Organisatie | Kampen |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening op het beheer en gebruik van de gemeentelijke begraafplaats(en) voor de Gemeente Kampen 2004 |
Citeertitel | Beheersverordening gemeentelijke begraafplaatsen Kampen 2004 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | openbare orde en veiligheid |
Eigen onderwerp | openbare orde en veiligheid |
Geen.
1. Regels grafbedekkingen 2010
2. Regels voor de graven, asbezorging en gedenkplaatsen 2008
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2012 | 01-01-2021 | art. 4 | 01-12-2011 Gemeenteblad, 2011, 95 | b&w 18-10-2011 | |
16-11-2004 | 01-01-2021 | nieuwe regeling | 23-09-2004 Gemeenteblad, 2004, 58 | b&w 10-08-2004 |
De raad van de gemeente Kampen
gelezen het voorstel van het college van 10 augustus, nr.10, inzake verordeningen gemeentelijke begraafplaatsen;
gelet op artikel 35 van de Wet op de lijkbezorging en artikel 149 van de Gemeentewet;
overwegende dat het gewenst is om regels vast te stellen voor het gebruik en beheer van de gemeentelijke begraafplaatsen;
besluit vast te stellen de volgende verordening:
Verordening op het beheer en het gebruik van de gemeentelijke begraafplaats(en) voor de gemeente Kampen 2004.
Hoofdstuk I Inleidende bepalingen
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
In deze verordening wordt verstaan onder:
Hoofdstuk III Voorschriften voor lijkbezorging
Artikel 7 Kennisgeving begraven en asbezorging, openen en sluiten van het graf
Degene, die wil doen begraven, as wil doen bijzetten of as wil doen verstrooien, geeft daarvan uiterlijk om 12.00 uur van de werkdag voorafgaande aan die waarop de begraving, bijzetting of verstrooiing zal plaatsvinden, schriftelijk kennis aan de begraafplaatsadministratie. De zaterdag geldt voor de toepassing van deze bepaling niet als werkdag. Indien de burgemeester toestemming heeft gegeven om het lijk binnen 36 uur na het overlijden te begraven moet de kennisgeving aan de begraafplaatsadministratie zo tijdig mogelijk worden gedaan.
Het openen van een graf ter begraving of voor het bezorgen van as, en het daarna sluiten van een graf, alsmede het bedienen van de hulpmiddelen mag uitsluitend geschieden door het personeel van de begraafplaats op aanwijzingen en onder toezicht van de voorman. De nabestaanden kunnen deze werkzaamheden onder toezicht van de voorman geheel of gedeeltelijk zelf verrichten indien zij hun wens daartoe uiterlijk om 12.00 uur van de voorafgaande werkdag mondeling of schriftelijk aan de voorman hebben kenbaar gemaakt. De zaterdag geldt voor de toepassing van deze bepaling niet als werkdag. Zij dienen bij deze werkzaamheden de aanwijzingen van de voorman op te volgen.
De overledene wordt begraven met het hoofd gericht naar de zijde van het gedenkteken. De overledene kan – voorzover dit mogelijk is binnen de beschikbare grafruimte – begraven worden met het hoofd gericht naar het oosten indien de nabestaanden hun wens daartoe uiterlijk om 12.00 uur van de voorafgaande werkdag mondeling of schriftelijk aan de voorman hebben kenbaar gemaakt. De zaterdag geldt voor de toepassing van deze bepaling niet als werkdag.
Artikel 10 Over te leggen stukken
Begraving of bijzetting in een eigen graf waarvan de uitgiftetermijn binnen de wettelijke minimum grafrusttermijn afloopt, kan alleen plaatsvinden onder gelijktijdige verlenging van de uitgiftetermijn met een periode van 10 jaar. De verlenging dient te worden aangevraagd door de rechthebbende of, indien deze is overleden, door de rechtverkrijgenden aangewezen persoon die in de uitvaart voorziet.
Artikel 11 Tijden van begraven en asbezorging
De tijd van begraven en het bezorgen van as is:
op werkdagen om 11.30, 13.00, en 14.30 uur. Indien deze tijden bezet zijn resp. 10.00 en 16.00 uur.
Op zaterdag en zon- en feestdagen om 11.30 uur. Indien deze tijd bezet is om 13.00 uur. Wanneer ook deze tijd bezet is om 14.30 uur. Indien ook deze tijd bezet is om 10.00 uur. Indien ook deze tijd bezet is dan om 16.00 uur.
