Organisatie | Loon op Zand |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Marktverordening Loon op Zand 2009 |
Citeertitel | Marktverordening Loon op Zand 2009 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
16-10-2010 | 18-02-2021 | Onbekend | 01-10-2009 | Onbekend |
Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
In deze verordening en de daarop berustende nadere regels wordt verstaan onder:
levenspartner: de persoon met wie de vergunninghouder met het oogmerk duurzaam samen te wonen een gemeenschappelijke huishouding voert. Dit moet blijken uit een akte van registratie van partnerschap als bedoeld in artikel 1:80a, vijfde lid van het Burgerlijk Wetboek of een samenlevingscontract opgemaakt bij notariële akte;
Artikel 4 Standplaatsvergunning
Het is verboden een standplaats op een markt in te nemen zonder vergunning van het college.
Hoofdstuk 3 Straf-, overgangs- en slotbepalingen
Overtreding van het bepaalde bij of krachtens deze verordening wordt gestraft met een geldboete van de tweede categorie of hechtenis van ten hoogste drie maanden en kan bovendien worden gestraft met openbaarmaking van de rechterlijke uitspraak.
Artikel 8 Intrekking en schorsing vaste standplaatsvergunning
Artikel 9 Uitsluiting meeloper of standwerker
Onverminderd artikel 7 kan het college een vergunninghouder van een dagplaats of een standwerkersplaats al dan niet voorwaardelijk, voor een nader te bepalen periode uitsluiten van plaatstoewijzing en of deelname aan de loting, indien de vergunninghouder of een persoon die hem bijstaat:
Artikel 10 Onmiddellijke verwijdering
Onverminderd het bepaalde in artikel 125 Gemeentewet kan het college een vergunninghouder gelasten zich onmiddellijk van de markt te verwijderen indien hij:
Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening zijn belast de marktmeester en de bij besluit van het college aangewezen toezichthoudende personen.
Toelichting Marktverordening Loon op zand 2009
De geldende Marktverordening is vastgesteld in 1996. De verordening voldoet niet meer aan de gewijzigde bestuursbevoegdheden in het kader van het dualisme en kent met het Europees recht en Nederlandse wetgeving strijdige bepalingen.
Ook inhoudelijk is de verordening niet meer afgestemd op de recente ontwikkelingen met betrekking tot de warenmarkt.
In de voorliggende ontwerpverordening is rekening gehouden met de dualisering van het gemeentebestuur, zijn strijdige bepalingen verwijderd en of aangepast en heeft een bijstelling aan de nieuwste inzichten op het gebied van marktbeheer plaatsgevonden. Met name ten aanzien van de marktverordening heeft een vergaande deregulering plaatsgevonden. De beleids- en ordebepalende voorschriften, voor zover die nodig worden geacht, zijn opgenomen in het marktreglement.
De voorliggende Marktverordening Loon op Zand 2009 en het Marktreglement Loon op Zand 2009 bieden een goede basis voor verdere professionalisering van het marktbeleid.
Onderscheid Marktverordening – Marktreglement.
Artikel 160, eerste lid sub h Gemeentewet regelt de bevoegdheid van het college regelt ten aanzien van markten. Het college is echter afhankelijk van de raad omdat in artikel 147, eerste lid van de Gemeentewet is bepaald dat gemeentelijke verordeningen door de raad worden vastgesteld voor zover de bevoegdheid daartoe niet bij de wet of door de raad krachtens de wet aan het college of de burgemeester is toegekend. De raad moet het college dus mogelijk maken om een markt daadwerkelijk te kunnen beheren.
Anders dan de vigerende marktverordening kent de ontwerp-marktverordening een beperkt aantal artikelen. In hoofdzaak bevat de verordening een delegatie aan het college van de bevoegdheid om nadere regels te stellen, strafbepalingen en overgangsbepalingen. De inhoudelijke bepalingen hebben een plaats gekregen in het marktreglement. Het marktreglement brengt tot uitdrukking hoe de gang van zaken op de markt wordt geëffectueerd.
Artikelsgewijze toelichting bij de Marktverordening
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
In dit artikel wordt enkele begrippen, die in de marktverordening en het marktreglement worden gehanteerd, gedefinieerd. Begrippen die uit hun aard duidelijk zijn, zijn niet in de omschrijving opgenomen. De begripsomschrijvingen zijn eveneens van toepassing op het marktreglement.
