Organisatie | Blaricum |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening rechtspositie wethouders, raadsleden, commissieleden en fractievertegenwoordigers 2009 |
Citeertitel | Verordening voorzieningen wethouders, raadsleden, commissieleden en fractievertegenwoordigers 2009 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp | Bestuur en recht |
Externe bijlage | Verordening rechtspositie wethouders Toelichting |
Geen.
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
30-04-2014 | 27-03-2014 | 01-07-2017 | art.1, 8,9,10, 10a,21,23, 23a, 30 | 18-02-2014 Hei en wei 22-4-2014, nr. 22342 | Raadsbesluit 2014-3 |
26-06-2010 | 30-04-2014 | art. 8,21,30 | 20-04-2010 Hei en wei 25-06-2010 | Raadsbesluit 2010-24 | |
30-01-2009 | 01-01-2009 | 26-06-2010 | nieuwe regeling | 16-12-2008 | Raadsbesluit 2008-60 |
De raad van de gemeente Blaricum,
gelet op de artikelen 44, tweede en derde lid, 95 tot en met 99 en 147 van de Gemeentewet,
gelet op het Rechtspositiebesluit wethouders en het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden,
vast te stellen de volgende verordening
Verordening rechtspositie wethouders, raadsleden, commissieleden en fractievertegenwoordigers 2009.
Hoofdstuk 1 Begripsomschrijvingen
In deze verordening wordt verstaan onder:
a. commissie: een commissie , zoals bedoeld in hoofdstuk V van de gemeentewet, met
uitzondering van de raadscommissie, als bedoeld in artikel 82 van de Gemeentewet;
b. de fractievertegenwoordiger: de door de raad benoemde fractievertegenwoordiger, zoals
bedoeld in artikel 55 van het Reglement van orde voor de vergaderingen en andere
werkzaamheden van de gemeenteraad van Blaricum;
c. Rechtspositiebesluit wethouders: het Koninklijk Besluit van 22 maart 1994, Stb. 243;
d. Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden: het Koninklijk Besluit van
e. Regeling rechtspositie wethouders: de ministeriële regeling van 20 februari 2001,
Stcrt. 41 als bedoeld in artikel 23 van het Rechtspositiebesluit wethouders;
f. Verplaatsingskostenregeling 1989: het besluit van de Minister van Binnenlandse Zaken
van 20 oktober 1989, nr. AB87/74/U6DGMP/AV/FAR, Stcrt. 212;
g. Reisregeling binnenland: het besluit van de Minister van Binnenlandse Zaken van
16 maart 1993, nr. AB93/U280, Stcrt. 56;
h. Reisregeling buitenland: het besluit van de Minister van Binnenlandse Zaken van
12 september 1994, nr. AD94/U1011, Stcrt. 181;
i. raadslid: lid van de gemeenteraad, niet zijnde wethouder;
j. griffier: de griffier, bedoeld in artikel 107 van de Gemeentewet;
k. gemeentesecretaris: de secretaris, bedoeld in artikel 102 van de Gemeentewet;
l. rondetafelgesprek: een gesprek, zoals bedoeld in artikel 51 van het Reglement van orde voor de vergaderingen en andere werkzaamheden van de gemeenteraad van Blaricum
m. tablet: een tabletcomputer met een schermdiameter van tenminste 9,5 inch, met de daarop geïnstalleerde software; n. BEL Combinatie: het openbaar lichaam genaamd BEL Combinatie.
Hoofdstuk 2 Voorzieningen voor raadsleden
Artikel 2 Vergoeding voor de werkzaamheden
De vergoeding voor de werkzaamheden bedoeld in artikel 2, eerste lid, van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden, is gelijk aan het door de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties voor gemeenteklasse 3 vastgestelde maximum.
Ten aanzien van een raadslid van wie de arbeidsverhouding ingevolge artikel 4, aanhef en onderdeel f, van de Wet op de loonbelasting 1964 voor de toepassing van die wet als dienstbetrekking wordt aangemerkt, is in afwijking van het eerste lid de onkostenvergoeding gelijk aan het bedrag voor gemeenteklasse 3, vermeld in tabel III van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden.
De in het eerste lid bedoelde vergoeding betreft:
- bij gebruik van openbare middelen van vervoer en van een taxi: een volledige vergoeding van de in redelijkheid gemaakte noodzakelijke reiskosten;
- bij gebruik van een eigen vervoermiddel: een vergoeding van de in redelijkheid gemaakte noodzakelijke reiskosten overeenkomstig het bepaalde in artikel 4,onderdeel b, van de Regeling rechtspositie wethouders.
