Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Neder-Betuwe

Telecommunicatieverordening gemeente Neder-Betuwe 2005

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Neder-Betuwe
Officiële naam regelingTelecommunicatieverordening gemeente Neder-Betuwe 2005
CiteertitelTelecommunicatieverordening gemeente Neder-Betuwe 2005
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpopenbare orde en veiligheid
Eigen onderwerpOpenbare orde en veiligheid

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

De aanwezigheid van kabels en kabelwerken in of op openbare gronden, voorzover deze zijn aangelegd met toepassing van hoofdstuk VI van de Wet op de Telecommunicatievoorzieningen, dient door de aanbieders binnen een jaar na inwerkingtreding van deze verordening te worden gemeld aan het college. De datum inwerkingtreding is niet precies te achterhalen en is daarom bij benadering ingevuld.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Gemeentewet, art. 149
  2. Telecommunicatiewet art 5.2, lid 4

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

22-03-201222-03-2012intrekking

03-03-2012

Rhenense Betuwse Courant 14-03-2012

RAAD/11/01131
01-10-200622-03-2012nieuwe regeling

22-09-2005

-

22092005-6c

Tekst van de regeling

Intitulé

Telecommunicatieverordening gemeente Neder-Betuwe 2005

Raadsbesluit

Datum besluit: 22 september 2005

De raad van de gemeente Neder-Betuwe

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders, d.d. 14 juni 2005

gelet op het bepaalde in:

artikel 5.2 vierde lid Telecommunicatiewet en artikel 149 van de Gemeentewet

BESLUIT

Vast te stellen de volgende TELECOMMUNICATIEVERORDENING GEMEENTE NEDER-BETUWE 2005

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

A. Wet:

de op 15 december 1998 in werking getreden Telecommunicatiewet;

B. Openbaar telecommunicatienetwerk:

telecommunicatienetwerk als genoemd in artikel 1.1, onder g, van de wet;

C. Omroepnetwerk:

omroepnetwerk als genoemd in arikel 1.1, onder o, van de wet;

D. Kabels:

kabels genoemd in artikel 1.1, onder r, van de wet;

E. Openbare gronden:

openbare wegen en wateren, als genoemd in artikel 1.1, onder s, van de wet;

F. Aanbieder:

aanbieder van een openbaar telecommunicatienetwerk of een omroepnetwerk;

G. Werkzaamheden:

werkzaamheden in verband met de aanleg, instandhouding en opruiming van kabels ten dienste van een openbaar telecommunicatienetwerk of van een omroepnetwerk in en op openbare gronden;

H. Gedoogplichtige:

degene op wie een gedoogplicht rust als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, van de wet;

I. College:

college van burgemeester en wethouders;

J. Melding:

melding als bedoeld in artikel 5.2, derde lid, aanhef en onder a, van de wet;

K. Instemmingsbesluit:

besluit van het college als bedoeld in artikel 5.2, derde lid, aanhef en onder b, van de wet.

Artikel 2 Tijdstip van melding

Een aanbieder die werkzaamheden wil verrichten, meldt in ieder geval acht weken voor de aanvang van de werkzaamheden het voornemen daartoe bij het college.

Artikel 3 Melding werkzaamheden

1. Bij de melding verstrekt de aanbieder in ieder geval de volgende gegevens:

A. een kopie van de door de Onafhankelijke Post en Telecommunicatie Autoriteit (OPTA) afgegeven registratie;

B. een uittreksel uit het handelsregister van de Kamer van Koophandel;

C. naam, adres en telefoonnummer van de degene die de kabel in eigendom heeft, degene die de kabel beheert en degene die de kabel exploiteert;

D. een opgave van het aantal kabels, de soort kabel en het beoogde gebruik;

E. welke belanghebbenden en instanties vooraf in kennis worden gesteld van de voorgenomen datum van aanvang, beëindiging en de aard van de werkzaamheden;

F. een uitvoeringsplan met daarin opgenomen:

-een opgave van het gewenste tracé;

