Organisatie | Kampen |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening declaratieregeling sociaal-culturele en sportieve activiteiten |
Citeertitel | Verordening declaratieregeling sociaal-culturele en sportieve activiteiten |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Geen.
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-05-2009 | 01-01-2012 | nieuwe regeling | 23-04-2009 Gemeenteblad, 2009, 15 | b&w 10-3-2009 |
Een financiële bijdrage kan door het college worden verleend aan een aanvrager die in een kalenderjaar kosten heeft gemaakt als bedoeld in artikel 2 onder d en die voldoet aan de voorwaarden van deze verordening.
Geen bijdrage wordt verstrekt:
a. indien er sprake is van een vermogen dat hoger is dan het vermogen genoemd in artikel 34 van de Wet werk en bijstand; bij de bepaling of dit het geval is, blijft het vermogen gebonden in een door de aanvrager bewoonde eigen woning, zoals bedoeld in artikel 50 van de Wet werk en bijstand, buiten beschouwing;
b. indien de aanvrager een uitkering ontvangt ingevolge de Wet op de Studiefinanciering of een uitkering die daarmee gelijk te stellen is;
c. indien de aanvrager hoofdzakelijk een inkomen heeft uit een zelfstandig beroep of bedrijf en geen beroep heeft gedaan op het Besluit bijstandverlening zelfstandigen voor aanvullende kosten van levensonderhoud.
Onder het minimuminkomen bedoeld in artikel 6 onder b, wordt verstaan een inkomen gelijk aan de netto bijstandsnorm die van toepassing is op de gezinssituatie van de aanvrager. Heffingskortingen, kinderbijslag, vakantietoeslag, huurtoeslag, zorgtoeslag, vrijlatingen en subsidies worden niet meegerekend.
Een bijdrage wordt verleend nadat is vastgesteld dat de aanvrager voldoet aan de bepalingen van deze verordening en het inkomen in het jaar van de aanvraag voldoet aan het minimuminkomen als genoemd in artikel 8.
In gevallen de uitvoering van deze verordening betreffende, waarin deze niet voorziet, beslist het college.
Het college kan in bijzondere gevallen ten gunste van de aanvrager afwijken van de bepalingen in deze verordening, indien toepassing van de verordening tot onbillijkheden van overwegende aard leidt.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering
van de raad van de gemeente Kampen op 23 april 2009
De voorzitter, De griffier,
Verordening declaratieregeling voor kosten van sociaal-culturele en sportieve activiteiten
Bij de begripsomschrijving is aansluiting gezocht bij de omschrijving die gehanteerd wordt in de Wet werk en bijstand.
In de verordening wordt geen limitatieve lijst gegeven van de kosten die voor vergoeding in aanmerking komen. Hiermee wordt beoogd een breed scala van mogelijkheden te bieden en te voorkomen dat de verordening telkens moet worden aangepast. Voorbeelden waarvoor een financiële bijdrage verkregen kan worden: krantenabonnement, telefoonabonnement, contributies sportverenigingen, jeugd- en hobbyclubs, muziek- en zangverenigingen, muzieklessen, culturele voorstellingen, bibliotheek, schoolreisje, peuterspeelzalen, musea, zwembad, deelname aan sociaal-culturele activiteiten georganiseerd door de kerk, sociaal-cultureel werk en buurtverenigingen.
De gemeente Kampen wil met de declaratieregeling de deelname aan het maatschappelijk verkeer bevorderen door een financiële bijdrage in de kosten van diverse maatschappelijke activiteiten. Als doelgroep is gekozen voor zelfstandige huishoudens, die afhankelijk zijn van één inkomen dat niet meer bedraagt dan 115 % van het minimuminkomen. Op deze hoofdregel is een uitzondering: ook bewoners van verzorgingstehuizen in Kampen, hoewel niet zelfstandig wonend, komen in aanmerking voor de declaratieregeling.
Uitgangspunt van de regeling is dat slechts een bijdrage wordt verleend als de aanvrager tot de doelgroep behoort, te weten zelfstandige huishoudens die afhankelijk zijn van één inkomen dat niet meer bedraagt dan 115 % van het minimuminkomen. Voor wat betreft de inkomenstoets wordt uitgegaan van het inkomen (per inkomenssituatie) in het lopende jaar. Een minimuminkomen is een inkomen op bijstandsniveau. Uitgangspunt is de van toepassing zijnde netto bijstandsnorm. Heffingskortingen, kinderbijslag, vakantietoeslag, huurtoeslag, zorgtoeslag, vrijlatingen en subsidies worden niet meegerekend.
Indien er sprake is van wisselende inkomsten, wordt uitgegaan van het gemiddelde inkomen.
Het gaat er niet noodzakelijkerwijs om de kosten volledig te vergoeden. Het college van burgemeester en wethouders kan besluiten de hoogte van de financiële bijdrage (bijvoorbeeld jaarlijks) aan te passen, maar is hiertoe niet verplicht.
De aanvraag om een bijdrage kan gedurende het gehele kalenderjaar worden ingediend, doch uiterlijk vóór 31 januari volgend op het kalenderjaar waarin de kosten zijn gemaakt.
In de slotbepalingen is een rest-clausule (artikel 13) opgenomen die burgemeester en wethouders de mogelijkheid biedt om in alle niet-voorziene situaties naar bevind van zaken te handelen. Verder is een hardheidsclausule opgenomen (artikel 14). Het gebruik maken van deze clausule dient een uitzondering te zijn. In al deze gevallen zullen de beslissingen gemotiveerd genomen worden