Organisatie | Son en Breugel |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Inspraakverordening cliëntenparticipatie gehandicaptenbeleid |
Citeertitel | Inspraakverordening cliëntenparticipatie gehandicaptenbeleid |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Geen.
Wet voorzieningen gehandicapten, art. 1a
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
19-12-2002 | 01-01-2008 | Nieuwe regeling | 31-10-2002 De Brug, circa 13 november 2007 | 02.0009454 |
Inspraakverordening cliëntenparticipatie gehandicaptenbeleidDe raad van de gemeente Son en Breugel;gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 15 oktober 2002;bijlage nr. 57 - 2002;overwegende dat het noodzakelijk is een verordening inzake cliëntenparticipatie gehandicaptenbeleid (Wet voorzieningen gehandicapten) vast te stellen;gelet op artikel 1a van de Wet voorzieningen gehandicapten; Besluit:vast te stellen de navolgende verordening "Inspraakverordening gehandicaptenbeleid".
De cliëntenparticipatie gehandicaptenbeleid heeft de volgende doelstellingen:
het bewerkstelligen dat belanghebbenden bij de Wet voorzieningen gehandicapten en het integrale gemeentelijk gehandicaptenbeleid door zelforganisatie vanuit onafhankelijke positie optimaal betrokken zijn bij de voorbereiding, uitvoering en evaluatie van het (mede) voor hen gevoerde gemeentelijk beleid;
het bijdragen aan de totstandkoming of verbetering van het integraal gemeentelijk gehandicaptenbeleid gericht op het realiseren van volwaardig burgerschap en op het bieden van mogelijkheden aan mensen met een functiebeperking of chronische aandoening, gelijk deze aan andere burgers wordt geboden zonder deze beperkingen.
In het kader van de cliëntenparticipatie gehandicaptenbeleid wordt het platform betrokken bij het gemeentelijk beleid met betrekking tot de Wet voorzieningen gehandicapten. In het kader van de cliëntenparticipatie gehandicaptenbeleid wordt het platform tevens betrokken bij het integrale gemeentelijk gehandicaptenbeleid, bestaande uit:
het beleid op de terreinen die van invloed zijn op de mogelijkheden voor mensen met een functiebeperking en/of chronische aandoening, waaronder tenminste:1° welzijn en volksgezondheid;2° sociale zaken en werkgelegenheid;3° volkshuisvesting en bouwzaken;4° ruimtelijke ordening en groen, verkeer en vervoer.
Burgemeester en wethouders voorzien het platform van de informatie ten behoeve van het naar behoren kunnen functioneren van het platform. Het betreft hier alle informatie die noodzakelijk is om beleid en uitvoering te begrijpen en om ontwikkelingen en wijzigingen te kunnen volgen. Deze informatie is zo uitvoerig en gedetailleerd, dat de doelstelling, te weten optimale betrokkenheid bij de voorbereiding, uitvoering en evaluatie van het beleid, zoals bedoeld in artikel 2.2 haalbaar is.
Burgemeester en wethouders stellen aan het platform zodanige middelen ter beschikking dat het platform redelijkerwijze in staat kan worden geacht om in het kader van de uitvoering van deze verordening de belangen te behartigen van de in de gemeente woonachtige burgers met een functiebeperking of chronische aandoening.
Aldus vastgesteld in zijn openbare raadsvergadering van 31 oktober 2002.DE RAAD VOORNOEMD,De griffier, De voorzitter,mr. F. den Hengst drs. J.L.M. Baartmans-van den Boogaart
Algemene toelichtingMet ingang van 1 april 2000 zijn gemeentebesturen verplicht om bij verordening regels vast te stellen inzake cliëntenparticipatie met betrekking tot het integrale gemeentelijke gehandicaptenbeleid. Een bepaling van deze strekking is opgenomen in artikel 1a van de Wet voorzieningen gehandicapten. Deze verordening is een uitwerking van genoemde wettelijke verplichting.
Artikelsgewijze toelichtingArtikel 1 - BegripsbepalingenDit artikel omschrijft de voor de verordening van belang zijnde begrippen. Uit de definitie van het begrip platform volgt dat burgemeester en wethouders een bestaande organisatie als zodanig aanwijzen. Het moet daarbij gaan om een organisatie die in de gemeente actief is en die zich ten doel stelt om de belangen te behartigen van de in de gemeente woonachtige burgers met een functiebeperking of chronische aandoening.Artikel 2 - DoelstellingenDit artikel omschrijft de twee doelstellingen van de verordening. De verordening beoogt in beginsel geen ruimere werking te hebben dan de wetgever voor ogen stond bij het opnemen van de verplichting in artikel 1a van de Wet voorzieningen gehandicapten tot het regelen van cliëntenparticipatie inzake het integrale gemeentelijke gehandicaptenbeleid.