De in redelijkheid noodzakelijk gemaakte verblijfskosten ter zake van reizen buiten het grondgebied van de gemeente worden aan het raadslid vergoed.
Artikel 7 Cursus, congres, seminar of symposium
Het raadslid dat wil deelnemen aan een cursus, congres, seminar of symposium dat niet door of namens de gemeente wordt aangeboden of verzorgd, dient daartoe een gemotiveerde aanvraag in. De aanvraag gaat vergezeld van inhoudelijke informatie en een kostenspecificatie. De kosten komen voor rekening van de gemeente als deelname van algemeen belang is in verband met de vervulling van het raadslidmaatschap.
1. De gemeente stelt het raadslid ten laste van de gemeente voor de uitoefening van het raadslidmaatschap een tablet in bruikleen ter beschikking.
2. De gemeente stelt het raadslid, op diens verzoek en ten laste van de gemeente, voor de uitoefening van het raadslidmaatschap een printer in bruikleen ter beschikking. De hiervoor benodigde cartridges worden vergoed tot ten hoogste € 50 per jaar.
3. Het raadslid sluit voor de bruikleen een bruikleenovereenkomst af met de BEL Combinatie.
4. De directeur van de BEL Combinatie stelt het model van de bruikleenovereenkomst vast.
5. De gemeente vergoedt het raadslid, op diens verzoek en ten laste van de gemeente, voor de uitoefening van het raadslidmaatschap de kosten van een internetabonnement, tot ten hoogste € 30,- per maand.
1. Het raadslid van wie de arbeidsverhouding ingevolge artikel 4, aanhef en onderdeel f, van de Wet op de loonbelasting 1964 voor de toepassing van die wet als dienstbetrekking wordt aangemerkt, kan deelnemen aan de voor de gemeente geldende fiscale fietsregeling. Naar keuze van het raadslid wordt de raadsvergoeding dan wel vaste onkostenvergoeding verminderd met de vergoeding voor de fiets.
2. Gelet op het bepaalde in artikel 99 van de Gemeentewet bestaat geen aanspraak op enige vergoeding van de gemeente.
Artikel 11 Verlaging vergoeding werkzaamheden bij arbeidsongeschiktheid
De vergoeding voor de werkzaamheden, bedoeld in artikel 2, kan op verzoek van een raadslid worden verlaagd in het geval hij een uitkering ontvangt in verband met gehele of gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid.
Artikel 12 Compensatie korting werkloosheidsuitkering
In het geval een raadslid een uitkering op grond van de Werkloosheidswet ontvangt en de na toepassing van artikel 20 van die wet ontstane korting op deze uitkering ten gevolge van het uitoefenen van het raadslidmaatschap meer bedraagt dan de in artikel 2 bedoelde vergoeding voor de werkzaamheden die het raadslid ontvangt, wordt deze vergoeding ten laste van de gemeente verhoogd tot het bedrag van bedoelde korting.
In het geval dat een raadslid een uitkering op grond van het Besluit Werkloosheid onderwijs- en onderzoekpersoneel ontvangt en de na toepassing van artikel 6, vierde lid, van dat besluit ontstane korting op deze uitkering ten gevolge van het uitoefenen van het raadslidmaatschap meer bedraagt dan de in artikel 2 bedoelde vergoeding voor de werkzaamheden die het raadslid ontvangt, wordt deze vergoeding ten laste van de gemeente verhoogd tot het bedrag van bedoelde korting.
Artikel 13b Voorzieningen bij tijdelijk ontslag wegens zwangerschap en bevalling of ziekte
De artikelen 2 tot en met 4, 8, 10 tot en met 12 en 13a blijven van toepassing op het raadslid aan wie ingevolge artikel X 10 van de Kieswet tijdelijk ontslag is verleend wegens zwangerschap en bevalling of ziekte, met dien verstande dat de onkostenvergoeding die dit raadslid op grond van artikel 3, eerste of tweede lid, ontvangt de helft bedraagt van het bedrag dat op grond van die bepalingen van toepassing is.
De artikelen 1 tot en met 7, 8, eerste, tweede, vierde en vijfde lid, en 11 tot en met 13a van deze verordening zijn van toepassing op raadsleden die tijdelijk worden benoemd ter vervanging van een raadslid dat ingevolge artikel X10 van de Kieswet tijdelijk ontslag heeft verkregen wegens zwangerschap en bevalling of ziekte.
