Organisatie | Laren |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Parkeerverordening Laren 2007 op het gebruik van parkeerplaatsen en de verlening van ontheffingen |
Citeertitel | Parkeerverordening Laren 2007 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | ruimtelijke ordening, verkeer en vervoer |
Eigen onderwerp | Ruimtelijke ordening, verkeer en vervoer |
Geen.
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-04-2007 | nieuwe regeling | 24-01-2007 Laarder Courant De BEL 15-02-2007 | Raadsbesluit 2006/76 |
Afdeling I Algemene bepalingen
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
In deze verordening wordt verstaan onder:
a. RVV 1990: het Reglement verkeersregels en verkeerstekens van 26 juli 1990, Stb. 459;
b. voertuig waarvoor ontheffing mogelijk is: motorvoertuig met meer dan 2 wielen voorzien van kenteken met als maximale afmetingen: 2.20 meter breed, 6 meter lang en 2,4 meter hoog;
c. parkeren: het gedurende een aaneengesloten periode doen of laten staan van een voertuig, anders dan gedurende de tijd die nodig is voor en gebruikt wordt tot het onmiddellijk in- of uitstappen van personen dan wel het onmiddellijk laden of lossen van goederen, op binnen de gemeente gelegen voor het openbaar verkeer openstaande terreinen of weggedeelten, waarop dit doen of laten staan niet ingevolge een wettelijk voorschrift is verboden;
d. houder: degene die naar de omstandigheden als houder van een voertuig moet worden beschouwd, met dien verstande dat:
• voor een motorvoertuig dat is ingeschreven in het krachtens de Wegenverkeerswet 1994 (Stb. 1994, 475) aangehouden register van opgegeven kentekens als houder wordt aangemerkt degene op wiens naam het voor het motorvoertuig opgegeven kenteken ten tijde van het parkeren in het register was ingeschreven;
• de gebruiker van een motorvoertuig wordt aangemerkt als de houder indien hij ten tijde van het indienen van de aanvraag een rechtsgeldige overeenkomst kan overleggen waaruit blijkt dat hij als gebruiker van het motorvoertuig moet worden aangemerkt;
• de garagehouder wordt aangemerkt als houder van voertuigen van derden die bij het bedrijf in onderhoud of reparatie zijn.
e. parkeerschijfzone: zone aangeduid met bebording E10 en E11 (RVV 1990) met hierop de maximale tijdsduur waar (gedurende de periode overeenkomstig het onderbord) slecht motorvoertuigen met meer dan twee wielen met gebruikmaking van een parkeerschijf mogen parkeren op plaatsen die zijn gemarkeerd met een blauwe streep;
f. ontheffing parkeerschijfzone: een door burgemeester en wethouders verleende ontheffing waarmee houders van een voertuig waarvoor ontheffing mogelijk is zonder gebruik te maken van een parkeerschijf in de parkeerschijfzone kunnen parkeren;
g. ontheffinghouder: de natuurlijke persoon of rechtspersoon aan wie een ontheffing is verleend.
Afdeling II Ontheffingsmogelijkheden
Artikel 3 Ontheffingen parkeerschijfzone centrum
Het college kan op een daartoe strekkende aanvraag een ontheffing verlenen van de toegestane parkeerduur van 2 uur voor het parkeren in de parkeerschijfzone van het centrumgebied dat krachtens artikel 2 van deze verordening is aangewezen.
