Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Neder-Betuwe

Nota Mantelzorg

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Neder-Betuwe
Officiële naam regelingNota Mantelzorg
CiteertitelNota Mantelzorg
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerpMaatschappelijke zorg en welzijn

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Wet maatschappelijke ondersteuning

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

20-08-200901-05-2015nieuwe regeling.

02-07-2009

12-08-2009 Rhenense Betuwse Courant

09/00837

Tekst van de regeling

Intitulé

Nota Mantelzorg

Hoofdstuk

Artikel Inleiding

Het maatschappelijke doel van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) is: meedoen. Meedoen van alle inwoners aan alle facetten van de samenleving, al of niet geholpen door vrienden, familie of bekenden. Dat is de onderlinge betrokkenheid tussen mensen. En als dat niet kan, is er ondersteuning vanuit de gemeente. Het eindperspectief van de Wmo is een samenhangend lokaal beleid op het gebied van de maatschappelijke ondersteuning en op aanpalende terreinen. De gemeente dient activering en maatschappelijke participatie van inwoners te stimuleren. Voor mensen die langdurige, zware zorg nodig hebben is en blijft er de Awbz. De invoering van de Wmo is een niet op zichzelf staande actie, maar maakt deel uit van een maatschappelijke ontwikkeling die al geruime tijd gaande is. Ook wel genoemd vermaatschappelijking van de zorg. Deze ontwikkeling is erop gericht zoveel mogelijk mensen die langdurig zorgafhankelijk (zullen) zijn en degenen die hen zorg geven, indien mogelijk, toch in de samenleving te laten participeren en zodanig ondersteuning te bieden dat verblijf in de thuissituatie zo lang mogelijk gehandhaafd kan worden. Hierbij is het van belang dat de beleidsterreinen wonen, welzijn en zorg met elkaar worden verbonden.

Mantelzorg valt onder prestatieveld 4 van de Wmo en Domein 3: Mantelzorgers en vrijwilligers van het visiedocument Wmo van Neder –Betuwe. De positie van mantelzorgers is onmiskenbaar in het zorgstelsel. Mantelzorgers vormen het fundament voor zorg voor ouderen, chronisch zieken en gehandicapten. Mantelzorgers zijn verantwoordelijk voor 75% van de totale zorg. De ondersteunende begeleiding uit de Awbz wordt voor een deel afgeschaft en de gemeente moet hiervoor compensatie bieden. De verwachting is dat hierdoor de druk op de mantelzorgers alleen maar meer toeneemt. De ondersteuning van mantelzorgers in de zorg is een beleidsterrein waar gemeenten tot de invoering van de Wmo weinig bemoeienis mee hadden. De lokale overheid krijgt sinds de invoering van de Wmo steeds meer verantwoordelijkheid op het gebied van zorg en ondersteuning van de informele zorg. Door de overheid wordt steeds meer nadruk gelegd op de eigen verantwoordelijkheden van de individuele inwoners. Een basisfilosofie van hoe de civil society zou moeten functioneren is helder verwoord in de contourennota van de Wmo. Er wordt nadrukkelijk gekozen voor het feit dat de hulp- en ondersteuningsvragen van inwoners in eerste instantie opgelost moeten worden binnen het sociale netwerk van de inwoners alvorens zij een beroep kunnen doen op de voorzieningen van de gemeente en de rijksoverheid. Wil de overheid recht doen aan de positie van mantelzorgers dan is het van belang dat op het lokale niveau een ondersteunend en faciliterend beleid wordt gevoerd. In het kader van de invoering van de Wmo is de gemeente verplicht om een vorm van ondersteuning te bieden aan mantelzorgers.

Omdat Mantelzorg zo’n belangrijk onderdeel van de Wmo betreft heeft de gemeenteraad zich uitgesproken over het feit dat hij prioriteit wil geven aan een nota mantelzorgbeleid. Daarnaast is het Steunpunt Mantelzorg Rivierenland tot 1 juli 2009 operationeel. Het steunpunt verzorgt cursussen en ontspanning voor mantelzorgers en geeft invulling aan de dag van de mantelzorg en organiseert bijeenkomsten voor lotgenotencontact. Ook reikt het steunpunt regelmatig een bloemetje uit aan de mantelzorger van de maand. In verband met de geringe aansluiting bij de lokale situatie heeft de regio besloten per 1 juli 2009 te stoppen met financiering van het Steunpunt. Dit is een extra reden om lokaal met het mantelzorgbeleid aan de slag gegaan.

In eerdere bijeenkomsten in juli 2008 is aangegeven dat er behoefte is aan ondersteuning van mantelzorgers. Begin 2009 is gestart met het traject om te komen tot een nota mantelzorg. Het traject om te komen tot deze nota en het beleid wat hieruit is voortgevloeid is beschreven in voorliggende nota.

 

Hoofdstuk

Artikel Leeswijzer

Hoofdstuk 1 start met het weergeven van de globale situatie inzake mantelzorg in de gemeente Neder-Betuwe. Tevens wordt ingegaan op de relevante ontwikkelingen die van betekenis zijn voor mantelzorg.

Hoofdstuk 2 geeft een beschrijving van de signalen die landelijk en lokaal door organisaties en mantelzorgers zijn gegeven.

Hoofdstuk 3 gaat in op de strategie van de gemeente. De visie en de beleidslijnen die de gemeente voor heeft, komen aan bod in dit hoofdstuk.

Tot slot wordt in hoofdstuk 4 ingegaan op de uitvoering van het beleid. Onderdelen die in dit hoofdstuk naar voren komen zijn onder andere de betrokken organisaties, de financiële paragraaf en de planning.

 

Hoofdstuk

Artikel Samenvatting

Tot 1 juli is het Steunpunt Mantelzorg Rivierenland nog operationeel. Hij verzorgt nu nog een groot deel van de mantelzorgondersteuning. Aangezien het steunpunt niet aansluit bij de lokale situatie heeft de regio besloten om te stoppen met financiering van het steunpunt. Dit is een extra reden om lokaal met het mantelzorgbeleid aan de slag gegaan.

Begin 2009 is gestart met het traject om te komen tot een nota mantelzorg. Daarvoor is het van belang om te weten welke mogelijkheden voor mantelzorgondersteuning al aanwezig zijn. Hiervoor is een inventarisatielijst gestuurd naar alle professionele- en vrijwilligersorganisaties die te maken hebben met mantelzorgers. Tevens is het van belang om zicht te krijgen op de wensen en behoeften van de lokale betrokkenen.

Hiervoor zijn drie bijeenkomsten georganiseerd. Eén voor professionele organisaties die mantelzorgers ondersteunen, één voor vrijwilligersorganisaties die mantelzorgers ondersteunen en één voor de mantelzorgers zelf. Tijdens de bijeenkomsten is in groepen eerst aan de hand van een casus besproken welke actor welke ondersteunende rol toegedicht kreeg, en vervolgens is aan de hand van vragen en stellingen per basisfunctie besproken welke knelpunten en wensen er zijn. Het blijkt dat mantelzorgers moeilijk te bereiken en te traceren zijn. Veel mantelzorgers herkennen zich aanvankelijk niet in het begrip mantelzorger. Dit lijkt vooral te maken te hebben met het feit dat mensen het als vanzelfsprekend beschouwen om voor een zieke of gehandicapte naaste te zorgen. In onze gemeente zijn ruim 2.000 mantelzorgers van boven de 18 jaar. Uit de bijeenkomsten, onderzoek in literatuur en bij navraag bij andere gemeenten blijkt dat er vooral behoefte is aan informatievoorziening over de aanwezigheid van ondersteuning, een steunpunt waar mantelzorgers terecht kunnen voor vragen en informatie, emotionele steun, lotgenotencontact en praktische hulp.

