Organisatie | Bonaire |
---|---|
Organisatietype | Caribisch openbaar lichaam |
Officiële naam regeling | EILANDSVERORDENING van de 4de December 1953 op het verhuren, verpachten of op andere wijze uitgeven van onroerende zaken toebehorende aan het eilandgebied Bonaire |
Citeertitel | Verordening op de uitgifte van eigendommen |
Vastgesteld door | Eilandsraad |
Onderwerp | ruimtelijke ordening, verkeer en vervoer |
Eigen onderwerp |
Deze regeling is vastgesteld en in werking getreden vóór 10-10-2010, maar op grond van artikel 7 van de Invoeringswet openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba en de Positieve lijst regelgeving Eilandsraad Bonaire (AB 2010, no. 20) tevens vastgesteld voor het openbaar lichaam Bonaire en derhalve met ingang van 10-10-2010 in het openbaar lichaam Bonaire van toepassing.
De oorspronkelijke grondslag(en) kan men vinden door de regeling te zoeken op 09-10-2010.
Deze eilandsverordening is overeenkomstig artikel 97, eerste lid, van de Eilandenregeling Nederlandse Antillen goedgekeurd bij landsbesluit van 19 februari 1954 No. 2 (P.B. 1954 No.2l)
Eilandsverordening van 8 oktober 2010, no. 1 tot vaststelling van eilandsverordeningen voor het openbaar lichaam Bonaire
Besluit waarborgsom erfpacht 1982
Regeling grondwaarden domein Bonaire 1987 [Ingetrokken op 1 januari 2011]
Regeling Grondwaarden Harbour Village Masterplan
Besluit grondwaarden domein Bonaire 2011
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
10-10-2010 | Bestendiging eilandsregeling in het openbaar lichaam | 08-10-2010 A.B. 2010, no. 20 | onbekend | ||
07-03-1954 | 10-10-2010 | Nieuwe regeling | 04-12-1953 A.B. 1954, 1 | onbekend |
Hoofdstuk II. Uitgifte in erfpacht.
Het Bestuurscollege is bevoegd tot uitgifte in erfpacht van gronden, het eilandgebied in eigendom toebehorende, met inachtneming van de bepalingen, opgenomen in de artikelen 3 tot en met 23 van deze eilandsverordening.
De erfpachter is verplicht van de in erfpacht uitgegeven grond een behoorlijk gebruik te maken en voor zover deze grond nog niet conform de voorwaarden, waaronder het erfpachtsrecht is verleend, is beschouwd, binnen een jaar na de inschrijving van de akte van erfpachtsverlening in de daartoe bestemde openbare registers met de bebouwing aan te vangen en die bouw regelmatig voort te zetten volgens een door het Bestuurscollege voor de uitvoering daarvan goedgekeurd plan van bebouwing en afrastering.
De erfpachter is verplicht tot naleving van alle verplichtingen, welke de "Bouw- en Woningverordening 1935" (P.B. 1952, no.14) en in het bijzonder de artikelen 54, 55 en 56 dier verordening, alsmede de daarop steunende Besluiten van het Bestuurscollege en nadere wettelijke regelingen de eigenaars van gronden opleggen.
Hetgeen bij artikel 5 is bepaald omtrent bebouwing van de in erfpacht uitgegeven grond geldt voor iedere bijbouw, of herbouw, welke op die grond zal plaats hebben.
Ingeval de door de erfpachter op de in erfpacht afgestane grond gestelde opstallen door brand, storm of anderzins mochten te niet gaan, is de erfpachter gehouden binnen anderhalf jaar het erfpachtsterrein opnieuw te bebouwen of te doen bebouwen.
De erfpachter is verplicht al hetgeen op de in erfpacht uitgegeven grond is/zal worden gebouwd, eventueel zal worden bijgebouwd, in goede staat te onderhouden.
