Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Kampen

Verordening declaratieregeling sociaal-culturele en sportieve activiteiten

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieKampen
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening declaratieregeling sociaal-culturele en sportieve activiteiten
CiteertitelVerordening declaratieregeling sociaal-culturele en sportieve activiteiten
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Gemeentewet, art. 149
  2. Wet werk en bijstand

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-05-200901-01-2012nieuwe regeling

23-04-2009

Gemeenteblad, 2009, 15

b&w 10-3-2009

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening declaratieregeling sociaal-culturele en sportieve activiteiten

 

 

Deel Begripsbepalingen

Artikel 1  

De begripsbepalingen zoals genoemd in de Wet werk en bijstand zijn van overeenkomstige toepassing.

Artikel 2  

Deze verordening verstaat onder:

 

  • a.

    de raad : de raad van de gemeente Kampen;

  • b.

    college : college van burgemeester en wethouders van de gemeente Kampen;

  • c.

    de aanvrager : de persoon van 18 jaar of ouder die een zelfstandige huishouding voert, die behoeve van zichzelf of zijn of haar gezin een bijdrage verzoekt als tegemoetkoming in de kosten van maatschappelijke activiteiten als genoemd onder d;

  • d.

    kosten : uitgaven in verband met deelname aan sociaal-culturele en sportieve activiteiten;

  • e.

    bijstandsnorm : het bedrag voor de algemeen noodzakelijke kosten van het bestaan, zoals vastgesteld overeenkomstig de Wet werk en bijstand en de Verordening algemene bijstand.

Deel Doelstelling

Artikel 3  

De regeling is bedoeld om sociale uitsluiting te voorkomen, in casu de mogelijkheden tot participatie in de samenleving te bevorderen van personen met een inkomen dat niet meer bedraagt dan 115 % van het minimuminkomen.

Deel Doelgroep

Artikel 4  

De doelgroep bestaat uit zelfstandige huishoudens, die afhankelijk zijn van één inkomen dat niet meer bedraagt dan 115 % van het minimuminkomen zoals bedoeld in artikel 8 van deze verordening, alsmede bewoners van een verzorgingstehuis in Kampen, die afhankelijk zijn van een soortgelijk inkomen.

Deel De bijdrage

Artikel 5  

Een financiële bijdrage kan door het college worden verleend aan een aanvrager die in een kalenderjaar kosten heeft gemaakt als bedoeld in artikel 2 onder d en die voldoet aan de voorwaarden van deze verordening.

Artikel 6  

Om voor een bijdrage in aanmerking te komen

  • a.

    dient de aanvrager in de gemeentelijke basisadministratie van de gemeente Kampen ingeschreven te staan, en

  • b.

    mag zijn of haar netto-inkomen niet meer bedragen dan 115 % van het overeenkomstig artikel 8 vastgestelde minimuminkomen.

Artikel 7  

  • 1.

    Geen bijdrage wordt verstrekt:

    a. indien er sprake is van een vermogen dat hoger is dan het vermogen genoemd in artikel 34 van de Wet werk en bijstand; bij de bepaling of dit het geval is, blijft het vermogen gebonden in een door de aanvrager bewoonde eigen woning, zoals bedoeld in artikel 50 van de Wet werk en bijstand, buiten beschouwing;

    b. indien de aanvrager een uitkering ontvangt ingevolge de Wet op de Studiefinanciering of een uitkering die daarmee gelijk te stellen is;

    c. indien de aanvrager hoofdzakelijk een inkomen heeft uit een zelfstandig beroep of bedrijf en geen beroep heeft gedaan op het Besluit bijstandverlening zelfstandigen voor aanvullende kosten van levensonderhoud.

  • 2.

    Het in het eerste lid gestelde onder b is niet van toepassing op een aanvrager die belast is met de verzorging van een kind.

Artikel 8  

Onder het minimuminkomen bedoeld in artikel 6 onder b, wordt verstaan een inkomen gelijk aan de netto bijstandsnorm die van toepassing is op de gezinssituatie van de aanvrager. Heffingskortingen, kinderbijslag, vakantietoeslag, huurtoeslag, zorgtoeslag, vrijlatingen en subsidies worden niet meegerekend.

Artikel 9  

Een bijdrage wordt verleend nadat is vastgesteld dat de aanvrager voldoet aan de bepalingen van deze verordening en het inkomen in het jaar van de aanvraag voldoet aan het minimuminkomen als genoemd in artikel 8.

Artikel 10  

  • 1.

    De maximale bijdrage per kalenderjaar bedraagt voor:

    a. een gezinslid € 100,00; onder gezinslid wordt verstaan de aanvrager, de echtgeno(o)t(e)/partner en de ten laste komende kinderen tot 18 jaar;

    b. een alleenstaande ouder € 115,00.

  • 2.

    Het college kan de in het eerste lid genoemde bedragen aanpassen.

