Organisatie | Blaricum |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Beheersverordening gemeentelijke begraafplaats Blaricum 1998 |
Citeertitel | Beheersverordening gemeentelijke begraafplaats Blaricum 1998 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp | Algemeen |
"Deze verordening vervangt de Beheersverordening 1994 gemeentelijke begraafplaats Blaricum, vastgesteld d.d. 24 november 1994.
Artikel 26 bevat een overgangsbepaling."
Per wijzigingsverordening van 16 februari 2010 zijn de artikelen 9, 10 en 25a gewijzigd.
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
28-01-2012 | 28-01-2012 | Intrekking | 13-12-2011 Hei en wei 20-01-2012 | Raadsbesluit 2011/62 | |
26-02-2010 | 28-01-2012 | art. 9, 10, 25a | 16-02-2010 Laarder Courant De BEL 25-02-2010 | Raadsbesluit 2010-11-1 | |
18-09-1998 | 26-02-2010 | nieuwe regeling | 03-09-1998 Laarder Courant De BEL 17-9-1998 | Raadsbesluit 3-9-1998 |
De raad van de gemeente Blaricum;
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders
gelet op artikel 149 van de Gemeentewet, de Wet op de lijkbezorging en de Algemene wet bestuursrecht
overwegende dat het wenselijk is regels te stellen voor het gebruik en beheer van de gemeentelijke begraafplaats
I. in te trekken de Beheersverordening 1994 gemeentelijke begraafplaats Blaricum, vastgesteld bij raadsbesluit van 24 november 1994, nr. 114;
II. vast te stellen de Beheersverordening gemeentelijke begraafplaats Blaricum 1998;
Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen
In deze verordening en de daarop rustende bepalingen, wordt verstaan onder:
a. begraafplaats: de gemeentelijke begraafplaats in Blaricum;
b. eigen graf: een graf, grafkelder daaronder begrepen, waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot:
1. het doen begraven en begraven houden van lijken;
2. het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen;
3. het doen verstrooien van as;
c. eigen asbussengraf: een graf, grafkelder daaronder begrepen, waarvoor aan een natuurlijk of rechtspersoon het uitslui¬tend recht is verleend tot het doen verstrooien van as, doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen;
d. algemeen graf: een graf bij de gemeente in beheer waarin aan een ieder gelegenheid wordt geboden tot het doen begraven van lijken;
e. algemeen asbussengraf: een graf bij de gemeente in beheer waarin aan een ieder gelegen¬heid wordt geboden tot het doen bijzetten van asbussen;
f. verstrooiingsplaats: een plaats bij de gemeente in beheer waarop aan een ieder gelegen¬heid wordt geboden tot het doen verstrooien van as;
g. asbus: een bus of ander hermetisch gesloten voorwerp van duurzame materialen met eventueel daarin de asbus zoals geleverd door het crematorium, geplaatst, ter berging van as van een overledene;
h. grafbedekking: gedenkteken of grafbeplanting op een graf;
i. rechthebbende: de rechthebbende op een graf;
j. beheerder: de ambtenaar die belast is met de dagelijkse leiding van de begraafplaats of degene die hem ver¬vangt.
k. duurzame materialen: niet-poreuze kunststoffen, metalen, keramiek, steen.
Hoofdstuk 3 Voorschriften voor lijkbezorging
Paragraaf 1 Mededeling begraven en asbezorging, openen en sluiten van het graf
Degene, die wil doen begraven, as wil bijzetten of as wil doen verstrooien, geeft daarvan uiterlijk om 12.00 uur van de werkdag voorafgaande aan die waarop de begraving, bijzetting of verstrooiing zal plaatsvinden, mededeling aan de beheerder. De zaterdagen en algemeen erkende feestdagen gelden voor toepassing van deze bepaling niet als werkdag. Indien de burgemeester toestemming heeft gegeven moet de mededeling aan de beheerder zo tijdig mogelijk worden gedaan.