Hoofdstuk 3 Voorzieningen voor wethouders
De vergoeding voor aan de uitoefening van het wethouderschapschap verbonden kosten is gelijk aan het bedrag voor gemeenteklasse 2, vermeld in artikel 25 van het Rechtspositiebesluit wethouders.
Artikel 15 Reiskosten woon-werkverkeer
De tegemoetkoming voor het reizen tussen zijn woning en de plaats van tewerkstelling van de wethouder is gelijk aan de vergoeding bedoeld in artikel 23 van de Regeling rechtspositie wethouders.
Artikel 16 Zakelijke reiskosten
- bij gebruik van openbare middelen van vervoer en van een taxi: een volledige vergoeding van de reiskosten;
- bij gebruik van een eigen personenauto: de vergoeding als bedoeld in artikel 4, onderdeel b, van de Regeling rechtspositie wethouders;
- een vergoeding van de noodzakelijke en rederlijkerwijs gemaakte verblijfkosten.
Op aanvraag worden de reiskosten voor de zakelijke reizen van de wethouder gesaldeerd overeenkomstig de regeling voor gemeentelijk personeel. Indien geen regeling als bedoeld in de eerste volzin is vastgesteld vindt op aanvraag saldering van de reiskosten voor de zakelijke reizen van de wethouder plaats overeenkomstig artikel 4a van de Reisregeling binnenland, artikel 2a van de Reisregeling buitenland en artikel 13a van de krachtens het Verplaatsingskostenbesluit 1989 vastgestelde Verplaatsingskostenregeling 1989.
Artikel 20 Cursus, congres, seminar of symposium
De wethouder die wil deelnemen aan een cursus, congres, seminar of symposium dat niet door of namens de gemeente wordt aangeboden of verzorgd, dient daartoe een gemotiveerde aanvraag in. De aanvraag gaat vergezeld van inhoudelijke informatie en een kostenspecificatie. De kosten komen voor rekening van de gemeente als deelname van algemeen belang is in verband met de uitoefening van het ambt van wethouder.
1. De gemeente stelt de wethouder ten laste van de gemeente voor de uitoefening van het wethouderschap een tablet ter beschikking.
2. De gemeente stelt de wethouder, op diens verzoek en ten laste van de gemeente, voor de uitoefening van het wethouderschap een printer in bruikleen ter beschikking. De hiervoor benodigde cartridges worden vergoed tot ten hoogste € 50 per jaar. 3. De wethouder sluit voor de bruikleen een bruikleenovereenkomst af met de BEL Combinatie 4. De directeur van de BEL Combinatie stelt het model van de bruikleenovereenkomst vast. 5. De gemeente vergoedt, op diens verzoek, de wethouder ten laste van de gemeente voor de uitoefening van het wethouderschap de kosten van een internetabonnement tot ten hoogste € 30,- per maand.
1. De wethouder kan deelnemen aan de voor de gemeente geldende fiscale fietsregeling. Naar keuze van de wethouder wordt de bezoldiging dan wel de vaste onkostenvergoeding dan wel eindejaarsuitkering verminderd met de vergoeding voor de fiets.
2. Gelet op het bepaalde in artikel 44 van de Gemeentewet bestaat geen aanspraak op enige vergoeding van de gemeente.
Artikel 24 Reis- en pensionkosten en verhuiskosten
De wethouder die bij benoeming nog niet over woonruimte in de gemeente beschikt heeftten laste van de gemeente aanspraak op vergoeding van:
a. reis- en pensionkosten overeenkomstig het bepaalde in artikel 1 van de Regeling rechtspositie wethouders;
b. verhuiskosten in verband met de benoeming als wethouder overeenkomstig het bepaalde in artikel 2 van de Regeling rechtspositie wethouders.
Hoofdstuk 4 Voorzieningen voor fractievertegenwoordigers
Artikel 26 Vergoeding voor het bijwonen van vergaderingen
De vergoeding voor het deelnemen aan de rondetafelgesprekken door de raad benoemde fractievertegenwoordigers is gelijk aan het door de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties voor gemeenteklasse 1 vastgestelde maximum van tabel IV van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden. Het bijwonen van een of meer rondetafelgesprekken op één avond wordt beschouwd als één vergadering.
