Organisatie | Gelderland |
---|---|
Organisatietype | Provincie |
Officiële naam regeling | Overgangsrecht voor het waterschap Rijn en IJssel |
Citeertitel | Overgangsrecht voor het waterschap Rijn en IJssel |
Vastgesteld door | provinciale staten |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp | waterschap |
Geen
Onbekend
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-1997 | Onbekend | 22-05-1996 Provinciaal Blad 1996/183 | Onbekend |
Vastgesteld bij gezamenlijk besluit van Provinciale Staten van Gelderland en Overijssel van 22 mei 1996, nr. F - 396, respectievelijk 26 juni 1996, nr. 20-I. Goedgekeurd bij ministerieel besluit van 9 september 1996, nr. HW/RH 224820 (Provinciaal Blad nr. 183 van 15 oktober 1996). In werking 1 januari 1997. De artikelen 5, zesde en zevende lid, 6, tweede en derde lid, 12, 15, 18, 19, 20 en 23 van het Overgangsrecht zijn in werking getreden op 15 oktober 1996.
Hoofdstuk I Begripsomschrijvingen
In dit overgangsrecht wordt verstaan onder:
toegevoegd gebied:het gebied dat van de zuiveringsschappen West-Overijssel en Veluwe, voor wat betreft de taak oppervlaktewaterkwaliteitsbeheer, en het gebied dat van het waterschap Oost-Veluwe en van de gemeenten Arnhem, Doesburg, Rheden, Rozendaal en Bergh voor wat betreft de taak oppervlaktewaterkwantiteitsbeheer, overgaat naar het waterschap;
Hoofdstuk 2 Rechtskracht voorschriften en uitoefening bevoegdheden
De op de dag, voorafgaande aan de datum van samenvoeging, voor overgaand en toegevoegd gebied geldende waterschapsbesluiten blijven van kracht zolang het bevoegd bestuursorgaan van het waterschap niet anders beslist. De eerste zin is van overeenkomstige toepassing op de besluiten van de betreffende gemeenten, voor zover die besluiten zijn genomen op grond van de Verordening waterhuishouding Gelderland.
Voor de vergaderingen van het algemeen bestuur en van het dagelijks bestuur van het waterschap gelden de reglementen van orde van het op te heffen zuiveringsschap Oostelijk Gelderland totdat deze door andere zijn vervangen. Voor de vergaderingen van de afdelingsbesturen van het waterschap geldt het reglement van orde voor de algemene vergadering van het op te heffen zuiveringsschap Oostelijk Gelderland.
Met ingang van de datum van samenvoeging en zolang de in artikel 2 bedoelde voorschriften blijven gelden, oefenen de in het waterschap en in de afdelingen ingevolge het algemeen reglement bevoegde bestuursorganen en ambtenaren de bevoegdheden uit die bij de voorschriften aan overeenkomstige bestuursorganen en ambtenaren van de op te heffen waterschappen zijn toegekend.
Hoofdstuk 3 Overgang rechten en verplichtingen
Ten aanzien van de in het tweede lid begrepen registergoederen zal verandering in de tenaamstelling in de openbare registers, bedoeld in artikel 3:16 van het Burgerlijk Wetboek plaatshebben. De voorzitter en de leden van het dagelijks bestuur van het waterschap doen daartoe de nodige opgaven aan de bewaarder van de registers.
Het eerste tot en met vierde lid zijn van overeenkomstige toepassing op de overgang van rechten en verplichtingen van de zuiveringsschappen West-Overijssel en Veluwe en het waterschap Oost-Veluwe of hun rechtsopvolgers, voor zover die rechten en verplichtingen betrekking hebben op dan wel verband houden met toegevoegd gebied.
Ter bepaling van de rechten en verplichtingen, bedoeld in het vijfde lid, die betrekking hebben op de zuiveringsschappen West-Overijssel en Veluwe en het waterschap Oost-Veluwe of hun rechtsopvolgers, wint de voorbereidingscommissie tezamen met het dagelijks bestuur van deze zuiveringschappen en het waterschap Oost-Veluwe of hun rechtsopvolgers, zo nodig advies in van een door hen aan te wijzen onafhankelijke deskundige.
Voorzover van toepassing treft de voorbereidingscommissie met de besturen van de gemeenten Arnhem, Doesburg, Rheden, Rozendaal en Bergh een regeling voor de overname, met ingang van de datum van samenvoeging, van de publiekrechtelijke rechten en verplichtingen met betrekking tot het toegevoegd gebied voor wat betreft de taak oppervlaktewaterkwantiteitsbeheer.
Beheer en onderhoud van werken in overgaand en toegevoegd gebied die in beheer en onderhoud zijn bij de op te heffen waterschappen, de zuiveringsschappen West-Overijssel en Veluwe en het waterschap Oost-Veluwe of hun rechtsopvolgers gaan met ingang van de datum van samenvoeging over naar het waterschap.
Ter bepaling van de waarde van de in het eerste lid bedoelde werken, die in beheer en onderhoud zijn bij de zuiveringsschappen West-Overijssel en Veluwe en het waterschap Oost-Veluwe of hun rechtsopvolgers, wordt zo nodig advies ingewonnen van een door de voorbereidingscommissie en het betreffende dagelijks bestuur van deze zuiveringschappen dan wel het dagelijks bestuur van het waterschap Oost-Veluwe of hun rechtsopvolgers aan te wijzen onafhankelijke deskundige.