Op basis van de input wil de gemeente naar een situatie, waarin inwoners in eerste instantie zelf verantwoordelijkheid nemen. Om te komen tot een effectieve en efficiënte uitvoering van beleid voor mantelzorg is het van belang dat de gemeente zorg draagt voor samenhang en integraliteit van het ondersteuningsaanbod. De gemeente stelt zich op als regisseur en zal dan ook op het terrein van mantelzorg inzetten op een verdere versterking van de samenwerking en samenhang tussen organisaties met een verwant en opeenvolgend aanbod. De gemeente zal partijen aanspreken op hun eigen verantwoordelijkheid en inzetten op de zelfredzaamheid van inwoners. Om te voorkomen dat de zelfredzaamheid van mantelzorgers aangetast wordt, is het van belang dat de ondersteuning aan mantelzorgers aansluit op de wensen en behoeften van deze groepen. Hierbij zal voortgebouwd worden op bestaande structuren als het platform vrijwillige thuis – en mantelzorg. Acties die zullen worden ondernomen zijn:

1) Steunpunt mantelzorgers en Vrijwilligers 7) Informatievoorziening over mantelzorgondersteuning 2) Digitale sociale kaart 8) Mogelijkheden onderzoeken voor lotgenotencontact 3) Vergroten bekendheid mantelzorg 9) Waardering mantelzorgers 4) Informeren/faciliteren organisaties en platform 10) vacature bank 5) Inzet op mantelzorg bij Wmo loket 11) Mogelijkheden onderzoeken voor klussendienst met mensen uit de bijstand. 6) Aanbod Cliëntondersteuner SWS 12) Mogelijkheden onderzoeken voor vrijstelling sollicitatieplicht mantelzorgers.

Om deze activiteiten uit te voeren is een bedrag van € 54.000 nodig. Op dit moment is € 43.000 beschikbaar voor mantelzorg, vrijwilligerswerk en de maatschappelijke stages. Het vrijwilligerswerk en de maatschappelijke stages zijn nadrukkelijk meegenomen in het kostenplaatje, aangezien het onbetaalbaar wordt om voor elk van deze terreinen afzonderlijk voorzieningen te creëren. Voornoemde houdt in dat er nog € 11.000 tekort is om de gewenste activiteiten te realiseren.

 

Hoofdstuk 1 Situatieanalyse

Afdeling 1.2 Situatie in de gemeente Neder-Betuwe

Artikel

Hieronder volgt een overzicht van de demografische gegevens in de gemeente, het aantal mantelzorgers en relevante ontwikkelingen op het gebied van mantelzorgondersteuning.

Artikel 1.2.1 Demografische gegevens

De gemeente Neder-Betuwe en bestaat uit de dorpen Dodewaard, Echteld, Kesteren, Ochten, Opheusden en Ijzendoorn Daarnaast is er binnen de gemeente nog een aantal buurtschappen, namelijk Eldik, Hien, Pottum en Wely. De gemeente Neder-Betuwe telde op 1 januari 2009 22.570 inwoners. Deze zijn als volgt over de zes kernen verdeeld: tabelnederbetuwe Het aantal 65 plussers is in 2008 ongeveer 11% en de verwachting is dat dit de komende jaren verder zal toenemen. De ontwikkeling van optredende vergrijzing vindt dus ook in de gemeente Neder-Betuwe plaats. Mensen worden ouder en blijven steeds langer zelfstandig thuis wonen. Indien er dan zorg nodig is, is de kans groot dat er steeds meer wordt verwacht van de familie en vrienden in de vorm van mantelzorg.

Ook neemt de groei van het aantal personen met psychogeriatrische klachten en chronisch zieken toe. Voor een deel zullen deze doelgroepen overlappen met de groep ouderen. Deze doelgroepen stellen echter wel andere, vaak hogere en specifieke eisen aan de mantelzorger.

Artikel 1.2.2 Mantelzorgers in de gemeente Neder-Betuwe

Het is gebleken dat mantelzorgers moeilijk te bereiken en te traceren zijn. Veel mantelzorgers herkennen zich aanvankelijk niet in het begrip mantelzorger. Dit lijkt vooral te maken te hebben met het feit dat mensen het als vanzelfsprekend beschouwen om voor een zieke of gehandicapte naaste te zorgen. Er zijn dan ook geen harde gegevens beschikbaar over het aantal mantelzorgers in de gemeente Neder-Betuwe. Wel kan op basis van landelijke onderzoeken een goede inschatting worden gemaakt. Ongeveer 13% van de bevolking van 18 jaar of ouder is mantelzorger. Op basis hiervan zou kunnen worden gesteld dat er binnen de gemeente Neder-Betuwe ruim 2.000 mantelzorgers zijn. Hiervan verlenen een kleine 1000 mantelzorgers langdurige en intensieve zorg. Naast de volwassen mantelzorgers zijn er ook nog mantelzorgers van onder de 18 jaar. 28% van de jongeren tussen de 12 en 18 jaar is mantelzorger. Het aantal allochtone mantelzorgers is niet bekend. Het betreft een groep met een andere zorgcultuur. De zorg van de familie is nog meer vanzelfsprekend. Ook heerst er nog veel meer een taboe/schaamte bij situaties waarin sprake is van een verstandelijke of psychiatrische handicap. De verwachting is dat ook de hulpvraag binnen deze groep steeds groter wordt en die vraag zal niet altijd alleen meer door de familie beantwoord kunnen worden. Een knelpunt hierbij is dat de communicatie met hulpverleners moeizaam verloopt door taalproblemen. Daarnaast is er sprake van een cultuurverschil tussen generaties waardoor verwachtingen inzake mantelzorg uiteen kunnen lopen. Bij bovengenoemde aantallen gaat het om schattingen. In de toekomst zal door middel van registratie meer inzicht moeten worden verkregen in lokale gegevens inzake het aantal mantelzorgers.

Afdeling 1.3 Relevante ontwikkelingen

Artikel

Mantelzorg heeft het afgelopen decennium een herkenbare plaats gekregen in de samenleving. Dat is te merken in politiek, beleid, onderzoek, praktijk, media en ook dagelijks spraakgebruik. Voor gemeenten echter, is de verantwoordelijkheid voor mantelzorg nog nieuw. Met de komst van de Wmo is het mantelzorgbeleid bij de gemeente op het bordje gekomen.

Mantelzorg komt meer en meer onder druk te staan in onze samenleving. Het afnemende kindertal, toenemende aantal werkende vrouwen, individualisering en de toenemende geografische afstand tussen voormalige huisgenoten zijn ontwikkelingen die sterk van invloed zijn op de mantelzorg van nu en de toekomst. De extramuralisering, vermaatschappelijking van de zorg en

wijzigingen in het zorgstelsel zorgen ervoor dat ouderen en mensen met een beperking steeds vaker blijven wonen in hun wijk en niet naar een instelling verhuizen. Alleen zijn het juist deze kwetsbare groepen die hiermee voor een groot deel afhankelijk worden van welzijnsorganisaties, kleinere (veelal

vrijwilligers)initiatieven en mantelzorg. Tel hierbij op de algemene trend van vergrijzing en de bovengenoemde ontwikkelingen en het is duidelijk dat de druk op welzijns- en informele (zorg)dienstverlening en mantelzorg verder toeneemt. Hoewel de bereidheid tot het verlenen van mantelzorg er nog onverminderd is, neemt de spanning tussen vraag en aanbod van mantelzorg toe.

