Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Woerden

Subsidieverordening instandhouding gemeentelijke monumenten Woerden 2010

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieWoerden
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingSubsidieverordening instandhouding gemeentelijke monumenten Woerden 2010
CiteertitelSubsidieverordening instandhouding gemeentelijke monumenten Woerden 2010
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpvolkshuisvesting en woningbouw
Eigen onderwerpvolkshuisvesting en woningbouw
Externe bijlagebijlage bij subsidieverordening instandhouding gemeentelijke monumenten woerden 2010

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

De verordening vervangt de Subsidieverordening gemeentelijke monumenten Woerden 2001

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Gemeentewet, art. 149

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

15-05-2010nieuwe regeling

29-04-2010

 2010/11

Tekst van de regeling

Intitulé

Subsidieverordening instandhouding gemeentelijke monumenten Woerden 2010

De raad van de gemeente Woerden,

besluit;

vast te stellen de "Subsidieverordening instandhouding gemeentelijke monumenten Woerden 2010"

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 Toepassingsbereik

Deze verordening is alleen van toepassing op gemeentelijke monumenten binnen het grondgebied van de gemeente Woerden.

Artikel 2 Begripsbepalingen

Deze verordening verstaat onder:

a. aanvraagformulier subsidie monumenten : het door het college vastgestelde aanvraagformulier;

b. bouwhistorisch onderzoek : in een schriftelijke rapportage vastgelegd onderzoek naar de bouwgeschiedenis en bouwhistorische waarden van een gemeentelijk monument, bedoeld als onderbouwing voor de aanwijzing van een object als beschermd gemeentelijk monument of als toetsingskader voor de werkzaamheden met het oog op de instandhouding van een gemeentelijk monument.

c. casco : de hoofdstructuur van een gebouw, bestaande uit de dragende onderdelen en het omhulsel,te weten dak-, kap- en gebintconstructie, vloeren, balklagen, dragende muren, (raam)kozijnen exclusief beglazing, fundering, kelder en gewelven;

d. college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Woerden

e. eigenaar: natuurlijke persoon of rechtspersoon die het recht van eigendom of een ander

zakelijk recht heeft op een beschermd monument.

f. gedetailleerde werkomschrijving: uitvoerige en gedetailleerde beschrijving van de uit te voeren werkzaamheden

g. gekwalificeerd bouwtechnisch bureau : een bureau gespecialiseerd in het uitvoeren van bouwhistorisch onderzoek en het opstellen van technische rapportages.

h. gemeentelijk monument: monument, dat overeenkomstig de bepalingen van de monumentenverordening van de gemeente Woerden, door het college is aangewezen

i. gespecificeerde begroting van de kosten: een gespecificeerd overzicht van de verwachte te maken kosten met een onderscheid in materiaal, materieel, manuren en overige bijkomende kosten

j. inspectierapport : een schriftelijke rapportage inclusief foto’s waarin de bouwtechnische staat van het monument is vastgelegd en waarin aanbevelingen worden gedaan voor de te plegen instandhoudingswerkzaamheden.

k. instandhouding : onderhouds- of restauratiewerkzaamheden gericht op het behouden van de cultuurhistorische waarden van het monument.

l. instandhoudingskosten : de kosten die gemaakt moeten worden om het monument in stand te houden.

m. Monumentenwacht Utrecht : stichting die zich ten doel stelt het verval van cultuurhistorische bouwwerken in de provincie Utrecht te voorkomen.

n. onderhoud: sober en doelmatig uit te voeren periodieke werkzaamheden die er op gericht zijn de bouwkundige staat van een monument in stand te houden of toekomstig groot onderhoud of restauratie te voorkomen of uit te stellen.

o. raad: de gemeenteraad van de gemeente Woerden

p. reconstructie : het maken van een voorstelling van de vroegere toestand van het gebouw of bouwdeel door opmeting, opgraving, gebruik van oude afbeelding of van de veronderstelde oorsprong.

q. restauratie : het treffen van voorzieningen tot opheffing van (bouwtechnische) gebreken, noodzakelijk voor de instandhouding van de cultuurhistorische waarden van het monument, die het normale onderhoud te boven gaan.

r. subsidiabele instandhoudingskosten : de kosten die naar het oordeel van de raad noodzakelijk zijn om een beschermd monument in stand te houden en waarvoor een subsidie beschikbaar gesteld kan worden.

