Organisatie | Losser |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening op het benoemen van openbare ruimte en het nummeren van bouwwerken, gebouwen, complexen, afgebakende terreinen, lig- en standplaatsen |
Citeertitel | Verordening straatnaamgeving en huisnummering |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | ruimtelijke ordening, verkeer en vervoer |
Eigen onderwerp | Ruimtelijke ordening en infrastructuur |
Geen.
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-08-2007 | 29-09-2010 | art. 6 | 17-04-2007 | 17-07-2007, 9 | |
10-04-1997 | 01-08-2007 | nieuwe regeling | 13-03-1997 | 13-3-1997, 4 |
De raad van de gemeente Losser; gezien het advies van 12 november 1996; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 4 maart 1997; gelezen het advies van de commissie A.R.F.E.Z. van 19 februari 1997; gelet op artikel 149 van de Gemeentewet; overwegende dat de behoefte bestaat om nadere regels te stellen ten aanzien van huisnummering en straatnaamgeving; BESLUIT: vast te stellen de volgende: VERORDENING OP HET BENOEMEN VAN OPENBARE RUIMTE EN HET NUMMEREN VAN BOUWWERKEN, GEBOUWEN, COMPLEXEN, AFGEBAKENDE TERREINEN, LIG- EN STANDPLAATSEN.
Hoofdstuk 1 ALGEMENE BEPALINGEN
In deze verordening wordt verstaan onder:
Openbare ruimte: alle voor het openbaar rij- of ander verkeer openstaande wegen of paden, pleinen, plaatsen, plantsoenen en alle wateren die, al dan niet met enige beperking, voor het publiek bevaarbaar of anderszins toegankelijk zijn, alsmede daarin begrepen alle bouw- en kunstwerken die daar deel van uitmaken.
Hoofdstuk 2 HET BENOEMEN VAN DE OPENBARE RUIMTE EN HET NUMMEREN VAN BOUWWERKEN, GEBOUWEN, COMPLEXEN, AFGEBAKENDE TERREINEN EN LIGPLAATSEN OF STANDPLAATSEN
Hoofdstuk 3 PLAATSEN VAN NAAM- EN NUMMERBORDEN
Indien burgemeester en wethouders het nodig oordelen dat borden met een wijk- of buurtaanduiding, borden met straatnamen, huisnummer-verzamelborden en verwijsaanduidingen aan een bouwwerk, een gebouw, een muur, paal, schutting of andere soort terreinafscheiding worden aangebracht is de rechthebbende verplicht toe te laten dat de hier bedoelde borden vanwege of op verzoek en overeenkomstig de aanwijzingen van burgemeester en wethouders worden aangebracht, onderhouden, gewijzigd of verwijderd.
Hoofdstuk 5 STRAF-, OVERGANGS- EN SLOTBEPALINGEN
De opsporing van de in het eerste lid strafbaar gestelde feiten is, naast de in artikel 141 van het Wetboek van Strafvordering genoemde opsporingsambtenaren, opgedragen aan hen die door burgemeester en wethouders met de zorg voor de naleving van deze verordening zijn belast, ieder voor zover het de feiten betreft die in de aanwijzing zijn vermeld.
Artikel 10 Vervallen oude regels
Met de inwerkingtreding van deze verordening worden de in Afdeling 6 van de Algemene Politieverordening opgenomen artikelen 5.6.1 en 5.6.2 ingetrokken.
Burgemeester en wethouders kunnen in afwijking van het eerste lid besluiten dat de op grond van de in het eerste lid genoemde regels en voorschriften aangebrachte namen en nummers binnen een door hen te bepalen termijn moeten worden vervangen door namen en nummers die voldoen aan de bij of krachtens deze verordening gestelde voorschriften.
Nota-toelichting Toelichting op de verordening straatnaamgeving en huisnummering
Straatnamen en huisnummers (adressen) vervullen een essentiële functie in het maatschappelijke verkeer. Niet alleen voor dienstverlenende instanties als politie, brandweer, posterijen en ambulancebedrijven, maar ook voor bijvoorbeeld de makelaardij, de advocatuur, het notariaat en het bedrijfsleven. Zij kunnen veelal hun werkzaamheden niet uitvoeren zonder goed sluitende informatie over adressen. Ook de burger heeft belang bij goede adressering van zijn woonverblijf. Hij wenst immers 'vindbaar' te zijn.