Artikel 1.1 Mantelzorg

De Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) geeft de volgende definitie van mantelzorg:

“Mantelzorg is langdurige zorg die niet i.h.k.v. een hulpverlenend beroep wordt geboden aan een hulpbehoevende door personen uit diens directe omgeving en waarbij de zorgverlening rechtstreeks voortvloeit uit de sociale relatie en de gebruikelijke zorg van huisgenoten voor elkaar overstijgt.”

Meestal zorgt een persoon voor zichzelf. Als dat door een fysieke en/of psychische ziekte en/of handicap of beperking niet meer gaat, dan kan die persoon zorg van anderen krijgen. Vaak is dat een partner, een gezinslid, familieleden of een buurman, vriendin. Dit geven van zorg aan een partner,

familielid of naaste noemen we mantelzorg. Mantelzorgers zijn geen professionele zorgverleners, maar geven zorg omdat zij een persoonlijke band hebben met degene voor wie ze zorgen.

Mantelzorg is niet de alledaagse zorg voor, bijvoorbeeld de zorg voor een gezond kind. Bovendien is mantelzorg geen keuze. Dit maakt het dan ook duidelijk anders dan vrijwilligerswerk. Bij vrijwilligerswerk valt er iets te kiezen. Mantelzorg is vaak iets dat iemand overkomt, vaak ook een situatie waarin iemand langzaam in groeit; je rolt vaak vanzelf in het "vak" van mantelzorger. Meer dan 1.3 miljoen mensen in ons land bieden één of andere vorm van mantelzorg. Deze mantelzorgers zijn vaak vele uren per week, voor anderen onzichtbaar, bezig met de zorg. Vaak met weinig erkenning en herkenning en onvoldoende waardering voor hun inzet. Dit terwijl mantelzorg meer gegeven wordt dan reguliere zorg en dus onmisbaar is.

Mantelzorgers helpen in het huishouden, geven persoonlijke (lichamelijke) verzorging (wassen en eten geven) en ondersteunen en begeleiden de persoon met een ziekte, handicap of beperking. Dit betreft zowel emotionele (psychische steun) als materiële ondersteuning (vervoer/logistiek, administratie, coördinatie). Mantelzorgers doen eigenlijk vaak alles wat de persoon die zij helpen niet meer zelf kan. Soms kan een persoon met een ziekte, handicap of beperking nog voor een deel voor zich zelf zorgen, dan helpt de mantelzorger bijvoorbeeld maar een aantal uren per week. Maar de mantelzorger kan ook dag en nacht in touw zijn. In beide situaties gaat het om een belasting van de mantelzorger die tijdelijk of langdurig van aard is.

De meeste mantelzorgers zijn tussen de 35 en 65 jaar en in veel gevallen betreft het familie van degene die zij verzorgen. Hierbij mag niet uit het oog verloren worden dat ook kinderen (zorg voor ouders) en 65-plussers (zorg voor zieke of dementerende partner) mantelzorger kunnen zijn. De hulpvormen die het meest voorkomen zijn psychische steun (81%) en huishoudelijk werk (75%) (Timmermans 2003). Aan de ene kant is de verwachting dat de situatie met een natuurlijke centrale verzorger in de toekomst minder dominant wordt. Dit betreft de situaties waarin voor ouderen wordt gezorgd. Dit komt door dat kinderen veraf wonen. Bovendien is er sprake van een hogere arbeidsparticipatie. Ook komen er meer alleenstaanden. Aan de andere kant is er de situatie waarin ouders zorg verlenen aan hun kinderen die extra zorg nodig hebben. Deze zorg zou juist toe kunnen nemen door ontwikkelingen in de maatschappij. Vooral als rechtstreeks gevolg van de Wmo dienen inwoners zelfredzaam te zijn en eerst zelf de verantwoordelijkheid te nemen om, indien mogelijk, zorg te verlenen. Het verlenen van mantelzorg is heel mooi en waardevol, maar brengt ook nadelen met zich mee. Dit zijn onder andere:

- Mantelzorgers zijn vaak veel tijd kwijt aan het zorgen voor een naast familielid of vriend. Hiermee lopen ze gevaar op voor psychische of lichamelijke overbelasting.

- Mantelzorg beperkt je in het onderhouden van contacten.

- Mantelzorgers voelen zich vaak ondergewaardeerd.

 

Artikel

Wat is de situatie inzake mantelzorg en mantelzorgondersteuning in de gemeente Neder-Betuwe en wat houdt dat nu eigenlijk in, mantelzorg? En hoe verhoudt mantelzorg zich tot vrijwilligerswerk? Alvorens kan worden ingegaan op de knelpunten die mantelzorgers ervaren en behoeften die zij hebben inzake ondersteuning, zal op deze vragen antwoord moeten worden gegeven. Tot slot zullen relevante ontwikkelingen in dit hoofdstuk aan bod komen die van betekenis zijn voor mantelzorg. Op deze manier wordt een beeld geschetst van de situatie rond mantelzorg in de gemeente Neder-Betuwe.

Hoofdstuk 2 Beleid voor mantelzorgondersteuning

Een mantelzorger heeft meestal niet bewust gekozen om mantelzorger te zijn en is het vaak moeilijk om op tijd aan te geven dat de zorg teveel wordt. Vaak raakt een mantelzorger dan overbelast. Om dit te voorkomen is mantelzorgondersteuning gewenst. Daarnaast is het ook een belangrijke taak voor gemeenten vanuit de Wmo. De behoefte aan ondersteuning is voor elke mantelzorger verschillend. Maar er is wel een algemeen aanbod te formuleren waarin alle mogelijkheden opgenomen zijn. Movisie, bureau voor kennis en advies voor maatschappelijke ontwikkeling, heeft het totale ondersteuningsaanbod voor mantelzorgers onderverdeeld in acht basisfuncties. Aangezien deze functies ook landelijk worden gehanteerd is het wenselijk om ook in onze gemeente met deze functies te werken.

Het gaat om de volgende functies:

1: Informatie;

2: Advies en begeleiding;

3: Emotionele steun;

4: Educatie;

5: Praktische hulp;

6: Respijtzorg;

7: Financiële tegemoetkoming;

8: Materiële hulp;

In dit hoofdstuk wordt per basisfunctie aangegeven wat het huidige aanbod in onze gemeente is, welke signalen uit het veld zijn gekomen en op welk beleid en bijbehorende acties wij in de toekomst inzetten.

Afdeling 2.1 Basisfunctie 1: Informatie

Artikel

Mantelzorgers hebben behoefte aan informatie op diverse terreinen, als over hoe om te gaan mantelzorg, over ziekten, de behandeling van de hulpbehoevende of over het aanbod van hulp en regelingen.

Artikel 2.1.1 Huidige situatie

Tot 1 juli gaf het Steunpunt mantelzorg in Tiel informatie en ondersteuning bij de intensieve en soms ingewikkelde taak van mantelzorgers. Mantelzorgers kunnen er terecht voor praktische informatie over ziektebeelden, handicaps, wettelijke en financiële regelingen, voorzieningen en hulpmiddelen. Een belangrijke rol in de informatievoorziening is weggelegd voor het Wmo-loket. Het loket heeft de kennis over de mogelijkheden voor ondersteuning en kunnen mensen ook doorverwijzen naar andere organisaties.