Artikel 3 - BeleidsterreinenDit artikel geeft de beleidsterreinen aan waarbij het platform wordt betrokken. Een en ander volgt uit de wettelijke verplichting tot het regelen van cliëntenparticipatie in artikel 1a van de Wet voorzieningen gehandicapten. De aspecten van het beleid (op de genoemde terreinen) waarbij het platform wordt betrokken zijn:
a. de voorbereiding van het beleid;
b. de uitvoering van het beleid;
c. de evaluatie van het beleid.
Onder uitvoering van het beleid wordt voor zover het de Wet voorzieningen gehandicapten betreft verstaan:
- de uitvoeringsregels met betrekking tot de verstrekking van voorzieningen;
- de afspraken met leveranciers van rolstoelen en andere Wvg-voorzieningen;
- de afspraken met derden in het kader van de uitvoering, waaronder vervoerders, woningcorporaties, medisch adviseurs en overige indicatiestellers.
Artikel 4 - WerkwijzeDit artikel geeft aan op welke wijze de cliëntenparticipatie in de praktijk wordt vormgegeven, met uitzondering van het ter beschikking stellen van middelen. Dit laatste is geregeld in artikel 5.
Het negende lid spreekt over een "redelijke termijn" waarbinnen burgemeester en wethouders schriftelijk reageren naar aanleiding van overleg met en adviezen van het platform. Hiermee wordt een termijn bedoeld van maximaal acht weken. Het betreft een termijn van orde. Overschrijding van de termijn heeft dan ook geen rechtsgevolgen. Wel kan het platform bij overschrijding van deze redelijke termijn een klacht indien conform artikel 6.
Het tiende lid draagt burgemeester en wethouders op om het platform te voorzien van de voor de uitoefening van hun taak benodigde informatie. Burgemeester en wethouders bepalen zelf de wijze waarop dit gebeurt. Indien het platform burgemeester en wethouders verzoekt om de informatie elektronisch (op diskette of via e-mail) aan te leveren dan zullen zij indien redelijkerwijs mogelijk aan dit verzoek voldoen. Indien nodig dient het platform zelf zorg te dragen voor het omzetten van de informatie naar een speciale leesvorm zoals braille of grootletterschrift. De daartoe benodigde middelen stellen burgemeester en wethouders beschikbaar conform het bepaalde in artikel 5.
Artikel 5 - FaciliteitenBurgemeester en wethouders stellen het platform middelen ter beschikking voor een adequate uitoefening van hun taken in het kader van deze verordening. Daartoe dient het platform jaarlijks een begroting in te dienen. In deze begroting kunnen in ieder geval de volgende kostenposten worden opgevoerd:
a. onkostenvergoeding van de vrijwilligers;
b. vergoeding speciale voorzieningen in verband met handicap (ringleiding, speciale leesvormen, doventolk);
c. vergoeding voor deskundigheidsbevordering;
d. aanschaf van documentatie, literatuur en vaktijdschriften;
e. middelen voor inschakelen van eigen (professionele) ondersteuning, inhoudelijk en organisatorisch;
f. faciliteiten voor kantoorkosten, correspondentie, telefoon, computergebruik, internetaansluiting;
g. faciliteiten voor overleg met, en activering van de achterban;
h. faciliteiten voor het verzorgen van voorlichting en public relations;
i. voor overleg en afstemming met andere groepen, zoals uitkeringsgerechtigden, of migranten;
j. reiskosten.Kosten worden alleen vergoed voor zover deze zijn opgenomen in de begroting en ook daadwerkelijk zijn gemaakt. Dit laatste zal het platform aannemelijk moeten maken door middel van het overleggen van bewijsstukken (rekeningen, bonnetjes, bankafschriften, etc.) of anderszins.
Artikel 6 - KlachtenDit artikel regelt de behandeling van klachten over de uitvoering van deze verordening. Binnen redelijke termijn na ontvangst van de klacht informeren burgemeester en wethouders de indiener van de klacht over hun zienswijze en de verdere wijze van afhandeling. Bij de behandeling van klachten nemen burgemeester en wethouders de bepalingen in acht van Hoofdstuk 9 van de Algemene Wet Bestuursrecht met uitzondering van Afdeling 9.3. Deze laatste afdeling regelt de uitgebreide klachtenadviesprocedure.