s. Subsidiabele instandhoudingskosten en uitvoeringsvoorwaarden : document met overzicht van subsidiabele kosten en uitvoeringsvoorwaarden;

t. subsidie : geldelijke bijdrage van het college in de kosten van instandhouding van een gemeentelijk monument.

u. subsidieaanvraag : subsidieaanvraag instandhouding gemeentelijke monumenten

v. subsidieplafond : het bedrag dat ten hoogste door het college voor uitkering van instandhoudingssubsidies voor gemeentelijke monumenten voor een bepaald begrotingsjaar wordt vastgesteld.

w. uitvoeringsvoorwaarden : de voorwaarden die het college stelt aan de uit te voeren werkzaamheden.

x. voorlopige subsidiebeschikking : beschikking van het college waarin de voorlopige hoogte van het subsidiebedrag wordt vastgesteld als ook eventuele extra voorwaarden voor de uitvoering van de werkzaamheden aan de aanvrager worden meegegeven.

Artikel 3 Subsidieplafond

Het college neemt jaarlijks een besluit waarin wordt aangegeven welk bedrag voor het begrotingsjaar beschikbaar wordt gesteld voor de verstrekking van instandhoudingssubsidies voor gemeentelijke monumenten. Dit subsidieplafond wordt aan het begin van het betreffende kalenderjaar algemeen bekend gemaakt via een publicatie.

Artikel 4 Grondslag en werkingssfeer

1. Op grond van deze verordening kan het college een instandhoudingssubsidie beschikbaar stellen voor het instandhouden van gemeentelijke monumenten.

2. Het college stelt een formulier vast voor het aanvragen van een subsidie voor het instandhouden van een gemeentelijk monument.

3. De subsidiabele instandhoudingskosten van de werkzaamheden zoals bedoeld in artikel 4.1 worden bepaald aan de hand van beoordeling op noodzakelijkheid, soberheid en doelmatigheid.

4. De subsidie wordt berekend over de subsidiabele instandhoudingskosten met uitzondering van de kosten waarvoor op grond van enige andere regeling of verzekering een bijdrage in de kosten kan worden verkregen, met uitzondering van een cultuurfondshypotheek.

5. De subsidie kan uitsluitend worden toegekend aan de eigenaar van het object waaraan de voorzieningen worden getroffen.

6. Subsidieaanvragen kunnen worden ingediend tussen 1 januari en 31 december van een kalenderjaar en worden op volgorde van binnenkomst behandeld en verleend voor zover het subsidieplafond strekt.

7. Het maximale subsidiebedrag kan slechts eens in de vijf jaar aan eenzelfde object worden toegekend.

8. Een subsidie wordt verleend en vastgesteld onder de voorwaarde dat de eigenaar het monument in een goede staat zal onderhouden teneinde het behoud op langere termijn te waarborgen.

9. De in artikel 4.8 genoemde voorwaarde betreffende onderhoud geldt gedurende een periode van 15 jaar na de vaststelling van de subsidie.

10. Meerwerk wordt niet mee genomen in de berekening van de definitieve subsidietoekenning.

11. Onderhouds- en/of restauratie werkzaamheden die geheel of gedeeltelijk worden verricht door de eigenaar komen niet in aanmerking voor subsidie.

Artikel 5 Toezicht en controle

1. Het college is bevoegd personen aan te wijzen die zijn belast met het toezicht op de naleving.

2. De eigenaar is verplicht om, aan door het college aangewezen personen, toegang tot het monument waarvoor subsidie is verleend te verlenen. Daarnaast is de eigenaar verplicht inzage te geven in alle op het werk betrekking hebbende stukken.

3. De door het college aangewezen personen hebben het recht om de door de eigenaar opgeven informatie in het subsidieaanvraagformulier, te controleren op hun juistheid.

Hoofdstuk 2 Hoeveel subsidie

Artikel 6 Subsidiabele kosten

1 De subsidiabele instandhoudingskosten staan vermeld in de leidraad “ Subsidiabele instandhoudingskosten en uitvoeringsvoorwaarden”.

2 Het college is bevoegd de leidraad “Subsidiabele instandhoudingskosten en uitvoeringsvoorwaarden” vast te stellen en te wijzigen.