In de begripsomschrijving artikel 1, sub d is aangegeven, dat met de markt wordt bedoeld de door het college ingestelde warenmarkten. De verzameling standplaatsen is zonder instellingsbesluit geen markt. Eerst als het college heeft besloten tot de instelling van een markt in Loon op Zand valt deze verzameling standplaatsen onder de werking van de marktverordening en het marktreglement.
Een besluit tot vaststelling van het aantal standplaatsen op de markt, de opstelling, indeling en afmetingen is vooral bedoeld om tot een goede overzichtelijke en ordelijke markt te komen. De complete besluitvorming hierover kan worden vastgelegd in een zgn. standplaatsenplan (een algemeen verbindend voorschrift waartegen geen bezwaar en beroep mogelijk is).
Op grond van artikel 2, sub e stelt het college de branchering voor de markten vast. Het doel van een branchering is onder andere het aantrekkelijk maken van de markt voor consumenten en te zorgen voor een evenwichtig aanbod, waardoor ook de continuïteit van de vaste standplaatshouders wordt gewaarborgd. Op een besluit tot branchering is de Mededingingswet niet van toepassing.
Het college is op grond van dit artikel bevoegd nadere regels te stellen. Deze nadere regels hebben hun uitwerking gevonden in het Marktreglement. Het marktreglement kan worden aangemerkt als een algemeen verbindende voorschrift. Dit impliceert dat in principe geen afwijking mogelijk is.
De marktverordening bevat sec, datgene dat nodig is om regels te kunnen stellen en handhaven. Het marktreglement bevat die bepalingen die nodig zijn om een markt te kunnen organiseren en ordelijk te kunnen laten verlopen.
De locatie van de markt in Kaatsheuvel wordt ook gebruikt bij evenementen. Het is mogelijk dat een evenement gelijktijdig plaatsvindt. Het college heeft de bevoegdheid om te besluiten dat de markttijden en locatie worden aangepast in verband met een evenement.
Anders dan in de vigerende verordening is er niet voor gekozen om de vereisten samen te vatten in wat genoemd wordt het voldoen aan alle publiekrechtelijke verplichtingen op het gebied van bedrijfsuitoefening en bedrijfsorganisatie.
Op de eerste plaats heeft het college geen belang te weten of aan alle verplichtingen wel wordt voldaan, ten tweede heeft het college ook geen enkele controle mogelijkheid om na te gaan of wel aan alle verplichtingen, wat die ook mogen inhouden wordt voldaan.
Concreet wil het college alleen weten of en hoe de vergunninghouder in het Handelsregister staat ingeschreven en of de bijdrage ten bate van de ambulante handel via het Centraal registratiekantoor wel is betaald. Is dit het geval kan een registratiekaart van het Centraal registratiekantoor (CRK-kaart) worden getoond. Tot slot wordt gecontroleerd of de aanvrager wel degene is waarvoor hij zich uitgeeft en in Nederland werkzaam mag zijn, dus wordt het legitimatiebewijs gevraagd.
Een verplichting tot verzekering al dan niet via een vakorganisatie is in strijd met Europese regelgeving. De collectieve verzekeringen van de vakorganisatie en de uitgever van een vakblad gericht op de markthandel bieden overigens een beperkte dekking.
In artikel 5 is dwingend vastgelegd dat alleen natuurlijke personen tot de markt worden toegelaten. Hiermee wordt voorkomen dat rechtspersonen een overheersende positie op de markt kunnen innemen. Het is wel zo dat een V.o.F of een BV tot de ambulante handel zijn toegelaten. Als zodanig vind ook registratie plaats in het Handelsregister en bij het Centraal Registratiekantoor.
In de vereisten van artikel 5 is dit tot uitdrukking gebracht. De vergunning wordt echter alleen op naam van een natuurlijk persoon verstrekt. De persoonsgebonden vergunning is gewenst om te voorkomen dat rechtspersonen onbeperkt toegang krijgen tot de markt.
Het overleggen van een pasfoto heeft tot doel de identificatie te vergemakkelijken. Deze wordt op de vergunning bevestigd.