Hoofdstuk IV Indeling en uitgifte der graven
Artikel 13 Indeling graven en asbezorging
Het college bepaalt bij nader vast te stellen regels hoeveel lijken en hoeveel asbussen met of zonder urnen er kunnen worden bijgezet in de eigen graven en hoeveel verstrooiingen van as er op of in de eigen graven kunnen plaatshebben. Zij bepaalt tevens de afmetingen en de uitgifteduur van de eigen graven. De uitgifteduur kan niet korter zijn dan de minimumtermijn vastgesteld in de Wet op de lijkbezorging.
Artikel 14 Aantal overledenen in algemene graven
In de algemene graven kan een door het college te bepalen aantal lijken worden begraven.
Artikel 15 Volgorde van uitgifte
De eigen graven worden slechts voor directe begraving en in volgorde van ligging uitgegeven.
In geval van vrij gekomen graven kan van de volgorde van ligging worden afgeweken.
Een tweede graf direct naast een voor directe begraving uitgegeven graf kan uitsluitend worden uitgegeven wanneer de nabestaanden bij de uitgifte van het voor directe begraving uitgegeven graf te kennen geven dat de weduwe, weduwnaar of duurzame levenspartner van de overledene naast de overledene begraven wenst te worden (zogenaamde dubbelgraven).
Het college kan bij nader vast te stellen regels de algemene en eigen graven onderverdelen in categorieën. Het bepaalt voor de verschillende categorieën de situering en oppervlakte.
Artikel 17 Termijnen eigen graven
Het college verleent, voorzover de daartoe bestemde ruimte van de begraafplaats(en) zulks toelaat, op een daartoe bij hen schriftelijk in te dienen aanvraag, voor de tijd van twintig of dertig jaren of onbepaalde tijd het recht op een eigen graf. De termijn begint te lopen op de datum waarop het eigen graf is uitgegeven.
Het college kan aan de rechthebbende op een eigen graf of eigen urnengraf tegen betaling door de rechthebbende van het daarvoor ingevolge de heffingsverordening verschuldigde bedrag, vergunning verlenen tot het daarin voor eigen rekening doen aanbrengen van een grafkelder of urnenkelder overeenkomstig de door hen te stellen voorwaarden.
Artikel 19 Overschrijving van verleende rechten
Het recht op een eigen graf kan op aanvraag van de rechthebbende worden overgeschreven ten name van de echtgenoot of levenspartner dan wel een bloedverwant of aanverwant tot en met de derde graad. Het recht op een eigen graf kan op aanvraag van de rechthebbende eveneens worden overgeschreven ten name van een rechtspersoon welke tot doel heeft het instandhouden van graven. Deze rechtspersoon dient tenminste 25 graven op naam te hebben staan alvorens tot overschrijving kan worden overgegaan. Overschrijving op verzoek van de rechthebbende ten name van een ander dan de vorengenoemde personen is slechts mogelijk, indien daarvoor gewichtige redenen bestaan.
Na het overlijden van de rechthebbende kan door de gezamenlijke erfgenamen het eigen graf worden overgeschreven op naam van de echtgenoot of levenspartner dan wel een bloed- of aanverwant tot en met de derde graad, mits de aanvraag hiertoe wordt gedaan binnen een jaar na het overlijden van de rechthebbende.
Het recht op een eigen graf kan door de gezamenlijke erfgenamen van de overleden rechthebbende eveneens worden overgeschreven ten name van een rechtspersoon welke tot doel heeft het instandhouden van graven. Deze rechtspersoon dient tenminste 25 graven op naam te hebben staan alvorens tot overschrijving kan worden overgegaan. Overschrijving ten name van een ander dan de in de vorige zinnen bedoelde personen is slechts mogelijk, indien daarvoor gewichtige redenen bestaan.
De rechthebbende van een graf is verplicht zorg te dragen dat zijn adres te allen tijde bij het college bekend is. Indien aanschrijvingen en andere ingevolge deze verordening vereiste mededelingen verzonden zijn aan het door de rechthebbende laatst opgegeven adres, kan deze zich nimmer op het niet ontvangen daarvan beroepen.
Hoofdstuk V Grafbedekkingen en onderhoud
Artikel 23 Niet-blijvende grafbeplanting
Niet-blijvende beplantingen en zijden, plastic of uit andere kunststof gemaakte bloemen en planten op een graf die in een verwaarloosde staat verkeren of naar algemene maatstaven gerekend ontsierende zijn op de begraafplaats kunnen door de voorman worden verwijderd zonder dat aanspraak kan worden gemaakt op schadevergoeding. Losse bloemen, planten, kransen en dergelijke kunnen, wanneer zij verwelkt zijn, door de voorman worden verwijderd. Linten, siervazen en dergelijke voorwerpen worden gedurende vier weken ter beschikking gehouden van de rechthebbende indien deze daartoe tevoren een schriftelijke aanvraag heeft ingediend bij de voorman.
