Organisatie | Eemnes |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening op het raadplegend en raadgevend referendum Eemnes 2004 |
Citeertitel | Verordening op het raadplegend en raadgevend referendum Eemnes 2004 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp | Wettenbank |
Externe bijlagen | Welstandsnota Eemnes Bijlage e, Tekst algemene criteria Welstandsnota Eemnes Bijlage d, Literatuur en bronnen Welstandsnota Eemnes Bijlage c, Verklarende woordenlijst Welstandsnota Eemnes Bijlage b, Monumentenlijst Welstandsnota Eemnes Bijlage a, Ruimtelijke analyse buitengebied Welstandsnota Eemnes Bijlage 2 West Welstandsnota Eemnes Bijlage 1 Oost |
Geen.
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
19-03-2004 | 02-01-2018 | nieuwe regeling | 26-01-2004 | Raadsbesluit 26-1-2004 |
De raad van de gemeente Eemnes;
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 7 oktober 2003, waarin een voorstel wordt gedaan tot het vaststellen van een referendumverordening;
gehoord de werkgroep evaluatie dualisme en de commissie bestuur, samenleving en middelen van 12 januari 2004;
gelet op het bepaalde in de Gemeentewet;
vast te stellen de Verordening op het raadplegend en raadgevend referendum Eemnes 2004.
Hoofdstuk 1 Inleidende bepalingen
In deze verordening en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:
a) referendum: een raadplegende of raadgevende volksstemming waarbij de kiesgerechtigden zich uitspreken over een door de raad te nemen besluit;
b) kiesgerechtigden: diegenen die op de drieënveertigste dag voorafgaande aan de dag waarop het referendum wordt gehouden overeenkomstig het bepaalde in de Kieswet kiesgerechtigd zijn voor de verkiezing van de leden van de raad van de gemeente Eemnes;
c) voorgenomen besluit: een te nemen raadsbesluit in de zin van artikel 1:3 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), alsmede privaatrechtelijke besluiten.
Een referendum kan niet worden gehouden over een voorgenomen besluit:
a) over individuele kwesties, zoals benoemingen, ontslagen, schorsingen, kwijtscheldingen, schenkingen, besluiten over rechtspositionele regelingen aangaande de griffier of griffiemedewerkers;
b) over de vaststelling van de gemeentelijke begroting en de rekening;
c) over het voor kennisgeving aannemen van notities en rapporten;
d) besluiten in het kader van deze verordening;
e) waarbij het belang van het referendum niet opweegt tegen de verantwoordelijkheid van de raad voor kwetsbare groepen en hun plaats in de samenleving;
f) ter uitvoering van een besluit van het rijk of de provincie waarbij de raad geen beleidsvrijheid heeft;
g) waarvan de inwerkingtreding of uitvoering niet kan worden uitgesteld vanwege de daarmee gemoeide spoedeisende gemeentelijke belangen;
h) waarvan de raad van mening is dat er andere dan bovengenoemde dringende redenen zijn om geen referendum te houden.
Hoofdstuk 3 Initiatief van raad en van kiesgerechtigden
Deze kennisgeving moet ten minste 2 dagen vóór de raadsvergadering, waarvoor het besluit is geagendeerd, bij de raad worden ingediend. De kennisgeving moet worden ondersteund door een aantal kiesgerechtigden, dat ten minste gelijk is aan 10% van de kiesdeler van de laatstgehouden verkiezing van de leden van de raad.
Indien een kennisgeving is gedaan volgens de hiervoor gestelde eisen, beslist de raad in dezelfde vergadering waarvoor het besluit van de raad is geagendeerd of over dit besluit, met inachtneming van het bepaalde in artikel 3, een referendum kan worden gehouden. De raad kan zijn beslissing voor ten hoogste 5 weken verdagen.
Artikel 7 Aanhouden beslissing
De stemming over het door de raad te nemen besluit zoals dat luidt na verwerking van de aanvaarde amendementen, wordt echter aangehouden tot de eerstvolgende vergadering na de dag waarop het referendum wordt gehouden, tenzij eerder negatief over de ontvankelijkheid van het (inleidende of het definitieve) verzoek wordt beslist.
Hoofdstuk 6 De stemming, de uitslag en de gevolgen van de uitslag
Met hechtenis van ten hoogste drie maanden of een geldboete van de tweede categorie wordt gestraft degene die:
a) stembiljetten, volmachtbewijzen of referendumkaarten namaakt of vervalst met het oogmerk deze als echt en onvervalst te gebruiken of door anderen te doen gebruiken;
b) stembiljetten, volmachtbewijzen of referendumkaarten die hij zelf heeft nagemaakt of vervalst of waarvan de valsheid of vervalsing hem, toen hij deze ontving, bekend was, opzettelijk als echt en onvervalst gebruikt of door anderen doet gebruiken, danwel deze met het oogmerk om deze als echt en onvervalst te gebruiken of door anderen te doen gebruiken, in voorraad heeft;
c) stembiljetten, volmachtbewijzen of referendumkaarten voorhanden heeft met het oogmerk deze wederrechtelijk te gebruiken of door anderen te doen gebruiken;
d) als gemachtigde stemt voor een persoon, wetende dat deze is overleden.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van
de raad van Eemnes op 26 januari 2004.
De griffier, De voorzitter,
J.A. de Bruijn Mr. J.G. Bijl
Welstandsnota Eemnes Bijlage e, Tekst algemene criteria
Welstandsnota Eemnes Bijlage d, Literatuur en bronnen
Welstandsnota Eemnes Bijlage c, Verklarende woordenlijst
Welstandsnota Eemnes Bijlage b, Monumentenlijst
Welstandsnota Eemnes Bijlage a, Ruimtelijke analyse buitengebied