3 Het college kan aan de uitvoering van de werkzaamheden nadere voorschriften verbinden overeenkomstig de leidraad “Subsidiabele instandhoudingskosten en uitvoeringsvoorwaarden”.

Artikel 7 Subsidiecategorieën

De instandhoudingssubsidie als bedoeld onder artikel 4.1 bedraagt voor:

1 een gemeentelijk monument, geen gebouw zijnde 20% van de subsidiabele kosten. Hierbij geldt dat de subsidiabele kosten minimaal € 750,= moeten zijn. Het maximaal uit te keren subsidiebedrag bedraagt € 2.000,= (subsidiabele kosten € 10.000);

2 een gemeentelijk monument, gebouw zijnde zonder agrarische functie 30 % van de subsidiabele kosten. Hierbij geldt dat de subsidiabele kosten minimaal € 750,= moeten zijn. Het maximaal uit te keren subsidiebedrag bedraagt € 10.200 (subsidiabele kosten € 34.000);

3 een gemeentelijk monument, gebouw zijnde met agrarische functie 30% van de subsidiabele kosten. Hierbij geldt dat de subsidiabele kosten minimaal € 750,= moeten zijn. Het maximaal uit te keren subsidiebedrag bedraagt € 12.600,= (subsidiabele kosten € 42.000,=).

Artikel 8 Aanvullende subsidiegronden

1. Indien bij een subsidieaanvraag wordt aangetoond dat voor het pand een abonnement bij de Monumentenwacht is afgesloten en een inspectierapport van de Monumentenwacht wordt ingediend, worden de in artikel 7 genoemde percentages met 1% verhoogd.

2. Indien er sprake is van volledig funderingsherstel kan het college besluiten een (aanvullende) subsidie toe te kennen van 30 % van de subsidiabele kosten voor dit herstel tot een maximaal uit te keren subsidiebedrag van € 15.000,= (subsidiabele kosten € 50.000,=).

Artikel 9 Uitzonderingen

1. Indien het gemeentelijk monument door de eigenaar wordt verhuurd bedraagt het percentage als bedoeld in artikelen 7.2 en 7.3 20%.

2. Indien de eigenaar van het gemeentelijk monument BTW kan terugvorderen over de gemaakte instandhoudingskosten dan zal de voorlopige subsidietoekenning worden bepaald op het offertebedrag exclusief BTW.

Hoofdstuk 3 De subsidieaanvraagprocedure

Artikel 10 De subsidieaanvraag

1. Een subsidieaanvraag instandhouding gemeentelijk monument wordt schriftelijk ingediend en bevat in ieder geval:

a. een compleet ingevuld en ondertekend aanvraagformulier subsidie monumenten;

b. (detail-)tekeningen van de bestaande en de nieuwe situatie;

c. een gedetailleerde werkomschrijving;

d. een gespecificeerde begroting van de kosten;

e. foto’s van de bestaande situatie, inclusief detailfoto’s van de gebreken.

2. Indien er sprake is van een omvangrijke of totaalrestauratie waarbij de subsidiabele kosten boven de €10.000.= liggen, moet de subsidieaanvraag vergezeld gaan van een inspectierapport van maximaal twee jaar voor de datum van indiening, opgesteld door de Monumentenwacht of een ander gekwalificeerd bouwtechnisch bureau.

3. Indien tijdens de behandeling van de subsidieaanvraag blijkt dat aanvullende gegevens noodzakelijk zijn voor een goede beoordeling, dan moeten deze door de aanvrager alsnog aangeleverd worden.

4. Indien een monument door kadastrale splitsing meerdere eigenaren heeft, dient de subsidieaanvraag mede door deze eigenaren te zijn ondertekend.

Artikel 11 Aanvullen subsidieaanvraag

1. Indien bij de subsidieaanvraag stukken ontbreken of niet volledig zijn, stelt het college de aanvrager in de gelegenheid de stukken binnen twee weken aan te vullen.

2. Als de aanvrager de stukken niet binnen de in artikel 11.1 genoemde termijn aanvult, wordt de subsidieaanvraag buiten behandeling gesteld.

Artikel 12 Toekenningsvoorwaarden

1. De subsidieaanvraag moet bij het college ingediend worden vóór met de werkzaamheden een aanvang wordt gemaakt.

2. De uitvoering van de werkzaamheden mag niet eerder beginnen dan nadat het college een voorlopige subsidiebeschikking heeft afgegeven.

