Organisatie | Eemnes |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Monumentenverordening Eemnes 1998 |
Citeertitel | Monumentenverordening Eemnes 1998 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp | Algemeen |
Artikel 16, lid 2, bevat een afwijkende inwerkingtredingsbepaling voor wat betreft beschermde rijksmonumenten.
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
24-03-2012 | 24-03-2012 | Intrekking | 05-03-2012 De Rotonde 23-03-2012 | Raadsbesluit 2012/01 | |
16-07-2010 | 24-03-2012 | nieuwe regeling | 23-11-1998 Laarder Courant De BEL 08-07-2010 | Raadsbesluit 23-11-1998 |
Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen
Deze verordening verstaat onder:
a. Alle zaken die van algemeen belang zijn wegens hun schoonheid, hun betekenis
voor de wetenschap of hun cultuurhistorische waarde;
b. terreinen die van algemeen belang zijn wegens daar aanwezige zaken als bedoeld onder a.
2. Gemeentelijke monumentenlijst:
De lijst, waarop zijn vermeld de overeenkomstig deze verordening beschermde monumenten.
3. Beschermde gemeentelijke monumenten:
Onroerende monumenten, die overeenkomstig de bepalingen van deze verordening op de gemeentelijke monumentenlijst zijn geplaatst.
4. Beschermde rijksmonumenten:
Onroerende monumenten, die zijn ingeschreven in de ingevolge de Monumentenwet 1988 vastgestelde registers.
Onroerende monumenten, die eigendom zijn van een kerkgenootschap, kerkelijke gemeente of parochie of van een kerkelijke instelling en die uitsluitend of voor een overwegend deel worden gebruikt voor de uitoefening van de eredienst.
De commissie met als taak Burgemeester en Wethouders op verzoek of uit eigen beweging te adviseren over de toepassing van de Monumentenwet 1988 en deze verordening.
Hoofdstuk 3 Beschermde gemeentelijke monumenten
Paragraaf 1 De plaatsing op de gemeentelijke monumentenlijst
Burgemeester en Wethouders nemen met betrekking tot een kerkelijk monument geen besluit tot plaatsing op de gemeentelijke monumentenlijst dan na overleg met de eigenaar. Burgemeester en Wethouders nemen binnen 8 weken nadat de monumentencommissie is gehoord, een beslissing als bedoeld in het eerste lid. Zo spoedig mogelijk wordt de beslissing bekend gemaakt aan degenen die als eigenaar en anderszins zakelijk gerechtigden in de kadastrale legger bekend staan, aan de ingeschreven hypothecaire schuldeisers en, indien om aanwijzing is verzocht, aan de verzoeker.
Burgemeester en Wethouders kunnen ambtshalve of op aanvraag van belanghebbenden in de gemeentelijke monumentenlijst wijzigingen aanbrengen. Indien de wijziging naar het oordeel van Burgemeester en Wethouders van ondergeschikte betekenis is of indien de wijziging betreft het doorhalen van de inschrijving van een monument dat is teniet gegaan, blijft overeenkomstige toepassing van artikel 4, tweede en derde lid en artikel 6, eerste lid, achterwege.
Paragraaf 2 Vergunningen tot wijziging of afbraak van beschermde gemeentelijke monumenten
Het is verboden zonder vergunning van Burgemeester en Wethouders of in strijd met bij zodanige vergunning gestelde voorschriften:
a. Een beschermd gemeentelijk monument af te breken, te verplaatsen of in enig opzicht te wijzigen;
b. een beschermd gemeentelijk monument te herstellen of te gebruiken op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht.
Een vergunning blijft buiten werking gedurende 6 weken na de datum waarop zij is bekendgemaakt. Indien gedurende die termijn bezwaar of beroep is ingediend op grond van de Algemene wet bestuursrecht, blijft de vergunning buiten werking totdat daarop onherroepelijk is beslist, tenzij met toepassing van artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht op een desbetreffend verzoek beslist wordt een voorlopige voorziening te treffen.
Burgemeester en Wethouders nemen met betrekking tot een kerkelijk monument geen beslissing ingevolge de bepaling van dit hoofdstuk dan in overeenstemming met de eigenaar, indien en voor zover het betreft een beslissing, waarbij wezenlijke belangen van de godsdienstuitoefening in dat monument in het geding zijn.
De vergunning kan door Burgemeester en Wethouders worden ingetrokken indien:
a. Blijkt dat de vergunning ten gevolge van een onjuiste of onvolledige opgave is verleend;
b. blijkt dat de vergunninghouder de voorschriften, bedoeld in artikel 9 niet naleeft; de omstandigheden aan de kant van de vergunninghouder zich zodanig hebben gewijzigd, dat het belang van het monument zwaarder dient te wegen.
Indien en voor zover blijkt dat een belanghebbende ten gevolge van:
a. De weigering van Burgemeester en Wethouders wijziging aan te brengen in de gemeentelijke monumentenlijst;
b. de weigering van Burgemeester en Wethouders een vergunning tot wijziging, afbraak of verwijdering van een gemeentelijk monument te verlenen;
c. voorschriften door Burgemeester en Wethouders verbonden aan een vergunning tot wijziging, afbraak of verwijdering van een gemeentelijk monument;schade lijdt of zal lijden, die redelijkerwijs niet of niet geheel te zijnen last behoort te blijven, kent de gemeenteraad hem op zijn verzoek een naar billijkheid te bepalen schadevergoeding toe.
Hoofdstuk 7 Slot- en overgangsbepalingen
De opsporing van de in artikel 14 strafbaar gestelde feiten is, naast de in artikel 141 van het Wetboek van Strafvordering genoemde opsporingsambtenaren, opgedragen aan hen die door Burgemeester en Wethouders met de zorg voor de naleving van deze verordening zijn belast, ieder voor zover het de feiten betreft die in de aanwijzing zijn vermeld.
Zo dikwijls de zorg voor de naleving van deze verordening dit vereist, wordt hierbij de last verstrekt al dan niet besloten ruimten en plaatsen, met uitzondering van woningen, desnoods tegen de wil van de rechthebbende, gebruiker of bewoner te betreden, aan hen die en voor zover zij door het bevoegd gezag belast zijn met het toezicht op de naleving van deze verordening.