Voorzover van toepassing treft de voorbereidingscommissie met de besturen van de gemeenten Arnhem, Doesburg, Rheden, Rozendaal en Bergh een regeling voor de overname, met ingang van de datum van samenvoeging, van het beheer en onderhoud van kunstwerken en waterbeheersingswerken met betrekking tot het toegevoegd gebied.
De rekeningen van het laatste dienstjaar van de op te heffen waterschappen worden vastgesteld door het algemeen bestuur van het waterschap. De saldi worden verantwoord in de rekening van het waterschap.
Voor het tijdvak waarin voor het waterschap nog geen begroting is vastgesteld, is het dagelijks bestuur bevoegd tot het doen van uitgaven tot ten hoogste 4/12 gedeelten van het totaal van de bedragen die op de overeenkomstige posten van de voor het dienstjaar voorafgaand aan de datum van samenvoeging vastgestelde begrotingen van de op te heffen waterschappen zijn geraamd.
Er is een overgangsbestuur dat bestaat uit een voorlopig algemeen bestuur, een voorlopig dagelijks bestuur en een waarnemend voorzitter. Ten aanzien van iedere afdeling is er een overgangsbestuur, bestaande uit een voorlopig afdelingsbestuur en een waarnemend afdelingsvoorzitter. De overgangsbesturen treden op met ingang van de datum van samenvoeging.
Voor elk lid van het voorlopig algemeen bestuur wordt tevens een plaatsvervangend lid aangewezen. Aanwijzing van de plaatsvervangend leden vindt gelijktijdig plaats. Het bepaalde in het derde tot en met vijfde lid is van toepassing met dien verstande dat binnen iedere kieskring de betrokken algemeen besturen bevoegd zijn om met inachtneming van het aantal plaatsvervangende zetels per categorie, te besluiten tot een andere verdeling van die zetels over de besturen die tot aanwijzing bevoegd zijn, indien alle algemeen besturen binnen de kieskring daarmee instemmen.
Gedeputeerde Staten van Gelderland benoemen, de voorbereidingscommissie en Gedeputeerde Staten van Overijssel gehoord, uit de leden van het voorlopig algemeen bestuur, die leden van het voorlopig dagelijks bestuur die tevens fungeren als afdelingsvoorzitter. Het voorlopig algemeen bestuur wijst uit zijn midden de overige leden van het voorlopig dagelijks bestuur aan in de vergadering, bedoeld in artikel 13, derde lid.
Tot aan het tijdstip waarop de benoeming van de voorzitter, bedoeld in artikel 46 van de wet, heeft plaatsgevonden, treedt een waarnemend voorzitter op. Deze waarnemend voorzitter wordt door Gedeputeerde Staten van Gelderland benoemd, nadat zij de voorbereidingscommissie en Gedeputeerde Staten van Overijssel hebben gehoord.
Hoofdstuk 5 De voorbereidingscommissie
Ter voorbereiding van de samenvoeging stellen Gedeputeerde Staten van Gelderland, Gedeputeerde Staten van Overijssel gehoord, een voorbereidingscommissie in. Deze wordt ten minste gevormd door de voorzitter en de leden van de door de besturen van de op te heffen waterschappen ingestelde commissie van voorbereiding.
De voorbereidingscommissie draagt zorg voor de noodzakelijk te verrichten handelingen met betrekking tot de voorbereiding van de belastingverordening, kostentoedelingsverordening en indien nodig, de omslagklassenverordening, bedoeld in onderscheidenlijk de artikelen 110, 119 en 120, vijfde lid van de wet, de heffingsverordening, bedoeld in artikel 17 van de Wet verontreiniging oppervlaktewateren en het opstellen van de begroting, bedoeld in artikel 99 van de wet.
Hoofdstuk 6 Rechtspositieregeling van de ambtenaren en het overig personeel
Voorafgaand aan de datum van samenvoeging stellen de dagelijks besturen van de op te heffen waterschappen in overleg met vertegenwoordigers van de ambtenarenorganisaties een gelijkluidend sociaal statuut vast.
Met ingang van de datum van samenvoeging worden de diensthoofden van de op te heffen waterschappen eervol uit hun functie ontslagen. Artikel 22 is op hen van toepassing.
Voorzover daarin niet of in onvoldoende mate is voorzien in het sociaal statuut gaan de ambtenaren, in vaste dienst van de op te heffen waterschappen, op de datum van samenvoeging over in dienst van het waterschap in dezelfde schaal, op dezelfde voet en ook overigens in dezelfde rechtstoestand als op de dag, voorafgaande aan die datum voor hen golden.
Voor de toepassing van dit artikel worden onder ambtenaren mede begrepen degene die is aangesteld als ambtenaar in tijdelijke dienst dan wel voor de vervulling bij wijze van proef van een functie, vooruitlopende op een aanstelling in vaste dienst of tijdelijke dienst, onverminderd de voor de aanstelling geldende voorwaarden, en degene met wie een arbeidsovereenkomst naar burgerlijk recht is afgesloten.