De erfpachter moet met betrekking tot het erfpachtsrecht onveranderlijk woonplaats kiezen bij de daartoe aangewezen instantie. De keuze van woonplaats moet gedaan worden bij de akte van uitgifte in erfpacht of, in geval van overdracht van het erfpachtsrecht, in de daarvan opgemaakte stukken.
Het erfpachtsrecht kan door het Bestuurscollege vervallen worden verklaard:
indien de erfpachter handelingen verricht, welke bij de voorwaarden, waaronder het recht van erfpacht is verleend, zijn verboden of dezulke, waartoe hij dienovereenkomstig verplicht is nalaat; zullende in geen dier gevallen tot vervallen-verklaring worden overgegaan, dan nadat aan de erfpachter of diens rechtverkrijgenden en de hypotheekhouder door of vanwege het eilandgebied het voornemen daartoe is betekend en onder gelijktijdige mededeling aan betrokkenen, dat de betekening geacht wordt niet te zijn gedaan, indien binnen een maand na dagtekening der betekening de oorzaak van de vervallen-verklaring wordt weggenomen en aan het Eilandgebied vergoed zijn de kosten van de volgens dit artikel gedane kennisgevingen.
Indien het erfpachtsterrein is bebouwd is het Eilandgebied verplicht binnen zes maanden na de vervallen-verklaring van het erfpachtsrecht een openbare verkoping volgens plaatselijke gewoonte en onder de gebruikelijke veilingsvoorwaarden te doen houden van een erfpachtsrecht op de grond met de opstallen en dit recht aan de verkrijger te verlenen voor het nog niet verstreken gedeelte van de termijn van het beëindigde erfpachtsrecht en overigens onder de voor dat recht gegolden hebbende bepalingen en voorwaarden.
Indien echter het erfpachtsrecht met hypotheek bezwaard is, wordt in afwijking van de bepaling van het tweede lid, de opbrengst na aftrek van hetgeen aan het Eilandgebied met betrekking tot dat recht nog verschuldigd is en van de ten laste van het Eilandgebied komende kosten der verkoping aan de hypotheekhouder uitgekeerd tot een door het Bestuurscollege vast te stellen bedrag, gelijk aan het bedrag, dat aan de hypotheekhouder toekomen zou, indien het een verdeling gold van de koopprijs in geval van gerechtelijke verkoop van het erfpachtsrecht en wordt het daarna overblijvende gedeelte van de opbrengst aan de erfpachter, wiens erfpachtsrecht beëindigd is, uitgekeerd.
Indien het erfpachtsrecht met hypotheek bezwaard is, zal het Eilandgebied zonder toestemming van de hypotheekhouder niet medewerken tot opheffing van het erfpachtsrecht bij minnelijke overeenkomst noch tot het verkrijgen van het erfpachtsrecht, hetzij door afstand of prijsgeving van de zijde van de erfpachter, hetzij op enige andere wijze, anders dan door onteigening ten algemene nutte.
Indien het erfpachtsrecht eindigt door verloop van de termijn waarvoor het is verleend, en binnen drie maanden na eindiging van het erfpachtsrecht partijen en de hypotheekhouder, indien het erfpachtsrecht met hypotheek is bezwaard, niet tot overeenstemming kunnen geraken noch omtrent een nieuwe overeenkomst tot uitgifte in erfpacht aan de erfpachter noch omtrent een door het Eilandgebied aan de erfpachter voor de opstallen uit te keren schadevergoeding, dan is het Eilandgebied bevoegd binnen acht maanden na eindiging van het erfpachtsrecht, voor het geval geen bindend advies door deskundigen als bedoeld in lid 3 wordt uitgebracht en binnen drie maanden na het uitbrengen van dit advies voor het geval dat dit wel wordt uitgebracht, een openbare verkoop volgens plaatselijke gewoonte en onder de gebruikelijke veilingsvoorwaarden te doen houden van een erfpachtsrecht op die grond met de opstallen en dit recht aan de verkrijger te verlenen. Het Eilandgebied is alsdan eveneens bevoegd aan de erfpachter een schadevergoeding uit te keren, vast te stellen op de wijze als in lid 6 aangegeven door drie deskundigen te benoemen op de wijze als in lid 4 aangegeven. Het Eilandgebied zal van zijn keuze binnen vier maanden na eindiging van het erfpachtsrecht kennis geven aan de erfpachter en aan de hypotheekhouder(s) zo die er is (zijn).