Andere organisaties die een rol spelen in de informatievoorziening aan mantelzorgerts zijn huisartsen, de ouderenwerker en de cliëntondersteuner van de Stichting Welzijn Senioren (SWS), Eleos, locatie Kesteren, de Diaconale thuiszorg: ondersteunende handen (organisatie is verbonden aan de Hersteld Hervormde gemeente Kesteren), Hervormde gemeente binnen de PKN Kesteren, MEE Gelderse Poort (MEE) Hulpdienst Ochten-Eldik (ondersteund door de Nederlands Hervormde kerk in Ochten), Stichting Orang Orang Tua Maluku di Opheusden, de Vrijwillige Palliiatieve Terminale Thuiszorg (VPTZ), Nederlandse Patiëntenvereniging (NPV) en de St. Vluchtelingen en Nieuwkomers Zuid Gelderland (SVNZG). Ook kunnen mantelzorgers voor informatie terecht bij de landelijke mantelzorglijn.

Er is dus een grote diversiteit aan voorzieningen die informatie kunnen geven aan mantelzorgers. Maar vaak weten de inwoners de weg naar informatievoorziening niet te vinden en is niet duidelijk waar ze terecht kunnen voor informatie. Uit de conceptresultaten van de volwassenenmonitor 2009 blijkt dat 22% van de volwassenen in Neder-Betuwe het Wmo - loket niet kent. Tevens is in het kader van deze monitor nagevraagd of de inwoners weten waar ze terecht kunnen voor ondersteuning. Zo weet 39% van de volwassenen niet waar ze terecht kunnen voor hulp bij het huishouden, 54% weet niet waar ze terecht kunnen voor aanvragen van het Persoonsgebonden budget (PGB), 38% weet niet waar ze terecht kunnen voor het aanvragen van voorzieningen als een rolstoel of een traplift, 51% weet niet waar ze terecht kunnen voor schuldenproblematiek en 51% weet niet waar ze terecht kunnen voor mantelzorgondersteuning.

Uit deze cijfers blijkt dat er inzet nodig is om inwoners bekend te maken met de informatievoorziening omtrent mantelzorgondersteuning.

 

Artikel 2.1.2 Signalen uit het veld

Uit de bijeenkomsten blijkt dat voor een deel van de mantelzorgers het lastig is om een weg te vinden binnen het aanbod van ondersteuning. Er gaat veel tijd en energie verloren met het verkrijgen van de benodigde informatie of het vinden van de juiste instelling. Ook is het vaak onduidelijk welke hulp en ondersteuning mogelijk is en welke weg je moet bewandelen om voor zorg en ondersteuning in aanmerking te komen. Het aanvragen van hulp wordt als ingewikkeld ervaren (bureaucratisch). Voor mantelzorgers moet de informatie eenvoudig te vinden zijn en bij voorkeur op één plek of bij één persoon (bijvoorbeeld 1 loket). Ook is een sociale kaart een handig instrument om organisaties en hun diensten eenvoudig te kunnen vinden.

Mantelzorg als verschijnsel is bij veel mensen niet bekend en de mogelijkheden voor ondersteuning zijn vaak nog minder bekend. Er is behoefte aan meer informatievoorziening middels folders die worden neergelegd bij openbare voorzieningen als het Wmo-loket, bibliotheek, scholen, maar ook bij de organisaties als de kerken en de huisartsen. Ook moet er op de gemeentelijke website aandacht worden gegeven aan mantelzorg en de mogelijkheden voor ondersteuning. Daarnaast zijn bijeenkomsten een goed middel om informatie te verkrijgen en kennis uit te wisselen. Een overlegvorm als het Platform Vrijwillige thuis en mantelzorg moet ook zeker behouden blijven en wellicht kan het nog worden geïntensiveerd.

 

Artikel 2.1.3 Beleid en acties

Wat willen we bereiken

Een steunpunt voor mantelzorgers waar zij met al hun vragen terechtkunnen. Mantelzorgers worden hier goed geïnformeerd over de zorgtaken, het voorzieningenaanbod en de mogelijkheden om ondersteuning te krijgen (emotioneel, praktisch, financieel en dergelijke). Aangezien het praktisch en financieel niet haalbaar is om een steunpunt op te richten voor alleen mantelzorgers zal dit worden gecombineerd met een vacaturebank en aanspreekpunt voor vrijwilligers en voor de maatschappelijke stages.

Rol gemeente

De gemeente neemt de regie op zich als het gaat om het realiseren van goede informatievoorziening zodat mantelzorgers beter de weg kunnen vinden in het ondersteuningsaanbod. Het Wmo-loket en de beleidsmedewerker Welzijn vervullen hierin een centrale rol. De gemeente besteedt speciale aandacht aan groepen die minder goed de weg kennen zoals jonge mantelzorgers en mantelzorgers van mensen met psychiatrische problematiek. De uitvoering zal komen te liggen bij een nader te bepalen organisatie. Mogelijkheden hiervoor liggen bij de bibliotheek of de SWS.

Acties

1) Het oprichten van een steunpunt Mantelzorg en vrijwilligers.

2) Inzetten op een digitale sociale kaart.

3) Vergroten bekendheid mantelzorg door publiciteit te geven aan mantelzorg in de media als het RBC, gemeentegids, Neder- Betuwe magazine en de website.

4) Organisaties, de Wmo-raad en het platform Vrijwillige thuis en mantelzorg te blijven informeren en te faciliteren.

5) Bij het Wmo-loket ook te letten op de rol van mantelzorgers en mensen te wijzen op mogelijkheden voor ondersteuning.

 

Afdeling 2.2 Basisfunctie 2: Advies en begeleiding

Artikel

Mantelzorgers hebben vaak behoefte aan meer dan alleen informatie. Een luisterend oor en advies en begeleiding in het vinden van de weg in het grote aantal organisaties en ondersteuningsmogelijkheden zij ook erg belangrijk voor de mantelzorger.

Artikel 2.2.1 Huidige situatie

Advies en begeleiding gebeurt door de cliëntondersteuner van de SWS, welke twee uur per week spreekuur houdt in het gemeentehuis. Ook organisaties als MEE, de kerken, Slachtofferhulp Nederland, de NPV, voormalige wijkverpleging, zoals nu uitgevoerd door de STMG, de VPTZ, Humanitas, Stichting Orang Orang Tua Maluku di Opheusden en de SVNZG geven advies en ondersteuning aan mantelzorgers. Zij dit doen meestal middels individuele huisbezoeken.

Artikel 2.2.2 Signalen uit het veld

Een deel van de mantelzorgers heeft behoefte aan meer dan informatie alleen. Ook hiervoor geldt dat ze goed moeten worden geïnformeerd over de mogelijkheden van Advies en begeleiding. De inzet van de cliëntondersteuner, het Wmo-loket en een steunpunt worden als belangrijke onderdelen ervaren.

Bij het geven van advies en begeleiding moet rekening worden gehouden met bijzondere groepen als vluchtelingen, allochtonen, kinderen en ouderen.

 

Artikel 2.2.3 Beleid en acties

Wat willen we bereiken?

Het bieden van de mogelijkheid voor mantelzorgers om advies en begeleiding bij het vinden van hun weg in het grote aantal mogelijkheden.

