Organisatie | Eemnes |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening op de heffing en de invordering van een baatbelasting voor onroerende zaken gelegen in het Buitengebied Heidehoek te Eemnes |
Citeertitel | Verordening baatbelasting riolering buitengebied Heidehoek 2001 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp | Financiën en economie |
De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2001. Deze wijzigingsverordening, vastgesteld d.d. 5 november 2001, betreft een wijziging van artikel 5.
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
23-11-2001 | art. 5 | 05-11-2001 Laarder Courant De BEL 15-11-2001 | Raadsbesluit 05-11-2001 | ||
13-04-2001 | 23-11-2001 | nieuwe regeling | 26-06-2001 | Raadsbesluit 26-3-2001 |
De raad van de gemeente Eemnes;
gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 20 oktober 1998 en 27 februari 2001;
gelet op artikel 222 van de Gemeentewet en het ‘Bekostigingsbesluit Riolering Buitengebied Heidehoek’, vastgesteld bij raadsbesluit van 23 november 1998;
besluit vast te stellen de volgende verordening:
Verordening op de heffing en de invordering van een baatbelasting voor onroerende zaken gelegen in het Buitengebied Heidehoek te Eemnes; hierna te noemen:
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
Deze verordening verstaat onder:
3 een gedeelte van een onder 1 of 2 bedoeld eigendom dat blijkens zijn indeling is bestemd om als een afzonderlijk geheel te worden gebruikt;
4 een samenstel van twee of meer van de onder 1 of 2 bedoelde eigendommen of onder 3 bedoelde gedeelten daarvan die naar de omstandigheden beoordeeld bij elkaar horen.
Onder de naam ‘baatbelasting riolering buitengebied Heidehoek’ wordt in de vorm van een heffing ineens een directe belasting geheven ter zake van de onroerende zaken gelegen in de gemeente binnen het grijs gearceerde gebied op de bij deze verordening behorende en als zodanig gewaarmerkte kaart, die op 1 maart 2001 zijn gebaat door de in het tweede lid genoemde voorziening die tot stand is of wordt gebracht door of met medewerking van het gemeentebestuur.
Voor de toepassing van het eerste lid wordt als genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht aangemerkt degene die op het tijdstip van ingang van de heffing dan wel, indien de belasting wordt geheven in de vorm van een jaarlijkse belasting, bij de aanvang van het belastingjaar als zodanig in de kadastrale registratie is vermeld, tenzij blijkt dat hij op dat tijdstip geen genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht is.
Artikel 6 Regeling inzake heffing in de vorm van een jaarlijkse belasting
In afwijking van het bepaalde in artikel 2 wordt op verzoek van de belastingplichtige de belasting geheven in de vorm van een jaarlijkse belasting gedurende 30 jaren. Het verzoek genoemd in de eerste volzin dient binnen 6 weken na de dagtekening van de aanslag schriftelijk bij de in artikel 231, tweede lid, onderdeel b, van de Gemeentewet bedoelde gemeenteambtenaar te worden ingediend.
a Ingeval de belasting wordt geheven in de vorm van een jaarlijkse heffing en de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak als bedoeld in het eerste lid eindigt of wijzigt als gevolg van het overdragen van eigendom, bezit of beperkt recht, wordt de nieuwe genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht, met ingang van het eerstvolgende belastingjaar een aanslag ineens opgelegd voor de resterende belastingjaren van het belastingtijdvak, berekend overeenkomstig het
b In afwijking van het bepaalde in onderdeel a, wordt op verzoek van de in dat onderdeel bedoelde belastingplichtige de jaarlijkse heffing overeenkomstig het eerste lid gecontinueerd. Het verzoek daartoe dient binnen 6 weken na de dagtekening van de aanslag ingevolge onderdeel a, schriftelijk bij de in artikel 231, tweede lid, onderdeel b, van de Gemeentewet bedoelde gemeenteambtenaar te worden ingediend.
Ingeval de belasting wordt geheven in de vorm van een jaarlijkse heffing en in de loop van het belastingtijdvak de eigendom, het bezit of het beperkt recht van een gedeelte van de onroerende zaak wordt overgedragen, wordt, voor de verdeling van de resterende belastingschuld, de maatstaf van heffing als bedoeld in artikel 4 voor de betreffende onroerende zaken opnieuw vastgesteld voor de nog niet verstreken belastingjaren.
Artikel 8 Termijnen van betaling
De aanslagen moeten worden betaald binnen 2 maanden na de dagtekening van het aanslagbiljet.