Adressen vervullen binnen het openbaar bestuur eveneens en wezenlijke functie. Enerzijds is een groot deel van de overheidsregistraties immers geordend (toegankelijk) op alfanumerieke volgorde van adressen. Anderzijds zijn adressen van grote betekenis voor het koppelen van geautomatiseerde bestanden en voor het maken van selecties uit deze bestanden. Het benoemen van delen van de openbare ruimte (onder andere straatnamen) en het toekennen van nummers aan vastgoedobjecten is een taak der gemeente en dient derhalve met de nodige zorg te worden omgeven.
De bevoegdheid tot het benoemen van wijken en straten en het nummeren van vastgoedobjecten vloeit voort uit artikel 108 Gemeentewet die op 1 januari 1994 in werking is getreden. Dit artikel stelt dat de bevoegdheid tot regeling en bestuur inzake de huishouding van de gemeente aan het gemeentebestuur wordt overgelaten.
Tot 1 januari 1994 was de gemeentelijke bevoegdheid tot het benoemen van wijken en straten en het nummeren van vastgoedobjecten deels geregeld in artikel 174 van de gemeentewet en deels in artikel 41 e.v. van het ingetrokken Besluit bevolkingsboekhouding.
Artikel 174 van de gemeentewet had betrekking op de verdeling van de gemeenten in woonplaatsen, wijken en straten en op het toekennen van nummers aan gebouwen. Het artikel gaf de gemeenteraad de bevoegdheid tot 'het maken van de nodige verordeningen tot verdeling van de gemeente in wijken en opmaking van volledige staten der bevolking en harer behuizing'.
Het Besluit bevolkingsboekhouding is komen te vervallen met de invoering van de Wet gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens (GBA) op 1 oktober 1994.
Artikel 41 e.v. van het vervallen Besluit bevolkingsboekhouding had betrekking op het toekennen en vastleggen van huisnummers en straatnamen. Artikel 41 e.v. stelde dat het college van burgemeester en wethouders zorg draagt voor de straatnaamgeving en voor de nummering van de in de gemeente aanwezige gebouwen, die bewoond worden of geheel of gedeeltelijk voor bewoning zijn ingericht, alsmede voor de nummering van de in de gemeente aanwezige gebouwen, die naar hun aard en ligging voor nummering in aanmerking komen. De afdeling Burgerzaken was vervolgens verantwoordelijk voor het beheer van de registratie inzake huisnummers en straatnamen.
In de nieuwe situatie wordt op dezelfde wijze geregistreerd. De afdeling Bouwzaken kent een huisnummer toe en vervolgens wordt dit huisnummer door de afdeling Burgerzaken in de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens geregistreerd. Het bouw- en woningtoezicht is immers nauw betrokken bij bouwinitiatieven en kent de huisnummers toe. De afdeling Beheer en Onderhoud draagt eveneens zorg voor de toezending van het huisnummerplaatje. Het aanbrengen van het nummerplaatje wordt overgelaten aan de belanghebbende.
Het secretariaat van de huidige commissie van advies voor de straatnaamgeving is bij de afdeling Burgerzaken ondergebracht. In de nieuw te vormen commissie van advies kan het secretariaat bij deze afdeling gecontinueerd worden. Het voorzitterschap zal in de nieuwe commissie door een uit haar midden verkozen persoon worden vervuld. (Bij voorkeur een lid van het college van burgemeester en wethouders)
Zowel het secretariaat (Burgerzaken) als de deskundige toevoeging (sector Grondgebied) kunnen in de nieuwe commissie als ambtshalve ondersteuning aan de commissie worden toegevoegd.
Op aandringen van onder andere gemeentelijke vastgoeddeskundigen en coördinatoren I&A (Informatievoorziening en Automatisering) zijn er een tweetal verordeningen opgesteld. Het betreft enerzijds een verordening inzake het benoemen van delen van de openbare ruimte (straatnaamgeving) en het nummeren van vastgoedobjecten (huisnummering) en anderzijds een verordening voor de commissie, die burgemeester en wethouders adviseert over de straatnaamgeving.
Bij het opstellen van de verordening inzake straatnaamgeving en huisnummering is de mogelijkheid opgenomen verschillende zaken van uitvoerende aard in nadere uitvoeringsvoorschriften te regelen. Dit komt de overzichtelijkheid van de verordening ten goede. De betreffende uitvoeringsvoorschriften kunnen per gemeente verschillen. Zij dienen immers aan te sluiten bij de door de gemeente gekozen administratieve organisatie en stedenbouwkundige opzet.
Het toekennen van een straatnaam of een huisnummer op grond van de verordening is een beschikking in de zin van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De beschikking zal aan de formele en materiële eisen van de Awb moeten voldoen. Op grond van de Awb is het mogelijk tegen een beschikking een bezwaarschrift in te dienen bij het beschikkende bestuursorgaan. Tevens staat de mogelijkheid open een beroepschrift in te dienen bij de sector bestuursrecht van de arrondissementsrechtbank.
