Organisatie | Stichtse Vecht |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Handhavingsverordening 2011 |
Citeertitel | Handhavingsverordening 2011 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp | Maatschappelijke zorg en welzijn |
Deze regeling vervangt de verordeningen handhaving, door de raad van Maarssen vastgesteld op 14 december 2009, door de raad van Breukelen vastgesteld op 27 oktober 2009 en door de raad van Loenen vastgesteld op 27 oktober 2009.
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
21-01-2011 | 01-01-2011 | 01-01-2016 | Onbekend | 03-01-2011 Nieuwsblad voor Vecht-, Amstel- en Rijnstreek, 13-01-2011 | SV6 |
De raad van de gemeente Stichtse Vecht;
gelezen het voorstel van de Stuurgroep herindeling van november 2010;
gehoord de commissie herindeling Stichtse Vecht;
gelet op artikel 147, eerste lid, van de Gemeentewet en artikel 8a van de Wet werk en bijstand, artikel 12, eerste lid, onderdeel c, van de Wet investeren in jongeren, artikel 35, eerste lid ,onder c, van de Wet Inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers en artikel 35, eerste lid, onder c, Wet Inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk gewezen zelfstandigen;
overwegende dat het noodzakelijk is bij verordening regels te stellen met betrekking tot het bestrijden van misbruik en oneigenlijk gebruik van de Wet werk en uitkering, de Wet investeren in jongeren, de Wet Inkomensvoorziening ouder en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers en de Wet Inkomenvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen;
gelet op de Wet Bundeling Uitkeringen Inkomensvoorziening aan Gemeenten (Wet BUIG, stb. 2009, 592);
In deze verordening wordt verstaan onder:
Wetten: WWB: Wet werk en bijstand; WIJ: Wet investeren in jongeren; IOAW: Wet Inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers; IOAZ: Wet Inkomenvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen; Bbz 2004: Besluit bijstandsverlening zelfstandigen 2004; BUIG: Bundeling Uitkeringen Inkomensvoorziening aan Gemeenten.
Indien de belanghebbende onjuiste, onvolledige of in het geheel geen inlichtingen verstrekt die van belang zijn of kunnen zijn voor de bepaling van de hoogte, de duur en de voortzetting van de uitkering, verlaagt het college de uitkering conform hetgeen hierover is bepaald in de Maatregelenverordening WWB, IOAW en IOAZ en de Maatregelenverordening WIJ zoals die nu nog van toepassing zijn in de voormalige gemeenten Loenen, Breukelen en Maarssen. Dit laat onverminderd de mogelijkheid tot terugvordering van de ten onrechte ontvangen uitkering.
Indien een gedraging van belanghebbende als bedoeld in artikel 4 leidt tot benadeling van de gemeente, doet het college, onverminderd de mogelijkheid de uitkering te verlagen en de ten onrechte ontvangen uitkering terug te vorderen, aangifte bij het Openbaar Ministerie, in overeenstemming met het door de Openbaar Ministerie op dit punt gehanteerde uitgangspunten en hetgeen hierover is bepaald in de Maatregelenverordening WWB, IOAW, IOAZ en de Maatregelenverordening WIJ.
De inwerkingtreding van de WIJ en de Wet Bundeling van uitkeringen inkomensvoorziening aan gemeenten (Wet BUIG), plus het ontstaan van de nieuwe gemeente Stichte Vecht heeft tot de onderhavige Handhavingsverordening 2011 geleid. Thans is in de artikelen 8a van de WWB, 12, eerste lid, onderdeel c, van de WIJ, 35, eerste lid, onderdeel c, van de IOAW en 35, eerste lid, onderdeel c, van de IOAZ bepaald dat de gemeenteraad in het kader van het financiële beheer bij verordening regels stelt voor de bestrijding van het ten onrechte ontvangen van uitkering, uitkering of inkomensvoorziening alsmede van misbruik en oneigenlijk gebruik van die wetten. De gemeenteraad stelt op hoofdlijnen het beleid rondom handhaving vast door middel van deze Handhavingsverordening 2011. Verdere invulling vindt plaats in het beleidsplan Hoogwaardig Handhaven.