a. Een ontheffing kan worden verleend aan de eigenaar of houder van een voertuig waarvoor ontheffing mogelijk is (artikel 1 lid b):
• die blijkens het bevolkingsregister zijn vaste woon- en verblijfplaats heeft in de door burgemeester en wethouders vastgestelde zone zoals bedoeld in artikel 1, lid g en ouder is dan 17 jaar, te noemen ‘bewonersontheffing’ (categorie I);
• die voor de uitoefening van hun functie als professionele zorgverlener een voertuig in de gemeente nodig hebben, te noemen ‘zorgontheffing’ (categorie II);
• die beroepsmatig tijdelijk werkzaamheden moet verrichten in de parkeerschijfzone waarbij de werkzaamheden niet logischerwijze kunnen worden verricht zonder het voertuig in de nabijheid van het werk te parkeren, te noemen ‘tijdelijke ontheffing’ (categorie III);
• garagehouders die een bedrijf uitoefenen binnen de door burgemeester en wethouders vastgestelde zone zoals bedoeld in artikel 1, lid g, te noemen "garageontheffing" (categorie IV).
b. Een bewonersontheffing wordt niet verleend indien eigenaar of houder van het motorvoertuig woont in een gebouw of gebouwencomplex waartoe parkeergelegenheid behoort die strookt met de ter plaatse geldende richtlijnen van de gemeente
c. Per gemeentelijk adres binnen het aangewezen gebied (artikel 2 van deze verordening) wordt maximaal 1 bewonersontheffing verleend.
d. Per natuurlijk persoon wordt maximaal één ontheffing op kenteken verleend.
e. Als een eigenaar of houder van een voertuig voor meerdere categorieën ontheffingen in aanmerking komt, dan komt hij slechts voor de hoogste categorie in aanmerking.
f. Per garagehouder worden maximaal 5 ontheffingen op naam van het bedrijf verstrekt ten behoeve van de voertuigen van derden die in reparatie of in onderhoud zijn of behoren bij de handelsvoorraad.
g. In bijzondere gevallen kunnen burgemeester en wethouders afwijken van het gestelde in dit artikel.
a. Voor het aanvragen van een ontheffing krachtens deze verordening dient gebruik gemaakt te worden van een daartoe door of namens burgemeester en wethouders vastgesteld aanvraagformulier.
b. Bij het indienen van de aanvragen dienen de volgende bescheiden worden ingediend:
• een kopie van het kentekenbewijs;
• een kopie van een geldig paspoort, een geldig Europese identiteitskaart of een geldig rijbewijs;
• indien sprake is van een zorgontheffing een afschrift van het bewijs van inschrijving van de kamer van koophandel;
• indien van toepassing: een afschrift van de overeenkomst waaruit blijkt dat de aanvrager ten tijde van het indienen van de aanvraag gebruiker is van het voertuig.
c. Het college beslist binnen 8 weken na ontvangst van een aanvraag voor een vergunning.
d. Het college kan de in het derde lid genoemde termijn met ten hoogste 8 weken verlengen. Van een verlenging van deze termijn wordt de aanvrager schriftelijk in kennis gesteld.
Een ontheffing van categorie I, II en IV wordt voor ten hoogste 1 jaar verleend. Een tijdelijke ontheffing (categorie III) wordt voor ten hoogte 4 weken verleend.
Artikel 6 Inhoud van de ontheffing
De parkeerontheffing bevat in ieder geval de volgende gegevens:
• de periode waarvoor de ontheffing geldt;
• de categorie van de ontheffing;
• het kenteken van het motorvoertuig (uitgezonderd de garageontheffing) waarvoor de ontheffing is verleend.
Artikel 7 Intrekken en wijzigen
Het college kan een vergunning intrekken of wijzigen:
a. op verzoek van de vergunninghouder;
b. wanneer de vergunninghouder het gebied, waarvoor de ontheffing is verleend, metterwoon verlaat of het zorgverlenende beroep beëindigt;
c. wanneer er zich een wijziging voordoet in een van de omstandigheden die relevant waren voor het verlenen van de vergunning;
d. wanneer voor het betreffende gebied het stelsel van vergunningen komt te vervallen;
e. wanneer de vergunninghouder handelt in strijd met de aan de vergunning verbonden voorschriften;
f. wanneer blijkt dat bij de aanvraag van de 'vergunning onjuiste gegevens zijn verstrekt;