Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Woerden

Verordening, die de subsidiëring regelt voor het geven van godsdienstonderwijs of levensbeschouwelijk vormingsonderwijs aan leerlingen van het openbaar basisonderwijs in de gemeente Woerden

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieWoerden
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening, die de subsidiëring regelt voor het geven van godsdienstonderwijs of levensbeschouwelijk vormingsonderwijs aan leerlingen van het openbaar basisonderwijs in de gemeente Woerden
CiteertitelVerordening godsdienstonderwijs en levensbeschouwelijk vormingsonderwijs voor het openbaar basisonderwijs 2001
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerponderwijs
Eigen onderwerponderwijs

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling vervangt de "Verordening subsidiëring godsdienstonderwijs en vormingsonderwijs 1994", vastgesteld op 22-09-1994 en de "Subsidieverordening godsdienstonderwijs en levensbeschouwelijk vormingsonderwijs", vastgesteld op 25-04-1996.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Gemeentewet, art. 149
  2. Wet op het primair onderwijs, art. 50
  3. Wet op het primair onderwijs, art. 51

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

11-01-200201-08-2001nieuwe regeling

19-12-2001

10-01-2002 Woerdense Courant

2001/62

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening, die de subsidiëring regelt voor het geven van godsdienstonderwijs of levensbeschouwelijk vormingsonderwijs aan leerlingen van het openbaar basisonderwijs in de gemeente Woerden

De raad van de gemeente woerden,

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 11 december 2001;

gelet op artikel 149 van de Gemeentewet en de artikelen 50 en 51 van de Wet op het primair onderwijs;

besluit;

vast te stellen "Verordening, die de subsidiëring regelt voor het geven van godsdienstonderwijs of levensbeschouwelijk vormingsonderwijs aan leerlingen van het openbaar basisonderwijs in de gemeente Woerden"

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder: a. het onderwijs: godsdienstonderwijs of levensbeschouwelijk vormingsonderwijs zoals in de artikelen 50 en 51 van de Wet op het primair onderwijs is omschreven;

b. de leerling: leerling(en) uit groep vijf, zes, zeven of acht van het openbaar basisonderwijs in de gemeente Woerden;

c. de ouders: natuurlijke perso(o)n(en), die als verzorger(s) de meeste tijd bij de opvoeding van een leerling betrokken is (zijn);

d. de school: een school of nevenvestiging voor openbaar basisonderwijs in de gemeente Woerden;

e. het schooljaar: de periode van 1 augustus tot en met 31 juli.

Artikel 2 Mogelijkheid voor tegemoetkoming in de kosten voor het onderwijs en verantwoordelijkheid voor de inrichting van het onderwijs

1. Burgemeester en wethouders kunnen aan kerkelijke gemeenten, plaatselijke kerken of rechtspersonen, als bedoeld in artikel 51 van de Wet op het primair onderwijs of een werkgroep van deze instellingen een tegemoetkoming verlenen in de kosten, verbonden aan het geven van het onderwijs aan de leerlingen.

2. De verantwoordelijkheid voor de inrichting van het onderwijs ligt bij de instellingen genoemd in het eerste lid.

Artikel 3 Hoogte van de tegemoetkoming

1. De tegemoetkoming als omschreven in artikel 2, lid 1 is gerelateerd aan het totaal aantal leerlingen waaraan door de instelling lesgegeven wordt:

- bij een tot en met vijf leerlingen wordt geen tegemoetkoming gegeven;

- bij zes tot en met tien leerlingen geldt een vast bedrag op jaarbasis van € 636,--;

- bij elf tot en met zestien leerlingen geldt een vast bedrag op jaarbasis van € 1.272,--;

- bij zeventien en/of meer leerlingen geldt een bedrag per leerling op jaarbasis van € 78,--.

2. Jaarlijks worden de bedragen genoemd in het eerste lid geïndexeerd met het percentage prijscompensatie voor de begroting.

3. De tegemoetkoming als omschreven in artikel 2, lid 1 mag niet middellijk noch onmiddellijk aan de school ten goede komen.

Artikel 4 Aantal lesuren en plaats van het onderwijs

1. De tegemoetkoming als omschreven in artikel 2, lid 1 wordt toegekend als aan de leerlingen één keer per week een lesuur van 45 minuten onderwijs wordt gegeven.

2. Het onderwijs wordt in schoolgebouwen gegeven.

Artikel 5 Instemming van de ouders en de bevoegdheid van de directeur van de school

1. Het onderwijs wordt alleen aan leerlingen gegeven als de ouders daarmee schriftelijk instemmen.

2. De personen die het onderwijs geven gedragen zich voor wat betreft de organisatorische aspecten van dit onderwijs naar de aanwijzingen die de directeur van de school geeft.

Artikel 6 Aanvragen van de tegemoetkoming

1. Voor het verkrijgen van de tegemoetkoming als omschreven in artikel 2, lid 1 stuurt de in hetzelfde artikel genoemde instelling binnen drie maanden na afloop van het schooljaar bij burgemeester en wethouders een opgave in, met de volgende gegevens:

- de naam en het adres van de instelling en haar contactpersoon;

- het schooljaar waarin het onderwijs is gegeven;

- de namen van de scholen waaraan het onderwijs gegeven wordt en

- het totaal aantal leerlingen waaraan in het schooljaar door de instelling het onderwijs is gegeven.

2. De opgave als omschreven in het eerste lid van dit artikel moet zijn gewaarmerkt door de in hetzelfde lid genoemde contactpersoon en de directeuren van de scholen waaraan het onderwijs wordt gegeven.

3. De opgave, als omschreven in het eerste lid van dit artikel, die niet binnen drie maanden na afloop van het schooljaar wordt ingediend, of niet voldoet aan de eisen gesteld in dit artikel, wordt niet in behandeling genomen.

4. Burgemeester en wethouders geven op de tegemoetkoming als omschreven in artikel 2 een voorschot van negentig procent van de laatst vastgestelde tegemoetkoming.

Artikel 7 Overige en slotbepalingen

1. In bijzondere gevallen waarin deze verordening niet voorziet beslissen burgemeester en wethouders.

2. Deze verordening kan worden aangehaald als: "Verordening godsdienstonderwijs en levensbeschouwelijk vormingsonderwijs voor het openbaar basisonderwijs 2001".

3. Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het gemeenteblad waarin de verordening wordt geplaatst en werkt terug tot 1 augustus 2001.

4. De Verordening subsidiëring godsdienstonderwijs en vormingsonderwijs 1994, vastgesteld door de raad van de gemeente Harmelen op 22 september 1994, en de Subsidieverordening godsdienstonderwijs en levensbeschouwelijk vormingsonderwijs, vastgesteld door de raad van de gemeente Woerden op 25 april 1996, worden ingetrokken.

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 19 december 2001,

de secretaris,      de voorzitter,

drs. J. Slooijer     drs. H.A. van Zwieten