Rol gemeente

De gemeente faciliteert organisaties bij het geven van advies en begeleiding. Hierin blijven het Wmo- loket en de cliëntondersteuner van de SWS een centrale rol spelen. Het op te richten steunpunt kan de eerste vragen pareren en waar nodig doorverwijzen naar de cliëntondersteuner van SWS of naar andere organisaties als bijvoorbeeld MEE.

Acties

1) Blijven inzetten op het aanbod van de cliëntondersteuner van de SWS.

 

Afdeling 2.3 Basisfunctie 3: Emotionele steun

Artikel

De behoefte van mantelzorgers gaat soms verder dan een luisterend oor. Zorg, ziekte en snel veranderende perspectieven vragen om een specifieke ondersteuning, omdat de daarmee gepaard gaande emoties het verlenen van mantelzorg moeilijk maken zonder overbelast te raken.

Artikel 2.3.1 Huidige situatie

Individuele emotionele steun wordt gegeven door kerken, zorgcentra als de Schutse en Elim, MEE, Slachtofferhulp Nederland, de VPTZ, NPV, De SVNZG, Stichting Orang Orang Tua Maluku di Opheusden, de Zonnebloem, Stichting Vrijwilligers en de cliëntondersteuner van de SWS.

Lotgenotencontact wordt georganiseerd door: MEE, Slachtofferhulp Nederland, Stichting Orang Orang Tua Maluku di Opheusden en de SVNZG.

 

Artikel 2.3.2 Signalen uit het veld

Tijdens de bijeenkomsten kwam naar voren dat er bij het Wmo-loket bij aanvragen van individuele voorzieningen doorgevraagd moet worden naar de aanwezigheid van een mantelzorger. Hier moeten cliënten gewezen worden op de mogelijkheden van mantelzorgondersteuning. Mantelzorgers willen hun verhaal kwijt. De drempel om ergens naar toe te bellen is voor mensen erg hoog. Mantelzorgers moeten dan ook terecht kunnen bij een punt waar ze terecht kunnen met hun vragen. Een loket zou hiervoor een prima uitkomst zijn.

Een andere wens op het gebied van emotionele steun is het lotgenotencontact tussen mantelzorgers. Dit moet dan wel lokaal worden vormgegeven. Het is maar de vraag of er echt behoefte is aan de dag van de mantelzorg. Wellicht is het waarderen van mantelzorgers middels het geven van een bloemetje een beter idee om de waardering voor mantelzorgers uit te spreken. Dit betreft de zogeheten ‘Bloemtjesactie’.

 

Artikel 2.3.3 Beleid en acties

Wat willen we bereiken

Inwoners van de gemeente dienen op de hoogte te zijn waar zij terecht kunnen voor emotionele steun. Tevens wordt onderzocht wat de mogelijkheden zijn voor een halfjaarlijkse bijeenkomst van lotgenotencontact en wordt ook de relevantie van waardering voor de mantelzorger genoemd.

Rol gemeente

De gemeente voorziet inwoners van informatie en zoekt naar een vorm van het geven van waardering aan mantelzorgers. Op de wijze zoals genoemd in 3.2.1 over het aanbod van emotionele steun. Individuele doorverwijzing geschiedt bij het Wmo-loket en door het op te richten steunpunt.

Acties

1) Inzetten op informatievoorziening over het aanbod van emotionele steun.

2) Onderzoeken van mogelijkheden voor het organiseren van lotgenotencontact.

3) Inzetten op het waarderen van mantelzorgers door de bloemetjesactie.

 

Afdeling 2.4 Basisfunctie 4: Educatie

Artikel

Mantelzorgers kunnen gebaat zijn bij voorlichting en training. De educatie kan zich richten op zorg en ziekte, maar ook op de mantelzorger zelf.

Artikel 2.4.1 Huidige situatie

Mantelzorgers kunnen gebaat zijn bij voorlichting en training. De educatie kan zich richten op zorg en ziekte, maar ook op de mantelzorger zelf. Educatie kan onder andere verzorgd worden door MEE, Iriszorg, de Gelderse Roos, commerciële bureaus voor psychosociale hulpverlening, Stichting Orang orang Tua Mala di Opheusden, de Nederlandse patientenvereniging, ’t Anker, De NPV of andere patiëntenverenigingen (of in samenwerking).

Artikel 2.4.2 Signalen uit het veld

Het volgen van cursussen is iets dat geen prioriteit heeft. Het uitwisselen van ervaringen en het praten over de problemen lost vaak meer op dan het volgen van een cursus. Als er vraag is, kan de gemeente altijd nog een aanbod creëren.

Artikel 2.4.3 Beleid en acties

Wat willen we bereiken?

Vanuit de mantelzorgers en de organisaties hadden cursussen geen tot weinig prioriteit. Hier zal dan ook niet op ingezet worden. Wanneer vanuit het Wmo-loket, het op te richten steunpunt of andere kanalen blijkt dat de vraag toch in sterke mate aanwezig is wordt dan bekeken wat de mogelijkheden zijn voor dit aanbod.

Rol gemeente:

De gemeente onderneemt in deze geen actie en neemt een afwachtende rol aan ten opzichte van een eventuele vraag in de toekomst.

Acties

Geen.

 

Afdeling 2.5 Basisfunctie 5: Praktische hulp

Artikel

Praktische hulp is vaak gericht op de zorgbehoevende en betreft zaken als huishoudelijke hulp, klussendienst, maaltijdservice of extra kinderopvang. Allemaal zaken die de mantelzorger ontlasten.

Artikel 2.5.1 Huidige situatie

Praktische hulp wordt door veel verschillende organisaties, zowel lokaal als regionaal, aangeboden aan mantelzorgers. Praktische hulp kan zowel door vrijwilligers als door professionals gegeven worden. Voor bepaalde soorten hulp of zorg is wettelijk bepaald dat een indicatie nodig is. Deze indicatie wordt gegeven door het Wmo-loket of bij van Brederode, (indicatie- orgaan in onze gemeente). Met deze indicatie kan de hulpbehoevende praktische ondersteuning krijgen in de vorm van bijvoorbeeld een rolstoel, huishoudelijke hulp of een woningaanpassing.

Ook respijtzorg is erg belangrijk ter voorkoming van overbelasting van de mantelzorger. Voorzieningen als oppasdiensten en bezoekdiensten zijn daarbij van belang. In Neder- Betuwe zijn de volgende mogelijkheden voor praktische hulp:

