Overheidsorganisatie | Openbaar lichaam Bonaire |
---|---|
Officiële naam regeling | EILANDSBESLUIT van de 17e april 1957 no. 7, houdende algemene maatregelen tot vaststelling van een kindertoelageregeling voor de werklieden en arbeiders |
Citeertitel | Kindertoelageregeling werklieden en arbeiders |
Vastgesteld door | Bestuurscollege |
Onderwerp | personeel en organisatie |
Eigen onderwerp |
Deze regeling is vastgesteld en in werking getreden vóór 10-10-2010, maar op grond van artikel 7 van de Invoeringswet openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba en de Positieve lijst regelgeving Eilandsraad Bonaire (AB 2010, no. 20) dan wel het Eilandsbesluit vaststellen positieve lijst regelgeving Bestuurscollege Bonaire (AB 2010, nr. 19) tevens vastgesteld voor het openbaar lichaam Bonaire en derhalve met ingang van 10-10-2010 in het openbaar lichaam Bonaire van toepassing.
Het tijdstip van inwerkingtreding van dit besluit en dat van de wijzigingsbesluiten van 28-5-1958 (A.B. 1958, no. 11), van 7-1-1959 (A.B. 1959, no. 1) en van 8-5-1964 (A.B. 1964, no. 4) - dat telkens ligt voor de datum van publicatie - is bij wege van fictie vastgesteld, niet door uitdrukkelijke verlening van terugwerkende kracht.
Onbekend
Geen
Datum inwerking- treding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerking- treding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
25-12-1986 | 01-01-1985 | 10-10-2010 | art. 4 | 23-12-1986 A.B. 1986, no. 21 | n.v.t. |
04-12-1974 | art. 3 | 02-12-1974 A.B. 1974, no. 20 | n.v.t. | ||
01-01-1971 | art. 3 | 23-12-1970 A.B. 1970, no. 15 | n.v.t. | ||
07-05-1964 | 07-05-1964 | art. 3 | 08-05-1964 A.B. 1964, no. 4 | n.v.t. | |
01-01-1958 | 01-01-1958 | art. 3 | 07-01-1959 A.B. 1959, no. 1 | n.v.t. | |
01-01-1958 | 01-01-1958 | art. 3 | 28-05-1958 A.B. 1958, no. 11 | ||
01-07-1957 | 01-07-1955 | Nieuwe regeling | 17-04-1957 A.B. 1957, no. 8 | n.v.t. |
Onder werknemers worden in dit eilandsbesluit verstaan:
de werklieden en de arbeiders die onder genot van een maand-, week- of uurloon in dienst van het eilandgebied Bonaire werkzaam zijn.
Als gehuwd worden beschouwd alle mannelijke werknemers, die gehuwd zijn of gehuwd geweest zijn, alsmede alle vrouwelijke werknemers, die gehuwd geweest zijn en niet zijn hertrouwd.
1. Boven en behalve hun loon overeenkomstig de loonregelingen genieten de gehuwde werknemers voor hun ongehuwde wettige, gewettigde en/of stiefkinderen beneden de leeftijd van 18 jaar, laatstgenoemden voor zover zij geheel ten laste van de werknemer komen, een kindertoelage.
2. De kindertoelage bedraagt voor de werknemer die op uur- of weekloon werkzaam is, f. 5,-- per week en per kind; voor de werknemer, die op maandloon werkzaam is, f. 21,67 per maand en per kind.
3. Het in lid 1 bepaalde is tevens van toepassing op:
pleegkinderen beneden de leeftijd van 18 jaar die niet door de eigen ouders of voogden kunnen worden opgevoed,
natuurlijke kinderen van de werknemer voor zover de onder a en b bedoeld kinderen deel uitmaken van het gezin van de werknemer en door hem geheel als eigen wettige kinderen worden onderhouden en opgevoed; elk afzonderlijk geval door het Bestuurscollege te beoordelen.
4. Het recht op kindertoelage is aanwezig over dezelfde tijd als die waarover de werknemer recht heeft op loon, met dien verstande dat een gedeelte van een dag als een volle dag zal worden gerekend.
5. Zolang de werknemer in het genot is van de ziekteverlofsuitkering, de geldelijke uitkering in verband met een dienstongeval dan wel het ziekengeld, wordt de kindertoelage volledig genoten.
6. De kindertoelage wordt gelijktijdig met het loon uitbetaald.
1. De kindertoelage wordt toegekend met ingang van de dag waarop de aanspraak ontstaat.
2. Indien de werknemer hoeft nagelaten opgave te verstrekken van een kind of van kinderen voor wie aanspraak op kindertoelage bestaat, zal, indien deze nalatigheid wordt hersteld, de datum van ingang van de kindertoelage worden bepaald op de datum bedoeld in het eerste lid, met dien verstande dat, wanneer tussen de datum waarop de aanspraak is ontstaan en de datum van de opgave een termijn van meer dan een kwartaal gelegen is, de uitbetaling tot een kwartaal wordt beperkt
3. De toekenning van kindertoelage wordt beëindigd:
voor de werknemer die op uur- of weekloon werkzaam is, met ingang van de eerste dag van de loonweek, volgende op die, waarin de aanspraak verloren is gegaan.
voor de werknemer die op maandloon werkzaam is, met ingang van de eerste dag van de maand volgende op die waarin de aanspraak verloren is gegaan.
Indien naar het oordeel van het Bestuurscollege redelijkerwijs niet is te verwachten dat de kindertoelage ten goede zal komen aan het kind voor hetwelk deze wordt verstrekt, is het Bestuurscollege bevoegd deze toelage betaalbaar te stellen aan een ander dan de werknemer.
Tenzij het Bestuurscollege anders beslist wordt geen kindertoelage genoten door de werknemer die geen volledige dagtaak heeft.
1. Dit Eilandsbesluit wordt geacht, in werking te zijn getreden met ingang van 1 juli 1955.
2. Het kan worden aangehaald als de “Kindertoelageregeling werklieden en arbeiders".