Het in openbare verkoop gebrachte erfpachtsrecht zal zijn onder de ten tijde van de verkoop gebruikelijke erfpachtsvoorwaarden en voor de te dien tijde gebruikelijke termijn, met dien verstande evenwel dat indien bij de oorspronkelijke uitgifte bijzondere voorwaarden of een bijzondere termijn zijn gesteld, deze in acht zullen worden genomen. Van deze voorwaarden en termijn zal aan de oorspronkelijke erfpachter en de hypotheekhouder, zo die er is, worden kennis gegeven zulks binnen vier maanden na eindiging van het erfpachtsrecht.
De voor het in openbare verkoop gebrachte erfpachtsrecht te berekenen canon zal door het Eilandgebied, de oorspronkelijke erfpachter en de hypotheekhouder, zo die er is, in onderling overleg werden vastgesteld.
Indien binnen vijf maanden na eindiging van het recht van erfpacht tussen het Eilandgebied, de oorspronkelijke erfpachter en de hypotheekhouder, zo die er is, geen overeenstemming wordt bereikt omtrent de canon te berekenen voor het in openbare verkoop te brengen erfpachtsrecht, dan wel binnen dezelfde termijn door de erfpachter of de hypotheekhouder bij aangetekend schrijven bezwaar is gemaakt tegen de door het Eilandgebied vastgestelde en te zijner kennis gebrachte erfpachts-voorwaarden en termijn op grond van het feit, dat deze voorwaarden en termijn niet in overeenstemming met het bepaalde in lid 2 zouden zijn vastgesteld, dan wordt omtrent de te berekenen canon en/of de bestaande geschilpunten bij wege van bindend advies beslist door drie deskundigen.
De deskundigen worden benoemd door het Bestuurscollege, de erfpachter en de hypotheekhouder (zo die er is), of indien alle partijen niet tot overeenstemming omtrent de benoeming van alle deskundigen kunnen geraken op verzoek van de meest gerede partij door de Rechter van het Gerecht in Eerste Aanleg in het eilandgebied.
De deskundigen zullen waarderen:
Het bedrag van de schadevergoeding zal worden bepaald op het verschil tussen de onder a en b bedoelde waardering. Voor de berekening van de canon bij openbare verkoop zal het bedrag onder b bedoeld moeten worden vermenigvuldigd met het ten tijde van de openbare verkoop geldende percentage. Onder verkoopwaarde wordt verstaan de gangbare verkoopwaarde zonder dat het bedrijf, dat eventueel in de opstallen wordt uitgeoefend, enigerlei invloed op de taxatie zal mogen uitoefenen.
De opbrengst van de verkoping wordt aan de erfpachter, wiens recht geëindigd is, uitgekeerd na aftrek van hetgeen aan het Eilandgebied met betrekking tot dat recht nog verschuldigd is en van de ten laste van het Eilandgebied komende kosten der verkoping. Hetzelfde geschiedt met de door het Eilandgebied voor de opstallen uit te keren schadevergoeding.
Indien echter het erfpachtsrecht met hypotheek is bezwaard, wordt in afwijking van het vorenstaande lid het bedrag van de schadevergoeding of de opbrengst van de verkoping, na aftrek van hetgeen aan het Eilandgebied met betrekking tot het erfpachtsrecht verschuldigd is, en de kosten als bedoeld in lid 7, aan de hypotheekhouder uitgekeerd tot een door het Bestuurscollege vast te stellen bedrag, gelijk aan het bedrag, dat aan de hypotheekhouder zou toekomen, indien het een verdeling gold van de koopprijs ingeval van gerechtelijke verkoop van het erfpachtsrecht en wordt het daarna overblijvende gedeelte van de opbrengst of de schadevergoeding aan de erfpachter, wiens erfpachtsrecht geëindigd is, uitgekeerd.