-een KLIC-melding van het gewenste tracé;

-een verkeersplan op basis van CROW 96b;

-een opgave van de objecten die ten tijde van de werkzaamheden worden geplaatst, alsmede van de situering daarvan;

-een opgave van het aantal kabels dat direct in gebruik wordt genomen en een opgave van het aantal kabels dat niet direct in gebruik wordt genomen;

-een omschrijving van eventuele opbrekingen;

-de doorsnede van de kabel of kabelgoot;

-de lengte en breedte van de kabelsleuf;

-de maatregelen voor de bereikbaarheid van de in de openbare gronden aanwezige kabels en leidingen;

-het voorgenomen tijdstip van aanvraag en beëindiging van de werkzaamheden;

-naam, adres en telefoonnummer van de aannemer(s) of onderaannemer(s) die belast is (zijn) met de werkzaamheden en van een contactpersoon ten tijde van de uitvoering van de werkzaamheden.

2. De aanbieder is verplicht al haar kabels binnen het grondgebied van de gemeente te registreren

en ter beschikking te stellen aan het kabel- en leiding informatiecentrum (KLIC).

3. Indien de werkzaamheden mede betrekking hebben op gronden van een andere gedoogplichtige dan de gemeente, wordt uiterlijk vier weken na ontvangst van de melding, als genoemd in het eerste lid, het college schriftelijk in kennis gesteld van de uitkomsten van het overleg tussen de aanbieder en de andere gedoogplichtige.

4. Het college kan nadere regels stellen inzake de gegevens die bij de melding worden verstrekt.

Artikel 4 Voorschriften en beperkingen bij instemming

1. Het college kan aan het instemmingsbesluit voorschriften en beperkingen verbinden in het belang van:

a. openbare orde;

b. het voorkomen of beperken van schade of overlast;

c. de bruikbaarheid van de openbare gronden;

d. het veilig en doelmatig gebruik van de openbare gronden;

e. het doelmatig beheer en onderhoud van de openbare gronden;

f. de belemmering van doelmatig beheer en onderhoud van de openbare gronden;

g. de bescherming van het uiterlijk aanzien van de omgeving;

h. de bescherming van groenvoorzieningen.

2. Ter bescherming van de belangen als genoemd in het eerste lid, kan het college in ieder geval aan het instemmingsbesluit voorschriften of beperkingen verbinden over het medegebruik van voorzieningen, zoals kabelgoten en geleidingen, en een zekerheidsstelling voor de nakoming van verplichtingen die gesteld zijn bij de voorschriften en beperkingen aan het instemmingsbesluit.

3. De wijze van uitvoering bij aanleg, onderhoud, verplaatsing en opruiming van kabels en medegebruik van voorzieningen dient te geschieden conform de “Leidraad voor gemeenten en nutsbedrijven inzake kabels en leidingen”.

Artikel 5 Zakelijk karakter instemmingsbesluit

Indien de kabel wordt overgedragen aan een nieuwe aanbieder, gaan de rechten en plichten die betrekking hebben op de kabel van de oude aanbieder, over op de nieuwe aanbieder.

Artikel 6 Melding wijziging

De aanbieder stelt het college onverwijld in kennis van het feit dat het eigendom, de exploitatie of het beheer van de kabel verandert of het feit dat de kabel niet langer ten dienste staat van een openbaar telecommunicatienetwerk of van een omroepnetewerk in of op openbare gronden.

Artikel 7 Overgangsbepaling

De aanwezigheid van kabels en kabelwerken in of op openbare gronden, voorzover deze zijn aangelegd met toepassing van hoofdstuk VI van de Wet op de Telecommunicatievoorzieningen, dient door de aanbieders binnen een jaar na inwerkingtreding van deze verordening te worden gemeld aan het college.

Artikel 8 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de eerste dag na die van de bekendmaking ervan.

Artikel 9 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald onder de titel Telecommunicatieverordening gemeente Neder-Betuwe 2005.

Ondertekening

Aldus vastgesteld door de gemeenteraad