Het openen van een graf ter begraving of voor het bezorgen van as, en het daarna sluiten van een graf alsmede het bedienen van de hulpmiddelen mag uitsluitend geschieden door het personeel van de begraafplaats op aanwijzingen en onder toezicht van de beheerder en tegen betaling door de rechthebbende van het daarvoor ingevolge de Verordening op de heffing en invordering van lijkbezorgingsrechten verschuldigde bedrag. De nabestaanden kunnen zonder aanspraak te maken op vermindering van het verschuldigde bedrag deze werkzaamheden onder toezicht van de beheerder geheel of gedeeltelijk zelf verrichten indien zij de wens daartoe uiterlijk om 12.00 uur van de voorafgaande werkdag mondeling of schriftelijk aan de beheerder hebben kenbaar gemaakt. De zaterdagen en algemeen erkende feestdagen gelden voor de toepassing van deze bepaling niet als werkdag. Zij dienen bij deze werkzaamheden de aanwijzingen van de beheerder op te volgen.
Paragraaf 3 Over te leggen stukken
Begraving of bijzetting in een graf waarvan de uitgiftetermijn binnen de wettelijke minimum grafrusttermijn afloopt, kan alleen plaatsvinden onder gelijktijdige verlenging van de uitgiftetermijn met een periode van tien jaar indien geen asbussen zijn bijgezet. In het geval asbussen zijn bijgezet bedraagt de verlenging van de uitgiftetermijn een periode van twintig jaar.
Hoofdstuk 4 Indeling en uitgifte van de graven
Paragraaf 1 Indeling graven en asbezorging
Artikel 9 eigen (kinder-)graven en asbussengraven
Op de begraafplaats worden eigen (huur-)graven en asbussengraven alleen uitgegeven aan inwonenden van Blaricum. Een inwonende van Blaricum is een persoon die in de GBA van de gemeente Blaricum is ingeschreven, dan wel in de 25 jaar voorafgaande aan het overlijden tenminste 5 jaar aangesloten in de gemeente Blaricum was ingeschreven.
In een asbussengraf mag as in asbussen tot een maximum aantal van twee asbussen worden bijgezet.
De asbussengraven hebben een lengte van 1.00 meter en een breedte van 0.50 meter en een diepte van maximaal 1.20 meter
De uitgifteduur kan niet korter zijn dan de minimum termijn vastgesteld in de Wet op de lijkbezorging.
Artikel 10 algemene (kinder-)graven en urnengraven
Op de begraafplaats worden algemene (kinder-)graven en asbussengraven alleen uitgegeven aan inwonenden van Blaricum. Een inwonende van Blaricum is een persoon die in de GBA van de gemeente Blaricum is ingeschreven, dan wel in de 25 jaar voorafgaande aan het overlijden tenminste 5 jaar aangesloten in de gemeente Blaricum was ingeschreven.
Paragraaf 6 Overschrijving van verleende rechten
Het recht op een graf kan op aanvraag van de rechthebbende worden overgeschreven ten name van de echtgenoot of levenspartner dan wel een bloedverwant of aanverwant tot en met de derde graad. Overschrijving op aanvraag van rechthebbende ten name van een ander dan de vorengenoemde personen is slechts mogelijk, indien daarvoor gewichtige redenen bestaan.
Na het overlijden van de rechthebbende kan een graf worden overgeschreven op naam van de echtgenoot of levenspartner dan wel een bloed- of aanverwant tot en met de derde graad, mits de aanvraag wordt gedaan binnen een jaar na het overlijden van de rechthebbende. Overschrijving ten name van een ander dan de vorengenoemde personen is slechts mogelijk, indien daarvoor gewichtige redenen bestaan.
Paragraaf 7 Afstand doen van graven
Zonder aanspraak te maken op enige vergoeding kan de rechthebbende schriftelijk afstand doen van het recht op een graf ten behoeve van de gemeente, mits de wettelijk voorgeschreven grafrusttermijn is verstreken. Van de ontvangst van een zodanige verklaring doen burgemeester en wethouders mededeling aan de rechthebbende.
Paragraaf 8 Sluiting van graven
Op aanvraag van de rechthebbende kunnen burgemeester en wethouders een graf gesloten verklaren. Gedurende de tijd dat een graf gesloten is, mag daarop geen andere grafbedekking worden geplaatst en mag daarin geen andere begraving plaatshebben, of asbus worden bijgezet, dan wel as worden verstrooid dan die van de stoffelijke overschotten van de personen die de rechthebbende in zijn aanvraag met name heeft genoemd.