3. Het uitvoeren van de werkzaamheden moet conform de beschikking uitgevoerd worden. Indien werkzaamheden niet (volledig) worden uitgevoerd, moet de aanvrager dit schriftelijk aan het college melden.

4. De uitvoering van de werkzaamheden moet in overeenstemming zijn met de leidraad ‘Subsidiabele instandhoudingskosten en uitvoeringsvoorwaarden’.

Artikel 13 Afwijzingsgronden

Een subsidieaanvraag wordt afgewezen wanneer:

a. blijkt dat het subsidieaanvraagformulier foutief is ingevuld dan wel foutieve gegevens zijn verstrekt;

b. voor de uit te voeren werkzaamheden een monumentenvergunning is vereist en deze niet is verleend;

c. voor de uit te voeren werkzaamheden een andere subsidie is toegekend;

d. niet is voldaan aan de toekenningsvoorwaarden genoemd in artikel 12;

e. de kosten op grond van een verzekering of enig andere regeling zijn gedekt;

f. de onderhouds- en/of restauratiewerkzaamheden geheel of gedeeltelijk worden verricht door de eigenaar;

g. niet wordt voldaan aan artikel 4 leden 3, 5, 7, 8 en 9.

Artikel 14 Servicenorm

1 Het college besluit binnen acht weken na ontvangst van de subsidieaanvraag.

2 Het college kan zijn besluit eenmaal voor ten hoogste acht weken verdagen. De aanvrager wordt hier schriftelijk van op de hoogte gesteld.

3 Indien het college niet tijdig op de subsidieaanvraag beslist, wordt deze geacht te zijn afgewezen.

Artikel 15 Start werkzaamheden

1. Binnen zesentwintig weken na het ontvangen van de voorlopige beschikking, moet gestart zijn met de werkzaamheden.

2. De aanvang van de werkzaamheden moet tenminste twee weken van tevoren worden gemeld aan het college.

3. Binnen drie jaar na het ontvangen van de beschikking voorlopige subsidietoekenning moeten de facturen bij het college zijn ingediend.

Artikel 16 Gereedmelding en uitbetaling subsidie

1. De definitieve subsidietoekenning wordt vastgesteld nadat de in de subsidieaanvraag opgenomen werkzaamheden bij het college zijn gereed gemeld, gecontroleerd en akkoord bevonden.

2. De subsidie wordt uitbetaald binnen zes weken na de vaststelling van de definitieve subsidietoekenning

3. De betaling van de subsidie geschiedt op een door de aanvrager op te geven bank- of girorekeningnummer

4. Indien de aanvrager failliet gaat kan door derden geen aanspraak gemaakt worden op uitbetaling van de voorlopige subsidietoekenning.

Artikel 17 Intrekken en terugvorderen subsidie

Indien de aanvrager de uit deze verordening voortvloeiende voorwaarden niet nakomt, kan het college besluiten tot het geheel dan wel gedeeltelijk intrekken van de voorlopige subsidietoekenning c.q. het terugvorderen van de reeds toegekende en uitgekeerde definitieve subsidie.

Artikel 18 Vervallen subsidie

Een voorlopige subsidietoekenning vervalt indien niet is voldaan aan de voorwaarden gesteld in artikel 15.

Hoofdstuk 4 Overgangs- en slotbepalingen

Artikel 19 Bijzondere gevallen

Het college kan in bijzondere gevallen, in het belang van de monumentenzorg of de cultuurhistorische waarden, afwijken van de bepalingen van deze verordening.

Artikel 20 Inwerkingtreding

1. Deze verordening treedt in werking op de dag na bekendmaking.

2. De “Subsidieverordening gemeentelijke monumenten Woerden 2001” wordt tegelijkertijd met de vaststelling van deze verordening ingetrokken. De ingetrokken verordening blijft van kracht op aanvragen tot subsidietoekenning die vóór de dag van bekendmaking zijn ingediend.

Artikel 21 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: “Subsidieverordening gemeentelijke monumenten 2010”.

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 29 april 2010,

de griffier,                                  de voorzitter,

G. Karssenberg                       mr. H.W. Schmidt

Nota-toelichting  

In deze Toelichting op de “Subsidieverordening gemeentelijke monumenten 2010” worden enkele onderdelen van de regels verder toegelicht.

