Organisatie | Blaricum |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Subsidieverordening Dorpsvernieuwing Blaricum 2000 |
Citeertitel | Subsidieverordening dorpsvernieuwing Blaricum 2000 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp | Financiën en economie |
Deze verordening vervang de Subsidieveordening stads- en dorpsvernieuwing, vastgesteld d.d. 7 september 1995. Artikel 28 bevat een overgangsbepaling.
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2000 | nieuwe regeling | 23-12-1999 Laarder Courant De BEL 30-12-1999 | Raadsbesluit 1999-111 |
De raad van de gemeente Blaricum,
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders
overwegende, dat de rijksbijdrage voor de stadsvernieuwing voor Blaricum is beëindigd;
dat het gewenst is regels te stellen ter verdeling van de gemeentelijke subsidie voor bepaalde panden in het kader van de dorpsvernieuwing;
gelet op artikel 147 Gemeentewet, de Wet op de stads- en dorpsvernieuwing en titel 4.2 van de Algemene wet bestuursrecht;
I. vast te stellen de Subsidieverordening dorpsvernieuwing Blaricum 2000:
II. in te trekken de Subsidieverordening Stads- en dorpsvernieuwing, vastgesteld bij raadsbesluit van 7 september 1995 met ingang van 1 januari 2000;
Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen
In deze verordening wordt verstaan onder:
a. aanvraag: de aanvraag om subsidie op grond van deze subsidieverordening;
b. beeldbepalende bebouwing: bouwwerken die door hun architectuur en ligging bepalendzijn voor de waarden van het beschermd dorpsgezicht, welke bouwwerken in de inventarisatielijsten van het bestemmingsplan zijn opgenomen;
c. beeldondersteunende bebouwing: bouwwerken die door hun architectuur de waarden van het beschermd dorpsgezicht ondersteunen, welke bouwwerken in de inventarisatielijsten van het bestemmingsplan zijn opgenomen;
d. burgemeester en wethouders: burgemeester en wethouders van Blaricum;
e. dorpsvernieuwing: hetgeen hieronder in de Wet op de stad- en dorpsvernieuwing (1984) wordt verstaan;
f. kosten: de door burgemeester en wethouders vast te stellen kosten van het voorgenomen plan waarvoor subsidie wordt verstrekt, exclusief btw en verminderd met bijdragen die op grond van andere regelingen of anderszins kunnen worden verkregen;
g. monument: een beschermd gemeentelijk monument als vermeld op de gemeentelijke monumentenlijst overeenkomstig de Monumentenverordening, tevens wordt onder monument verstaan beeldbepalende bebouwing en beeldondersteunende bebouwing;
h. plan: de omschrijving van activiteiten waarvoor subsidie wordt gevraagd;
i. restauratie: hetgeen hieronder in de Monumentenwet 1988 wordt verstaan;
j. subsidie: de aanspraak op financiële middelen, door een bestuursorgaan verstrekt, met het oog op bepaalde activiteiten van de aanvrager, anders dan als betaling voor aan het bestuursorgaan geleverde goederen of diensten.
k. eigenaar: Vereniging van eigenaren, opstaller, erfpachter, gerechtigde tot een appartementsrecht of degene die lid is van een coöperatie en die op die grond het uitsluitende gebruik heeft van een aan die coöperatie toebehorende woning.
Afdeling Grondslag en werkingssfeer
Aan de eigenaar van een monument als bedoeld in artikel 1 onder g kan subsidie worden verleende ter tegemoetkoming in de door burgemeester en wethouders vast te stellen kosten van het restaureren van het casco van het monument, alsmede voor het verbeteren van het monument, welke verbetering het normaal onderhoud te boven gaan.