  Thuiszorgorganisaties kunnen mantelzorgers ondersteunen in de taken die zij uitvoeren. In Neder- Betuwe werken acht organisaties waar een beroep op kan worden gedaan voor thuiszorg. Deze zijn allen AWBZ erkende reguliere thuiszorgorganisatie in de regio, hebben professionele medewerkers in dienst die een aantal zorgtaken kunnen overnemen. Er kan ondersteuning verleend worden in: huishoudelijke verzorging (schoonmaakwerkzaamheden, wasverzorging, verzorging van huisdieren, maaltijdverzorging), verpleging en verzorging (klaarzetten en toedienen van medicijnen, hulp bij lichamelijke verzorging en verpleging, wond- en stomaverzorging, toedienen van sondevoeding en incontinentie), specialistische verpleging (het aanbrengen van een pijnbestrijdingpomp, het inbrengen van een sonde, specialistische kennis over chronische ziekten, het inbrengen van een infuus), gespecialiseerde verzorging (ondersteuning bij het weer onder de knie krijgen over het huishouden, ondersteuning bij verzorging en opvoeding van één of meerdere kinderen, hulp bij organisatie van het huishouden, hulp bij het omgaan met het huishoudbudget, hulp bij de dagindeling), maatschappelijk werk, voedingsvoorlichting en dieetadvisering, incidentele gespreksgroepen en gezondheidscursussen. Een aantal thuiszorgorganisaties heeft een mantelzorgteam met specifieke mantelzorgondersteuners die thuisondersteuning voor mantelzorgers bieden. Naast deze professionele hulp voor het huishouden door thuiszorginstellingen zijn er ook mogelijkheden voor vrijwillige hulp door kerken, de Hulpdienst Ochten-Eldik, Diaconale thuiszorg Ondersteunende handen, Nederlandse Patiëntenverenigingen Stichting Vrijwilligers en de stichting Vrijwillige Palliatieve Terminale zorg, Waar het gaat om hand- en spandiensten als een klusje in de tuin en dergelijke, kan de mantelzorger worden ontlast door de Diaconale thuiszorg: Ondersteunende handen, Stichting Orang Orang Tua Maluku di Opheusden, kerken, VPTZ, SVNZG en de Hulpdienst Ochten-Eldik. Ook enkele zorgverzekeraars bieden een klussendienst aan. Voor het gebruik van maaltijdservice kan de burger terecht bij De Schutse, het Elim, ‘t Anker of bij Tafeltje Dekje van de SWS. Voor administratieve hulp is er ondersteuning te verkrijgen via; De Schutse, MEE, Diaconale thuiszorg: Ondersteunende handen, kerken, Stichting Orang Orang Tua Maluku di Opheusden, een cliëntondersteuner SWS, Stichting Vluchtelingen en Nieuwkomers Zuid Gelderland. Voor kinderopvang kan de burger terecht bij de Diaconale thuiszorg: Ondersteunende handen, kerken en bij de reguliere kinderopvang. Voor vervoer zijn er in onze gemeente de volgende mogelijkheden: De Schutse (eigen mensen) Diaconale thuiszorg: Ondersteunende handen, SWS – Klaartje en Swobrik, kerken, SVNZG. De boodschappenservice is aanwezig bij de Diaconale thuiszorg: Ondersteunende handen, Stichting Orang Orang Tua Maluku di Opheusden. Tevens is met een Wmo-indicatie een vervoerspas te verkrijgen voor de regiotaxi. Voor bewegingsactiviteiten kan de burger terecht bij De Schutse, Stichting Orang Tua Maluku di Opheusden, SWS, Activiteitenvereniging de Snellenburg, Vereniging Sport voor ouderen en Bejaardengymnastiek.

Artikel 2.5.2 Signalen uit het veld

Vanuit de mantelzorgers is veel vraag naar een klussendienst. Ook de instellingen merken dat deze vraag leeft onder de mantelzorgers. Er zijn wel voorzieningen op het gebied van praktische hulp, maar deze zijn vaak te weinig bekend bij mantelzorgers of het is niet bekend dat de hulp vanuit de kerken ook bedoeld is voor niet-kerkleden. Er is behoefte om meer publiciteit te geven aan de mogelijkheden van praktische hulp. Dit kan door een folder of door publicatie in het RBC, het Neder-Betuuw Magazine of in kerkbladen. Maar ook de huisarts, de cliëntondersteuner en een eventueel steunpunt kan in deze wens voorzien.

Artikel 2.5.3 Beleid en acties

Wat willen we bereiken?

Er is een grote vraag naar praktische hulp voor de zorgbehoevende zodat de mantelzorger wordt ontlast. Belangrijk hierin is dat de mantelzorger bekend is met de mogelijkheden voor praktische hulp en dat organisaties met een vergelijkbaar aanbod samenwerken en aanbod op elkaar afstemmen. Mogelijkheden worden onderzocht om een klussendienst op te zetten met mensen uit de bijstand.

Rol gemeente:

De gemeente zal het platform Vrijwillige thuis –en mantelzorg stimuleren tot samenwerking en afstemming. Tevens zal zij de burger informeren over de mogelijkheden van praktische hulp. Een steunpunt vormt hierin een belangrijke schakel. Hier kan ook de link worden gelegd met een vacaturebank voor vrijwilligers en inzet van jongeren in het kader van de Maatschappelijke stages.

Acties

1) Inzetten op informatievoorziening over het aanbod van praktische hulp.

2) het bijeen brengen van de mogelijkheden van een vacaturebank en de maatschappelijke stages en de vraag naar praktische hulp.

3) Onderzoeken van mogelijkheden van het opzetten van een klussendienst met mensen uit de bijstand.

 

Afdeling 2.6 Basisfunctie 6: Respijtzorg

Artikel

Respijtzorg is een verzamelbegrip die de mantelzorg tijdelijk en volledig overnemen zodat de mantelzorger de zorg uit handen kan geven om eigen activiteiten te ontplooien (werk, opleiding, ontspanning).

Artikel 2.6.1 Huidige situatie

Er zijn mogelijkheden om een beroep te doen op opvang buitenshuis. Hierdoor krijgt de mantelzorger meer tijd voor zichzelf. Afhankelijk van de voorziening gaat het om opvang van een dag, een aantal keren per week, een week of zelfs om opvang van maximaal acht weken. Ten eerste is er de mogelijkheid van dagverzorging. Dit is bedoeld voor ouderen en mensen met een beperking die zo lang mogelijk zelfstandig willen wonen en merken dat hun sociale contacten afnemen. Enkele dagen per week kunnen ouderen en mensen met een beperking, die geen of weinig hulp nodig hebben bij de dagelijkse lichamelijke verzorging, naar de dagverzorging gaan.

Dagbehandeling is een tweede vorm van hulp buitenshuis. Er zijn verschillende vormen van dagbehandeling. Met de dagbehandeling wordt geprobeerd de geestelijke en lichamelijke conditie te handhaven of te verbeteren. Daarnaast geeft de dagbehandeling de verzorgers thuis meer tijd om te ontspannen. Ook is ondersteuning door begeleidingsgesprekken of deelname aan gespreksgroepen mogelijk.

Er bestaan ook dagactiviteitencentra. Dit zijn ontmoetingsplaatsen voor mensen met psychiatrische problemen, mensen met een lichamelijke of meervoudige beperking en voor mensen met een hersenletsel tengevolge van een ziekte of ongeval. Bij de activiteitencentra kunnen mensen deelnemen aan diverse activiteiten als cursussen, sport of werkprojecten.

Tijdelijke opname is ook een mogelijkheid. Voor een korte tijd kan degene die verzorgd wordt, opgenomen worden in een woonzorgcentrum of verpleeghuis. Deze opnames zijn meestal om de mantelzorger te ontlasten. Door Elim, de Schutse en ‘t Anker worden bovengenoemde activiteiten ook voor ouderen en mensen met een beperking die zelfstandig wonen georganiseerd. Ook Stichting Orang Orang Tua Maluku di Opheusden en dagopvang het Kippenland bieden mogelijkheden voor dagopvang.

Voor tijdelijke zorg of oppas en bezoekservice kunnen mantelzorgers terecht bij de Diaconale thuiszorg: Ondersteunende handen, de Zonnebloem, kerken, VPTZ, terminale zorg via het Anker en de NPV.

