Organisatie | Vlaardingen |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Raadsbesluit tijdelijke regels Wet investeren in jongeren |
Citeertitel | Raadsbesluit tijdelijke regels Wet investeren in jongeren gemeente Vlaardingen |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp | Financiën en economie |
1. In alle gevallen waarin deze regeling niet voorziet, beslist het college.
2. Het college kan in bijzondere gevallen afwijken van de bepalingen in deze regeling, als toepassing daarvan tot onbillijkheden van overwegende aard leidt.
De artikelen 2 tot en met 6 vervallen ieder voor zich per datum inwerkingtreding van de specifiek op het desbetreffende artikel betrekking hebbende verordening in het kader van de wet. De regeling geldt totdat de artikelen 2 tot en met 6 allen zijn komen te vervallen, doch uiterlijk tot 1 juli 2010.
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-10-2009 | nieuwe regeling | 01-10-2009 | VLD/2009/50116 |
De raad van de gemeente Vlaardingen;
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van Vlaardingen, d.d. 1 september 2009;
gelet op artikel 147, eerste lid, van de Gemeentewet en artikel 12, van de Wet investeren in jongeren;
overwegende, dat het noodzakelijk is om tot de datum waarop de verordeningen bedoeld in de Wet investeren in jongeren in werking treden, voor een beperkte periode regels te stellen die waarborgen dat de uitvoering van de wet zoveel mogelijk in overeenstemming met de Wet werk en bijstand en de in dat kader vastgestelde verordeningen plaatsvindt;
vast te stellen het Raadsbesluit tijdelijke regels Wet investeren in jongeren.
Paragraaf 2 Toepasselijkheid verordeningen WWB
De regels met betrekking tot de inhoud van het werk-leeraanbod, bedoeld in artikel 12, eerste lid, onderdeel a, van de wet, luiden als volgt: 1. De voorzieningen die op grond van de Participatieverordening Vlaardingen 2009 aan personen als bedoeld in artikel 10, eerste lid, van de Wet werk en bijstand, kunnen worden aangeboden, kunnen door het college worden ingezet voor het vaststellen van de inhoud van het werk-leeraanbod.
2. In afwijking van het eerste lid, kunnen de volgende voorzieningen niet worden ingezet:
a. Onbeloonde additionele arbeid;
b. premies voor werkaanvaarding of scholing; vrijlating van inkomsten, en
Artikel 3 Het verlagen van de inkomensvoorziening
De regels met betrekking tot het verlagen van de inkomensvoorziening, bedoeld in artikel 12, eerste lid, onderdeel b, van de wet, luiden als volgt: 1. De artikelen 1 tot en met 7 van de Afstemmingsverordening Nieuwe Waterweg Noord 2004 zijn van overeenkomstige toepassing.
2. Voor de toepassing van artikel 41, eerste lid, van de wet, zijn de artikelen 8 lid 2 sub b en c, 8 lid 3 sub c, 9 sub b en d van de Afstemmingsverordening Nieuwe Waterweg Noord 2004 van overeenkomstige toepassing.
3. Voor het verlagen van de inkomensvoorziening als gevolg van zeer ernstige misdragingen als bedoeld in artikel 41, eerste lid, van de wet, is artikel 14 Afstemmingsverordening Nieuwe Waterweg Noord 2004 van overeenkomstige toepassing.
4. Voor het verlagen van de inkomensvoorziening als gevolg van schending van de inlichtingenplicht, bedoeld in artikel 44, eerste lid, van de wet, zijn de artikelen 10 tot en met 12 van de Afstemmingsverordening Nieuwe Waterweg Noord 2004 van overeenkomstige toepassing.
5. Voor het verlagen van de inkomensvoorziening als gevolg van schending van de overige verplichtingen, bedoeld in artikel 45, van de wet, zijn de artikelen 8 lid 2 sub b en c, 8 lid 3 sub c, 9 sub b en d van de Afstemmingsverordening Nieuwe Waterweg Noord 2004 van overeenkomstige toepassing.
Artikel 4 Het bestrijden van misbruik en oneigenlijk gebruik
De regels met betrekking tot het bestrijden van misbruik en oneigenlijk gebruik, bedoeld in artikel 12, eerste lid, onderdeel c, van de wet, luiden als volgt:
De in de Verordening Handhaving Wet werk en bijstand Vlaardingen 2004 gestelde regels zijn van overeenkomstige toepassing.
Artikel 5 Cliëntenparticipatie
De regels met betrekking tot de wijze waarop jongeren of hun vertegenwoordigers worden betrokken bij de uitvoering van de wet, luiden als volgt:
De in de Verordening Cliëntenparticipatie Wet werk en bijstand en Wet sociale werkvoorziening Vlaardingen 2008 gestelde regels, zijn van overeenkomstige toepassing.
Artikel 6 Het verhogen en verlagen van de norm
De regels met betrekking tot het verhogen en verlagen van de norm, bedoeld in artikel 12, eerste lid, onderdeel e, van de wet, luiden als volgt:
De in de Bijstandsverordening Nieuwe Waterweg Noord 2004 en de verordening tot wijziging van de Bijstandsverordening Nieuwe Waterweg Noord 2004 gesteld regels zijn van overeenkomstige toepassing.
Artikel 7 Onvoorziene omstandigheden en hardheidsclausule
1. In alle gevallen waarin deze regeling niet voorziet, beslist het college.
2. Het college kan in bijzondere gevallen afwijken van de bepalingen in deze regeling, als toepassing daarvan tot onbillijkheden van overwegende aard leidt.
Artikel 8 Inwerkingtreding en geldingsduur
Deze regeling treedt in werking op 1 oktober 2009. De artikelen 2 tot en met 6 vervallen ieder voor zich per datum inwerkingtreding van de specifiek op het desbetreffende artikel betrekking hebbende verordening in het kader van de wet. De regeling geldt totdat de artikelen 2 tot en met 6 allen zijn komen te vervallen, doch uiterlijk tot 1 juli 2010.