De oorspronkelijke erfpachter is te allen tijde bevoegd, mits aan het Eilandgebied de kosten ter voorbereiding der verkoping vergoedende, een nieuwe overeenkomst tot wederuitgifte in erfpacht aan te gaan voor de termijn en canon en onder de voorwaarden als ingevolge het vorenstaande voor het te veilen erfpachtsrecht zijn vastgesteld.
Indien het erfpachtsrecht met hypotheek is bezwaard zullen de bepalingen van de artikelen 13, 14, 15 en 16, voor zoveel deze op de hypotheekhouder betrekking hebben, slechts van toepassing zijn, indien de hypotheekhouder van zijn recht aan het Bestuurscollege heeft kennis gegeven door toezending van een copie van het borderel van inschrijving, vermeldende datum, deel en nummer der inschrijving, waarna voor hem zullen gelden de in deze voorwaarden ten behoeve van hypotheekhouders opgenomen voorschriften, terwijl hij wordt geacht in te stemmen, dat kennisgevingen, ingevolge die voorschriften aan hem te doen, geschieden aan de werkelijke woonplaats of aan de bij de inschrijving der hypotheek gekozen woonplaats ter keuze van het Eilandgebied.
Bij wederuitgifte van de grond in erfpacht als bedoeld bij artikel 16 is de erfpachter voor het gebruik van de grond vanaf de dag van eindiging van het erfpachtsrecht tot de dag van overschrijving van de erfpachtsakte in de daartoe bestemde openbare registers een vergoeding verschuldigd, berekend op basis van de oorspronkelijk verschuldigde canon.
Onder opstallen verstaan deze bepalingen en voorwaarden de op of in de grond aanwezige onroerende zaken, ook die welke door bestemming onder onroerende zaken begrepen worden.
Geen overdracht van het erfpachtsrecht zal zijn toegelaten, indien niet blijkt dat de pachtsom over het lopende jaar is voldaan.
Indien de erfpachter een termijn, binnen welke hij een verplichting nakomen moet, ongebruikt laat voorbij gaan, is hij door het enkel verloop van de termijn in gebreke, zonder dat daartoe een ingebrekestelling vereist wordt.
De erfpachter of diens rechtverkrijgenden zijn verplicht, bij beëindiging van het erfpachtsrecht, hetzij door verloop van de termijn, hetzij door vervallen verklaring of prijsgeving van de beëindiging door aantekening in de daartoe bestemde openbare registers te doen blijken, bij niet nakoming van welke verplichting het Eilandgebied het recht heeft, die aantekening te doen geschieden op kosten van de nalatige.
De kosten uit de overeenkomst tot verlening van het erfpachtsrecht voortvloeiende, waaronder begrepen die van een afschrift van de notariële akte ten behoeve van het Eilandgebied, komen voor rekening van de erfpachter, terwijl bij elke overdracht van het verleende erfpachtsrecht een afschrift van de betreffende notariële akte op kosten van verkrijger moet worden opgemaakt ten behoeve van het Eilandgebied en gezonden aan het Bestuurscollege.
Het Bestuurscollege is bevoegd tot verkoop van gronden voorzover betreft percelen, die geen zelfstandig bouwperceel vormen en een oppervlakte van vijfhonderd vierkante meter niet te boven gaan, noch ook met andere door eilandsorganen verkochte percelen een zelfstandig bouwperceel vormen of een oppervlakte van vijfhonderd vierkante meter te boven gaan.
Het Bestuurscollege is bevoegd tot vervreemding van gronden door middel van ruiling, mits de waarde van de te vervreemden grond niet meer bedraagt dan f. 3.000,-- (drie duizend gulden) en, ingeval de ruiling plaats vindt met bijbetaling, de te verkrijgen grond op zijn minst een waarde heeft gelijk aan 75% (vijf en zeventig ten honderd) van de waarde van de te vervreemden grond.