Een ander aspect van respijtzorg vormt vakantie. Vakantie is voor de mantelzorger van belang om de accu op te laden. Het is mogelijk om alleen op vakantie te gaan of met degene die de mantelzorger verzorgt. De volgende organisaties organiseren vakanties: Stichting Thuisverzorging van Gehandicapten, Nederlandse Branchevereniging Aangepaste vakanties, Landelijke Organisatie Thuisverzorgers, Alzheimer Nederland, Stichting Mens en Samenleving, De Zonnebloem (vakanties voor (echt)paren waarvan één van de partners verpleegkundige hulp en/of verzorging nodig heeft, vakanties voor thuiswonende (echt)paren waarvan één van de partners dementeert, vakanties voor gezinnen waarvan tenminste één lid (veel) verpleging nodig heeft) en het Nederlandse Rode Kruis. Vakanties voor kinderen (en hun ouders) worden georganiseerd door Villa Pardoes, Stichting Doe Een Wens, Colombine en SOVA (Stichting Opvang & Vakantie Autisten)

 

Artikel 2.6.2 Signalen uit het veld

Uit de bijeenkomsten blijkt dat de behoefte aan respijtzorg erg per persoon verschilt. Soms zijn een paar uurtjes respijtzorg al genoeg en soms betreft het een week. Veel hulpbehoevenden zijn bekend met de mogelijkheden van dagopvang/dagverzorging . Dagopvang is iets wat de mantelzorger erg kan ontlasten. Probleem is alleen dat de drempel om naar een dagopvang te gaan erg groot is. Een manier om dit te voorkomen is om mensen eens uit te nodigen om een kopje koffie te komen drinken.

Ook voor respijtzorg geldt dat er een overzicht moet zijn van de mogelijkheden van respijtzorg.

 

Artikel 2.6.3 Beleid en acties

Wat willen we bereiken

Mantelzorgers ervaren vaak een drempel om gebruik te maken van respijtzorg. Maar eenmaal over de drempel wordt vaak verlichting ervaren. Er moet dan ook meer bekendheid worden gegeven aan de mogelijkheden en het belang van respijtzorg.

Rol gemeente

De gemeente dient meer informatie te verstrekken over de mogelijkheden van respijtzorg. Ook de organisaties die vrijwillige respijtzorg bieden kunnen samenwerken in het uitwisselen van vrijwilligers.

Actie

1) Inzetten op informatievoorziening over het aanbod van respijtzorg

2) Stimuleren van vrijwillige organisaties samenwerking en het uitwisselen van vrijwilligers.

Afdeling 2.7 Basisfunctie 7: Financiële tegemoetkoming

Artikel

Mantelzorgers die vanwege het zorgen in financiële problemen raken hebben behoefte aan tegemoetkoming in de kosten.

Artikel 2.7.1 Huidige situatie

Financiële tegemoetkoming is mogelijk via de bijzondere bijstand en tegemoetkoming Onderhoudskosten Thuiswonende Gehandicapte kinderen, vergoeding bij zorgverzekeraar of via zorgverlof vanuit de werkgever. Op dit moment geeft de gemeente naast bovengenoemde mogelijkheden geen rechtstreekse financiële steun aan mantelzorgers. Wel kunnen individuele voorzieningen van de Wet maatschappelijke ondersteuning, zoals huishoudelijke hulp of de vervoersvoorziening, in de vorm van een persoonsgebonden budget worden verstrekt. Dit vergroot de keuzemogelijkheid voor de aanvrager over de inzet van het budget. Het PGB is in principe geen financiële tegemoetkoming, maar biedt wel mogelijkheden om een mantelzorger te betalen voor verleende (geïndiceerde) zorg.

Bij de uitvoering van de Wet werk en bijstand kan de gemeente speciale faciliteiten bieden aan uitkeringsgerechtigden die mantelzorg verrichten, zoals vrijstelling van sollicitatieplicht. Ook mensen met een WW-of een WGA-uitkering (via UWV), ouder dan 57,5 jaar of minimaal 20 uur per week werkzaam zijn als vrijwilliger en/of mantelzorger kunnen in aanmerking komen voor een vrijstelling van de sollicitatieplicht.

Als laatste is er nog het Mantelzorgcompliment. Dit is een landelijke regeling om mantelzorgers te waarderen. Mantelzorgers die voldoen aan landelijk vastgestelde criteria komen in aanmerking voor deze financiële beloning. Het mantelzorgcompliment is gerelateerd aan AWBZ-indicatiestelling.

Door verschillende instellingen wordt ondersteuning geboden bij het op orde krijgen van de financiën of bij het aanvragen van financiële hulp. Dit gebeurt door MEE, Slachtofferhulp, kerken, SWS, SVNZG en Humanitas. Voor schuldhulpverlening kan men terecht bij het Budgetadviescentrum en bureau schuldhulpverlening bij de afdeling Werk en Inkomen in Tiel. Informatie hierover is ook te verkrijgen bij het Wmo- loket.

 

Artikel 2.7.2 Signalen uit het veld

Ervaring leert dat mantelzorgers geen vergoeding hoeven. Praktisch hulp en waardering voor hun werk is vaak belangrijker dan een vergoeding. Wel vinden de aanwezigen dat de mogelijkheid voor het aanvragen van een vergoeding aanwezig moet zijn. Een mogelijkheid die dan meer prioriteit heeft is bekendheid met de mogelijkheid dat kilometers kunnen worden vergoed.

Artikel 2.7.3 Beleid en acties

Wat willen we bereiken?

Er is meer behoefte aan praktische hulp dan aan een financiële tegemoetkoming. Wel dienen mantelzorgers blijvend te worden geïnformeerd over onder andere het mantelzorgcompliment en bijzondere bijstand. Er moet worden onderzocht in hoeverre het UWV kan vrijstelling verlenen van aan mantelzorgers die een WW- of bijstandsuitkering hebben.

Rol gemeente

De gemeente dient blijvend informatie te verstrekken over de mogelijkheden van financiële tegemoetkoming. Hierin is een duidelijke rol weggelegd voor het Wmo- loket. De cliëntondersteuner en het op te richten steunpunt hebben hierin een informerende en adviserende rol.

Actie

1) Onderzoeken van mogelijkheden vrijstelling sollicitatieplicht mantelzorgers

 

Afdeling 2.8 Basisfunctie 8: Materiële hulp

Artikel

Naast praktische en/of financiële steun kunnen mantelzorgers materiële hulp gebruiken, ook hier weer sterk afhankelijk van de situatie en behoeften.

Artikel 2.8.1 Huidige situatie

Vaak is deze materiële hulp primair gericht op een zorgbehoevende (individuele voorzieningen maatschappelijke ondersteuning). Dan is het van belang om bij de toewijzing ook expliciet het belang van de mantelzorg(s) te betrekken. Bijvoorbeeld het aanpassen van de woning zodat verblijf van de mantelzorger mogelijk is. In onze gemeente is onlangs een nota uitgekomen over de mogelijkheden van inwoning. Andere mogelijkheden van materiële zorg zijn de gehandicaptenvoorzieningen via de Wmo. Dit betreffen voorzieningen als een rolstoel, woningaanpassing of een pas voor de regiotaxi. De gemeente biedt geen specifieke materiële hulp aan mantelzorgers.

Artikel 2.8.2 Signalen uit het veld

Wat betreft materiële hulp is het van belang dat mensen weten waar ze recht op hebben en dat dit gemakkelijk is aan te vragen. Vaak is de papierwinkel voor het aanvragen van individuele voorzieningen erg groot. Het is belangrijk dat mensen de weg naar het Wmo-loket weten te vinden en dat ze ook mogelijkheden krijgen aangeboden om ondersteund te worden in het invullen van alle formulieren. Hierin vervult het loket zelf, maar ook de cliëntondersteuner van SWS een belangrijke rol. Zowel mantelzorgers als instellingen voelen ook in deze wel wat voor een steunpunt waarin mantelzorgers uitgebreid kunnen worden voorgelicht over de mogelijkheden van materiële hulp.