Deze verordening ziet toe op de werkingsgebieden van de IOAW, IOAZ en WIJ. Er is daarnaast gekozen voor een gecombineerde handhavingsverordening WWB, IOAW, IOAZ en WIJ omdat, gelet op de verwantschap tussen die wetten, het bestaande handhavingsbeleid in het kader van de WWB ook toepasbaar is op de uitvoering van de IOAW, IOAZ en WIJ.
De begrippen die in de verordening worden gebruikt hebben een gelijkluidende betekenis als de
omschrijving daarvan in de WWB, IOAW, IOAZ en WIJ.
De gemeente Stichtse Vecht werkt met het concept Hoogwaardige Handhaving. Eén van de uitgangspunten is dat fraude door goede voorlichting voorkomen kan worden. Door belanghebbende duidelijk uit te leggen wat de verplichtingen zijn en wat de gevolgen van het niet nakomen zijn, kan misbruik worden voorkomen. Preventieve elementen versterken het draagvlak bij de belanghebbenden. Dit maakt het mogelijk om repressieve elementen in te zetten: controle op maat en feitelijke sanctionering (artikel 5).
De inlichtingenplicht op grond van de WWB, IOAZ, IOAW en WIJ geldt voor belanghebbende vanaf het moment dat hij een aanvraag voor een uitkering indient. Op dat moment worden de geldende verplichtingen, waaronder dus de inlichtingenplicht, zowel mondeling als schriftelijk aan hem kenbaar gemaakt. Tevens worden de consequenties van het schenden van de inlichtingenplicht uitgelegd. Wanneer de uitkering aan belanghebbende wordt toegekend, zal de klantmanager de aan belanghebbende opgelegde verplichtingen in een gesprek uitleggen. Deze verplichtingen worden ook opgenomen in de toekenningsbeschikking. Indien de verplichtingen wijzigen, wordt dit per beschikking aan belanghebbende kenbaar gemaakt.
In het beleidsplan Hoogwaardig Handhaven staat aangegeven op welke andere manieren aandacht wordt besteed aan het voorkomen van fraude. Te denken valt aan folders, informatie in de Nieuwsbrief Sociale Zaken en op de gemeentelijke internetsite of aan publicaties in de media over de resultaten van fraudebestrijding.
Bij de uitkeringsaanvraag en zolang belanghebbende een uitkering ontvangt, wordt onderzoek gedaan naar de rechtmatigheid. Een rechtmatigheidsonderzoek kan regulier of intensief zijn. De intensiviteit van het rechtmatigheidsonderzoek is enerzijds afhankelijk van signalen (bijv. signalen van het Inlichtingenbureau, tips of signalen van belanghebbende zelf) en anderzijds van door de gemeente nader te benoemen thema’s (bijv. bepaalde beroepen, inkomsten of samenlevingsvormen). In het beleidsplan wordt aangegeven hoe het reguliere en het intensieve controletraject eruit zien en welke thema’s leiden tot een intensief controletraject. Een regulier onderzoek worden standaardcontroles uitgevoerd. Op basis van een signaal en/of controlethema wordt overgegaan tot een intensieve controle waarbij aanvullend onderzoek wordt verricht. Bij een intensieve controle kunnen allerlei bronnen worden geraadpleegd. Belanghebbende wordt op de hoogte gesteld dat er intensief onderzoek is gedaan, welke gegevens zijn gebruikt en wat er met de gegevens en resultaten is en wordt gedaan.
Artikelen 4 en 5 Verlaging van de uitkering en aangifte bij het Openbaar Ministerie
In principe leidt schending van de inlichtingenplicht tot een verlaging van de uitkering op grond van de Maatregelenverordening WWB, IOAW en IOAZ en de Maatregelenverordening WIJ. Als het fraudebedrag een bepaalde hoogte overschrijdt, moet aangifte worden gedaan bij het Openbaar Ministerie. Op dit moment ligt de aangiftegrens bij een fraudebedrag van € 10.000,-- of meer. Als de aangifte niet leidt tot strafvervolging, zal de gemeente alsnog conform de Maatregelenverordening WWB, IOAW en IOAZ en de Maatregelenverordening WIJ de uitkering verlagen. De ten onrechte verstrekte uitkering kan altijd worden teruggevorderd. De voorwaarden voor aangifte zullen worden afgestemd met het Openbaar Ministerie en zullen worden vermeld in het beleidsplan.