Artikel 24 Verwijdering grafbedekking
De grafbedekking kan na het verstrijken van de graftermijn door het college worden verwijderd.
Artikel 25 Onderhoud door de rechthebbende
Indien hij nalaat de grafbedekking behoorlijk te onderhouden of te herstellen, kan het college de hiervoor in aanmerking komende voorwerpen of zo nodig de gehele grafbedekking doen verwijderen. Het verwijderde blijft gedurende twaalf weken ter beschikking van de rechthebbende en vervalt daarna aan de gemeente, zonder dat deze tot enige vergoeding verplicht is.
De verwijdering vindt niet plaats dan nadat de rechthebbende behoorlijk per brief is opgeroepen om te worden ingelicht over de toestand van de grafbedekking. De oproeping geschiedt door mededeling op het mededelingenbord op de begraafplaats als het adres van de rechthebbende niet bekend is. Bij het graf wordt een verwijzing naar de mededeling aangebracht.
Het college kan de rechthebbende per aanschrijving verplichten een beschadiging aan de grafbedekking te herstellen indien de beschadiging zodanig is dat deze naar het oordeel van het college het uiterlijk aanzien van de begraafplaats schaadt of indien de beschadiging van de grafbedekking gevaar oplevert voor derden.
Artikel 26 Onderhoud door de gemeente
Het college voorziet in het schoonhouden van een eigen graf met inbegrip van de eventueel daarop geplaatste gedenktekenen en de zorg voor de winterharde beplantingen wanneer dit het algemeen aanzien van de begraafplaats noodzakelijk maakt. Hiervoor worden geen kosten in rekening gebracht.
Hoofdstuk VI Algemeen onderhoud
Artikel 28 Algemeen onderhoud begraafplaats
Het college voorziet in het algemeen onderhoud van de begraafplaats tegen betaling door de rechthebbende van het daarvoor ingevolge de heffingsverordening verschuldigde bedrag.
Vrijgesteld van de betaling van dit bedrag zijn rechthebbenden van graven die het betreffende graf voor 1 januari 2001 op hun naam hadden staan en voor genoemde datum niet betaalden voor het onderhoud van het graf. Deze vrijstelling van betaling vervalt op het moment dat de grafrechten worden overgeschreven op naam van een nieuwe rechthebbende voorzover deze nieuwe rechthebbende niet de echtgenote, echtgenoot of geregistreerde partner is.
Hoofdstuk VII Ruiming van graven, urnengraven en urnennissen
Artikel 29 Ruiming, bezorging van overblijfselen en as
Het voornemen van het college om een graf te ruimen wordt gedurende ten minste een jaar voorafgaande aan het tijdstip waarop het graf geruimd zal worden door middel van een bij het te ruimen graf te plaatsen bordje ter kennis van de belanghebbenden gebracht, tenzij het adres van de rechthebbende op het graf aan hen bekend is. In dat geval deelt het mee wanneer de termijn van uitgifte gaat verstrijken. Als de rechthebbende geen verzoek indient om de termijn te verlengen maakt het uiterlijk een jaar voor het genoemde tijdstip per brief het voornemen tot ruiming bekend.
De rechthebbende op een eigen graf, kan bij het college een aanvraag indienen om de overblijfselen te doen verzamelen om deze opnieuw in dezelfde grafruimte te doen plaatsen dan wel om deze elders opnieuw te doen begraven tegen betaling door de rechthebbende van het daarvoor ingevolge de heffingsverordening verschuldigde bedrag.
In afwijking van het bepaalde in lid 4 kan, indien de rechthebbende op een eigen graf is overleden en diens stoffelijk overschot in dat graf moet worden begraven, het verzoek om de overblijfselen te verzamelen en deze dieper in hetzelfde graf te doen plaatsen, worden gedaan door de door de rechtverkrijgenden aangewezen persoon die in de uitvaart voorziet.
Artikel 32 Intrekking oude regeling
De verordening “Beheersverordening gemeentelijke begraafplaatsen Kampen, laatstelijk gewijzigd en vastgesteld op 27 november 2002, wordt ingetrokken.
Indien voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening een aanvraag om vergunning op grond van de “Beheersverordening gemeentelijke begraafplaatsen Kampen” is ingediend en voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening niet op de aanvraag is beslist, wordt daarop deze verordening toegepast.
Overtreding van enig artikel van deze verordening en de krachtens de artikelen van deze verordening gegeven voorschriften en beperkingen worden gestraft met hechtenis van ten hoogste 3 maanden of geldboete van de tweede categorie en kan bovendien worden bestraft met openbaarmaking van de rechtelijke uitspraak.