In geval van straatnaamgeving kan de vraag rijzen of wel sprake is van een beschikking. Deze vraag kan bevestigend worden beantwoord indien het besluit zicht richt op bepaalde, concreet aanwijsbare objecten en het besluit gebaseerd is op een publiekrechtelijke regeling, die een gedoogplicht inhoudt voor de rechthebbende op onroerende zaken in verband met het op deze objecten aanbrengen van straatnaamborden. Op grond van deze verordening zal derhalve in de regel sprake zijn van een beschikking tot straatnaamgeving.
Hernummering is in feite het toekennen van een huisnummer zoals in de verordening is aangegeven. Het besluit tot hernummering valt dan ook binnen de reikwijdte van de Awb.
Indien een aanvraag tot straatnaamgeving of huisnummering zou moeten worden afgewezen of een besluit tot straatnaamgeving of huisnummering een belanghebbende zou treffen, moet worden bezien of artikel 4:7 of artikel 4:8 van de Awb van toepassing is. Deze artikelen houden de verplichting in de aanvrager of belanghebbende te horen voordat het besluit wordt genomen.
In Artikel 1 is een nummer gedefinieerd als een nummer bestaande uit één of meer Arabische cijfers, al dan niet met toevoeging van een letter of een cijfercombinatie. Het is ongebruikelijk in het nummer Romeinse cijfers op te nemen. Desondanks laat het 'Logisch ontwerp GBA deze mogelijkheid open.
In het kader van de Volkstelling 1971 is tussen gemeenten, de provinciale planologische diensten en het CBS een gebiedsindeling overeengekomen, die wordt aangeduid met de term 'CBS wijk- en buurtindeling'. Gemeenten dienen zich dan ook te houden aan de CBS-wijk- en buurtindeling uit 1970. In de verordening komt derhalve het benoemen van de wijken en buurten terug hetgeen tot de bevoegdheid van het college van burgemeester en wethouders kan worden gerekend. De gemeente Losser hanteert de CBS wijk- en buurtindeling van 1970.
In het tweede lid is het benoemen van de openbare ruimte geregeld. De openbare ruimte omvat meer dan alleen straten, plantsoenen en wegen. Zo worden bijvoorbeeld ook waterlopen, sierwateren, bruggen, viaducten, metrostations, dijken, meren en plassen veelal van een naam voorzien.
Het benoemen van de openbare ruimte is een facultatieve bevoegdheid van het college van burgemeester en wethouders. Dit college benoemt de openbare ruimte indien dat naar zijn oordeel nodig is.
Bij het gebruik van de bevoegdheid tot straatnaamgeving en huisnummering moeten burgemeester en wethouders rekening houden met de belangen van met name bewoners en bedrijven. Wijziging van de straatnaam of van het huisnummer treft de belangen van bewoners en bedrijven. In bepaalde gevallen kan er sprake zijn van een gemeentelijke gehoudenheid tot het regelen van de gevolgen van de wijzigingsbesluiten. Een aantal punten is hierbij van belang:
1 Tussen het besluit tot wijziging en de uitvoering van de wijziging dient voldoende tijd te liggen zodat de bewoners en de bedrijven zich op de gewijzigde straatnaam of het veranderde huisnummer kunnen voorbereiden.
Hoe langer deze periode is, hoe minder de gemeente gehouden is tot compenserende maatregelen. In artikel 11 is een periode van één jaar genoemd waarbinnen de oude en de nieuwe straatnaam of oude of nieuwe huisnummer naast elkaar kunnen worden gebruikt (lid 3). Deze periode kan voor gewone gevallen als een redelijke voorbereidingsperiode worden gezien. Gevallen die hiervan afwijken, zoals bijvoorbeeld sterk naar buiten tredende bedrijven met een groot klantenpotentieel, moeten op zich zelf worden bezien. In zijn algemeenheid verdient het aanbeveling in een vroegtijdig stadium contact op te nemen met de betrokken bedrijven. De Algemene wet bestuursrecht kent deze verplichting op grond van artikel 4:8.
2 Voor de gevallen waarin de gemeente gehouden kan worden geacht tot het vergoeden van de gemaakte kosten is geen algemene norm aan te geven waaruit de hoogte of de vorm van de vergoeding kan worden afgeleid.
3 Indien de wijziging bewoners betreft en er een korte voorbereidingsperiode geldt, is het beschikbaar stellen van een aantal adreswijzigingskaarten in de meeste gevallen een redelijke vorm van schadeloosstelling.
