Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gelderland

Overgangsreglement voor de wijziging van de organisatie van het waterbeheer in het beheersgebied van het waterschap Rivierenland, het hoogheemraadschap Alm en Biesbosch, het hoogheemraadschap van de Alblasserwaard en de Vijfheerenlanden en een deel van het zuiveringschap Hollandse Eilanden en Waarden

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieGelderland
OrganisatietypeProvincie
Officiële naam regelingOvergangsreglement voor de wijziging van de organisatie van het waterbeheer in het beheersgebied van het waterschap Rivierenland, het hoogheemraadschap Alm en Biesbosch, het hoogheemraadschap van de Alblasserwaard en de Vijfheerenlanden en een deel van het zuiveringschap Hollandse Eilanden en Waarden
CiteertitelOvergangsreglement voor de wijziging van de organisatie van het waterbeheer in het beheersgebied van het waterschap Rivierenland, het hoogheemraadschap Alm en Biesbosch, het hoogheemraadschap van de Alblasserwaard en de Vijfheerenlanden en een deel van het zuiveringschap Hollandse Eilanden en Waarden
Vastgesteld doorprovinciale staten
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerpwater, waterschap

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Onbekend

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

27-01-200501-01-2005Onbekend

30-06-2004

Provinciaal Blad 2004/151

Onbekend

Tekst van de regeling

Intitulé

Overgangsreglement voor de wijziging van de organisatie van het waterbeheer in het beheersgebied van het waterschap Rivierenland, het hoogheemraadschap Alm en Biesbosch, het hoogheemraadschap van de Alblasserwaard en de Vijfheerenlanden en een deel van het zuiveringschap Hollandse Eilanden en Waarden

Vastgesteld bij besluit van Provinciale Staten van Gelderland d.d. 30 juni 2004, Provinciale Staten van Zuid-Holland op 30 juni 2004, Provinciale Staten van Noord-Brabant op 1 juli 2004 en Provinciale Staten van Utrecht op 28 juni 2004 (Provinciaal Blad nr. 2004/151 d.d. 16 december 2004). Op 27 januari 2005 met terugwerkende kracht tot 1 januari 2005 in werking getreden.

Hoofdstuk 1 Begripsomschrijvingen

Artikel 1.

In dit overgangsreglement wordt verstaan onder:

  • a.

    waterschap: het waterschap Rivierenland;

  • b.

    overgaand gebied: het gebied van het hoogheemraadschap Alm en Biesbosch dat overgaat naar het waterschap, het gebied van het hoogheemraadschap van de Alblasserwaard en de Vijfheerenlanden dat overgaat naar het waterschap, alsmede het gebied van het zuiveringsschap Hollandse Eilanden en Waarden voorzover dit blijkens de kaart, bedoeld in artikel 2, eerste lid, van het Algemeen reglement voor het waterschap Rivierenland, overgaat naar het waterschap;

  • c.

    Gedeputeerde Staten: Gedeputeerde Staten van Gelderland;

  • d.

    categorie ongebouwd: de categorie van degenen die krachtens eigendom, bezit of beperkt recht het genot hebben van ongebouwde onroerende zaken;

  • e.

    categorie gebouwd: de categorie van degenen die krachtens eigendom, bezit of beperkt recht het genot hebben van gebouwde onroerende zaken;

  • f.

    categorie ingezetenen: de categorie van degenen die hun werkelijke woonplaats hebben in het gebied van het waterschap;

  • g.

    categorie bedrijfsgebouwd: de categorie van degenen die krachtens eigendom, bezit, beperkt recht of persoonlijk recht gebouwde onroerende zaken in gebruik hebben als bedrijfsruimte;

  • h.

    algemeen reglement: Algemeen reglement voor het waterschap Rivierenland.

Hoofdstuk 2 Rechtskracht voorschriften en overgang rechten en verplichtingen

Artikel 2.

  • 1.

    De op de dag, voorafgaand aan 1 januari 2005 voor overgaand gebied geldende waterschapsbesluiten blijven van kracht zolang het bevoegd bestuursorgaan niet anders beslist.

  • 2.

    De op de dag, voorafgaand aan 1 januari 2005 voor overgaand gebied geldende provinciale voorschriften blijven van kracht zolang het bevoegd bestuursorgaan niet anders beslist. 

Artikel 3.

  • 1.

    Het gedeelte van de binnenstad van Gorinchem dat voor wat betreft de taak kwantiteitsbeheer van oppervlaktewateren met ingang van 1 januari 2005 overgaat naar het waterschap is aangegeven op de bij dit reglement behorende kaart.

  • 2.

    Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland wijzen de waterstaatswerken in het gebied bedoeld in het eerste lid aan die op een daarbij bepaalde datum in beheer en onderhoud van de gemeente Gorinchem naar het waterschap overgaan.