Geen vergoeding ontvangt degene die zitting heeft in een rondetafelgesprek
als raadslid of wethouder; uit hoofde van dan wel als rechtstreeks uitvloeisel van een ambtelijke of bestuurlijke hoedanigheid, dan wel als vertegenwoordiger van een belanghebbende instelling, organisatie of groepering of namens een functie bij een instelling die grotendeels van overheidswege wordt gesubsidieerd;
Artikel 27 Reis- en verblijfkosten
De in het eerste lid bedoelde vergoeding betreft:
- bij gebruik van openbare middelen van vervoer en van een taxi: een volledige vergoeding van de in redelijkheid gemaakte reiskosten
- bij gebruik van een eigen vervoermiddel: een vergoeding van de in redelijkheid
- gemaakte noodzakelijke reiskosten overeenkomstig het bepaalde in artikel 4, onderdeel b, van de Regeling rechtspositie wethouders.
Artikel 29 Cursus, congres, seminar of symposium
De fractievertegenwoordiger, die wil deelnemen aan een cursus, congres, seminar of symposium dat niet door of namens de gemeente wordt aangeboden of verzorgd, dient daartoe een gemotiveerde aanvraag in. De aanvraag gaat vergezeld van inhoudelijke informatie en een kostenspecificatie. De kosten komen voor rekening van de gemeente als deelname van algemeen belang is in verband met de vervulling van de deelname aan de rondetafelgesprekken.
1. De gemeente stelt de fractievertegenwoordiger ten laste van de gemeente voor de uitoefening van het fractievertegenwoordigerschap een tablet in bruikleen ter beschikking.
2. De gemeente stelt de fractievertegenwoordiger, op diens verzoek en ten laste van de gemeente, voor de uitoefening van het fractievertegenwoordigerschap een printer in bruikleen ter beschikking. De hiervoor benodigde cartridges worden vergoed tot ten hoogste € 50 per jaar. 2. De fractievertegenwoordiger sluit voor de bruikleen een bruikleenovereenkomst af met de BEL Combinatie 3. De directeur van de BEL Combinatie stelt het model van de bruikleenovereenkomst vast. 4. De gemeente vergoedt, op diens verzoek, de fractievertegenwoordiger ten laste van de gemeente voor de uitoefening van het fractievertegenwoordigerschap de kosten van een internetabonnement tot ten hoogste € 30,- per maand.
Hoofdstuk 5 Voorzieningen voor commissieleden
Artikel 30a Vergoeding voor het bijwonen van commmissievergaderingen
Geen vergoeding ontvangt degene die zitting heeft in een commissie
b. uit hoofde van dan wel als rechtstreels uitvloeisel van een ambtelijke of bestuurlijke hoedanigheid dan wel van een functie bij een instelling die grotendeels van overheidswege wordt gesubsidieerd;
c. als vertegenwoordiger van een belanghebbende instelling, organisatie of groepering, tenzij zijn lidmaatschap van de commissie tevens in belangrijke mate het gemeentelijk belang dient.
In afwijking van het bepaalde in het eerste lid, stelt het college, met uitzondering van de Rekenkamercommissie, een hogere vergoeding vast, ten aanzien van
a.een lid van een commissie die op grond van zijn bijzondere beroepsmatige deskundigheid op het taakgebied van de commissie voor deelname aan haar werkzaamheden is aangetrokken, en
b.een lid van een commissie ten aanzien waarvan de vergoeding niet geacht kan worden in een redelijke verhouding te staan tot de zwaarte van zijn taak en de omvang van de door hem te verrichten arbeid.
Hetgeen in het vierde lid is bepaald is van toepassing op
- de leden van de Commissie voor bezwaarschriften;
- de leden van de Commissie Monumenten en Welstand, met uitzondering van de burgerleden;
- de leden van de Commissie rechtspositionele zaken;
Hoofdstuk 6 De procedure van declaratie
Artikel 31 Betaling van kosten
Betaling van kosten op grond van deze verordening vindt plaats door a.betaling uit eigen middelen; of
Artikel 32 Declaratie van vooruit betaalde kosten
Het declaratieformulier wordt volledig ingevuld en ondertekend. Het raadslid, onderscheidenlijk de wethouder of de fractievertegenwoordiger dient het declaratieformulier binnen 1 maand bij de griffier, onderscheidenlijk de gemeentesecretaris of een door hem aangewezen ambtenaar in, onder bijvoeging van de originele bewijsstukken.
Hoofdstuk 7 Citeertitel en inwerkingtreding
Artikel 35 Intrekking oude regeling, overgangsrecht
De voor het in werking treden van deze verordening genomen besluiten of regelingen inzake de vergoedingen voor het bijwonen van commissievergaderingen van de leden van de in artikel 30a, vijfde lid, genoemde commissies blijven van kracht totdat nieuwe besluiten zijn genomen op basis van deze verordening.