Een aanvraag om verlening van subsidie voor restauratie of verbetering gaat vergezeld van:
a. een bouwtechnische opname van het monument waaruit blijkt in welke
bouwkundige toestand het monument zich bevindt;
b. een bewijs van eigendom door middel van een authentiek afschrift van de koopakte en een gewaarmerkt recent uittreksel uit de kadastrale legger, danwel een door de ambtenaar bouw- en woningtoezicht gemaakte kopie van deze authentieke stukken, welke direct gewaarmerkt wordt;
c. voor zover van toepassing een afschrift van de akte van splitsing;
d. voor zover van toepassing een verklaring van de Vereniging van eigenaren welke bouwdelen gemeenschappelijk dan wel niet gemeenschappelijk zijn;
e. een plan dat ten minste een omschrijving en een tekening van de te
verrichten activiteiten en een begroting van de kosten omvat.
Burgemeester en wethouders honoreren een aanvraag om subsidie in ieder geval niet, indien:
a. de in de artikel 4:25 lid 2 en 4:35 van de Algemene wet bestuursrecht genoemde gronden van toepassing zijn;
b. indien artikel 2 lid 1 is toegepast en er gebieden zijn aangewezen, de werkzaamheden waarvoor subsidie wordt gevraagd niet plaatsvinden in een door de raad aangewezen gebied;
c. de werkzaamheden warvoor subsidie wordt gevraagd niet zijn aangewezen als bijzondere activiteit als bedoeld in artikel 3.
Burgemeester en wethouders kunnen subsidie verlenen indien aan elk van de volgende beoordelingscriteria is voldaan:
a. uit de bouwtechnische opname als bedoeld in artikel 6 lid 5 onder a blijkt dat het monument van slechte kwaliteit is;
b. de kosten van de voorzieningen staan in redelijke verhouding tot het te bereiken kwaliteitsniveau en de waarde vna het monument;
d. de voor het verrichten van de activiteiten noodzakelijke vergunningen zijn verleend;
e. er niet reeds een begin met de activiteiten gemaakt is zonder schriftelijke toestemming van burgemeester en wethouders;
f. het monument voldoet na het treffen van de voorzieningen naar het oordeel van burgemeester en wethouders aan redelijke eisen vanuit een oogpunt van monumentenzorg of levert een redelijke bijdrage aan het beschermde dorpsgezicht.
De subsidie wordt verleend onder de verplichting dat:
a. binnen 26 weken na het besluit tot verlenen van de subsidie met de werkzaamheden is begonnen;
b. de eigenaar de vervreemding van het pand waarvoor subsidie is gevraagd, gedurende de termijn die aanvangt op het moment van verlenen van subsidie en eindigt op het moment dat de burgemeester en wethouders de subsidie vaststellen, terstond meldt aan burgemeester en wethouders.
Burgemeester en wethouders kunnen een aanvraag die niet wordt gehonoreerd op grond van overschrijding van het subsidieplafond aanmerken als een aanvraag per 1 januari van het opvolgende jaar. Voor de bepaling van de volgorde van deze aanvragen is de volgorde van binnenkomst in het oorspronkelijke jaar van indiening bepalend.
In daarvoor naar het oordeel van burgemeester en wethouders in aanmerking komende gevallen kan op verzoek van de aanvrager, indien 50% of meer van de in de aanvraag vermelde werkzaamheden zijn verricht en akkoord bevonden, een voorschot op de subsidie worden verstrekt van maximaal 50% van de toegekende bijdrage.
Burgemeester en wethouders kunnen toezichthouders aanwijzen, die toezicht houden op het bepaalde in deze verordening.
Burgemeester en wethouders kunnen voor de uitvoering van deze verordening nadere regels vaststellen betreffende de wijze waarop de aanvraag en de gereedmelding worden gedaan.
Burgemeester en wethouders brengen jaarlijks een verslag uit aan de gemeenteraad over de verleende ontheffingen op grond van deze verordening en over de toepassing van artikel 17.
Afdeling Het vaststellen van subsidie
Indien meer dan de helft van de werkzaamheden wordt verricht door de eigenaar, al dan niet met behulp van anderen maar zonder dat er sprake is van uitoefening van een bedrijf, worden de in artikel 5 lid 3 bedoelde kosten met 50% van de met in zelfwerkzaamheid te verrichten werkzaamheden samenhangende kosten verminderd.