Organisatie | Laren |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening Wet kinderopvang gemeente Laren |
Citeertitel | Verordening Wet kinderopvang gemeente Laren |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp | Maatschappelijke zorg en welzijn |
Deze verordening vervangt de Verordening kinderopvang 1997, vastgesteld d.d. 26 februari 1997. Deze verordening treedt per 1 januari 2005 met terugwerkende kracht in werking. Artikel 17, lid 2, bevat een bijzondere inwerkingtredingsbepaling.
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
24-07-2010 | 01-01-2005 | nieuwe regeling | 08-12-2004 Larens Journaal 16-07-2010 | Raadsvoorstel SMO 63/04 |
De raad van de gemeente Laren;
gelezen het voorstel van het college van oktober 2004, nummer SMO 63/04;
overwegende dat, het noodzakelijk is de verlening, de voorschotverlening en de vaststelling van de tegemoetkoming van de gemeente in de kosten van kinderopvang bij verordening te regelen;
gelet op artikel 25 van de Wet kinderopvang en artikel 25 van de Tijdelijke referendumwet;
besluit vast te stellen de volgende: Verordening Wet kinderopvang gemeente Laren.
Hoofdstuk 2 De toekenningsprocedure
Paragraaf 1 De aanvraag voor een tegemoetkoming
Artikel 3 Te verstrekken gegevens bij de aanvraag
Een aanvraag voor een tegemoetkoming in de kosten van kinderopvang bevat:
a. naam, adres en sofi-nummer van de ouder;
b. als de ouder een partner heeft: de naam en het sofi-nummer van de partner en
als dit afwijkt van het adres van de ouder, het adres van de partner;
c. naam, geboortedatum en sofi-nummer van het kind of de kinderen waarop de
d. een offerte of contract van het kindercentrum of het gastouderbureau dat de
kinderopvang gaat verzorgen. De offerte bevat in ieder geval gegevens over:
het aantal uren kinderopvang per kind, de kostprijs per uur en de aanvangsdatum van de opvang;
e. gegevens of een verwijzing naar gegevens waaruit blijkt dat de ouder behoort
tot de groep personen als bedoeld in artikel 22 van de wet;
f. een opgave van het bank- of girorekeningnummer van de ouder;
g. indien van toepassing een machtiging als bedoeld in artikel 8 lid 3 en 4 voor
rechtstreekse betaling aan het kindercentrum of gastouderbureau en het
bijbehorende bank- of girorekeningnummer;
h. overige gegevens die het college nodig acht om te kunnen besluiten over de
aanvraag van de tegemoetkoming;
i. de handtekening van de ouder en, als de ouder een partner heeft, van de partner.
Paragraaf 2 De verlening van de tegemoetkoming
Artikel 7 Omvang van de kinderopvang
Het college verleent de tegemoetkoming voor het aantal uren kinderopvang dat naar haar
oordeel redelijkerwijs noodzakelijk is voor:
1. Het combineren van activiteiten in het kader van een reïntegratieplan enerzijds en de zorg voor kinderen anderzijds.
Artikel 8 De verleningsbeschikking
Het besluit tot verlening van een tegemoetkoming in de kosten van kinderopvang bevat in
a. de vaststelling van de gemeentelijke doelgroep als bedoeld in artikel 22 van de wet, waartoe de ouder behoort;
b. de naam en de geboortedatum van het kind of de kinderen waarop de tegemoetkoming betrekking heeft;
c. de naam en het adres van het kindercentrum of het gastouderbureau dat de kinderopvang verzorgt;
d. de periode en de omvang van de kinderopvang waarvoor de tegemoetkoming wordt verleend;
e. de wijze waarop het bedrag van de tegemoetkoming wordt bepaald en het bedrag dat op basis hiervan wordt verleend;
f. de wijze waarop de tegemoetkoming wordt uitbetaald;
g. de wijze waarop de tegemoetkoming na afloop van de toekenningsprocedure wordt vastgesteld;
Hoofdstuk 3 Kinderopvang op grond van sociaal-medische indicatie
Artikel 14 Vaststelling sociaal-medische indicatie
De aanvraag voor een tegemoetkoming voor kinderopvang op grond van sociaal-medische indicatie omvat tevens een aanvraag voor vaststelling van deze sociaal-medische indicatie,voor zover deze indicatie niet reeds op basis van een aparte aanvraag voor de gevraagde periode van kinderopvang is vastgesteld.
Het college weigert de noodzaak van kinderopvang op grond van een sociaal-medische indicatie vast te stellen of een tegemoetkoming op deze grond toe te kennen, als de ouder reeds een tegemoetkoming in de kosten van kinderopvang ontvangt of kan ontvangen.
Artikel 16 De beschikking sociaal-medische indicatie
In het besluit op de aanvraag tot vaststelling van een sociaal-medische indicatie, komen in
ieder geval de volgende aspecten naar voren:
a. De aanwezigheid van een sociaal-medische indicatie.
b. De geldigheidsduur van de indicatie.
c. De omvang van de kinderopvang die noodzakelijk wordt geacht.