Artikel 2.8.3 Beleid en acties

Wat willen we bereiken

Materiële hulp is vaak gericht op de zorgbehoevende en ontlast daarmee de mantelzorger. Veel van deze voorzieningen worden verstrekt bij het Wmo-loket. Inwoners dienen bekend te zijn met de mogelijkheden van materiële hulp.

Rol gemeente

De gemeente dient meer informatie te verstrekken over de mogelijkheden van materiële hulp.

Actie

1) Inzetten op informatievoorziening over het aanbod van materiële hulp.

 

Hoofdstuk 3 Uitvoering van beleid

Afdeling

Artikel 3.1 Betrokken organisaties

Bij de uitvoering van deze beleidsnota zijn een groot aantal organisaties uit het veld betrokken. In de bijlage is een overzicht opgenomen van organisaties die in de gemeente Neder- Betuwe actief zijn op het gebied van mantelzorg, vrijwilligerszorg en professionele zorg. Bij de uitvoering van het beleid zal een belangrijke rol zijn weggelegd voor het platform Vrijwillige Thuis en Mantelzorg.

Afdeling 3.2 Financiële paragraaf

Paragraaf

Artikel

Bij de inwerkingtreding van de Wmo zijn de budgetten van de AWBZ voor de Coördinatie Vrijwillige Thuishulp en Mantelzorg (CVTM) van het zorgkantoor naar de gemeente verschoven. Het jaar 2007 was aangewezen door het Rijk als een overgangsjaar en ook 2008 kan nog als een overgangsjaar beschouwd worden omdat zowel de gemeente als het regionale samenwerkingsverband Rivierenland nog geen beleidskaders hebben ontwikkeld. In 2008 is er nog geen mantelzorgbeleid ontwikkeld, waardoor de hiervoor bestemde eenmalige middelen van € 32.000 zijn weggevloeid in de algemene middelen. Op dit moment zijn er de volgende middelen beschikbaar voor mantelzorg en een op te richten steunpunt in combinatie met vrijwilligerswerk en maatschappelijke stages. Hier dienen ook zaken als deskundigheidsbevordering van de vrijwilligers, communicatie en coördinatie uit te worden betaald. tabelnederbetuwe1

Paragraaf 3.2.1 Raming benodigde middelen:

Vanaf 2010 wordt uitgegaan van de volgende raming van de jaarlijkse kosten. tabelnederbetuwe2 *Uitgaande van de inzet van een 0,4 fte aan een HBO-er en huisvestingskosten.

Extra benodigde middelen bedraagt € 11.000 (€ 54.000 - € 43.000) .

 

Afdeling 3.3 Planning

Artikel

In de bijlage (2) is een overzicht opgenomen van de activiteiten die uitgevoerd dienen te worden. Met de meeste activiteiten wordt vanaf september 2009 gestart. Eventuele subsidieafspraken kunnen pas concreet worden gemaakt vanaf 2010. Ook het op te richten steunpunt zal pas in 2010 vorm krijgen.

Afdeling 3.4 Evaluatie

Artikel

In deze beleidsnota is aangegeven welke resultaten en activiteiten behaald dienen te worden in de planperiode 2009 – 2012. Elk resultaat zal aan het einde geëvalueerd moeten worden. Om tijdig bij te kunnen sturen, is het raadzaam om de voortgang van de uitvoering jaarlijks te evalueren. Dit is mogelijk via het volgen van de acties waarover jaarlijks verantwoording wordt afgelegd. De evaluatie betreft een kritische reflectie op de voortgang van de uitvoering van het beleid. Het veld kan hieraan bijdragen door het verstrekken van benodigde informatie. Het is dan ook van belang dat de instellingen regelmatig zelf bij hun klanten vragen hoe het met de tevredenheid staat.

Ondertekening

Aldus vastgesteld door gemeenteraad

Bijlage 1 Definities

Informele zorg

Informele zorg is zorg die niet in het kader van een hulpverlenend beroep wordt gegeven aan een hulpbehoevende. Mantelzorg en vrijwilligerszorg vormen samen de informele zorg. Mantelzorg

Mantelzorg is langdurige zorg die niet in het kader van een hulpverlenend beroep wordt geboden aan een hulpbehoevende door personen uit diens directe omgeving, waarbij zorgverlening rechtstreeks voortvloeit uit de bestaande sociale relatie (familie, vrienden).

Mantelzorg overkomt je en je kunt je er normaal gesproken niet of nauwelijks aan onttrekken. Het gaat om extra zorg in duur en intensiteit boven op de normale, gebruikelijke zorg voor elkaar in een huishouden. Bewuste keuze en organisatie zijn zeker bij aanvang van mantelzorg totaal afwezig. Mantelzorg vindt niet plaats in georganiseerd verband, in tegenstelling tot vrijwillige zorg. Gebruikelijke zorg

Gebruikelijke zorg is zorg die van huisgenoten mag worden verwacht. Dit is aangegeven in het werkdocument Gebruikelijke Zorg. Dit protocol bevat een nadere definiëring en normering van wat gebruikelijke zorg is en verduidelijkt daarmee de zorg die niet valt binnen de aanspraak op AWBZ. Voor een mantelzorger betekent dit dat het aandeel in de zorg voor huisgenoten dat van hem of haar verwacht mag worden, min of meer vast staat. Dit wordt ook meegenomen bij de indicatie van zorg. Vrijwilligerszorg / vrijwilligers in de zorg

Vrijwilligerszorg betreft praktische, sociale en emotionele ondersteuning door vrijwilligers gedurende een relatief lange periode van mensen met een langdurige ziekte of handicap en van hun naasten. De zorg wordt onbetaald en onverplicht verricht, al dan niet in aanvulling op professionele zorg en/of mantelzorg. Vrijwilligerszorg vindt meestal plaats in een georganiseerd verband. Er is niet sprake van een naaste die tot hetzelfde netwerk behoort. Vrijwilligers hebben bij aanvang van het werk geen persoonlijke betrekking met de zorgvrager. Voorbeelden van vrijwilligersorganisaties zijn: vrijwillige hulpdiensten, de Zonnebloem, Leger des Heils, het Nederlandse Rode Kruis, Vrijwillige Thuiszorgorganisaties en Humanitas. Vrijwillige thuishulp

Onder vrijwillige thuishulp wordt verstaan: hulp- en dienstverlening die vrijwilligers bieden ten behoeve van zieken en mensen met één of meerdere handicaps. Vrijwilligers in georganiseerd verband zetten zich in voor mensen met wie ze meestal niet al tevoren een band hebben. Burenhulp

Burenhulp is te beschouwen als een vorm van vrijwillige inzet waarbij het vaak gaat om spontane, kortstondige hulp. Burenhulp richt zich op mensen die in nood zitten, hulp nodig hebben en daarvoor niet op de spontane inzet van vrienden of familie kunnen rekenen. Respijtzorg

Respijtzorg staat voor alle vormen van tijdelijke overname van zorg om de mantelzorger even vrijaf te geven (dagopvang, verzorging in verzorgings- en verpleeghuizen, logeerhuizen en gastgezinnen, oppas- en bezoekdiensten).

Bijlage 2 Activiteitenoverzicht

tabelnederbetuwe3