Organisatie | Heerlen |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening op de heffing en invordering van een baatbelasting ter zake van het voetgangersdomein in het stadscentrum |
Citeertitel | Verordening baatbelasting voetgangersdomein centrum 1981 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Geen
art. 273a van de Gemeentewet
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2000 | 18-05-2009 | Nieuwe regeling | 04-11-1980 Onbekend | 2000/2362 |
(verordeningen) ggk. 23.12.1980, nr. 3
nr. 02.00.17 6e wijz. 08.12.1992
gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 24 oktober 1980 (Gemeenteblad Afd.A. 1980 nr. 183);
gelet op artikel 273a van de Gemeentewet (Stb. 1931, 89) juncto de artikelen XV, vierde lid en XVIII, tweede lid, van de Invoeringswet van de wet materiële belastingbepalingen Gemeentewet (Stb. 1994, 420);
"VERORDENING OP DE HEFFING EN INVORDERING VAN EEN BAATBELASTING TER ZAKE VAN HET VOETGANGERSDOMEIN IN HET STADSCENTRUM"
Ter zake van alle in en aan het voetgangersdomein gelegen onroerende zaken, die gebaat zijn door de aanleg van dat voetgangersdomein en die op bijbehorende, gewaarmerkte en van deze verordening deel uitmakende tekening door arcering zijn aangeduid, wordt onder de naam van "Baatbelasting voetgangersdomein centrum" als billijke bijdrage in de kosten van aanleg van dit voetgangersdomein een belasting geheven overeenkomstig de navolgende bepalingen.
Als genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht, bedoeld in het eerste lid, wordt aange-merkt hij, die op 1 januari van het belastingjaar als zodanig in de kadastrale registratie is vermeld, tenzij blijkt, dat op dat tijdstip een ander de genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht was.
Bij het berekenen van het overeenkomstig het bepaalde in artikel 4 verschuldigde bedrag wordt het bedrag van de aanslag op gehele guldens naar beneden afgerond.
Deze belasting wordt, behoudens in geval van voldoening ineens overeenkomstig het bepaalde in artikel 9, jaarlijks geheven, en wel gedurende dertig achtereenvolgende jaren.
Op een bij de in artikel 231, tweede lid, onderdeel b, van de Gemeentewet bedoelde gemeente-ambtenaar vóór 1 maart van het belastingjaar in te dienen schriftelijke aanvraag van de belastingplichtige wordt de belasting met betrekking tot de nog niet aange-vangen belastingjaren ineens geheven naar een bedrag, dat gelijk is aan de contante waarde van de belastingbedragen, welke geheven zouden zijn - beoordeeld naar de omstandigheden bij het begin van het belastingjaar, waarin de aanvraag wordt gedaan - voor elk van die nog niet aangevangene belastingjaren.
De belasting wordt niet geheven van:
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de baatbelasting.
Deze verordening kan worden aangehaald onder de naam "Verordening baatbelasting voetgangersdomein centrum 1981".
Deze verordening treedt in werking op de eerste van de maand, volgende op die, waarin de Koninklijke goedkeuring is verkregen, met dien verstande, dat de in artikel 1 bedoelde belasting wordt geheven met in-gang van het belastingjaar 1981.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad der gemeente Heerlen van 4 november 1980.
drs J.G.L. Heiligers P.H. van Zeil
zijnde de 10e wijziging d.d. 10.03.1998 op de originele verordening vastgesteld