Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Losser

Verordening op de heffing en invordering van een forensenbelasting 2010

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Losser
Officiële naam regelingVerordening op de heffing en invordering van een forensenbelasting 2010
CiteertitelVerordening forensenbelasting 2010
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerpBelastingen

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Gemeentewet, art. 223

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-201101-01-2011intrekking

14-12-2010

22-12-2009 Nieuwe Dinkellander

14-12-2010, 18
23-12-200901-01-2011Nieuwe regeling

15-12-2009

22-12-2009 Nieuwe Dinkellander

15-12-2009, 9

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening op de heffing en invordering van een forensenbelasting 2010

De raad van de gemeente Losser;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders;

gelet op artikel 223 van de Gemeentewet;

BESLUIT:

vast te stellen de volgende:

VERORDENING OP DE HEFFING EN INVORDERING VAN EEN FORENSENBELASTING 2010

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder woning:

een gemeubileerde woning als bedoeld in artikel 223 van de Gemeentewet.

Artikel 2 Belastingplicht en belastbaar feit

1. Onder de naam "forensenbelasting" wordt een directe belasting geheven van natuurlijke personen die, zonder in de gemeente hoofdverblijf te hebben, er op meer dan 90 dagen van het belastingjaar voor zich of hun gezin een gemeubileerde woning beschikbaar houden.

2. Of iemand in de gemeente hoofdverblijf heeft, wordt naar de omstandigheden beoordeeld.

Artikel 3 Maatstaf van heffing

1. De belasting wordt berekend naar de heffingsgrondslag voor de onroerende-zaakbelastingen, zoals die voor het desbetreffende belastingobject, waarvan de woning deel uitmaakt, voor het belastingjaar is vastgesteld;

2. In geval voor de woning geen heffingsgrondslag voor de onroerende -zaakbelastingen is vastgesteld, wordt de belasting berekend naar de waarde in het economisch verkeer van die woning;

3. Voor de vaststelling van de waarde in het economischverkeer als bedoeld in het tweede lid geschiedt overeenkomstig de regels voor de in de artikelen 220 tot en met 220h van de Gemeentewet bedoelde belastingen.

Artikel 4 Belastingtarief

De belasting bedraagt per woning:

met een economische waarde tot € 20.000 € 160,80

met een economische waarde van € 20.000 tot € 40.000 € 220,70

met een economische waarde van € 40.000 tot € 80.000 € 445,50

met een economische waarde van € 80.000 tot € 120.000 € 668,20

met een economische waarde van € 120.000 tot € 160.000 € 891,00

met een economische waarde van € 160.000 tot € 200.000 € 1.113,70

met een economische waarde van € 200.000 en hoger € 1.336,50

Artikel 5 Belastingjaar

Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 6 Wijze van heffing

De belasting wordt geheven bij wege van aanslag.

Artikel 7 Termijnen van betaling

De aanslagen moeten worden betaald uiterlijk op de laatste dag van de tweede maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld.

Artikel 8 Continuering van belastingheffing

Ten aanzien van de belastingplichtige aan wie over het vorige belastingjaar een aanslag werd opgelegd, wordt de belasting geheven over dezelfde gemeubileerde woning als waarvoor hij voor het laatst aangifte heeft gedaan, tenzij blijkt dat er wijzigingen zijn opgetreden of dat de belastingplicht voor aanvang van het belastingjaar is beëindigd.

Artikel 9 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de forensenbelasting.

Artikel 10 Inwerkingtreding en citeertitel

1. De "Verordening forensenbelasting 2009" van 16 december 2008, wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

2. Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

3. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2010.

4. Deze verordening kan worden aangehaald als de "Verordening forensenbelasting 2010".

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de vergadering van de raad op 15 december 2009;

 

griffier,

 

voorzitter,