4 Bedrijven die ook bij een voorbereidingsperiode van één jaar onevenredig in hun belangen worden getroffen, kunnen een aanspraak maken op vergoeding van een deel van de door hen te maken kosten. Daarbij zijn de volgende aspecten te wegen:
a de bevoegdheid van de gemeente om tot wijziging te besluiten;
b het maatschappelijk risico dat een bedrijf dientengevolge is toe te rekenen;
c de lengte van de voorbereidingsperiode;
d de specifieke aspecten van het bedrijf;
e de voorraad naar buiten gerichte kantoorbescheiden en productonderdelen met adresvermelding;
f de actualiteit van de onder e genoemde zaken;
g het gemiddelde gebruik of de omzet per tijdsperiode van de onder e genoemde zaken;
h de mogelijkheid tot bedrijfseconomische en fiscale afschrijving van de onder e genoemde zaken.
De in het tweede lid gehanteerde formulering sluit niet uit dat burgers een aanvraag tot het benoemen van de openbare ruimte bij burgemeester en wethouders indienen. Een dergelijke aanvraag kan in de regel worden aangemerkt als een verzoek van een belanghebbende een besluit te nemen in de zin van artikel 1:3, derde lid, van de Awb. Op de afwikkeling van de aanvraag zijn dan ook wederom in ieder geval de hoofdstukken 3 en 4 van de Awb van toepassing (algemene en bijzondere bepalingen over besluiten).
In het tweede lid is vastgelegd dat een object een door het college van burgemeester en wethouders toegekend nummer ook feitelijk moet dragen. Daarmee wordt het college de mogelijkheid geboden toe te zien op de naleving van het aanbrengen van nummers aan objecten.
Met het oog op de dienstverlening is het immers noodzakelijk dat de nummers, die door het college van burgemeester en wethouders zijn toegekend, ook ter plaatse zijn terug te vinden.
Het ligt niet voor de hand dat een gemeente de kosten die gepaard gaan met de uitwerking van dit artikel bij de eigenaar van het betreffende object in de vorm van leges in rekening brengt. Er is immers niet duidelijk sprake van een individueel belang.
Straatnaamborden zullen overeenkomstig de wens van het college van burgemeester en wethouders worden aangebracht. De kosten daarvan komen voor rekening van de gemeente.
Het tweede lid verbiedt een ieder die daartoe niet bevoegd is straatnamen en huisnummers toe te kennen aan delen van de openbare ruimte, aan de daaraan liggende gemeentelijke bouwwerken en aan ligplaatsen of standplaatsen door deze zichtbaar ter plaatse aan te brengen.
Het derde lid verbiedt ten slotte een ieder die daartoe niet bevoegd is nummers toe te kennen aan onroerende zaken die privébezit zijn, door deze op zichtbare wijze aan te brengen. Overtreding van het tweede en derde lid wordt strafbaar gesteld.
Vooral het door de burgers aanbrengen van nummers aan hun onroerende zaken is de laatste decennia hand over hand toegenomen. Bovendien heeft recent onderzoek van een grote gemeente aangetoond dat niet alleen 'eigen nummers' worden toegekend aan objecten, maar dat dikwijls ook nummers ontbreken, niet leesbaar zijn of zo abstract zijn vormgegeven, dat zij niet meer aan de criteria van 'doeltreffendheid' voldoen. De criteria van doeltreffendheid dienen te worden uitgewerkt in technische uitvoeringsvoorschriften.
In het kader van de dienstverlening dienen straatnaamborden door of namens de gemeente ter plaatse goed zichtbaar te worden aangebracht. Dit is mogelijk door de straatnaamborden te bevestigen aan gebouwgevels, aan terreinafscheidingen van derden of aan paaltjes de op andermans terrein ten behoeve van de straatnaamgeving mogen worden geplaatst. Het artikel houdt echter ook rekening met de omstandigheid dat de borden niet door de gemeente zelf, maar door derden worden aangebracht. Om te voorkomen dat de leesbaarheid van de aangebrachte naamborden door hoog opschietend groen, zonneschermen of reclameborden wordt belemmerd, is bepaald dat de eigenaar er voor dient te zorgen dat de bedoelde borden vanaf de openbare weg leesbaar blijven.
Het aanbrengen van huisnummerbordjes is per gemeente verschillend geregeld. Sommige gemeenten brengen de nummers zelf aan. Het aanbrengen van de nummers wordt in bepaalde gevallen echter ook uitbesteed of overgelaten aan de aannemer, als onderdeel van het uitvoeren van een bouwwerk. Ten slotte kan het ook aan de eigenaar worden overgelaten de nummers, conform de nadere gemeentelijke voorschriften, aan te brengen.