  • 3.

    Bij de in het tweede lid bedoelde aanwijzing stellen Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland tevens vast in hoeverre een of meer van de desbetreffende onroerende goederen zijn uitgezonderd van de verplichting ingevolge artikel 5a, tweede lid, van de Waterschapswet, tot onvoorwaardelijke levering van deze goederen door de gemeente Gorinchem en aanvaarding daarvan door het waterschap.

  • 4.

    Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland geven geen toepassing aan het tweede en derde lid dan nadat zij Burgemeester en Wethouders van Gorinchem en het dagelijks bestuur van het waterschap hebben gehoord.

  • 5.

    Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland zijn het bevoegd bestuursorgaan voor wat betreft de toepassing van artikel 5a van de Waterschapswet. 

Artikel 4.

  • 1.

    Het algemeen bestuur van het waterschap stelt de rekeningen vast van het laatste dienstjaar van het hoogheemraadschap Alm en Biesbosch en het hoogheemraadschap van de Alblasserwaard en de Vijfheerenlanden. Het saldo wordt verantwoord in de rekening van het waterschap.

  • 2.

    Voor het tijdvak waarin nog geen begroting voor het waterschap inclusief het overgaand gebied is vastgesteld, is het dagelijks bestuur bevoegd tot het doen van uitgaven tot ten hoogste 4/12 gedeelte van het totaal van de bedragen die op de overeenkomstige posten voor de voor 2004 vastgestelde begrotingen van het waterschap, het hoogheemraadschap Alm en Biesbosch, het hoogheemraadschap van de Alblasserwaard en de Vijfheerenlanden en het betreffende deel van het zuiveringsschap Hollandse Eilanden en Waarden zijn geraamd. 

Artikel 5.

De zorg voor de archieven van het hoogheemraadschap Alm en Biesbosch, het hoogheemraadschap van de Alblasserwaard en de Vijfheerenlanden en het betreffende deel van het zuiveringsschap Hollandse Eilanden en Waarden gaat met ingang van 1 januari 2005 over op het waterschap.

Artikel 6.

Met ingang van 1 januari 2005 en zolang de in artikel 2 bedoelde besluiten en voorschriften blijven gelden, oefenen de bevoegde bestuursorganen en ambtenaren van het waterschap de bevoegdheden uit die bij de voorschriften aan overeenkomstige bestuursorganen en ambtenaren van het hoogheemraadschap Alm en Biesbosch, het hoogheemraadschap van de Alblasserwaard en de Vijfheerenlanden en het zuiveringsschap Hollandse Eilanden en Waarden zijn toegekend.

Hoofdstuk 3 Bestuur

Artikel 7.

  • 1.

    Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant dragen de dijkgraaf van het hoogheemraadschap Alm en Biesbosch eervol ontslag voor aan de Kroon met ingang van 1 januari 2005.

  • 2.

    Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland dragen de dijkgraaf van het hoogheemraadschap van de Alblasserwaard en de Vijfheerenlanden voor eervol ontslag voor aan de Kroon met ingang van 1 januari 2005. 

Artikel 8.

  • 1.

    In afwijking van het bepaalde in artikel 7 van het algemeen reglement wordt het op de dag voorafgaand aan 1 januari 2005 zittende algemeen bestuur van het waterschap van 36 leden met ingang van 1 januari 2005 uitgebreid met 21 leden.

  • 2.

    Van de 21 leden, bedoeld in het eerste lid, worden zeven leden aangewezen door en uit het algemeen bestuur van het hoogheemraadschap Alm en Biesbosch, tien leden door en uit het algemeen bestuur van het Hoogheemraadschap van de Alblasserwaard en de Vijfheerenlanden en vier leden door en uit het algemeen bestuur van het zuiveringsschap Hollandse Eilanden en Waarden.

  • 3.
    • a.

      Van de zeven leden aan te wijzen door het algemeen bestuur van het hoogheemraadschap Alm en Biesbosch worden twee leden aangewezen uit de categorie ongebouwd, twee leden uit de categorie gebouwd, twee leden uit de categorie ingezetenen en één lid uit de categorie bedrijfsgebouwd, zulks op aanbeveling per zetel van de leden behorende tot de betreffende categorie.

    • b.

      Van de tien leden aan te wijzen door het algemeen bestuur van het hoogheemraadschap van de Alblasserwaard en de Vijfheerenlanden worden vier leden aangewezen uit de categorie ongebouwd, vier leden uit de categorie gebouwd en twee leden uit de categorie ingezetenen, zulks op aanbeveling per zetel van de leden behorende tot de betreffende categorie.

    • c.

