van de verordening vallen. Per voorziening wordt een aparte bijlage opgenomen. In de bijlage bij de verordening worden per voorziening de volgende punten beschreven:

 

I Aanduiding van de voorziening Hier dient te worden aangegeven welke voorziening kan worden aangevraagd.

 

II Indieningsdatum Hier wordt de indieningsdatum voor de betreffende voorziening bepaald. Ook kan worden bepaald dat geen specifieke indieningsdatum, gezien de aard van de voorziening, is voorgeschreven. Dit laatste zal met name spelen bij voorzieningen die noodzakelijk zijn als gevolg van calamiteiten.

 

III Tijdvak waarvoor voorziening wordt toegekend De raad vult hier het tijdvak in waarvoor een voorziening wordt toegekend. Dit kan een schooljaar zijn (wat voor de meeste voorzieningen, gezien de koppeling met het onderwijsproces, aan de orde is), maar ook een kalenderjaar.

 

IV Toekenningscriteria op grond waarvan een schoolbestuur in aanmerking komt voor een voorziening Het geheel van criteria zoals geformuleerd onder IV (en vastgesteld door de raad), geeft de omstandigheden weer waarin de school moet verkeren om in aanmerking te komen voor de voorziening. IVa Schoolsoort Hier dient te worden aangegeven voor welke schoolsoorten (basisonderwijs, [delen van het] [voortgezet] speciaal onderwijs en/of voortgezet onderwijs) de mogelijkheid om de voorziening aan te vragen, wordt geopend. IVb Voorziening staat open voor een nevenvestiging van een hoofdvestiging in een andere gemeente Hier dient te worden aangegeven door de raad of de voorziening kan worden aangevraagd voor een in de gemeente gelegen nevenvestiging van een hoofdvestiging die in een andere gemeente is gelegen. IVc Hoofdgebouw/ dislocatie/ nevenvestiging Indien relevant voor de voorziening dient hier te worden aangegeven van welke soort gebouwen de voorziening kan worden aangevraagd (dit kan zowel het hoofdgebouw, de dislocatie als de nevenvestiging zijn). IVd Overige criteria op basis waarvan het schoolbestuur van een school in aanmerking komt voor een voorziening Hiermee wordt gedoeld op de overige inhoudelijke toekenningscriteria die zijn gerelateerd aan de voorziening.

 

V Wijze van toekenning met eventueel daarbij behorende berekeningseenheid

 

VI Subsidieplafond VIa Voor deze voorziening wordt een subsidieplafond gehanteerd VIb Verdelingsregels