Organisatie | Loon op Zand |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Monumentenverordening 1998 |
Citeertitel | Monumentenverordening 1998 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | volkshuisvesting en woningbouw |
Eigen onderwerp |
Geen
Onbekend
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-10-2010 | 01-05-2015 | Onbekend | 30-09-2010 Weekjournaal | Onbekend |
HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN
Deze verordening verstaat onder:
beschermde beeldbepalende zaak: aan de openbare weg gelegen (deel van een) onroerende beeldbepalende zaak, die qua schoonheid van algemeen belang is vanwege het stedenbouwkundig-, architectonisch- en/of landschappelijk beeld, maar niet overeenkomstig deze verordening als gemeentelijk monument kan worden geregistreerd;
beschermd gemeentelijk stads- of dorpsgezicht: groepen van onroerende zaken, die van algemeen belang zijn wegens hun schoonheid, hun onderlinge ruimtelijke- of structurele samenhang dan wel hun wetenschappelijke- of cultuurhistorische waarde en in welke groepen zich een of meer monumenten dan wel beeldbepalende zaken bevinden, die geregistreerd zijn op de rijks- of gemeentelijke monumentenlijst dan wel lijst van beeldbepalende zaken.
HOOFDSTUK 2 BESCHERMDE GEMEENTELIJKE MONUMENTEN
Paragraaf 1 De aanwijzing als beschermd gemeentelijk monument en de registratie op de gemeentelijke monumentenlijst
De aanvraag van de vergunning als bedoeld in artikel 9, tweede lid, wordt ingediend bij burgemeester en wethouders en moet de volgende gegevens bevatten:
Burgemeester er wethouders kunnen ter beoordeling van de aanvraag nadere gegevens van de aanvrager verlangen, waaronder de resultaten van een bouwhistorisch onderzoek.
De aanvraag voor een vergunning bedoeld in artikel 9 wordt niet verleend wanneer één of meer van de volgende criteria in het geding zijn:
Artikel 11 Advies van de monumentencommissie en beslissing op de aanvraag
Na de tervisielegging termijn wordt de adviesaanvraag aan de monumentencommissie gezonden, vergezeld van de ingekomen zienswijzen. De commissie brengt binnen vier weken na de adviesaanvraag schriftelijk advies uit aan burgemeester en wethouders. Indien een bouwhistorisch onderzoek noodzakelijk wordt geacht, hetgeen bij de ontvankelijkheid dient te worden bepaald, kan de termijn met ten hoogste vier weken worden verlengd.
Burgemeester en wethouders geven met betrekking tot een beschermd kerkelijk monument of een geen beschikking ingevolge de bepalingen van artikel 9, tweede lid, dan in overeenstemming met de eigenaar, indien en voor zover het een beschikking betreft, waarbij wezenlijke belangen van de godsdienstuitoefening in het monument in het geding zijn.
HOOFDSTUK 3 BESCHERMDE RIJKSMONUMENTEN
Paragraaf 3 Vergunningen tot wijziging van beschermde rijksmonumenten.
Artikel 14 Vergunning voor beschermd rijksmonument
Burgemeester en wethouders zenden een afschrift van de aanvraag om vergunning voor een beschermd rijksmonument met de naar voren gebrachte zienswijzen, zoals bedoeld in artikel 12, tweede lid, van de Monumentenwet 1988 en het advies van de Rijksdienst voor de Monumentenzorg aan de monumentencommissie.
HOOFDSTUK 4 BESCHERMDE STADS OF DORPSGEZICHTEN
Paragraaf 4 De aanwijzing als beschermd gemeentelijk stads- of dorpsgezicht en de registratie op de gemeentelijke monumentenlijst
De artikelen 7 en 8 zijn van overeenkomstige toepassing, met dien verstande dat aan artikel 8, derde lid, nog wordt toegevoegd artikel 35 van de Monumentenwet 1988.
HOOFDSTUK 5 BEELDBEPALENDE ZAKEN
Paragraaf 5 De aanwijzing en registratie op de gemeentelijke lijst "Beeldbepalende zaken".
Beeldbepalende zaken, die zijn ingeschreven in het register als bedoeld in artikel 6 van de Monumentenwet of die zijn geplaatst op een lijst van monumenten, op grond van een monumentenverordening van de provincie Noord-Brabant, of die geplaatst zijn op de monumentenverordening 1998 worden door burgemeester en wethouders niet op de in dit artikel bedoelde lijst geplaatst.
Indien en voor zover blijkt dat een belanghebbende ten gevolge van:
voorschriften door burgemeester en wethouders verbonden aan een vergunning tot wijziging, afbraak, verwijdering of vervreemding van een gemeentelijk monument schade lijdt of zal lijden, die redelijkerwijze niet of geheel te zijnen laste behoort te blijven kent de gemeenteraad hem op zijn aanvraag een naar billijkheid te bepalen schadevergoeding toe.
HOOFDSTUK 7 SLOT- EN OVERGANGSBEPALINGEN
Hij, die handelt in strijd met artikel 9 van deze verordening, wordt gestraft met een geldboete van de tweede categorie.
Artikel 30 Opsporingsbevoegdheid
De opsporing van de in artikel 9 strafbaar gestelde feiten is, naast de in artikel 141 van het Wetboek van Strafvordering genoemde opsporingsambtenaren, opgedragen aan hen die door burgemeester en wethouders met de zorg voor de naleving van deze verordening zijn belast, ieder voor zover het de feiten betreft die in de aanwijzing zijn vermeld.
Zo dikwijls de zorg voor de naleving van deze verordening dit vereist, wordt hierbij de machtiging verstrekt al dan niet besloten ruimten en plaatsen, met uitzondering van woningen, desnoods tegen de wil van rechthebbende, bewoner of gebruiker, te betreden, aan hen die en voor zover zij door het bevoegd gezag belast zijn met het toezicht op de naleving van deze verordening.