      Van de vier leden aan te wijzen door het algemeen bestuur van het zuiveringsschap Hollandse Eilanden en Waarden worden drie leden aangewezen uit de categorie ingezetenen en één lid uit de categorie bedrijfsgebouwd, zulks op aanbeveling per zetel van de leden behorende tot de betreffende categorie.

  • 4.

    In afwijking van artikel 9, eerste lid, van het algemeen reglement, worden geen plaatsvervangend leden aangewezen.

  • 5.

    Het overeenkomstig dit artikel uitgebreide algemeen bestuur van het waterschap heeft een zittingsduur tot 1 januari 2006.

Artikel 9.  

  • 1.

    In afwijking van het bepaalde in artikel 13, eerste lid, van het algemeen reglement worden aan het dagelijks bestuur van het waterschap drie leden toegevoegd.

  • 2.

    De drie leden, bedoeld in het eerste lid, worden aangewezen door het algemeen bestuur van het waterschap op voordracht van respectievelijk de zeven, tien en vier leden bedoeld in artikel 8, derde lid.

  • 3.

    Het overeenkomstig dit artikel uitgebreide dagelijks bestuur heeft een zittingsduur tot 1 januari 2006.

Artikel 10.  

Tot 1 januari 2006 worden de afdelingen zo veel mogelijk overeenkomstig de in artikel 31 van het algemeen reglement bepaalde indeling ingericht. 

Artikel 11.  

Het dagelijks bestuur van het waterschap draagt zorg voor de voorbereiding van de overkomst van het overgaand gebied. De voorbereiding, waaronder de voorbereiding van de benodigde besluiten, geschiedt in overleg met de dagelijkse besturen van het hoogheemraadschap Alm en Biesbosch, het hoogheemraadschap van de Alblasserwaard en de Vijfheerenlanden en het zuiveringsschap Hollandse Eilanden en Waarden. 

Hoofdstuk 4 Rechtspositie van de ambtenaren en het overig personeel  

Artikel 12.  

Met ingang van 1 januari 2005 zijn de secretaris van het hoogheemraadschap Alm en Biesbosch en de secretaris van het hoogheemraadschap van de Alblasserwaard en de Vijfheerenlanden eervol uit hun functie ontheven, onverminderd het bepaalde in artikel 14. 

Artikel 13.  

  • 1.

    De bevoegde bestuursorganen van het hoogheemraadschap Alm en Biesbosch en het hoogheemraadschap van de Alblasserwaard en de Vijfheerenlanden stellen een sociaal statuut vast. Zij horen bij de voorbereiding van het sociaal statuut een vertegenwoordiging van het Georganiseerd Overleg van de betrokken waterschappen, of bij het ontbreken van een Georganiseerd Overleg, de vakorganisaties met aangesloten ambtenaren van het waterschap.

  • 2.

    Onverminderd het bepaalde in het eerste lid stemmen de bevoegde bestuursorganen van het hoogheemraadschap Alm en Biesbosch en het hoogheemraadschap van de Alblasserwaard en de Vijfheerenlanden de voorbereiding van het Sociaal Statuut af met het dagelijks bestuur van het waterschap.

Artikel 14.  

  • 1.

    De ambtenaren in vaste dienst van het hoogheemraadschap Alm en Biesbosch en het hoogheemraadschap van de Alblasserwaard en de Vijfheerenlanden gaan met ingang van 1 januari 2005 over in dienst van het waterschap in dezelfde schaal, op dezelfde voet en ook overigens in dezelfde rechtstoestand als op de dag, voorafgaande aan die datum voor hen golden, tenzij in of krachtens het voor hen geldende Sociaal Statuut anders is voorzien.

  • 2.

    Voor de toepassing van het eerste lid worden onder ambtenaren in vaste dienst mede begrepen degenen die zijn aangesteld als ambtenaar in tijdelijke dienst dan wel voor de vervulling bij wijze van proef van een functie, vooruitlopende op een aanstelling in vaste dienst of tijdelijke dienst, onverminderd de voor de aanstelling geldende voorwaarden, en degenen met wie een arbeidsovereenkomst naar burgerlijk recht is gesloten.

  • 3.

    De eden en beloften, in verband met hun functie door de in het eerste lid bedoelde ambtenaren afgelegd, worden geacht mede op de dienstvervulling bij het waterschap betrekking te hebben.

Hoofdstuk 5 Slotbepaling  

Artikel 15.  

Indien nadere voorzieningen ter uitvoering van dit reglement zijn vereist, worden bij het ontbreken van een regeling daartoe, deze voorzieningen getroffen door Gedeputeerde Staten, gehoord Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland, Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant en Gedeputeerde Staten van Utrecht. 

Provinciale Staten van Gelderland