In de verordening is gekozen voor een formulering waarbij de eigenaar het nummer dient aan te brengen, tenzij het college van burgemeester en wethouders anders besluit. Het laatste kan bijvoorbeeld het geval zijn bij nieuwbouwprojecten, waarbij een uniform uitgevoerde nummering wenselijk wordt geacht. Het verdient aanbeveling de verantwoordelijkheid voor het aanbrengen van een huisnummer in de tekst van de huisnummerbeschikking te regelen.
In het tweede lid is bepaald dat het door het college van burgemeester en wethouders toegekende nummer binnen een bepaalde termijn moet zijn aangebracht.
Voor gevallen waarin het object nog niet is voltooid, is in het derde lid een andere termijn gesteld. Het vierde lid geeft burgemeester en wethouders de mogelijkheid de in het eerste en tweede lid genoemde termijnen te verlengen.
Het eerste lid biedt de mogelijkheid nadere technische uitvoeringsvoorschriften te geven. In het kader van de deregulering worden echter geen gedetailleerde voorschriften inzake het aanbrengen van het nummerbord gegeven. Vandaar dat de technische uitvoeringsvoorschriften algemeen van karakter kunnen zijn. Er kan in dit verband worden gedacht aan algemene eisen aan het te gebruiken materiaal (bestand tegen weersinvloeden), alsmede aan een aantal andere technische zaken zoals de methode van nummering en maatvoering van de borden.
Het tweede lid biedt het college van burgemeester en wethouders de mogelijkheid nadere administratieve voorschriften te geven. Deze passage is om verschillende redenen in de verordening opgenomen. In de eerste plaats vervullen straatnaam- en huisnummergegevens een zeer wezenlijke functie in het maatschappelijk verkeer. De dienstverlening (brandbestrijding, ambulancevervoer, postbezorging, et cetera) kan niet zonder deze informatie.
In de tweede plaats zijn tal van gemeentelijke registraties geordend op de volgorde van straatnaam en huisnummer. In de derde plaats is een systematische en eenduidige verstrekking van straatnaam- en huisnummergegevens aan vele instanties noodzakelijk. Zo bestaan er verplichtingen tot levering van adresgegevens aan afnemers en derden in de zin van de Wet GBA en aan bijvoorbeeld waterschappen en de Rijksbelastingdienst voor hun belastingheffing. In de vierde plaats is een goede registratie van straatnaam- en huisnummergegevens noodzakelijk om gemeentelijke bestanden te kunnen raadplegen en op elkaar af te stemmen. Ten slotte vervullen de adresgegevens een belangrijke rol bij de uitkering uit het Gemeentefonds. Te zamen redenen genoeg om uitvoeringsvoorschriften te formuleren.
Het opleggen van verplichtingen, zoals vervat in de verordening, heeft alleen zin wanneer deze ook kunnen worden afgedwongen zodra de regels worden overtreden. Het is gebruikelijk aan lichte overtredingen een geldboete van de eerste categorie te verbinden.
In het tweede lid worden met name de medewerkers van de Afdeling Bouwzaken aangewezen om op de naleving van de verordening toe te zien. Het voorbereiden van huisnummerbeschikkingen is doorgaans een taak waarmee medewerkers van deze afdeling zijn belast. De controle op de naleving kan dan ook beter aan medewerkers van deze afdeling worden toegekend.
Dit artikel regelt de inwerkingtreding van de verordening.
Dit artikel regelt het vervallen van de oude bepalingen. De strekking van het artikel spreekt voor zich.
Het principe van het benoemen van de openbare ruimte en het nummeren van bouwwerken, gebouwen, complexen, onbebouwde terreinen, ligplaatsen en standplaatsen dateert al uit de vorige eeuw. In de loop der tijd hebben vele voorschriften gegolden. Het is niet zinvol bij de invoering van de verordening te eisen dat alle huisnummers in de gemeente dienen te worden aangepast aan de nieuwe uitvoeringsvoorschriften, zoals vervat in artikel zeven. Nummers die onder het oude regime tot stand zijn gekomen blijven gehandhaafd. Het college van burgemeester en wethouders heeft wel de mogelijkheid aanpassing van de nummers te eisen.
Omdat de term 'huisnummer' in principe geen juiste term is voor het nummeren van bijvoorbeeld afgebakende terreinen of standplaatsen en ligplaatsen is de officiële titel van de verordening nogal lang. In het dagelijks gebruik zal de voorgestelde citeertitel worden gehanteerd.