Paragraaf 1 Vergunning grafbedekkingen
Burgemeester en wethouders kunnen de vergunning weigeren, indien:
a. niet voldaan wordt aan de door hen vastgestelde regels;
b. de grafbedekking afbreuk doet aan het aanzien van de begraafplaats;
c. de duurzaamheid van de materialen onvoldoende is;
Niet-blijvende beplantingen op een graf, die in een verwaarloosde staat verkeren kunnen door de beheerder worden verwijderd zonder dat aanspraak kan worden gemaakt op schadevergoeding. Losse bloemen, planten, kransen en dergelijke kunnen, wanneer zij verwelkt zijn, door de beheerder worden verwijderd. Linten, siervazen en dergelijke voorwerpen worden gedurende dertien weken ter beschikking gehouden van de rechthebbende indien deze daartoe tevoren een mondeling of schriftelijk verzoek heeft gedaan bij de beheerder.
Paragraaf 3 Verwijdering grafbedekking
Het voornemen tot verwijdering van de grafbedekking wordt bekend gemaakt gedurende een jaar voorafgaande aan het tijdstip waarop de grafbedekking zal worden verwijderd, op een op het te ruimen graf te plaatsen bord door burgemeester en wethouders, tenzij het adres van de rechthebbende bij burgemeester en wethouders bekend is. In dat geval doen zij uiterlijk een jaar voor het genoemde tijdstip aan rechthebbende mededeling van hun voornemen.
Op grond van een daartoe door de rechthebbende bij burgemeester en wethouders ingediende aanvraag, blijft de grafbedekking na verwijdering nog gedurende dertien weken ter beschikking van degene aan wie een vergunning als bedoeld in het eerste lid van artikel 17 is verleend. De aanvraag kan worden ingediend gedurende de in het tweede lid genoemde termijn.
Paragraaf 4 Onderhoud door de rechthebbende
Indien hij nalaat de grafbedekking behoorlijk te onderhouden of te herstellen, kunnen burgemeester en wethouders de hiervoor in aanmerking komende voorwerpen of zo nodig de gehele grafbedekking doen verwijderen. Het verwijderde blijft gedurende dertien weken ter beschikking van de rechthebbende en vervalt daarna aan de gemeente, zonder dat deze tot enige vergoeding verplicht is.
De verwijdering vindt niet plaats dan nadat de rechthebbende behoorlijk per brief is opgeroepen om te worden ingelicht over de toestand van de grafbedekking. De oproeping geschiedt door mededeling op het mededelingenbord op de begraafplaats tenzij het adres van de rechthebbende bekend is. Bij het graf wordt een verwijzing naar de mededeling aangebracht.
Hoofdstuk 6 Ruiming van graven
Paragraaf 1 Ruiming, bezorging van overblijfselen van as
Het voornemen van burgemeester en wethouders om een graf te ruimen wordt gedurende ten minste een jaar voorafgaande aan het tijdstip waarop het graf geruimd zal worden op een bij het te ruimen graf te plaatsen bord ter kennis van de belanghebbende gebracht, tenzij het adres van de rechthebbende bij burgemeester en wethouders bekend is. In dat geval doen zij hem uiterlijk een jaar voorafgaande aan het bedoelde tijdstip mededeling van hun voornemen dat lijken worden herbegraven en de as wordt verstrooid.
De rechthebbende op een graf kan de beheerder schriftelijk verzoeken om de overblijfselen te doen verzamelen om deze weer in dezelfde grafruimte te doen begraven dan wel om deze elders opnieuw te doen begraven en/of de bijgezette asbussen ter beschikking te houden om deze weer in of op dezelfde grafruimte te doen bijzetten of te doen verstrooien dan wel om deze elders opnieuw te doen bijzetten of te doen verstrooien.
Hoofdstuk 8 Inrichting register
In een door burgemeester en wethouders aan te houden register worden ingeschreven:
a. de naam en voornamen van de overledene, onderscheidelijk de naam van de doodgeborene, alsmede het registratienummer van de asbus;
b. de naam en het adres van de houder van het crematorium waar de verbranding heeft plaatsgevonden;
c. de plaats van bijzetting van de asbus;
d. in het voorkomende geval, de plaats van bestemming van de as;
e. in het voorkomende geval, de naam en het adres van de persoon aan wie de asbus ter beschikking is gesteld;