Organisatie | Blaricum |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Algemene Subsidieverordening gemeente Blaricum, 2008 t/m 2011 |
Citeertitel | Algemene Subsidieverordening gemeente Blaricum, 2008 t/m 2011 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp | Wettenbank |
Deze verordening vervangt de Algemene Subsidieverordening gemeente Blaricum, 2006 e.v., vastgesteld op 27 april 2006. Deze verordening treedt met terugwerkende kracht per 1 januari 2008 in werking.
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
05-03-2011 | 05-03-2011 | Intrekking | 22-02-2011 | Raadsbesluit 2011-15 | |
17-07-2010 | 01-01-2008 | 05-03-2011 | nieuwe regeling | 18-01-2007 | Raadsbesluit 18-1-2007 |
Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
Deze verordening verstaat onder:
• Awb Algemene wet bestuursrecht
• Raad: gemeenteraad van Blaricum
• College college van burgemeester en wethouders van Blaricum
• Subsidie: de aanspraak op financiële middelen zoals bedoeld in artikel
• Budgetsubsidie: financiële bijdrage die voor een tijdvak van maximaal vier
jaar wordt verleend met de intentie inhoudelijk te sturen op
prestaties en resultaat en die jaarlijks wordt geïndexeerd
overeenkomst: een uitvoeringsovereenkomst zoals bedoeld in artikel 4:36
• Structurele subsidie: een, in beginsel, jaarlijks terugkerende financiële bijdrage
in de exploitatiekosten teneinde activiteiten met een
duurzaam karakter in stand te houden.
• Eenmalige subsidie: financiële bijdrage aan activiteiten met een eenmalig en/of
• Waarderingssubsidie: een van de exploitatieresultaten onafhankelijke financiële
bijdrage, bedoeld om activiteiten te ondersteunen zonder
inhoudelijk op prestaties of resultaat te sturen
• Instelling: een rechtspersoonlijkheid bezittende organisatie, die zonder
winstoogmerk activiteiten verricht ten behoeve van inwoners
• Subsidieplafond: het bedrag zoals bedoeld in artikel 4:22 van de Awb
• Subsidiehandreiking: een document, waarin het subsidieplafond en de verdeling
In de subsidiehandreiking worden opgenomen:
a. subsidieplafond, subsidiegrondslag en de wijze van verdeling over de producten en activiteiten alsmede het tijdstip van uitbetaling;
b. beleidsdoelstellingen c.q. te leveren prestaties;
c. indexering, voor zover van toepassing;
d. overige verplichtingen verbonden aan de subsidieverstrekking.
Artikel 7 Algemene gronden voor subsidieverstrekking
Aan een instelling kan subsidie worden verleend, indien:
1. uit haar begroting blijkt dat zij met inbegrip van de gemeentelijke subsidie over voldoende middelen beschikt om de gestelde doelstellingen te verwezenlijken;
2. een zodanige werkwijze wordt toegepast dat in redelijkheid kan worden verwacht dat de beoogde doelstellingen kunnen worden gerealiseerd;
3. de instelling voldoet aan het bepaalde bij of krachtens deze verordening.
Subsidies kunnen in ieder geval worden geweigerd op basis van de bepalingen in artikel 3 en artikel 5 lid 2 van deze verordening alsmede op grond van artikel 4:35 van de Awb. Daarnaast kan weigering plaatsvinden indien:
a) de gelden niet of in onvoldoende mate besteed zullen worden aan het doel waarvoor de subsidie beschikbaar wordt gesteld;
b) de instelling doelstellingen beoogt of activiteiten ontplooit die in strijd zijn met de wet, het algemeen belang of de openbare orde;
c) ook zonder subsidieverstrekking voldoende middelen beschikbaar zijn om de kosten van de activiteiten te dekken.
Artikel 11 Indienen overige gegevens
Instellingen die voor de eerste maal een subsidie per boekjaar aanvragen c.q. instellingen die een budgetsubsidie of een subsidie van meer dan € 10.000 aanvragen, zijn verplicht vóór 1 april voorafgaand aan het subsidiejaar een activiteitenplan en begroting in te dienen, zoals bedoeld in artikel 4:62, artikel 4:63 en artikel 4:64 van de Awb.
Hoofdstuk 3 Subsidieverlening en vaststelling
Instellingen die een budgetsubsidie of een subsidie van € 10.000 of meer ontvangen, zijn verplicht vóór 1 juni van het jaar volgend op het subsidiejaar een financieel verslag en activiteitenverslag in te dienen. Instellingen met een budgetsubsidie of een subsidie vanaf € 25.000 dienen het financieel verslag tevens te voorzien van een verklaring omtrent getrouwheid en een verslag over de naleving van de aan de subsidie verbonden verplichtingen, opgesteld door een accountant.
Hoofdstuk 4 Verplichtingen van de instelling
Artikel 17 Toestemmingsvereiste voor instellingen
Het college kan een subsidieontvanger de verplichting opleggen om vooraf toestemming te vragen voor de in artikel 4:71 van de Awb vermelde handelingen.
Hoofdstuk 5 Intrekking, wijziging of beëindiging
Artikel 20 Intrekken, wijzigen of beëindigen
Het college kan de subsidie wijzigen, beëindigen dan wel terugvorderen op grond van artikel 4:48 van de Awb en bovendien indien:
a) de instelling kennelijk een financieel wanbeleid voert;
b) blijkt dat de subsidie in hoofdzaak voor andere doelen is gebruikt;
c) sprake is van opheffing, faillissement of surseance van betaling;
d) blijkt dat instellingen – die buiten Blaricum zijn gevestigd – geen Blaricumse leden of deelnemers (meer) hebben.
Indien een instelling niet voldoet aan de in artikel 15 genoemde verplichtingen en tevens in gebreke is gebleven nadat schriftelijk de gelegenheid is geboden binnen een maand alsnog aan deze verplichtingen te voldoen, zal de subsidie ambtshalve worden vastgesteld met toepassing van een korting van 20%.
Artikel 21 Bezuinigingen c.q. bevriezing van subsidies
Indien een prestatieovereenkomst is afgesloten, behoudt het college de bevoegdheid de subsidie tussentijds te verminderen c.q. te bevriezen onder gelijktijdige aanpassing van de verlangde prestaties. Van deze bevoegdheid wordt alleen gebruik gemaakt indien de budgettaire positie van de gemeente daar dringend aanleiding toe geeft. De verlaging van de subsidie wordt tenminste 3 maanden voor aanvang van het volgende subsidiejaar bekendgemaakt.
Hoofdstuk 6 Overige bepalingen
De hoogte van de in lid 1 bedoelde vergoeding wordt vastgesteld na overleg met de instelling, rekening houdend met reeds geleverde activiteiten/prestaties en met de mate waarin de subsidie heeft bijgedragen tot het verwerven van eigendommen. Bij onroerende zaken geschiedt de waardebepaling door een onafhankelijk deskundige.