Deel De aanvraag

Artikel 11  

De aanvraag om een bijdrage moet worden ingediend bij het college voor 31 januari volgend op het kalenderjaar waarin de kosten zijn gemaakt.

Deel Verplichtingen

Artikel 12  

De aanvrager is verplicht:

  • a.

    alle bewijsstukken over te leggen die noodzakelijk worden geacht voor de beoordeling van de aanvraag;

  • b.

    de bijdrage terug te betalen indien deze door toedoen van de aanvrager ten onrechte is verstrekt.

Deel Slotbepalingen

Artikel 13  

In gevallen de uitvoering van deze verordening betreffende, waarin deze niet voorziet, beslist het college.

Artikel 14  

Het college kan in bijzondere gevallen ten gunste van de aanvrager afwijken van de bepalingen in deze verordening, indien toepassing van de verordening tot onbillijkheden van overwegende aard leidt.

Artikel 15  

Deze verordening kan worden aangehaald als: Verordening declaratieregeling sociaal-culturele en sportieve activiteiten.

Artikel 16  

Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 mei 2009.

De Verordening declaratieregeling voor kosten van sociaal-culturele en sportieve activiteiten, vastgesteld op 11 juni 2007 en in werking getreden met ingang van 1 juli 2007, wordt per 1 mei 2009 ingetrokken.

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering

van de raad van de gemeente Kampen op 23 april 2009

De voorzitter, De griffier,

Nota-toelichting

Verordening declaratieregeling voor kosten van sociaal-culturele en sportieve activiteiten

 

Artikelsgewijze toelichting

 

Artikel 1

Bij de begripsomschrijving is aansluiting gezocht bij de omschrijving die gehanteerd wordt in de Wet werk en bijstand.

 

Artikel 2

In de verordening wordt geen limitatieve lijst gegeven van de kosten die voor vergoeding in aanmerking komen. Hiermee wordt beoogd een breed scala van mogelijkheden te bieden en te voorkomen dat de verordening telkens moet worden aangepast. Voorbeelden waarvoor een financiële bijdrage verkregen kan worden: krantenabonnement, telefoonabonnement, contributies sportverenigingen, jeugd- en hobbyclubs, muziek- en zangverenigingen, muzieklessen, culturele voorstellingen, bibliotheek, schoolreisje, peuterspeelzalen, musea, zwembad, deelname aan sociaal-culturele activiteiten georganiseerd door de kerk, sociaal-cultureel werk en buurtverenigingen.

 

Artikel 4

De gemeente Kampen wil met de declaratieregeling de deelname aan het maatschappelijk verkeer bevorderen door een financiële bijdrage in de kosten van diverse maatschappelijke activiteiten. Als doelgroep is gekozen voor zelfstandige huishoudens, die afhankelijk zijn van één inkomen dat niet meer bedraagt dan 115 % van het minimuminkomen. Op deze hoofdregel is een uitzondering: ook bewoners van verzorgingstehuizen in Kampen, hoewel niet zelfstandig wonend, komen in aanmerking voor de declaratieregeling.

 

Artikel 8, 9 en 12

Uitgangspunt van de regeling is dat slechts een bijdrage wordt verleend als de aanvrager tot de doelgroep behoort, te weten zelfstandige huishoudens die afhankelijk zijn van één inkomen dat niet meer bedraagt dan 115 % van het minimuminkomen. Voor wat betreft de inkomenstoets wordt uitgegaan van het inkomen (per inkomenssituatie) in het lopende jaar. Een minimuminkomen is een inkomen op bijstandsniveau. Uitgangspunt is de van toepassing zijnde netto bijstandsnorm. Heffingskortingen, kinderbijslag, vakantietoeslag, huurtoeslag, zorgtoeslag, vrijlatingen en subsidies worden niet meegerekend.

Indien er sprake is van wisselende inkomsten, wordt uitgegaan van het gemiddelde inkomen.

 

Artikel 10

Het gaat er niet noodzakelijkerwijs om de kosten volledig te vergoeden. Het college van burgemeester en wethouders kan besluiten de hoogte van de financiële bijdrage (bijvoorbeeld jaarlijks) aan te passen, maar is hiertoe niet verplicht.

 

Artikel 11

De aanvraag om een bijdrage kan gedurende het gehele kalenderjaar worden ingediend, doch uiterlijk vóór 31 januari volgend op het kalenderjaar waarin de kosten zijn gemaakt.

 

Artikel 13 en 14

In de slotbepalingen is een rest-clausule (artikel 13) opgenomen die burgemeester en wethouders de mogelijkheid biedt om in alle niet-voorziene situaties naar bevind van zaken te handelen. Verder is een hardheidsclausule opgenomen (artikel 14). Het gebruik maken van deze clausule dient een uitzondering te zijn. In al deze gevallen zullen de beslissingen gemotiveerd genomen worden