Artikel 6 Intrekking vaste standplaatsvergunning
De in artikel 6 genoemde mogelijkheden tot intrekking van de vaste standplaats-vergunning mogen niet gezien worden als strafmaatregelen.
De mogelijkheden genoemd in het eerste lid spreken voor zich.
In het tweede lid gaat het om een correctie van niet met opzet gemaakte fouten
Het college kan, ter hare beoordeling, de vergunning intrekken mits hierbij de algemene beginselen van behoorlijk bestuur in acht worden genomen.
De intrekking op grond van het derde lid is om te voorkomen dat een vergunninghouder twee afzonderlijke standplaatsen kan innemen.
De marktverordening is een besluit van de raad op overtreding waarvan straf is gesteld. Op grond van artikel 143 Gemeentewet dient een dergelijk besluit te worden mede gedeeld aan het parket van het arrondissement rechtbank Breda. Het is overigens het O.M. dat bepaald of tot vervolging wordt overgaan. Strafrechtelijke vervolging en bestuursrechtelijk optreden kunnen samengaan.
Artikel 8 Intrekking en schorsing vaste standplaatsvergunning
Artikel 8 heeft een facultatief karakter. Het hangt van de omstandigheden af of tot intrekking of schorsing wordt overgegaan. Als echter tot intrekking of schorsing wordt overgegaan kan dat alleen op de genoemde gronden.
Waar ambulante handelaren op de markt hun brood moeten verdienen mag
duidelijk zijn dat deze intrekkings- of schorsingsgronden niet lichtvaardig mogen worden gebruikt.
Artikel 9 Uitsluiting meeloper of standwerker
In artikel 8 is de intrekking of schorsing van een vergunning voor een vaste standplaats geregeld. Intrekking of schorsing ligt uiteraard minder voor de hand bij niet-vaste standplaatsen. Toch bestaat de behoefte aan een bevoegdheid naast de bevoegdheid tot onmiddellijke verwijdering (artikel 10) indien daartoe aanleiding bestaat ook een meeloper of standwerker langduriger van de markt te kunnen verwijderen.
Artikel 10 Onmiddellijke verwijdering
Artikel 125 Gemeentewet bevat voor het college de bevoegdheidsgrondslag om bestuursdwang toe te passen bij overtreding van de marktverordening en de daarop gebaseerde regels van het marktreglement. De in artikel 10 geregelde onmiddellijke verwijdering is een vorm van bestuursdwang, waarbij de spoedeisendheid als bedoelt in artikel 5:24, zesde lid, van de Awb wordt verondersteld. Achteraf dient dan het besluit tot het toepassen van bestuursdwang op papier te worden gesteld. Deze bevoegdheid dient uiteraard bij wijze van ultimum remedium gebruikt te worden.
In artikel 5:11 Awb wordt bepaald dat onder toezichthouder wordt verstaan: een natuurlijk persoon, die bij of krachtens een wettelijk voorschrift is belast met het houden van toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens enig wettelijk voorschrift. Een persoon die aangewezen is als toezichthouder beschikt in beginsel over alle in afdeling 5.2 van de Awb opgenomen bevoegdheden. Op grond van artikel 5:14 van de Awb kunnen deze bevoegdheden bij verordening of bij besluit van het college worden beperkt.
Het ligt voor de hand de marktmeester als toezichthouder aan te wijzen. Het college kan echter zonodig ook andere personen aanwijzen.
Artikel 12 Overgangsbepalingen
Een overgangsregeling is noodzakelijk voor de rechtszekerheid van de betrokkenen. Het is van belang oude rechten zoals neergelegd in vergunningen, anciënniteitenlijst en wachtlijst te eerbiedigen. In het derde lid is bepaald dat aanvragen om vergunning die nog niet definitief zijn afgehandeld direct onder de nieuwe verordening komen te vallen.
In artikel 13 wordt het tijdstip vermeldt, waarop de nieuwe verordening in werking treedt. Vanaf dat moment is de vigerende verordening van rechtswege vervallen. Om geen misverstand te laten ontstaan wordt in het tweede lid de datum waarop de oude regeling vervalt expliciet genoemd.
In de citeertitel wordt een jaartal opgenomen om de betrokken regeling te onderscheiden van de voorgaande regeling.