| Overheidsorganisatie | Openbaar lichaam Bonaire |
|---|---|
| Officiële naam regeling | EILANDSBESLUIT dd. 29 juli 1957, houdende algemene maatregelen nopens de verstrekking van brillen aan onvermogenden |
| Citeertitel | |
| Vastgesteld door | Bestuurscollege |
| Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
| Eigen onderwerp |
Deze regeling is vastgesteld en in werking getreden vóór 10-10-2010, maar op grond van artikel 7 van de Invoeringswet openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba en de Positieve lijst regelgeving Eilandsraad Bonaire (AB 2010, no. 20) dan wel het Eilandsbesluit vaststellen positieve lijst regelgeving Bestuurscollege Bonaire (AB 2010, nr. 19) tevens vastgesteld voor het openbaar lichaam Bonaire en derhalve met ingang van 10-10-2010 in het openbaar lichaam Bonaire van toepassing.
Aangezien een inwerkingtredingsbepaling in dit besluit ontbreekt, is het krachtens artikel 4, vierde lid, van het Uitvoeringsbesluit Eilandenregeling Bonaire en Bovenwindse Eilanden (P.B. 1951, no. 117) in werking getreden met ingang van de tiende dag na die van de afkondiging.
Onbekend
Geen
Datum inwerking- treding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerking- treding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
|---|---|---|---|---|---|
| 06-02-1961 | 10-10-2010 | art. 3 | 01-02-1961 A.B. 1961, no. 2 | n.v.t. | |
| 18-08-1957 | Nieuwe regeling | 29-06-1957 A.B. 1957, no. 19 | n.v.t. |
Zij, die in het rechtmatige bezit zijn van een door of vanwege het Bestuurscollege van het eilandgebied Bonaire afgegeven geldige kaart recht gevende op vrije geneeskundige behandeling en in aanmerking willen komen voor de verkrijging van een bril, waarvan de aanschaffingskosten ten laste van het eilandgebied worden genomen, dienen zich daartoe bij de te Bonaire praktiserende oogarts te vervoegen met een van de gouvernements-geneeskundige te Bonaire afkomstig bewijs, houdende, dat deze een onderzoek door de oogarts nodig acht.
Is de in artikel 1 bedoelde oogarts van mening, dat een verzoeker een bril behoeft, dan zal hij een daartoe strekkend recept afgeven.
De verzoeker dient zich met het recept aan het Bestuurskantoor te vervoegen en aldaar f. 3,50 te betalen en vervolgens het recept, waarop een bewijsteken van voormelde storting is aangebracht, bij een daartoe aangewezen opticien in te leveren.
De kosten van de overeenkomstig voorgaand recept doch in de eenvoudigste vorm geleverde bril zullen ten laste van de eilandskas aan de opticien worden betaald.
De in artikel 4 bedoelde betaling zal voor personen van 16 jaar en ouder slechts ten hoogste een maal in de vier jaren plaats vinden. Voor personen tot de leeftijd van 16 jaar kan de in artikel 4 bedoelde betaling ten hoogste een maal in de zes maanden geschieden.