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

In de algemene bepalingen zijn de kaders voor de werking van de “Subsidieverordening gemeentelijke monumenten 2010” opgenomen.

Eigenaar

Zo is hier aangegeven dat enkel eigenaren van gemeentelijke monumenten in aanmerking kunnen komen voor een subsidie. Eigenaren van rijksmonumenten kunnen dus geen aanspraak maken op een gemeentelijke subsidie. Subsidieverlening voor rijksmonumenten verloopt via het Rijk. Hiervoor is het Besluit rijkssubsidiëring instandhouding monumenten (Brim) opgesteld. Op grond van deze regeling komen eigenaren van beschermde rijksmonumenten in aanmerking voor een instandhoudingssubsidie of een goedkope lening, al dan niet in combinatie met fiscale aftrek van de onderhoudskosten.

Subsidieplafond

Het subsidieplafond is een instrument om “open einde financiering” tegen te gaan.

Aan het begin van het kalenderjaar stelt het college de hoogte van het subsidieplafond vast. Bij het vaststellen houdt zij rekening met;

- het door de raad in de begroting vastgestelde bedrag voor de monumentenzorg voor dat begrotingsjaar;

- het eventueel resterende deel van het subsidiebudget van het voorgaande kalenderjaar.

Tegen dit besluit van het college staat bezwaar en beroep (Awb) open.

Het subsidieplafond bepaalt het maximaal bedrag aan voorlopige subsidietoekenningen. Wanneer het subsidieplafond is bereikt, zal het college besluiten het toekennen van voorlopige subsidieaanvragen stop te zetten tot het volgende kalenderjaar. Voor subsidieaanvragen die voor dit besluit zijn ingediend maar niet meer kunnen worden toegekend wordt de voorlopige toekenning opgeschort tot het volgende kalenderjaar. Subsidieaanvragen die na dit besluit worden ingediend, worden geweigerd.

Beoordeling op noodzakelijkheid, soberheid en doelmatigheid

Subsidie wordt enkel toegekend als de voorgenomen werkzaamheden noodzakelijk zijn voor het behoud en sober en doelmatig zijn van aard. Indien werkzaamheden worden uitgevoerd louter ter verfraaing, dan komen deze niet in aanmerking voor subsidie.

Hoofdstuk 2 Hoeveel subsidie?

In het hoofdstuk subsidie wordt aangegeven welke regels er gelden voor het bepalen van de hoogte van de subsidie van de ingediende subsidieaanvraag.

“Subsidiabele instandhoudingskosten en uitvoeringsvoorwaarden”

In de leidraad “Subsidiabele instandhoudingskosten en uitvoeringsvoorwaarden” staan de subsidiabele kosten opgenomen. Deze notitie wordt door het college vastgesteld. In deze notitie is uitgewerkt voor welke werkzaamheden subsidie verkregen kan worden. Daarnaast is in deze notitie opgenomen aan welke uitvoeringsvoorwaarden moet worden voldaan bij het uitvoeren van die werkzaamheden.

Subsidiecategorieën

De gemeente Woerden kent drie subsidiecategorieën. Per categorie is gekeken naar een realistisch percentage en maximumbedrag op basis van de aanvragen om subsidie die in het verleden zijn binnen gekomen. Daarnaast is daarbij rekening gehouden met de hoogte van het jaarlijkse bedrag dat aan subsidie toegekend kan worden.

In onderstaande tabel staan de specifieke bepalingen per categorie aangegeven.

(zie de bijlage)

Voor alle drie de subsidiecatergorieën geldt een drempelbedrag van € 750,= aan subsidiabele kosten om in aanmerking te komen voor subsidie. Reden voor het vaststellen van dit drempelbedrag is drieledig. Ten eerste heeft iedere eigenaar bepaalde kosten voor het onderhoud van een eigendom of dit nu een monument is of niet. Ten tweede draagt dit bij aan een betere verdeling van de subsidiegelden ten behoeve van de grotere projecten. En ten derde beperkt dit de administratieve lasten.

Stichting Monumentenwacht Utrecht

Om een monument in stand te kunnen houden is het voor de eigenaar van belang om kennis te hebben van de bouwtechnische toestand van zijn monument. Omdat het bij monumenten om vaak specialistische kennis gaat die een eigenaar over het algemeen niet bezit, is het van belang dat deze specialistische kennis tijdig en periodiek wordt ingewonnen.

De Stichting Monumentenwacht Utrecht heeft een product ontwikkelt waar zij dat in kan leveren, namelijk een abonnement op de Monumentenwacht Utrecht.

Nadat een eigenaar van een monumentaal pand een abonnement heeft afgesloten wordt het pand regelmatig (b.v. jaarlijks of om de drie jaar) van kelder tot nok grondig geïnspecteerd. Dat werk wordt gedaan door monumentenwachters: vakmensen met een specialisatie in het restauratie- en onderhoudswerk. Na de inspectie worden de bevindingen vastgelegd in een inspectierapport, dat vervolgens aan de eigenaar wordt toegezonden. In het rapport staat niet alleen wat de staat van onderhoud van een gebouw is, maar ook wat eraan gedaan moet worden en op welke termijn, dus hoe urgent het is.

Naast de periodieke inspecties kan een (toekomstig) eigenaar ook voor een eenmalige inspectie bij Monumentenwacht aankloppen. Bijvoorbeeld bij aankoop van een monumentaal pand of tijdens de verbouw. Daar waar de inspectierapporten aangeven 'wat' er moet gebeuren en 'wanneer' dat moet plaatsvinden, wordt in de aanvullende adviezen antwoord gegeven op de vervolgvraag 'hoe' die werkzaamheden het beste kunnen worden uitgevoerd.

Volledig funderingsherstel

In Woerden is er een praktisch probleem; door de veenondergrond is er vaak sprake van verzakkings- en funderingsproblemen, waarvan het herstel erg hoge kosten met zich mee brengt. In die gevallen waar sprake is van volledig funderingsherstel ten gevolge van verzakkingen kan het college besluiten een aanvullende subsidie te verlenen.

Hoofdstuk 3 De subsidieaanvraagprocedure

De subsidieaanvraag

Een subsidieaanvraag wordt pas in behandeling genomen op het moment dat deze volledig is. Subsidieaanvragen worden op volgorde van binnenkomst in behandeling genomen tot het subsidieplafond wordt bereikt.

Op basis van de ingediende subsidieaanvraag neemt het college een besluit waarin zij een voorlopige subsidietoekenning doet. Nadat de werkzaamheden zijn gereed gemeld, gecontroleerd en akkoord bevonden neemt het college een besluit waarin zij de subsidie definitief toekent. De subsidie wordt vervolgens binnen zes weken na dit besluit op de rekening van de aanvrager bijgeschreven.

Tegen het besluit van het college op de subsidieaanvraag kan bezwaar en beroep worden ingediend. Hier geldt de Algemene wet bestuursrecht (Awb).

Toekenningsvoorwaarden en Afwijzingsgronden

Indien een subsidieaanvraag niet voldoet aan één van de toekenningsvoorwaarden of voldoet aan één van de afwijzingsgronden wordt de subsidieaanvraag door het college afgewezen.

Intrekken en vervallen voorlopige subsidietoekenning

Indien na de voorlopige subsidietoekenning niet tijdig met de werkzaamheden wordt begonnen of wanneer de facturen niet binnen drie jaar daarna zijn ingediend, vervalt deze voorlopige toekenning.

De voorlopige subsidietoekenning vervalt ook wanneer blijkt dat de aanvrager de in deze verordening gestelde voorwaarden niet nakomt.

Het geld dat in deze gevallen vrijvalt wordt toegevoegd aan het subsidieplafond van het daarop volgende kalenderjaar.

Terugvorderen uitgekeerde definitieve subsidie

Indien blijkt dat de voorwaarden voor subsidietoekenning niet door de aanvrager zijn nagekomen kan het college besluiten de reeds toegekende en uitgekeerde definitieve subsidie terug te vorderen.

Het teruggevorderde subsidiebedrag wordt toegevoegd aan het subsidieplafond van het daarop volgende kalenderjaar.

Overgangs- en slotbepalingen

In dit laatste hoofdstuk staan de afsluitende bepalingen van de verordening opgenomen.

Bijzondere gevallen

In bijzondere gevallen kan het voorkomen dat op grond van strikte toepassing van de regeling geen of slechts beperkte subsidietoekenning mogelijk is. Het college kan, mits dit strookt met de intentie van de regeling, besluiten om toch een – al dan niet afwijkende – bijdrage toe te kennen.